NL2001536C2 - Braiding for furniture and the like. - Google Patents
Braiding for furniture and the like. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2001536C2 NL2001536C2 NL2001536A NL2001536A NL2001536C2 NL 2001536 C2 NL2001536 C2 NL 2001536C2 NL 2001536 A NL2001536 A NL 2001536A NL 2001536 A NL2001536 A NL 2001536A NL 2001536 C2 NL2001536 C2 NL 2001536C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- braid
- elements
- strip
- braiding
- openings
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47C—CHAIRS; SOFAS; BEDS
- A47C7/00—Parts, details, or accessories of chairs or stools
- A47C7/02—Seat parts
- A47C7/28—Seat parts with tensioned springs, e.g. of flat type
- A47C7/32—Seat parts with tensioned springs, e.g. of flat type with tensioned cords, e.g. of elastic type, in a flat plane
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D04—BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
- D04D—TRIMMINGS; RIBBONS, TAPES OR BANDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- D04D7/00—Decorative or ornamental textile articles
- D04D7/02—Flat articles
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Textile Engineering (AREA)
- Woven Fabrics (AREA)
- Braiding, Manufacturing Of Bobbin-Net Or Lace, And Manufacturing Of Nets By Knotting (AREA)
Description
Vlechtwerk voor meubelen en dergelijkeBraiding for furniture and the like
De uitvinding heeft betrekking op een vlechtwerk geschikt voor meubels en dergelijke, dat wordt samengesteld op de wijze van door inslag en schering met elkaar 5 gecombineerde eerste en tweede strookvormige vlechtelementen.The invention relates to a braid suitable for furniture and the like, which is assembled in the manner of first and second strip-shaped braid elements combined by weft and warp.
Er bestaan talrijke vlechtwerken voor verschillende toepassingen. Bij de bekende vlechtwerken bestaan de als schering gevormde eerste vlechtelementen bijvoorbeeld uit staken. De staken zijn met strookvormige tweede vlechtelementen vervlochten, waarbij 10 door het toepassen van verschillende vlechttechnieken talrijke vlechtpatronen vervaardigd kunnen worden. De patronen ontstaan daarbij meestal door verschillende breedten, kleuren, en ook materialen van de vlechtelementen, maar ook bijvoorbeeld door de toepassing van verschillende vlechtwijzen. Zo kunnen regelmatige of juist onregelmatige patronen verkregen worden door met de strookvormige vlechtelementen 15 een of meerdere staken over te slaan, door de vlechtelementen in verschillende richtingen ten opzichte van elkaar te laten verlopen, of door het invlechten van ornamenten. Andere vlechtwerken bestaan slechts uit strookvormige eerste en tweede vlechtelementen.There are numerous braid works for different applications. In the known braiding works, the first braid elements formed as warp consist of, for example, stakes. The stakes are interwoven with strip-shaped second braiding elements, whereby numerous braiding patterns can be produced by applying different braiding techniques. The patterns are usually created by different widths, colors, and also materials of the braiding elements, but also, for example, by the use of different braiding methods. Regular or, on the contrary, irregular patterns can be obtained by skipping one or more stakes with the strip-shaped braid elements 15, by letting the braid elements run in different directions relative to each other, or by braiding ornaments. Other braiding works consist only of strip-shaped first and second braiding elements.
