NL2001149C2 - Transportplank met roteerbare hefbomen met voorkeurspositie. - Google Patents

Transportplank met roteerbare hefbomen met voorkeurspositie. Download PDF

Info

Publication number
NL2001149C2
NL2001149C2 NL2001149A NL2001149A NL2001149C2 NL 2001149 C2 NL2001149 C2 NL 2001149C2 NL 2001149 A NL2001149 A NL 2001149A NL 2001149 A NL2001149 A NL 2001149A NL 2001149 C2 NL2001149 C2 NL 2001149C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lever
plate
transport board
connecting mechanism
transport
Prior art date
Application number
NL2001149A
Other languages
English (en)
Inventor
Frederic Alexander Montijn
Erik Roscam Abbing
Original Assignee
Frederic Alexander Montijn
Erik Roscam Abbing
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Frederic Alexander Montijn, Erik Roscam Abbing filed Critical Frederic Alexander Montijn
Priority to NL2001149A priority Critical patent/NL2001149C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2001149C2 publication Critical patent/NL2001149C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63CSKATES; SKIS; ROLLER SKATES; DESIGN OR LAYOUT OF COURTS, RINKS OR THE LIKE
    • A63C5/00Skis or snowboards
    • A63C5/06Skis or snowboards with special devices thereon, e.g. steering devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63CSKATES; SKIS; ROLLER SKATES; DESIGN OR LAYOUT OF COURTS, RINKS OR THE LIKE
    • A63C11/00Accessories for skiing or snowboarding
    • A63C11/10Apparatus for towing skis
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63CSKATES; SKIS; ROLLER SKATES; DESIGN OR LAYOUT OF COURTS, RINKS OR THE LIKE
    • A63C5/00Skis or snowboards
    • A63C5/16Devices enabling skis to be used whilst held in a particular configuration with respect to each other, e.g. for training purposes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63CSKATES; SKIS; ROLLER SKATES; DESIGN OR LAYOUT OF COURTS, RINKS OR THE LIKE
    • A63C2201/00Use of skates, skis, roller-skates, snowboards and courts
    • A63C2201/12Tandem riding
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63CSKATES; SKIS; ROLLER SKATES; DESIGN OR LAYOUT OF COURTS, RINKS OR THE LIKE
    • A63C5/00Skis or snowboards
    • A63C5/03Mono skis; Snowboards

Landscapes

  • Rehabilitation Tools (AREA)

