NL2001536C2 - Vlechtwerk voor meubelen en dergelijke. - Google Patents

Vlechtwerk voor meubelen en dergelijke. Download PDF

Info

Publication number
NL2001536C2
NL2001536C2 NL2001536A NL2001536A NL2001536C2 NL 2001536 C2 NL2001536 C2 NL 2001536C2 NL 2001536 A NL2001536 A NL 2001536A NL 2001536 A NL2001536 A NL 2001536A NL 2001536 C2 NL2001536 C2 NL 2001536C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
braid
elements
strip
braiding
openings
Prior art date
Application number
NL2001536A
Other languages
English (en)
Inventor
Frank Peter Ligthart
Original Assignee
Poem B V B A
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Poem B V B A filed Critical Poem B V B A
Priority to NL2001536A priority Critical patent/NL2001536C2/nl
Priority to PCT/NL2009/050229 priority patent/WO2009134128A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2001536C2 publication Critical patent/NL2001536C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C7/00Parts, details, or accessories of chairs or stools
    • A47C7/02Seat parts
    • A47C7/28Seat parts with tensioned springs, e.g. of flat type
    • A47C7/32Seat parts with tensioned springs, e.g. of flat type with tensioned cords, e.g. of elastic type, in a flat plane
    • DTEXTILES; PAPER
    • D04BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
    • D04DTRIMMINGS; RIBBONS, TAPES OR BANDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D04D7/00Decorative or ornamental textile articles
    • D04D7/02Flat articles