20 De bekende vlechtwerken verlopen doorgaans in een vlak, waarvan het verloop in hoofdzaak door de staken respectievelijk strengen voorgegeven wordt. De vlakken zelf verkrijgen door de vorming van de vlechtelementen, maar ook tengevolge van de vlechtwijze, een meer of minder reliëfachtige gesteldheid. Dit reliëf is aan beide zijden van het vlak van het vlechtwerk zichtbaar, wat in sommige gevallen ongewenst kan zijn. 25The known braiding works generally run in a plane, the course of which is predominantly predetermined by the stakes or strands. The surfaces themselves obtain a more or less relief-like condition by the formation of the braiding elements, but also as a result of the braiding method. This relief is visible on both sides of the surface of the braid, which may be undesirable in some cases. 25
Zo kan het bijvoorbeeld gewenst zijn dat tenminste één van de zijden van het vlak van het vlechtwerk een relatief gladde structuur vertoont. In beginsel zou dit kunnen worden bereikt door de vlechtstroken zeer fijn uit te voeren en het vlechtwerk nauwkeurig en fijnmazig te vlechten, maar de vervaardiging van dergelijke vlechtwerken zal zeer hoge 30 kosten veroorzaken, en gaat ten koste van de productiesnelheid. Bovendien zal het vlechtpatroon nog altijd zichtbaar zijn aan beide zijden.For example, it may be desirable for at least one of the sides of the surface of the braid to have a relatively smooth structure. In principle, this could be achieved by making the braid strips very fine and braiding the braid accurately and finely meshed, but the manufacture of such braid works will cause very high costs and will be at the expense of the production speed. Moreover, the braid pattern will still be visible on both sides.
De uitvinding heeft tot doel een vlechtwerk te verschaffen waarvan tenminste één zijde een relatief gladde structuur vertoont.The invention has for its object to provide a braid of which at least one side has a relatively smooth structure.
22
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de eerste vlechtelementen een middenstrook en naar één zijde van het vlechtwerk omgevouwen randstroken omvatten, welke randstroken zijn voorzien van openingen, en waarbij de tweede vlechtelementen 5 door de openingen van de eerste vlechtelementen zijn aangebracht. Doordat de tweede vlechtelementen slechts aan één zijde van het vlechtwerk zijn verbonden met de eerste vlechtelementen ontstaat een vlechtwerk met een reliëfzijde en aan de andere zijde een relatief gladde structuur (de gladde zijde). Slechts die zijde van het vlechtwerk waar de tweede vlechtelementen zich bevinden zal de voor vlechtwerken typische reliëfstructuur 10 kunnen vertonen. Aan de andere zijde van het vlechtwerk zijn de tweede vlechtelementen niet zichtbaar. Het vlechtwerk verkrijgt aldus aan die zijde een strakke uitstraling.This object is achieved according to the invention in that the first braiding elements comprise a central strip and edge strips folded over to one side of the braiding, which edge strips are provided with openings, and wherein the second braiding elements 5 are arranged through the openings of the first braiding elements. Because the second braiding elements are only connected to the first braiding elements on one side of the braiding elements, a braiding element is created with a relief side and on the other side a relatively smooth structure (the smooth side). Only that side of the braiding where the second braiding elements are located will be able to exhibit the embossed structure 10 typical of braiding. The second braiding elements are not visible on the other side of the braid. The braid thus acquires a sleek appearance on that side.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het vlechtwerk gekenmerkt doordat een tweede 15 vlechtelement alternerend door een opening van een randstrook en over een opvolgende randstrook van een eerste vlechtelement is aangebracht. Hierdoor ontstaat niet alleen een stevig verband tussen eerste en tweede vlechtelementen, maar wordt bovendien een typische weefselstructuur verkregen aan de reliëfzijde van het vlechtwerk.In a preferred embodiment, the braid is characterized in that a second braid element is arranged alternately through an opening of an edge strip and over a successive edge strip of a first braid element. This not only creates a strong relationship between first and second braid elements, but moreover a typical fabric structure is obtained on the relief side of the braid.
20 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt dit gekenmerkt doordat in één eerste vlechtelement de openingen in een randstrook geschrankt zijn gepositioneerd ten opzichte van de openingen in de andere randstrook. Hierdoor kan de hierboven beschreven voorkeursuitvoeringsvorm eenvoudig worden gerealiseerd zonder dat de eerste vlechtelementen worden voorzien van een onnodig aantal openingen in de 25 randstroken ervan.In a further preferred embodiment of the invention, this is characterized in that in one first braid element the openings are positioned in an edge strip with respect to the openings in the other edge strip. As a result, the above-described preferred embodiment can simply be realized without the first braid elements being provided with an unnecessary number of openings in their edge strips.
