NL2000509C2 - Grondbemonsteringsmachine. - Google Patents

Grondbemonsteringsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL2000509C2
NL2000509C2 NL2000509A NL2000509A NL2000509C2 NL 2000509 C2 NL2000509 C2 NL 2000509C2 NL 2000509 A NL2000509 A NL 2000509A NL 2000509 A NL2000509 A NL 2000509A NL 2000509 C2 NL2000509 C2 NL 2000509C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sampling
travel
driving
soil samples
sampling means
Prior art date
Application number
NL2000509A
Other languages
English (en)
Inventor
Mathieu Antonius Wilhelmus Eugelink
Original Assignee
Mathieu Antonius Wilhelmus Eugelink
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mathieu Antonius Wilhelmus Eugelink filed Critical Mathieu Antonius Wilhelmus Eugelink
Priority to NL2000509A priority Critical patent/NL2000509C2/nl
Priority to EP20080101948 priority patent/EP1970493A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2000509C2 publication Critical patent/NL2000509C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D1/00Investigation of foundation soil in situ
    • E02D1/02Investigation of foundation soil in situ before construction work
    • E02D1/04Sampling of soil
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B7/00Special methods or apparatus for drilling
    • E21B7/02Drilling rigs characterised by means for land transport with their own drive, e.g. skid mounting or wheel mounting
    • E21B7/027Drills for drilling shallow holes, e.g. for taking soil samples or for drilling postholes
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N1/00Sampling; Preparing specimens for investigation
    • G01N1/02Devices for withdrawing samples
    • G01N1/04Devices for withdrawing samples in the solid state, e.g. by cutting
    • G01N1/08Devices for withdrawing samples in the solid state, e.g. by cutting involving an extracting tool, e.g. core bit

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Sampling And Sample Adjustment (AREA)
  • Investigation Of Foundation Soil And Reinforcement Of Foundation Soil By Compacting Or Drainage (AREA)