Description

Vlechtwerk voor meubelen en dergelijke
De uitvinding heeft betrekking op een vlechtwerk geschikt voor meubels en dergelijke, dat wordt samengesteld op de wijze van door inslag en schering met elkaar 5 gecombineerde eerste en tweede strookvormige vlechtelementen.
Er bestaan talrijke vlechtwerken voor verschillende toepassingen. Bij de bekende vlechtwerken bestaan de als schering gevormde eerste vlechtelementen bijvoorbeeld uit staken. De staken zijn met strookvormige tweede vlechtelementen vervlochten, waarbij 10 door het toepassen van verschillende vlechttechnieken talrijke vlechtpatronen vervaardigd kunnen worden. De patronen ontstaan daarbij meestal door verschillende breedten, kleuren, en ook materialen van de vlechtelementen, maar ook bijvoorbeeld door de toepassing van verschillende vlechtwijzen. Zo kunnen regelmatige of juist onregelmatige patronen verkregen worden door met de strookvormige vlechtelementen 15 een of meerdere staken over te slaan, door de vlechtelementen in verschillende richtingen ten opzichte van elkaar te laten verlopen, of door het invlechten van ornamenten. Andere vlechtwerken bestaan slechts uit strookvormige eerste en tweede vlechtelementen.
20 De bekende vlechtwerken verlopen doorgaans in een vlak, waarvan het verloop in hoofdzaak door de staken respectievelijk strengen voorgegeven wordt. De vlakken zelf verkrijgen door de vorming van de vlechtelementen, maar ook tengevolge van de vlechtwijze, een meer of minder reliëfachtige gesteldheid. Dit reliëf is aan beide zijden van het vlak van het vlechtwerk zichtbaar, wat in sommige gevallen ongewenst kan zijn. 25
Zo kan het bijvoorbeeld gewenst zijn dat tenminste één van de zijden van het vlak van het vlechtwerk een relatief gladde structuur vertoont. In beginsel zou dit kunnen worden bereikt door de vlechtstroken zeer fijn uit te voeren en het vlechtwerk nauwkeurig en fijnmazig te vlechten, maar de vervaardiging van dergelijke vlechtwerken zal zeer hoge 30 kosten veroorzaken, en gaat ten koste van de productiesnelheid. Bovendien zal het vlechtpatroon nog altijd zichtbaar zijn aan beide zijden.
De uitvinding heeft tot doel een vlechtwerk te verschaffen waarvan tenminste één zijde een relatief gladde structuur vertoont.
2
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de eerste vlechtelementen een middenstrook en naar één zijde van het vlechtwerk omgevouwen randstroken omvatten, welke randstroken zijn voorzien van openingen, en waarbij de tweede vlechtelementen 5 door de openingen van de eerste vlechtelementen zijn aangebracht. Doordat de tweede vlechtelementen slechts aan één zijde van het vlechtwerk zijn verbonden met de eerste vlechtelementen ontstaat een vlechtwerk met een reliëfzijde en aan de andere zijde een relatief gladde structuur (de gladde zijde). Slechts die zijde van het vlechtwerk waar de tweede vlechtelementen zich bevinden zal de voor vlechtwerken typische reliëfstructuur 10 kunnen vertonen. Aan de andere zijde van het vlechtwerk zijn de tweede vlechtelementen niet zichtbaar. Het vlechtwerk verkrijgt aldus aan die zijde een strakke uitstraling.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het vlechtwerk gekenmerkt doordat een tweede 15 vlechtelement alternerend door een opening van een randstrook en over een opvolgende randstrook van een eerste vlechtelement is aangebracht. Hierdoor ontstaat niet alleen een stevig verband tussen eerste en tweede vlechtelementen, maar wordt bovendien een typische weefselstructuur verkregen aan de reliëfzijde van het vlechtwerk.
20 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt dit gekenmerkt doordat in één eerste vlechtelement de openingen in een randstrook geschrankt zijn gepositioneerd ten opzichte van de openingen in de andere randstrook. Hierdoor kan de hierboven beschreven voorkeursuitvoeringsvorm eenvoudig worden gerealiseerd zonder dat de eerste vlechtelementen worden voorzien van een onnodig aantal openingen in de 25 randstroken ervan.
Het heeft verder voordelen als het vlechtwerk volgens de uitvinding het kenmerk heeft dat de middenstroken van twee opeenvolgende eerste vlechtelementen onderling aansluiten. Op deze wijze ontstaat aan de gladde zijde van het vlechtwerk een dichte 30 structuur waardoor de illusie ontstaat van één vlak. Bovendien heeft deze uitvoeringsvariant het grote voordeel dat het vlechtwerk hierdoor relatief winddicht wordt, en/of relatief weinig lichtdoorlatend.
3
Het moge duidelijk zijn dat de eerste en tweede vlechtelementen onderling in beginsel onder elke hoek kunnen verlopen. Het heeft echter voordelen, onder andere om productie technische redenen, als de tweede vlechtelementen in hoofdzaak onder een rechte hoek verlopen met de eerste vlechtelementen. In een andere voorkeursvariant 5 verlopen de tweede vlechtelementen in hoofdzaak in diagonale richting met de eerste vlechtelementen.