Description

Transportplank met roteerbare hefbomen met voorkeurspositie
De uitvinding betreft een transportplank, omvattende een hoofdzakelijk vlakke plaat, die is ingericht voor het dragen van een op zijn voeten staande persoon en tenminste een 5 door een verbindingsmechanisme met de plaat verbonden hefboom, aan het distale einde waarvan een handgreep is aan gebracht, waarbij de hefboom om een zich dwars op de lengteas van de plaat uitstrekkende as roteerbaar met de plaat is verbonden.
Een dergelijke transportplank is bekend uit EP-A-1 759 738. Een dergelijke 10 transportplank kan zijn voorzien van wielen. In dat geval is een dergelijke transportplank bekend als een ‘skateboard’. Het is eveneens mogelijk dat de transportplank is ingericht om over sneeuw te worden voortbewogen. In dat geval is er sprake van een ‘snowboard’. Voorts is bij de uit EP-A-1 759 738 bekende transportplank sprake van twee hefbomen. Alhoewel onderhavige uitvinding toepasbaar 15 is bij twee hefbomen of handgrepen, is de maatregel volgens de onderhavige uitvinding eveneens toepasbaar bij een transportplank met slechts een enkele hefboom.
Bij de uit EP-A-1 759 738 bekende transportplank zijn de hefbomen vrij beweegbaar, hetgeen de nodige vrijheden geeft aan de geoefende gebruiker. De leerling of 20 ongeoefende gebruiker heeft veelal behoefte aan meer steun of houvast. Hiertoe is uit US-B-6 923 455 een transportplank bekend, waarbij de hefbomen weliswaar roteerbaar zijn, doch slechts over een beperkte hoek, hetgeen de beginnende gebruiker veel steun geeft, doch de geoefende gebruiker minder vrijheid biedt.
25 Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een dergelijke transportplank, die de beginnende gebruiker voldoende steun biedt en die de geoefende gebruiker een ruime mate van vrijheid biedt.
Dit doel wordt bereikt doordat het verbindingsmechanisme is ingericht voor het 30 handhaven van tenminste een voorkeurspositie van de hefboom.
De beginnende gebruiker zal de hefboom of hefbomen in de voorkeurspositie plaatsen, waarbij de betreffende krachten de hefbomen in deze positie zullen handhaven hetgeen de beginnende gebruiker de vereiste mate van ondersteuning zal bieden. Aan de 2 geoefende gebruiker wordt echter de mogelijkheid geboden de hefboom of hefbomen uit de voorkeurspositie naar een andere positie te bewegen, zodat hiermede de voor hem of haar aantrekkelijke vrijheid wordt verkregen.
5 Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm is het verbindingsmechanisme is ingericht voor het bij het overschrijden van een zekere op de hefboom uitgeoefende kracht uit de voorkeurspositie treden van de hefboom. Hiermede wordt aan de gebruiker een mate van veiligheid geboden. Indien de gebruiker komt te vallen tegen de hefboom zal deze bij een bepaalde kracht wegklappen waardoor de hoogste belasting 10 die de hefboom op het lichaam kan genereren bij een val is begrensd. Voorts heeft deze begrenzing van de kracht op de hefboom de bijkomende voordeel dat de basisplaat tot een maximale waarde kan worden belast.
Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm is het verbindings-mechanisme ingericht 15 voor het in de tenminste ene voorkeurspositie vergrendelen van de hefboom. Hiermede kan de beginnende gebruiker de hefboom in deze vergrendelbare positie plaatsen en kan de geoefende gebruiker deze positie vermijden of, wanneer de constructie desbetreffend is, de vergrendeling niet activeren. Hierbij kan de vergrendeling actief zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld door het verschuiven van een hendel, of passief, hetgeen wil zeggen dat bij 20 het bereiken van de voorkeurspositie de vergrendeling automatisch inschakelt.
In beide hierboven genoemde gevallen is het noodzakelijk dat de vergrendeling kan worden opgeheven. Hiertoe verschaft een verdere uitvoeringsvorm de maatregel dat het verbindings-mechanisme is ingericht voor het in de tenminste ene voorkeurspositie 25 ontgrendelen van de hefboom.
Weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat het verbindings-mechanisme is ingericht voor het naar een van de voorkeursposities dringen van hefboom. Hierbij wordt het hanteren van de plank en van de hefbomen gemakkelijker; 30 de hefbomen zullen in de niet aangegrepen situatie immers steeds deze dezelfde positie aannemen, zodat zij gemakkelijk kunnen worden aangegrepen. Wanneer de hefbomen eenmaal in de betreffende positie zijn geplaatst zal hierbij het verbindingsmechanisme de hefboom pogen in deze voorkeurspositie te handhaven.