Het heeft verder voordelen als het vlechtwerk volgens de uitvinding het kenmerk heeft dat de middenstroken van twee opeenvolgende eerste vlechtelementen onderling aansluiten. Op deze wijze ontstaat aan de gladde zijde van het vlechtwerk een dichte 30 structuur waardoor de illusie ontstaat van één vlak. Bovendien heeft deze uitvoeringsvariant het grote voordeel dat het vlechtwerk hierdoor relatief winddicht wordt, en/of relatief weinig lichtdoorlatend.It is furthermore advantageous if the braiding according to the invention is characterized in that the central strips of two consecutive first braiding elements are mutually connected. In this way a dense structure is created on the smooth side of the braid, creating the illusion of one surface. Moreover, this embodiment variant has the great advantage that it makes the braid relatively windproof, and / or relatively light-transmitting.
33
Het moge duidelijk zijn dat de eerste en tweede vlechtelementen onderling in beginsel onder elke hoek kunnen verlopen. Het heeft echter voordelen, onder andere om productie technische redenen, als de tweede vlechtelementen in hoofdzaak onder een rechte hoek verlopen met de eerste vlechtelementen. In een andere voorkeursvariant 5 verlopen de tweede vlechtelementen in hoofdzaak in diagonale richting met de eerste vlechtelementen.It will be clear that the first and second braid elements can in principle run mutually at any angle. However, it is advantageous, inter alia for production technical reasons, if the second braid elements extend substantially at right angles to the first braid elements. In another preferred variant 5, the second braid elements extend substantially in diagonal direction with the first braid elements.
Het vlechtwerk volgens de uitvinding is bij voorkeur gekenmerkt doordat althans één randstrook van de eerste vlechtelementen is teruggevouwen tot op de middenstrook en 10 hierop is vastgemaakt door middel van een vouwnaad of dergelijke. Een dergelijke voorkeursvariant vertoont een verder verbeterde stevigheid.The braiding according to the invention is preferably characterized in that at least one edge strip of the first braiding elements is folded back to the central strip and is fixed to it by means of a folding seam or the like. Such a preferred variant has a further improved firmness.
In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het vlechtwerk tweede vlechtstroken waarvan de breedte gelijk is aan de tussenafstand tussen de openingen. Op 15 deze wijze wordt een goed aangesloten vlechtwerk verkregen waarbij de reliëfzijde een regelmatig uitzicht heeft.In yet another preferred embodiment, the braid comprises second braid strips, the width of which is equal to the distance between the openings. In this way a well-connected braid is obtained in which the relief side has a regular appearance.
Het vlechtwerk kan in beginsel elke vorm aannemen. Bij voorkeur is het vlechtwerk volgens de uitvinding als plat vlak uitgevoerd. Ook is het mogelijk het vlechtwerk als 20 gekromd vlak uit te voeren. In nog een andere uitvoeringsvorm wordt het vlechtwerk gekenmerkt doordat de tussenruimte tussen een middenstrook en de randstroken van een eerste vlechtstrook is opgevuld met een vormgevend en/of functioneel lichaam. Het vormgevend lichaam kan bijvoorbeeld een schijfVormige strook zijn met een gewelfd oppervlak, waardoor het vlechtwerk aan de reliëfzijde het zicht krijgt van een aantal 25 parallel verlopende gewelfde stroken. Een gelijkaardig effect kan worden bereikt aan de gladde zijde door de tweede vlechtlichamen strak aan te trekken waardoor de middenstroken van de eerste vlechtlichamen aan de gladde zijde buitenwaarts uitstulpen. Het functionele lichaam kan bijvoorbeeld een lichtweerkaatsende, versterkende en/of stralingstegenhoudende functie hebben.The braid can in principle take any form. The braid according to the invention is preferably designed as a flat surface. It is also possible to design the braid as a curved surface. In yet another embodiment, the braiding is characterized in that the space between a central strip and the edge strips of a first braiding strip is filled with a shaping and / or functional body. The shaping body may, for example, be a disc-shaped strip with a curved surface, as a result of which the weaving on the relief side receives the view of a number of parallel curved strips. A similar effect can be achieved on the smooth side by tightly pulling the second braid bodies, so that the middle strips of the first braid bodies on the smooth side protrude outwards. The functional body may, for example, have a light-reflecting, reinforcing and / or radiation-blocking function.