Het vlechtwerk volgens de uitvinding is bij voorkeur gekenmerkt doordat althans één randstrook van de eerste vlechtelementen is teruggevouwen tot op de middenstrook en 10 hierop is vastgemaakt door middel van een vouwnaad of dergelijke. Een dergelijke voorkeursvariant vertoont een verder verbeterde stevigheid.
In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het vlechtwerk tweede vlechtstroken waarvan de breedte gelijk is aan de tussenafstand tussen de openingen. Op 15 deze wijze wordt een goed aangesloten vlechtwerk verkregen waarbij de reliëfzijde een regelmatig uitzicht heeft.
Het vlechtwerk kan in beginsel elke vorm aannemen. Bij voorkeur is het vlechtwerk volgens de uitvinding als plat vlak uitgevoerd. Ook is het mogelijk het vlechtwerk als 20 gekromd vlak uit te voeren. In nog een andere uitvoeringsvorm wordt het vlechtwerk gekenmerkt doordat de tussenruimte tussen een middenstrook en de randstroken van een eerste vlechtstrook is opgevuld met een vormgevend en/of functioneel lichaam. Het vormgevend lichaam kan bijvoorbeeld een schijfVormige strook zijn met een gewelfd oppervlak, waardoor het vlechtwerk aan de reliëfzijde het zicht krijgt van een aantal 25 parallel verlopende gewelfde stroken. Een gelijkaardig effect kan worden bereikt aan de gladde zijde door de tweede vlechtlichamen strak aan te trekken waardoor de middenstroken van de eerste vlechtlichamen aan de gladde zijde buitenwaarts uitstulpen. Het functionele lichaam kan bijvoorbeeld een lichtweerkaatsende, versterkende en/of stralingstegenhoudende functie hebben.
30
De eerste en tweede vlechtstroken kunnen in beginsel uit elk hiervoor geschikt materiaal zijn vervaardigd. Zo is het mogelijk de vlechtstroken uit natuurlijke materialen te vervaardigen zoals bijvoorbeeld pitriet, raffia, touw, stro, en dies meer. Bij voorkeur zijn de vlechtstroken vervaardigd uit kunststof, in het bijzonder uit een 4 polyolefine en/of een polyvinylchloride. Bijzonder geschikte polyolefinen omvatten polypropeen en polyetheen, waarbij hoge dichtheid polyetheen (HDPE) de voorkeur heeft.
5 Verdere bijzonderheden van de uitvinding blijken uit de nu volgende beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden en de bijgevoegde tekeningen, zonder hier overigens toe te worden beperkt. In de figuren toont: figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een eerste vlechtelement volgens de uitvinding in opengevouwen toestand; 10 figuur 2 een perspectivisch aanzicht van de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm in gedeeltelijk omgevouwen toestand vanaf de gladde zijde; figuur 3 een perspectivisch aanzicht van de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm in gedeeltelijk omgevouwen toestand vanaf de reliëfzijde; figuur 4 een perspectivisch aanzicht van de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm in 15 gedeeltelijk van tweede vlechtelementen voorziene toestand; figuur 5 een perspectivisch aanzicht van een vlechtwerk volgens de uitvinding vanaf de reliëfzijde; figuur 6 een perspectivisch aanzicht van een vlechtwerk volgens de uitvinding vanaf de gladde zijde; 20 figuur 7A een bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een eerste vlechtelement volgens de uitvinding in opengevouwen toestand; en tenslotte figuur 7B een dwarsdoorsnede volgens de lijn AA van de in figuur 7A getoonde uitvoeringsvorm van een eerste vlechtelement volgens de uitvinding.
25 Onder verwijzing naar figuur 5 wordt een vlechtwerk 1 getoond dat bijvoorbeeld kan worden toegepast als windscherm. Vlechtwerk 1 omvat met elkaar gecombineerde eerste vlechtelementen 10 en tweede strookvormige vlechtelementen 20. Deze elementen (10, 20) kunnen in beginsle uit lek materiaal zijn vervaardig, maar een kunststof zoals hoge dichtheid polyetheen verdient de voorkeur. De eerste en tweede 30 vlechtelementen (10, 20) zijn dusdanig gecombineerd dat de eerste vlechtelementen 10 in de scheringrichting X verlopen, en de tweede vlechtelementen 20 in de inslagrichting Y. Dit kan ook omgekeerd zijn. Aldus wordt een vlechtwerk 1 verkregen waarbij de tweede vlechtelementen 20 in hoofdzaak onder een rechte hoek verlopen met de eerste vlechtelementen 10.
5
Verwijzend naar figuren 1, 2 en 3 omvatten de eerste vlechtelementen 10 een middenstrook 11 en naar één zijde van het vlechtwerk 1 omgevouwen randstroken 12. De randstroken 12 zijn voorzien van openingen 13. De in een randstrook 13 van een 5 eerste vlechtelement 10 aangebrachte openingen 13 zijn bij voorkeur geschrankt gepositioneerd ten opzichte van de openingen 13 in de tegenoverliggende randstrook van hetzelfde vlechtelement 10. Dit is bijvoorbeeld aangegeven in figuur 1. De openingen kunnen op elke wijze in de randstroken 12 van de eerste vlechtelementen 10 worden aangebracht. Bij voorkeur worden de openingen 13 in de randstroken gestanst. 10 Dit is in het bijzonder aangewezen wanneer de eerste (en eventueel ook de tweede) vlechtelementen zijn vervaardigd uit een kunststof, zoals bij voorkeur polyetheen.