3
Een bijzonder interessante uitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat het verbindingsmechanisme is voorzien van tenminste een rastmechanisme met een eerste en een tweede in elkaar rastbaar deel, waarvan een van de delen met de hefboom is verbonden en het andere deel met de plaat is verbonden en dat in het eerste deel van het 5 rastmechanisme tenminste een verdieping is aangebracht en dat in het tweede deel van het rastmechanisme tenminste een uitstulping is aangebracht, die is ingericht om te passen in de verdieping. Hiermede wordt de hantering van de transportplank op een andere wijze vergemakkelijkt; de beginnende gebruiker zal de hefbomen of hefboom in de rastpositie plaatsen, waardoor deze pas na overwinning van een zekere kracht vanuit 10 deze positie kan worden bewogen en een zekere mate van steun wordt geboden, terwijl aan de geoefende gebruiker de mogelijkheid geboden wordt de hefboom, na overwinning van de rastkracht, vrij te bewegen.
Het is in principe mogelijk de hefbomen of beide hefbomen elk slechts van een enkele 15 rastpositie te voorzien. Hiermede wordt de transportplank gemakkelijker hanteerbaar en wel in de betekenis dat de hefboom zich hetzij in de enkele rastpositie hetzij zich daarbuiten bevindt. Voor bijvoorbeeld gebruikers met verschillende lichaamslengten of voor verschillende met de transportplank uit te voeren sporten kan het aantrekkelijk zijn dat er meer dan een rastpositie is. Ook daarin kan de onderhavige uitvinding voorzien. 20 Hierbij kunnen deze meervoudige rastposities worden verkregen door meerdere verdiepingen aan te brengen die elk in overeenstemming met een uitstulping kunnen worden gebracht voor het bereiken van de afzonderlijke posities, maar het is evenzeer mogelijk dat slechts een enkele verdieping tot in overeenstemming wordt gebracht met meerderde uitstulpingen. Uiteraard is een combinatie van meerdere verdiepingen met 25 meerdere uitstulpingen eveneens mogelijk. Voorts is het mogelijk, bijvoorbeeld om dicht bij elkaar gelegen rastposities mogelijk te maken, de uitstulpingen en de verdiepingen zodanig te rangschikken dat bij opeenvolgende rastposities verschillende uitstulpingen in overeenstemming worden gebracht met verschillende verdiepingen.
30 Een constructief eenvoudige uitvoeringsvorm wordt verkregen wanneer de uitstulpingen zijn uitgevoerd als op een lichaam vast aangebrachte uitstulpingen. Het is echter eveneens mogelijk dat de in het tweede deel aangebrachte uitstulping een in axiale richting binnen een in het tweede deel aangebrachte cilindervormige holte beweegbaar element omvat. Hiermede wordt een scheiding verkregen tussen de geleiding in de 4 tangentiele richting en de rastkrachten in de axiale richting, zodat meer vrijheid ontstaat voor het dimensioneren, zij het ten koste van meer onderdelen.
Deze voorkeursuitvoeringsvorm wordt verder gedefinieerd doordat de holte door een 5 blind gat wordt gevormd en doordat tussen het beweegbare element en de bodem van de opening een veer is geplaatst. Hierbij is het mogelijk het mechanisme goed af te sluiten tegen invloeden van buiten af.
Een alternatief voor de hierboven uiteengezette uitvoeringsvorm verschaft de maatregel 10 dat de holte een doorgaande opening is en dat het beweegbare element door een derde deel naar het eerste deel wordt gedrongen. Hierbij wordt - in tegenstelling tot bij de hierboven genoemde uitvoeringsvorm - de mogelijkheid geboden een rastkracht in te stellen door de positie van het derde deel ten opzichte van die van het eerste deel te veranderen. Hiermede kan immers de veerkracht waarmede het beweegbare element 15 tegen het eerste deel aan wordt gedrukt, worden aangepast.
Deze instelmogelijkheid kan ook voor andere configuraties worden toegepast wanneer het rastmechanisme is voorzien van een in axiale richting beweegbaar en fixeerbaar instelelement voor het instellen van de rastkracht.
20
In principe is het mogelijk de hefboom door middel van een enkel verbindingsmechanisme te bevestigen op de plaat. In veel gevallen wordt de hefboom gevormd door een gebogen buis. Dan is het constructief aantrekkelijk deze buis aan zijn twee einden met de plank te verbinden, zodat het een voorkeursuitvoeringsvorm de 25 maatregel verschaft dat het verbindingsmechanisme is voorzien van twee concentrisch geplaatste rastmechanismen.
Om de rastkracht van beide verbindingsmechanismen tegelijkertijd te kunnen instellen en om de constructie te vereenvoudigen, is het aantrekkelijk wanneer de instelelementen 30 door een instelbaar en fixeerbaar verbindingselement met elkaar zijn verbonden.