3030
De eerste en tweede vlechtstroken kunnen in beginsel uit elk hiervoor geschikt materiaal zijn vervaardigd. Zo is het mogelijk de vlechtstroken uit natuurlijke materialen te vervaardigen zoals bijvoorbeeld pitriet, raffia, touw, stro, en dies meer. Bij voorkeur zijn de vlechtstroken vervaardigd uit kunststof, in het bijzonder uit een 4 polyolefine en/of een polyvinylchloride. Bijzonder geschikte polyolefinen omvatten polypropeen en polyetheen, waarbij hoge dichtheid polyetheen (HDPE) de voorkeur heeft.The first and second braid strips can in principle be made of any material suitable for this purpose. It is thus possible to manufacture the braid strips from natural materials such as, for example, wicker, raffia, rope, straw, and so on. The braid strips are preferably made from plastic, in particular from a polyolefin and / or a polyvinyl chloride. Particularly suitable polyolefins include polypropylene and polyethylene, with high density polyethylene (HDPE) being preferred.
5 Verdere bijzonderheden van de uitvinding blijken uit de nu volgende beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden en de bijgevoegde tekeningen, zonder hier overigens toe te worden beperkt. In de figuren toont: figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een eerste vlechtelement volgens de uitvinding in opengevouwen toestand; 10 figuur 2 een perspectivisch aanzicht van de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm in gedeeltelijk omgevouwen toestand vanaf de gladde zijde; figuur 3 een perspectivisch aanzicht van de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm in gedeeltelijk omgevouwen toestand vanaf de reliëfzijde; figuur 4 een perspectivisch aanzicht van de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm in 15 gedeeltelijk van tweede vlechtelementen voorziene toestand; figuur 5 een perspectivisch aanzicht van een vlechtwerk volgens de uitvinding vanaf de reliëfzijde; figuur 6 een perspectivisch aanzicht van een vlechtwerk volgens de uitvinding vanaf de gladde zijde; 20 figuur 7A een bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een eerste vlechtelement volgens de uitvinding in opengevouwen toestand; en tenslotte figuur 7B een dwarsdoorsnede volgens de lijn AA van de in figuur 7A getoonde uitvoeringsvorm van een eerste vlechtelement volgens de uitvinding.Further details of the invention appear from the following description of exemplary embodiments and the accompanying drawings, without being otherwise limited thereto. In the figures: figure 1 shows a perspective view of an embodiment of a first braid element according to the invention in the unfolded state; Figure 2 shows a perspective view of the embodiment shown in figure 1 in partially folded state from the smooth side; figure 3 shows a perspective view of the embodiment shown in figure 1 in partially folded state from the relief side; figure 4 shows a perspective view of the embodiment shown in figure 1 in a condition partially provided with second braid elements; Figure 5 is a perspective view of a braid according to the invention from the relief side; Figure 6 is a perspective view of a braid according to the invention from the smooth side; Figure 7A shows a top view of a second embodiment of a first braid element according to the invention in the unfolded state; and finally figure 7B shows a cross-section along the line AA of the embodiment of a first braid element according to the invention shown in figure 7A.
25 Onder verwijzing naar figuur 5 wordt een vlechtwerk 1 getoond dat bijvoorbeeld kan worden toegepast als windscherm. Vlechtwerk 1 omvat met elkaar gecombineerde eerste vlechtelementen 10 en tweede strookvormige vlechtelementen 20. Deze elementen (10, 20) kunnen in beginsle uit lek materiaal zijn vervaardig, maar een kunststof zoals hoge dichtheid polyetheen verdient de voorkeur. De eerste en tweede 30 vlechtelementen (10, 20) zijn dusdanig gecombineerd dat de eerste vlechtelementen 10 in de scheringrichting X verlopen, en de tweede vlechtelementen 20 in de inslagrichting Y. Dit kan ook omgekeerd zijn. Aldus wordt een vlechtwerk 1 verkregen waarbij de tweede vlechtelementen 20 in hoofdzaak onder een rechte hoek verlopen met de eerste vlechtelementen 10.With reference to figure 5, a braid 1 is shown which can be used, for example, as a windshield. Braid 1 comprises first braid elements 10 and second strip-shaped braid elements 20 combined with each other. These elements (10, 20) can initially be made of leaky material, but a plastic such as high-density polyethylene is preferred. The first and second braid elements (10, 20) are combined such that the first braid elements 10 run in the warp direction X, and the second braid elements 20 in the weft direction Y. This can also be reversed. A braid 1 is thus obtained in which the second braid elements 20 extend substantially at a right angle with the first braid elements 10.