Het vlechtsel 1 wordt verkregen door een aantal eerste vlechtelementen 10 met omgevouwen randstroken 12 tegen elkaar te rangschikken zodanig dat de langsranden 15 van de middenstroken 11 van twee naast elkaar gepositioneerde eerste vlechtelementen 10 nagenoeg tegen elkaar liggen. Vervolgens wordt een aantal tweede strookvormige vlechtelementen 20 door de openingen van de omgevouwen randstroken aangebracht, zoals is getoond in figuur 4. In de in deze figuur getoonde uitvoeringsvorm wordt hierbij een tweede vlechtelement 20a alternerend door een opening 13a van een eerste 20 randstrook 12a van een eerste vlechtelement 10a aangebracht en over de tweede randstrook van hetzelfde vlechtelement 10a. Of anders gezegd wordt een tweede vlechtelement 20a slechts door de openingen (13a, 13b) van één randstrook (12a, 12b) van opeenvolgende eerste vlechtelementen (10a, 10b) aangebracht. Zoals verder getoond in figuur 4 wordt een opvolgend tweede vlechtelement 20b slechts door de 25 openingen van de andere randstrook van de eerste vlechtelementen (10a, 10b) aangebracht. Op deze wijze ontstaat een volgens schering X en inslag Y gecombineerd vlechtwerk, dat voldoende stevigheid biedt. De randstroken 12 van de eerste vlechtelementen 10 worden door de trekkracht van de tweede vlechtelementen 20 tot tegen de middenstrook 11 gedrukt. Het vlechtwerk 1 kan desgewenst verder worden 30 versterkt door de randstroken 12 van de eerste vlechtelementen 10 terug te vouwen tot op de middenstrook 11 en hierop vast te maken door middel van een vouwnaad of dergelijke.
6
Het vlechtwerk 1 volgens de uitvinding heeft een zijde waarop de structuur gevormd door de tweede vlechtelementen 20 zichtbaar is (de ‘gevlochten’ zijde), en een andere zijde die een veel strakker uiterlijk vertoond. Deze ‘strakke’ zijde wordt gevormd door de middenstroken 11 van naast elkander bij voorkeur aaneengesloten gepositioneerde 5 eerste vlechtelementen 10. Deze ‘strakke’ zijde is zichtbaar in figuur 6, terwijl de ‘gevlochten’ zijde wordt getoond in figuur 5. De aanwezigheid van de ‘strakke ‘zijde geeft het vlechtwerk niet alleen een esthetische kwaliteit, maar zorgt tevens voor meer stevigheid en eigenschappen zoals ondoorlatendheid voor bijvoorbeeld wind. Van belang is dat deze ondoorlatendheid kan worden bereikt met een relatief grove 10 vlechtstructuur, wat onder andere kostenbesparend kan werken.
Hoewel wordt gesproken van strookvormige vlechtelementen zal het duidelijk zijn dat de tweede vlechtelementen elke vorm kunnen hebben zolang zijn maar door de openingen 13 kunnen worden aangebracht. Zo is het mogelijk dat de tweede 15 vlechtelementen bijvoorbeeld een vezelbundel vormen of een gedraaide vezelbundcl zoals een touw. Stroken hebben als voordeel dat een relatief gesloten geheel ontstaat. Het gesloten zijn wordt verder bevorderd als in het vlechtwerk 1 de breedte van de tweede vlechtstroken 20 nagenoeg gelijk is aan de tussenafstand tussen de openingen 13. Hoewel in de getoonde voorbeelden het vlechtwerk 1 relatief vlak is zal duidelijk 20 zijn dat het vlechtwerk 1 ook als gekromd vlak kan zijn uitgevoerd.
Onder verwijzing naar figuur 7A wordt een tweede uitvoeringsvorm van een eerste vlechtelement 10 volgens de uitvinding getoond in opengevouwen toestand. In de getoonde variant zijn randstroken (12a, 12b) voorzien van respectievelijk openingen 25 (13a, 13b) die een in hoofdzaak rechthoekige vorm hebben met een lengte 15. De (niet getoonde) tweede vlechtelementen 20 hebben bij voorkeur een breedte gelijk aan lengte 15. Openingen 13a ter linkerzijde zijn geschrankt gepositioneerd ten opzichte van openingen 13b ter rechterzijde. Het eerste vlechtelement 10 heeft een middenstrook 11 met een breedte 14. De middenstrook 11 verloopt hierbij tussen twee vouwlijnen 17. In 30 de in figuur 7B getoonde dwarsdoorsnede volgens de lijn AA van de in figuur 7A getoonde uitvoeringsvorm is te zien dat de vouwlijnen 17 worden gevormd door het vlechtelement 10 te voorzien van locale dikteverminderingen. Hierdoor ontstaan ter hoogte van de vouwlijnen 17 locale verzwakkingen waarrond beide randstroken (12a, 12b) eenvoudig kunnen worden omgevouwen.
7
Het vlechtwerk kan voor meubelen worden gebruikt, in het bijzonder voor tuinmeubelen, maar ook als windscherm bijvoorbeeld. Daarnaast zijn er velerlei andere toepassingen mogelijk. Doordat één zijde van het vlechtwerk een gesloten karakter 5 heeft is het tevens mogelijk het vlechtwerk volgens de uitvinding te voorzien van vormgevende en/of functionele lichamen. Deze worden bij voorkeur aangebracht in de tussenruimte tussen een middenstrook 11 en de randstroken 12 van een eerste vlechtstrook 10. Geschikte vormgevende lichamen kunnen bijvoorbeeld latachtige structuren zijn waarvan één zijde bolvormig is. De lichamen kunnen ook een 10 functionele functie hebben, zoals bijvoorbeeld water ondoorlatendheid, UV bestendigheid, bescherming biedend tegen bijvoorbeeld X-straling, enzovoorts.