Dit zich tussen de beide verbindingsmechanismen uitstrekkende verbindingselement heeft niet alleen zijn in het voorgaande aangeduide functie, maar eveneens de functie van het opvullen van de ruimte tussen de beide stangen van de hefboom. Hiermede 5 wordt voorkomen dat een gebruiker met zijn voet tussen deze stangen door beweegt. Dit effect kan eveneens worden bereikt wanneer het verbindingselement is ingericht voor het vormen van een blokkeringselement tussen beide rastmechanismen.
5 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat elk van de verbindingsmechanismen een basisplaat waarmee het verbindingsmechanisme aan de plaat is bevestigd. Dit vormt immers een constructief gemakkelijke wijze voor het bevestigen van het verbindingsmechanisme, waarbij de optredende krachten en momenten kunnen worden overgedragen terwijl de eigenlijke plaat slechts op een 10 beperkt aantal punten door bevestigingsgaten wordt verzwakt.
Om een in het bijzonder beginnende gebruiker te leiden, is het aantrekkelijk wanneer aan tenminste een van de basisplaten een bevestigingspunt zoals een oog is bevestigd voor het bevestigen van een krachten overbrengend element. Hiermede kan immers een 15 instructeur via bijvoorbeeld een koord een geleidende of sturende kracht overbrengen.
Deze sturing kan worden verbeterd wanneer aan tenminste een van de basisplaten twee bevestigingspunten zijn aangebracht.
20 Vervolgens zal de uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin voorstellen:
Figuur 1: een schematisch perspectivisch aanzicht van den snowboard volgens de uitvinding;
Figuur 2: een doorsnede-aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een 25 verbindingsmechanisme volgens de uitvinding;
Figuur 3: een doorsnede-aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een verbindingsmechanisme volgens de uitvinding;
Figuur 4: een gedetailleerd doorsnede-aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een verbindingsmechanisme volgens de uitvinding; en 30 Figuur 5: een perspectivisch aanzicht van een beginnende snowboarder die wordt geleid door een instructeur.
In figuur 1 is een in zijn geheel met 1 aangeduid snowboard getoond, dat wordt gevormd door een plaat 2, waaraan twee hefbomen 3, 4 draaibaar zijn bevestigd door 6 middel van verbindingsmechanismen 5, respectievelijk 6. De hefbomen 3, 4 zijn bedoeld om te worden aangegrepen door de gebruiker bij het snowboarden, in het bijzonder door een beginnende gebruiker. Hierbij is bij voorkeur de afstand tussen de verbindingsmechanismen zodanig dat de hefbomen naar elkaar toe tot over elkaar heen 5 parallel aan de plaat 2 kunnen worden gedraaid. Hierbij kan de onderste hefboom tot in de holte van de bovenste hefboom worden gevouwen.
In figuur 2 is een verbindingsmechanisme 5 in doorsnede weergegeven. Deze figuur toont de plaat 2 waarop een tot het verbindingsmechanisme 5 behorende 10 bevestigingsplaat 7 is bevestigd. Op deze bevestigingsplaat 7 zijn twee elk aan hun buitenvlak van holten 9 voorziene rastelementen 8 bevestigd. De rastelementen 8 zijn van openingen 10 voorzien, waarbij de rastelementen 8 zodanig zijn geplaatst dat de openingen 10 concentrisch zijn. Tegen het buitenvlak van de rastelementen 8 zijn van uitstulpingen 11 voorziene schijven 12 geplaatst. De schijven 12 zijn elk verbonden met 15 een de hefboom 3 vormende buis 13. De schijven 12 zijn voorts elk verbonden met een draadeind 14, waarbij de schroefdraad van elk draadeind een onderling tegengestelde richting heeft. De betreffende draadeinden 14 zijn elk geschroefd in een dubbele moer 15 die eveneens van schroefdraad in tegengestelde richting is voorzien. Een dergelijke combinatie is ook wel bekend als een draadspanner.
20
De werking van dit verbindingsmechanisme is als volgt. De door de draadeinden 14 en de dubbele moer 15 gevormde combinatie dient voor het naar elkaar toe dringen van de schijven 12. Hierdoor worden de op de schijven 12 aangebrachte uitstulpingen 11 tot in de uitsparingen 9 van de rastelementen 8 gedrongen, zodat de rotatie van de schijven 12 25 ten opzichte van de rastelementen 8 en als gevolg daarvan van de hefboom 13 ten opzichte van de plaat wordt bemoeilijkt. Hierdoor worden, in afhankelijkheid van het aantal uitstulpingen en uitsparingen een of meer voorkeurposities van de hefboom 3 ten opzichte van de plaat 2 verkregen. In de posities van de hefboom 3 ten opzichte van de plaat 2 waarin de uitstulpingen 12 niet in de uitsparingen 9 zijn bewogen, wordt 30 onderlinge rotatie slechts beïnvloed door de onderlinge wrijving. Wanneer echter de uitstulpingen 12 in enige mate tot in de uitsparingen 9 zijn bewogen, zullen de schuine vlakken van de uitsparingen 9 en uitstulpingen 12 zodanige krachten op elkaar uitoefenen dat de hefboom 3 naar de betreffende voorkeurspositie wordt bewogen. Het is hierbij mogelijk door de dubbele moer 15 te verdraaien, de instelling van de krachten, 7 zoals de terugstelkracht, en de kracht die nodig is voor het uit zijn voorkeurspositie bewegen van de hefboom aan te passen.