55
Verwijzend naar figuren 1, 2 en 3 omvatten de eerste vlechtelementen 10 een middenstrook 11 en naar één zijde van het vlechtwerk 1 omgevouwen randstroken 12. De randstroken 12 zijn voorzien van openingen 13. De in een randstrook 13 van een 5 eerste vlechtelement 10 aangebrachte openingen 13 zijn bij voorkeur geschrankt gepositioneerd ten opzichte van de openingen 13 in de tegenoverliggende randstrook van hetzelfde vlechtelement 10. Dit is bijvoorbeeld aangegeven in figuur 1. De openingen kunnen op elke wijze in de randstroken 12 van de eerste vlechtelementen 10 worden aangebracht. Bij voorkeur worden de openingen 13 in de randstroken gestanst. 10 Dit is in het bijzonder aangewezen wanneer de eerste (en eventueel ook de tweede) vlechtelementen zijn vervaardigd uit een kunststof, zoals bij voorkeur polyetheen.Referring to Figures 1, 2 and 3, the first braid elements 10 comprise a central strip 11 and edge strips 12 folded over to one side of the braid 1. The edge strips 12 are provided with openings 13. The openings arranged in an edge strip 13 of a first braid element 10 13 are preferably aligned with respect to the openings 13 in the opposite edge strip of the same braiding element 10. This is indicated, for example, in Figure 1. The openings can be arranged in any manner in the edge strips 12 of the first braid elements 10. Figs. The openings 13 are preferably punched into the edge strips. This is in particular advisable when the first (and optionally also the second) braid elements are made from a plastic, such as preferably polyethylene.
Het vlechtsel 1 wordt verkregen door een aantal eerste vlechtelementen 10 met omgevouwen randstroken 12 tegen elkaar te rangschikken zodanig dat de langsranden 15 van de middenstroken 11 van twee naast elkaar gepositioneerde eerste vlechtelementen 10 nagenoeg tegen elkaar liggen. Vervolgens wordt een aantal tweede strookvormige vlechtelementen 20 door de openingen van de omgevouwen randstroken aangebracht, zoals is getoond in figuur 4. In de in deze figuur getoonde uitvoeringsvorm wordt hierbij een tweede vlechtelement 20a alternerend door een opening 13a van een eerste 20 randstrook 12a van een eerste vlechtelement 10a aangebracht en over de tweede randstrook van hetzelfde vlechtelement 10a. Of anders gezegd wordt een tweede vlechtelement 20a slechts door de openingen (13a, 13b) van één randstrook (12a, 12b) van opeenvolgende eerste vlechtelementen (10a, 10b) aangebracht. Zoals verder getoond in figuur 4 wordt een opvolgend tweede vlechtelement 20b slechts door de 25 openingen van de andere randstrook van de eerste vlechtelementen (10a, 10b) aangebracht. Op deze wijze ontstaat een volgens schering X en inslag Y gecombineerd vlechtwerk, dat voldoende stevigheid biedt. De randstroken 12 van de eerste vlechtelementen 10 worden door de trekkracht van de tweede vlechtelementen 20 tot tegen de middenstrook 11 gedrukt. Het vlechtwerk 1 kan desgewenst verder worden 30 versterkt door de randstroken 12 van de eerste vlechtelementen 10 terug te vouwen tot op de middenstrook 11 en hierop vast te maken door middel van een vouwnaad of dergelijke.The braid 1 is obtained by arranging a number of first braid elements 10 with folded edge strips 12 against each other such that the longitudinal edges 15 of the middle strips 11 of two adjacent first braid elements 10 lie substantially against each other. Subsequently, a number of second strip-shaped braid elements 20 are arranged through the openings of the folded-over edge strips, as is shown in Figure 4. In the embodiment shown in this figure, a second braid element 20a is alternately passed through an opening 13a of a first edge strip 12a of a first braid element 10a and over the second edge strip of the same braid element 10a. Or in other words, a second braid element 20a is only provided through the openings (13a, 13b) of one edge strip (12a, 12b) of successive first braid elements (10a, 10b). As further shown in Figure 4, a successive second braid element 20b is only provided through the openings of the other edge strip of the first braid elements (10a, 10b). In this way a braiding is combined according to warp X and weft Y, which offers sufficient strength. The edge strips 12 of the first braid elements 10 are pressed against the center strip 11 by the tensile force of the second braid elements 20. The braid 1 can, if desired, be further strengthened by folding back the edge strips 12 of the first braiding elements 10 onto the middle strip 11 and fixing them thereon by means of a folding seam or the like.