Claims (11)

1. Vlechtwerk voor meubels en dergelijke, omvattende volgens schering en inslag met elkaar gecombineerde eerste en tweede strookvormige vlechtelementen, waarbij de 5 eerste vlechtelementen een middenstrook en naar één zijde van het vlechtwerk omgevouwen randstroken omvatten, welke randstroken zijn voorzien van openingen, en waarbij de tweede vlechtelementen door de openingen van de eerste vlechtelementen zijn aangebracht.
2. Vlechtwerk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een tweede vlechtelement alternerend door een opening van een randstrook en over een opvolgende randstrook van een eerste vlechtelement is aangebracht.
3. Vlechtwerk volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in één eerste 15 vlechtelement de openingen in een randstrook geschrankt zijn gepositioneerd ten opzichte van de openingen in de andere randstrook.
4. Vlechtwerk volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middenstroken van twee opeenvolgende eerste vlechtelementen onderling aansluiten. 20
5. Vlechtwerk volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede vlechtelementen in hoofdzaak onder een rechte hoek verlopen met de eerste vlechtelementen.
6. Vlechtwerk volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede vlechtelementen in hoofdzaak in diagonale richting verlopen met de eerste vlechtelementen.
7. Vlechtwerk volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 30 althans één randstrook van de eerste vlechtelementen is teruggevouwen tot op de middenstrook en hierop is vastgemaakt door middel van een vouwnaad of dergelijke.
8. Vlechtwerk volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de breedte van de tweede vlechtstroken gelijk is aan de tussenafstand tussen de openingen.
9. Vlechtwerk volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het als plat vlak is uitgevoerd.
10. Vlechtwerk volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het als gekromd vlak is uitgevoerd.
11. Vlechtwerk volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tussenruimte tussen een middenstrook en de randstroken van een eerste vlechtstrook is 10 opgevuld met een vormgevend en/of functioneel lichaam.
NL2001536A 2008-04-29 2008-04-29 Vlechtwerk voor meubelen en dergelijke. NL2001536C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001536A NL2001536C2 (nl) 2008-04-29 2008-04-29 Vlechtwerk voor meubelen en dergelijke.
PCT/NL2009/050229 WO2009134128A2 (en) 2008-04-29 2009-04-28 Weave for furniture and the like