In figuur 3 is een overeenkomstig aanzicht getoond van een licht gewijzigde constructie. 5 Hierbij is de hefboom 3 verbonden met een schijf 17, die voorzien is van een aantal doorgaande gaten 18, waarin schroefveren 19 zijn geplaatst, evenals bolvormige kogels 20. Aan de buitenzijde van de schijven 17 is steeds een plaat 16 aangebracht, die met de betreffende draadeinden 14 is verbonden en die een naar binnen gerichte kracht op de veren 19 uitoefent. Hiermede is een constructie verkregen, waarvan de werking 10 overeenkomt met die van de in figuur 2 afgebeelde uitvoeringsvorm.
De in figuur 3 afgebeelde uitvoeringsvorm is voorts voorzien van een extra functionaliteit in de vorm van een zich rondom de combinatie van draadeinden 14 en dubbele moer 15 uitstrekkende torsieveer 20 met de vorm van een schroefveer. Deze 15 veer, die op desbetreffende wijze met de bevestigingsplaat 7 en met de hefboom 3 is verbonden, dient voor het naar een voorkeurspositie dringen van de hefboom. Deze voorkeurspositie kan, doch hoeft niet samen te vallen met een voorkeurspositie waarin een van de bolvormige kogels 19 aangrijpt op een van de uitsparingen 9. Voorts is rondom de torsieveer 21 een cilindervormige omhulling 22 aangebracht die dient ter 20 bescherming van de betreffende constructie.
Figuur 4 toont een dergelijk constructie waarbij het rastelement 8 aan zijn binnenzijde is voorzien van uitsparingen 9. Aan de binnenzijde van elk van de rastelementen 8 is dan ook een aangrijpelement 25 aangebracht, dat voorzien is van een aantal pennen 26 die 25 zijn gedimensioneerd voor het aangrijpen in de uitsparingen 9. Hierbij is de combinatie van dubbele moer 15 en de draadeinden 14 ingericht voor het uitoefenen van een drukkracht opdat de kracht waarmee het aangrijpelement aangrijpt op de rastelementen instelbaar is. Hiertoe is een extra moer 27 aangebracht. Uiteraard is hierbij het draadeind verbonden met de schijf 17, waarmee de hefboom 3 verbonden is.
30
Zoals reeds is vermeld, heeft de tussen de buizen van de hefboom aanwezige bevestigingsconstructie niet alleen de functie de rotatie tussen de hefbomen en de plaat te beïnvloeden, maar eveneens de functie te voorkomen dat een voet van de gebruiker tussen de buizen terecht komt. Wanneer een bevestigingsconstructie wordt toegepast die 8 deze ruimte vrijlaat, kan een specifieke beugel of andere constructie worden toegepast om te voorkomen dat de voet van de gebruiker tussen de buizen terecht komt, die bij voorkeur eveneens is ingericht om plaats te bieden aan de onderste hefboom wanneer de hefbomen naar elkaar toe zijn gedraaid.
5
Ten slotte toont figuur 5 een beginnende gebruiker 30 op een snowboard 2 volgens de uitvinding. Deze gebruiker 30 houdt met zijn handen de hefbomen 3 en 4 vast. Aan elk van de basis- ofbevestigingsplaten 7 zijn twee ogen 31 bevestigd, waaraan een kabel 32 kan worden bevestigd. Tijdens het gebruik, zoals dat is afgebeeld in figuur 5, is aan elk 10 van twee ogen 31 een kabel 32 bevestigd, die aan hun vrije einde zijn verbonden met een staf 33, die door een instructeur 34 op een snowboard 35 in de hand wordt gehouden. Hiermede kan de instructeur 34 het snowboard 2 van de gebruiker enigszins sturen.
15 Het zal duidelijk dat er talloze mogelijkheden zijn om binnen het kader van de uitvinding af te wijken van de hierboven toegelichte uitvoeringsvormen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk in plaats van een hefboom 3 in de vorm van een gebogen buis een hefboom met een andere vorm toe te passen. Voorts is het mogelijk de onderdelen in afhankelijkheid van hun functie en vorm in de hierboven toegelichte constructies in 20 diverse materialen zoals kunststof, aluminium of roestvast staal uit te voeren. Tevens zal het duidelijk zijn dat de constructie kan zijn voorzien van diverse afdekorganen en dergelijke die er zorg voor dragen dat de kwetsbare onderdelen niet beschadigd worden.
25