66
Het vlechtwerk 1 volgens de uitvinding heeft een zijde waarop de structuur gevormd door de tweede vlechtelementen 20 zichtbaar is (de ‘gevlochten’ zijde), en een andere zijde die een veel strakker uiterlijk vertoond. Deze ‘strakke’ zijde wordt gevormd door de middenstroken 11 van naast elkander bij voorkeur aaneengesloten gepositioneerde 5 eerste vlechtelementen 10. Deze ‘strakke’ zijde is zichtbaar in figuur 6, terwijl de ‘gevlochten’ zijde wordt getoond in figuur 5. De aanwezigheid van de ‘strakke ‘zijde geeft het vlechtwerk niet alleen een esthetische kwaliteit, maar zorgt tevens voor meer stevigheid en eigenschappen zoals ondoorlatendheid voor bijvoorbeeld wind. Van belang is dat deze ondoorlatendheid kan worden bereikt met een relatief grove 10 vlechtstructuur, wat onder andere kostenbesparend kan werken.The braiding 1 according to the invention has a side on which the structure formed by the second braiding elements 20 is visible (the "braided" side), and another side which has a much tighter appearance. This 'tight' side is formed by the middle strips 11 of first braided elements 10 positioned next to each other, preferably contiguous and positioned. This 'tight' side is visible in Figure 6, while the 'braided' side is shown in Figure 5. The presence of the 'tight' silk not only gives the braid an aesthetic quality, but also provides more strength and properties such as impermeability to, for example, wind. It is important that this impermeability can be achieved with a relatively coarse braid structure, which, among other things, can save costs.
Hoewel wordt gesproken van strookvormige vlechtelementen zal het duidelijk zijn dat de tweede vlechtelementen elke vorm kunnen hebben zolang zijn maar door de openingen 13 kunnen worden aangebracht. Zo is het mogelijk dat de tweede 15 vlechtelementen bijvoorbeeld een vezelbundel vormen of een gedraaide vezelbundcl zoals een touw. Stroken hebben als voordeel dat een relatief gesloten geheel ontstaat. Het gesloten zijn wordt verder bevorderd als in het vlechtwerk 1 de breedte van de tweede vlechtstroken 20 nagenoeg gelijk is aan de tussenafstand tussen de openingen 13. Hoewel in de getoonde voorbeelden het vlechtwerk 1 relatief vlak is zal duidelijk 20 zijn dat het vlechtwerk 1 ook als gekromd vlak kan zijn uitgevoerd.Although it is referred to as strip-shaped braid elements, it will be clear that the second braid elements can have any shape as long as they can be made through the openings 13. For example, it is possible for the second braid elements to form, for example, a fiber bundle or a twisted fiber bundle such as a rope. Strips have the advantage that a relatively closed whole is created. Being closed is further promoted if in the braid 1 the width of the second braid strips 20 is substantially equal to the distance between the openings 13. Although in the examples shown the braid 1 is relatively flat, it will be clear that the braid 1 is also curved plane.