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001536A NL2001536C2 (nl) 2008-04-29 2008-04-29 Vlechtwerk voor meubelen en dergelijke.
NL2001536 2008-04-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001536C2 true NL2001536C2 (nl) 2009-10-30

Family

ID=39888029

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001536A NL2001536C2 (nl) 2008-04-29 2008-04-29 Vlechtwerk voor meubelen en dergelijke.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2001536C2 (nl)
WO (1) WO2009134128A2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2017177774A1 (zh) * 2016-04-15 2017-10-19 李红广 藤条编织结构和利用该结构制作的藤椅及其凸结形成方法

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR333482A (fr) * 1903-06-30 1903-11-26 Kimmich Soc Geb Perfectionnements aux stores à enroulement
GB167531A (en) * 1920-04-09 1921-08-09 Herbert Marshall Improvements in or relating to blinds
DE3529418C1 (en) * 1985-08-16 1987-04-23 Mayer Fa Karl Blind web of a slatted blind and method of manufacturing it
DE4225179A1 (de) * 1992-07-30 1994-02-03 Rudolf Wille Rolladen
WO1998014683A1 (en) * 1995-10-04 1998-04-09 Asato Finland Oy A covering element, jointing arrangement between covering profiles and a fastening bar for mounting a covering element

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR333482A (fr) * 1903-06-30 1903-11-26 Kimmich Soc Geb Perfectionnements aux stores à enroulement
GB167531A (en) * 1920-04-09 1921-08-09 Herbert Marshall Improvements in or relating to blinds
DE3529418C1 (en) * 1985-08-16 1987-04-23 Mayer Fa Karl Blind web of a slatted blind and method of manufacturing it
DE4225179A1 (de) * 1992-07-30 1994-02-03 Rudolf Wille Rolladen
WO1998014683A1 (en) * 1995-10-04 1998-04-09 Asato Finland Oy A covering element, jointing arrangement between covering profiles and a fastening bar for mounting a covering element

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2017177774A1 (zh) * 2016-04-15 2017-10-19 李红广 藤条编织结构和利用该结构制作的藤椅及其凸结形成方法

Also Published As

Publication number Publication date
WO2009134128A2 (en) 2009-11-05
WO2009134128A3 (en) 2010-06-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN1102185C (zh) 脱水带尤其是干燥筛
US9593450B2 (en) Non-woven double layer industrial textile assembled from hemmed panels
MX2007014639A (es) Banda reforzada para aplicacion de cambio de potencia.
NL2001536C2 (nl) Vlechtwerk voor meubelen en dergelijke.
US20140053376A1 (en) Multi-pin nonwoven seaming element
CA2832017C (en) Multi-layer fabric
US10557222B2 (en) Woven textile
EP1893500B1 (en) Package, particularly for horticultural products and food products in general, manufacturable with automatic packaging machines
US6468928B2 (en) Translucent sheets
DE2837545C2 (nl)
JP6538988B2 (ja) 梱包材及び梱包材製造方法
DE102008037358A1 (de) Beschattungsvorrichtung
EP0672776B1 (fr) Armature textile utilisable pour la réalisation de complexes stratifiés
DE2946314C2 (de) Verfahren zur Herstellung eines Flächenmaterials mit Metalleffekt, insbesondere reflektierendes Flächenmaterials, und Anwendung dieses Flächenmaterials
US11466403B2 (en) Loop structure, method for producing a loop structure and element
JP2006506541A5 (nl)
EP0376861B1 (fr) Barrière de signalisation et de balisage
US10385483B2 (en) Woven textile
TWI793213B (zh) 保護性警示圍籬
CN108998887B (zh) 织物
US818444A (en) Reticulated sheet-metal structure.
EP1584721A1 (de) Hochleistungsschutzmatte in antistatischer und flammhemmender Ausrüstung
DE202014102239U1 (de) Reißverschluss
DE3917508A1 (de) Reflektierendes schattengewebe
TWI671447B (zh) 織物

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Effective date: 20101206

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20121101