Claims (17)

1. Transportplank, omvattende een hoofdzakelijk vlakke plaat, die is ingericht voor het dragen van een op zijn voeten staande persoon en tenminste een door een 5 verbindingsmechanisme met de plaat verbonden hefboom, aan het distale einde waarvan een handgreep is aangebracht, waarbij de hefboom om een zich dwars op de lengteas van de plaat uitstrekkende as roteerbaar met de plaat is verbonden, met het kenmerk, dat het verbindingsmechanisme is ingericht voor het handhaven van tenminste een voorkeurspositie van de hefboom. 10
2. Transportplank volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verbindingsmechanisme is ingericht voor het bij het overschrijden van een zekere op de hefboom uitgeoefende kracht uit de voorkeurspositie treden van de hefboom.
3. Transportplank volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het verbindings mechanisme is ingericht voor het in de tenminste ene voorkeurspositie vergrendelen van de hefboom.
4. Transportplank volgens conclusie 1 of 3, met het kenmerk, dat het verbindings-20 mechanisme is ingericht voor het in de tenminste ene voorkeurspositie ontgrendelen van de hefboom.
5. Transportplank volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het verbindings-mechanisme is ingericht voor het naar een van de voorkeursposities 25 dringen van hefboom.
6. Transportplank volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het verbindingsmechanisme is voorzien van tenminste een rastmechanisme met een eerste en een tweede in elkaar rastbaar deel, waarvan een van de delen met de hefboom is 30 verbonden en het andere deel met de plaat is verbonden en dat in het eerste deel van het rastmechanisme tenminste een verdieping is aangebracht en dat in het tweede deel van het rastmechanisme tenminste een uitstulping is aangebracht, die is ingericht om te passen in de verdieping.
7. Tranportplank volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat in het eerste deel meer dan een verdieping is aangebracht en/of in het tweede deel meer dan een uitstulping is aangebracht.
8. Transportplank volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de in het tweede deel aangebrachte uitstulping een in axiale richting binnen een in het tweede deel aangebrachte cilindervormig holte beweegbaar element omvat.
9. Transportplank volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de holte een blinde 10 gat is en dat tussen het beweegbare element en de bodem van de opening een veer is geplaatst.
10. Transportplank volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de holte een doorgaande opening is en dat het beweegbare element door een derde deel naar het 15 eerste deel wordt gedrongen.
11. Transportplank volgens een van de conclusies 6-10, met het kenmerk, dat het rastmechanisme is ingericht voorzien is van een in axiale richting beweegbaar en fïxeerbaar instelelement voor het instellen van de rastkracht. 20
12. Transportplank volgens een van de conclusies 6-11, met het kenmerk, dat het verbindingsmechanisme is voorzien van twee concentrisch geplaatste rastmechanismen.
13. Transportplank volgens conclusie 11 en 12, met het kenmerk, dat de 25 instelelementen door een instelbaar en fïxeerbaar verbindingselement met elkaar zijn verbonden.
14. Transportplank volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het verbindingselement is ingericht voor het vormen van een voetblokkeringselement tussen 30 beide rastmechanismen.
15. Transportplank volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk van de verbindingsmechanismen een basisplaat omvat waarmee het verbindingsmechanisme aan de plaat is bevestigd.
16. Transportplank volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat aan tenminste een van de basisplaten een bevestigingspunt zoals een oog is bevestigd voor het bevestigen van een krachten overbrengend element. 5
17. Transportplaat volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat aan tenminste een van de basisplaten twee bevestigingspunten zijn aangebracht. 10
NL2001149A 2008-01-02 2008-01-02 Transportplank met roteerbare hefbomen met voorkeurspositie. NL2001149C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001149A NL2001149C2 (nl) 2008-01-02 2008-01-02 Transportplank met roteerbare hefbomen met voorkeurspositie.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001149A NL2001149C2 (nl) 2008-01-02 2008-01-02 Transportplank met roteerbare hefbomen met voorkeurspositie.
NL2001149 2008-01-02