Onder verwijzing naar figuur 7A wordt een tweede uitvoeringsvorm van een eerste vlechtelement 10 volgens de uitvinding getoond in opengevouwen toestand. In de getoonde variant zijn randstroken (12a, 12b) voorzien van respectievelijk openingen 25 (13a, 13b) die een in hoofdzaak rechthoekige vorm hebben met een lengte 15. De (niet getoonde) tweede vlechtelementen 20 hebben bij voorkeur een breedte gelijk aan lengte 15. Openingen 13a ter linkerzijde zijn geschrankt gepositioneerd ten opzichte van openingen 13b ter rechterzijde. Het eerste vlechtelement 10 heeft een middenstrook 11 met een breedte 14. De middenstrook 11 verloopt hierbij tussen twee vouwlijnen 17. In 30 de in figuur 7B getoonde dwarsdoorsnede volgens de lijn AA van de in figuur 7A getoonde uitvoeringsvorm is te zien dat de vouwlijnen 17 worden gevormd door het vlechtelement 10 te voorzien van locale dikteverminderingen. Hierdoor ontstaan ter hoogte van de vouwlijnen 17 locale verzwakkingen waarrond beide randstroken (12a, 12b) eenvoudig kunnen worden omgevouwen.With reference to Figure 7A, a second embodiment of a first braid element 10 according to the invention is shown in the unfolded state. In the variant shown, edge strips (12a, 12b) are provided with openings 25 (13a, 13b), respectively, which have a substantially rectangular shape with a length 15. The second braiding elements 20 (not shown) preferably have a width equal to length 15 Openings 13a on the left are aligned with respect to openings 13b on the right. The first braid element 10 has a central strip 11 with a width 14. The central strip 11 here runs between two folding lines 17. In the cross-section shown in Fig. 7B along the line AA of the embodiment shown in Fig. 7A, it can be seen that the folding lines 17 become formed by providing the braid element 10 with local thickness reductions. This creates local weakenings at the level of the folding lines 17 around which both edge strips (12a, 12b) can be easily folded over.
77
Het vlechtwerk kan voor meubelen worden gebruikt, in het bijzonder voor tuinmeubelen, maar ook als windscherm bijvoorbeeld. Daarnaast zijn er velerlei andere toepassingen mogelijk. Doordat één zijde van het vlechtwerk een gesloten karakter 5 heeft is het tevens mogelijk het vlechtwerk volgens de uitvinding te voorzien van vormgevende en/of functionele lichamen. Deze worden bij voorkeur aangebracht in de tussenruimte tussen een middenstrook 11 en de randstroken 12 van een eerste vlechtstrook 10. Geschikte vormgevende lichamen kunnen bijvoorbeeld latachtige structuren zijn waarvan één zijde bolvormig is. De lichamen kunnen ook een 10 functionele functie hebben, zoals bijvoorbeeld water ondoorlatendheid, UV bestendigheid, bescherming biedend tegen bijvoorbeeld X-straling, enzovoorts.The braid can be used for furniture, in particular for garden furniture, but also as a windshield, for example. In addition, many other applications are possible. Because one side of the braid has a closed character, it is also possible to provide the braid according to the invention with shaping and / or functional bodies. These are preferably arranged in the gap between a central strip 11 and the edge strips 12 of a first braid strip 10. Suitable shaping bodies can be, for example, lath-like structures, one side of which is spherical. The bodies can also have a functional function, such as, for example, water impermeability, UV resistance, providing protection against, for example, X-radiation, and so on.