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001149C2 true NL2001149C2 (nl) 2009-07-06

Family

ID=39620186

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001149A NL2001149C2 (nl) 2008-01-02 2008-01-02 Transportplank met roteerbare hefbomen met voorkeurspositie.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2001149C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2272571B1 (fr) * 2009-07-06 2013-06-12 Eric Arnol Engin de glisse sur neige guidé par un utilisateur et comportant un passager

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4756700A (en) * 1985-10-21 1988-07-12 Coleman John P Water recreational device
FR2732609A1 (fr) * 1995-04-06 1996-10-11 Lantz Claude Surf des neiges avec poignee de commande
US20040007837A1 (en) * 2002-02-27 2004-01-15 Sullivan Daniel J. Two-handled snow scooter
US20040070175A1 (en) * 2002-10-15 2004-04-15 Timothy Jacobi Snowboard with steering control
EP1607302A1 (en) * 2004-06-18 2005-12-21 Chung-Hsiu Su Sled with a braking mechanism
EP1759738A1 (en) * 2005-08-30 2007-03-07 Montijn, Frederic Alexander Snowboard or skateboard with pivotable handle

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4756700A (en) * 1985-10-21 1988-07-12 Coleman John P Water recreational device
FR2732609A1 (fr) * 1995-04-06 1996-10-11 Lantz Claude Surf des neiges avec poignee de commande
US20040007837A1 (en) * 2002-02-27 2004-01-15 Sullivan Daniel J. Two-handled snow scooter
US20040070175A1 (en) * 2002-10-15 2004-04-15 Timothy Jacobi Snowboard with steering control
EP1607302A1 (en) * 2004-06-18 2005-12-21 Chung-Hsiu Su Sled with a braking mechanism
EP1759738A1 (en) * 2005-08-30 2007-03-07 Montijn, Frederic Alexander Snowboard or skateboard with pivotable handle

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2272571B1 (fr) * 2009-07-06 2013-06-12 Eric Arnol Engin de glisse sur neige guidé par un utilisateur et comportant un passager

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP5903431B2 (ja) 方向可変マシン、およびこれを用いたトレーニング方法
US8926474B2 (en) Endless belt arm exercise device with braking mechanism
US8992393B2 (en) Change of direction machine and method of training therefor
US7713177B2 (en) Buffering apparatus
US5879247A (en) Power lift basketball adjustment system
JP4806347B2 (ja) 乗り物の伸縮自在なステム用の停止装置
US6077177A (en) Adjustable basketball goal system
US5613924A (en) Body exerciser
US20010024984A1 (en) Constant force adjustable basketball goal assembly
NL2001149C2 (nl) Transportplank met roteerbare hefbomen met voorkeurspositie.
FR2593402A1 (fr) Appareil et accessoires specialises pour l'initiation, l'entrainement et le perfectionnement au ski alpin et a son enseignement
KR20180118184A (ko) 운동 장치
US5507709A (en) Rowing exercise device
CA1266496A (en) Portable exercise device for use in a doorway
US6419598B1 (en) Parallelogrammic adjustment assembly for basketball goal systems
US5409436A (en) Gripper device
US6716108B1 (en) Scalable high-performance bouncing apparatus
AU2014223846B2 (en) Exercise aid
NL1029832C2 (nl) Handgestuurd snowboard.
NL2016261B1 (nl) Oefenapparaat, en combinatie van een oefenapparaat en een door de stangopening aangebrachte halterstang, en meerdere aan weerszijden van het oefenapparaat aan de halterstang aangebrachte gewichten.
NL1034216C (nl) Verbeterde structuur van inline skates.
US20190061800A1 (en) Ski Scooter Device
US20180344551A1 (en) Motorized Bed with Improved Lifting Device
WO1998049921A1 (en) A locking device
JP6141752B2 (ja) スキー練習装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110801