Claims (11)
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2001536A NL2001536C2 (en) | 2008-04-29 | 2008-04-29 | Braiding for furniture and the like. |
PCT/NL2009/050229 WO2009134128A2 (en) | 2008-04-29 | 2009-04-28 | Weave for furniture and the like |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2001536A NL2001536C2 (en) | 2008-04-29 | 2008-04-29 | Braiding for furniture and the like. |
NL2001536 | 2008-04-29 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2001536C2 true NL2001536C2 (en) | 2009-10-30 |
Family
ID=39888029
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2001536A NL2001536C2 (en) | 2008-04-29 | 2008-04-29 | Braiding for furniture and the like. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2001536C2 (en) |
WO (1) | WO2009134128A2 (en) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2017177774A1 (en) * | 2016-04-15 | 2017-10-19 | 李红广 | Braided rattan structure and rattan chair manufactured by same and knot forming method therefor |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR333482A (en) * | 1903-06-30 | 1903-11-26 | Kimmich Soc Geb | Roller Shades Improvements |
GB167531A (en) * | 1920-04-09 | 1921-08-09 | Herbert Marshall | Improvements in or relating to blinds |
DE3529418C1 (en) * | 1985-08-16 | 1987-04-23 | Mayer Fa Karl | Blind web of a slatted blind and method of manufacturing it |
DE4225179A1 (en) * | 1992-07-30 | 1994-02-03 | Rudolf Wille | Armoured roller blind with hard slats - has tapes holding slats together protected by channel-section metal guide rails engaging ends of slats |
WO1998014683A1 (en) * | 1995-10-04 | 1998-04-09 | Asato Finland Oy | A covering element, jointing arrangement between covering profiles and a fastening bar for mounting a covering element |
-
2008
- 2008-04-29 NL NL2001536A patent/NL2001536C2/en not_active IP Right Cessation
-
2009
- 2009-04-28 WO PCT/NL2009/050229 patent/WO2009134128A2/en active Application Filing
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR333482A (en) * | 1903-06-30 | 1903-11-26 | Kimmich Soc Geb | Roller Shades Improvements |
GB167531A (en) * | 1920-04-09 | 1921-08-09 | Herbert Marshall | Improvements in or relating to blinds |
DE3529418C1 (en) * | 1985-08-16 | 1987-04-23 | Mayer Fa Karl | Blind web of a slatted blind and method of manufacturing it |
DE4225179A1 (en) * | 1992-07-30 | 1994-02-03 | Rudolf Wille | Armoured roller blind with hard slats - has tapes holding slats together protected by channel-section metal guide rails engaging ends of slats |
WO1998014683A1 (en) * | 1995-10-04 | 1998-04-09 | Asato Finland Oy | A covering element, jointing arrangement between covering profiles and a fastening bar for mounting a covering element |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2017177774A1 (en) * | 2016-04-15 | 2017-10-19 | 李红广 | Braided rattan structure and rattan chair manufactured by same and knot forming method therefor |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2009134128A2 (en) | 2009-11-05 |
WO2009134128A3 (en) | 2010-06-17 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
DE69408786T2 (en) | Window curtain | |
CN1102185C (en) | Dewatering bands, especially drying sieve | |
US9593450B2 (en) | Non-woven double layer industrial textile assembled from hemmed panels | |
EP2698458A1 (en) | Multilayer weave for nonwoven fabric | |
MX2007014639A (en) | Reinforced belt for powerturn applications . | |
NL2001536C2 (en) | Braiding for furniture and the like. | |
US20140053376A1 (en) | Multi-pin nonwoven seaming element | |
US10557222B2 (en) | Woven textile | |
EP1893500B1 (en) | Package, particularly for horticultural products and food products in general, manufacturable with automatic packaging machines | |
US6468928B2 (en) | Translucent sheets | |
DE2837545C2 (en) | ||
JP6538988B2 (en) | Packaging material and packaging material manufacturing method | |
DE102008037358A1 (en) | shading device | |
EP0672776B1 (en) | Textile reinforcing layer useful in the manufacture of laminated articles | |
DE2946314C2 (en) | Process for the production of a sheet material with a metallic effect, in particular a reflective sheet material, and application of this sheet material | |
JP7096601B2 (en) | Loop structures, methods and elements for manufacturing loop structures | |
JP2006506541A5 (en) | ||
EP0376861B1 (en) | Signalling and marking barrier | |
US1571069A (en) | Floor covering and like material | |
US10385483B2 (en) | Woven textile | |
TWI793213B (en) | Protective warning fence | |
CN108998887B (en) | Fabric | |
US818444A (en) | Reticulated sheet-metal structure. | |
DE202014102239U1 (en) | zipper | |
DE3917508A1 (en) | Reflecting shadow stripes - for greenhouses with specified weft and warp threads |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
SD | Assignments of patents |
Effective date: 20101206 |
|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20121101 |