Description

GRONDBEMONSTERINGSMACHINE
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het nemen van grondmonsters, omvattende middelen voor het verrijden van de inrichting en 5 bemonsteringsmiddelen voor het nemen van grondmonsters tijdens het rijden van de inrichting.
In alle jaargetijden is het gebruikelijk om bodemmonsters te nemen van landbouwgrond om de voedingstoestand van de grond vast te stellen. Ter indicatie worden er gemiddeld veertig grondmonsters gestoken per twee hectare 10 landbouwgrond, die samen worden gevoegd. De verzamelde grond wordt opgestuurd naar gespecialiseerde laboratoria voor analyse. Gedurende lange tijd is het nemen van bodemmonsters handmatig uitgevoerd door met een grondboor over het land te lopen en op diverse locaties met een zekere tussenafstand grondmonsters te nemen. Ter verbetering daarvan zijn grondbemonsteringsmachines ontwikkeld die de boor 15 over het land naar elke gewenste locatie kunnen rijden. Ter plaatse van elke bemonsteringslocatie dient deze machine dan te stoppen voor het nemen van een grondmonster.
Inmiddels is er in de praktijk een inrichting van de in de aanhef genoemde soort bekend. De bekende inrichting omvat een groot wiel aan de omtrek waarvan 2 0 een kleine grondboor is bevestigd.
De bekende inrichting levert tijdwinst op, aangezien er niet langer hoeft te worden gestopt op elke bemonsteringslocatie. De bekende inrichting heeft echter ook nog steeds nadelen. Een belangrijk nadeel is dat de maximale rijsnelheid laag is. Daarnaast kan de boor onvoldoende diep in de grond kan worden gestoken om te 25 voldoen aan de in Nederland gangbare eisen voor grondmonsters van landbouwgrond.
De uitvinding heeft tot doel om een inrichting volgens de aanhef van conclusie 1 verschaffen die deze nadelen opheft.
De inrichting volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat de 3 0 inrichting is voorzien van eerste middelen voor het bewegen van de bemonsteringsmiddelen in hoofdzaak dwars op de rijrichting; en van tweede middelen voor het bewegen van de bemonsteringsmiddelen in hoofdzaak parallel aan de rijrichting.
De beweging dwars op de rijrichting geeft de bemonsteringsmiddelen 35 voldoende snelheid om de beoogde diepte te halen. De beweging parallel aan de 2 rijrichting biedt de mogelijkheid om de inrichting volgend de uitvinding met een relatief hoge snelheid te laten doorrijden tijdens het bemonsteren.
In een eerste praktische voorkeursuitvoeringsvorm zijn de bemonsteringsmiddelen aan de eerste middelen bevestigd en zijn de eerste middelen 5 in hoofdzaak parallel aan de rijrichting beweegbaar aan de tweede middelen bevestigd.
In een verdere betrouwbare voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de eerste middelen een frame, dat is voorzien van geleidingsmiddelen voor geleiding van de bemonsteringsmiddelen in hoofdzaak dwars op de rijrichting.
10 Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de eerste middelen verder aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de beweging van de bemonsteringsmiddelen in hoofdzaak dwars op de rijrichting. Door de beweging van de bemonsteringsmiddelen naar de grond toe te bekrachtigen, kan een nog grotere diepte worden gehaald. De bekrachtiging in omgekeerde richting versnelt het uit de 15 grond trekken van de bemonsteringsmiddelen en heeft derhalve tevens een positief effect op de maximaal haalbare rijsnelheid.
Bij een elegante voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de tweede middelen een slede, die is voorzien van geleidingsmiddelen voor geleiding van de eerste middelen in hoofdzaak parallel aan de rijrichting alsmede van een opening voor doorgang voor 20 de bemonsteringsmiddelen.
In een nadere uitwerking hiervan strekt de slede zich schuin ten opzichte van de rijrichting uit, zodanig dat de hoogte van de slede toeneemt tegen de rijrichting in. De helling in de slede zorgt ervoor dat de eerste middelen altijd naar dezelfde uitgangspositie terugkeren, namelijk op het laagste punt van de slede.
25 Bij voorkeur is de inrichting volgens de uitvinding de inrichting voorzien van middelen voor het opvangen van de genomen grondmonsters. Met meer voorkeur is de inrichting voorzien van middelen voor het leegmaken van de bemonsteringsmiddelen en voor het overbrengen van de genomen grondmonsters naar de opvangmiddelen.
30 In een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting voorzien van een voet, die is ingericht voor afsteuning op de grond nabij een bemonsteringspositie, welke voet is voorzien van een opening voor doorgang voor de bemonsteringsmiddelen. De voet zorgt ervoor dat de grond rondom de bemonsteringslocatie zoveel mogelijk intact blijft en er geen kluiten met de 35 bemonsteringsmiddelen mee omhoog worden getrokken.
3
In een luxe uitvoering is de inrichting voorzien van middelen voor het aansturen van de beweging van de bemonsteringsmiddelen voor het automatisch nemen van grondmonsters.
5 Figuur 1A toont een schematisch zijaanzicht van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding;
Figuur 1B toont de inrichting uit Figuur 1A in schematisch bovenaanzicht;
Figuur 2A toont een gedeelte deel van de inrichting uit Figuur 1A in schematisch vooraanzicht; 10 Figuur 2B toont een schematisch zijaanzicht van het gedeelte uit Figuur 2A in een ruststand; en
Figuur 2C toont een schematisch zijaanzicht van het gedeelte uit Figuur 2A in een bedrijfsstand; en
Figuur 3 toont een schematisch bovenaanzicht van een verder onderdeel van 15 de inrichting uit Figuur 1A.
Figuur 1A toont een schematisch zijaanzicht van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens de uitvinding. Figuur 1B toont de inrichting 1 schematisch in bovenaanzicht. Inrichting 1 is verrijdbaar middels vier 20 wielen 2. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is inrichting 1 uitgevoerd als aanhanger en daartoe voorzien van een dissel 3. Als alternatief kan inrichting 1 ook in een zelfrijdende versie worden uitgevoerd.
Inrichting 1 is bestemd voor het nemen van grondmonsters tijdens het rijden van de inrichting 1 en is daartoe uitgerust met bemonsteringsmiddelen. De 25 bemonsteringsmiddelen omvatten een grondboor 10. Inrichting 1 is verder voorzien van eerste middelen voor het bewegen van de bemonsteringsmiddelen in hoofdzaak dwars op de rijrichting, die is aangeduid met pijl A. Deze eerste middelen omvatten een frame 8, waaraan boor 10 is bevestigd.
Inrichting 1 is verder voorzien van tweede middelen voor het bewegen van de 30 bemonsteringsmiddelen in hoofdzaak parallel aan de rijrichting. Deze tweede middelen omvatten een slede 4 met een opening 6. Het frame 8 is bevestigd op de slede 4 zodanig dat het frame 8 beweegbaar is in hoofdzaak parallel aan de rijrichting A. Hiertoe is het frame 8 bevestigd op een lagerblok 12 en is slede 4 voorzien van geleidingsmiddelen voor het lagerblok, die zich in langsrichting aan de 35 binnenzijde van de slede 4 uitstrekken. De geleidingsmiddelen zijn bij voorkeur 4 gevormd door de benen van de U-vormige slede 4, die schematisch met 5 zijn aangeduid. De sledeopening 6 biedt een doorgang voor de bemonsteringsmiddelen 10. De slede 4 strekt zich schuin uit ten opzichte van de wielbasis, waarbij de hoogte van de slede 4 ten opzichte van de wielbasis toeneemt tegen de rijrichting in. Het 5 frame 8 zal ten gevolge daarvan automatisch de getoonde stand op de slede 4 innemen.
Inrichting 1 is tevens voorzien van een aandrijving, in dit voorbeeld een hydraulische aandrijving, omvattende een pomp 13, een accumulator 14, een drukvat 15 en een cilinder 16. De aandrijving dient ter aansturing en bekrachtiging van de 10 bewegingen van de bemonsteringsmiddelen 10.
Figuur 2A toont het frame 8 met de bemonsteringsmiddelen 10 in meer detail. Frame 8 bestaat uit een buitenframe 18 en een binnenframe 28. Het binnenframe 28 is geleidbaar in het buitenframe opgenomen door bevestiging op een lagerblok 38 dat geleidbaar is langs geleidingsmiddelen, die zich in langsrichting aan de binnen 15 zijde van het buitenframe uitstrekken. De geleidingsmiddelen zijn bij voorkeur gevormd door de benen van het U-vormige buitenframe 18, die schematisch met 48 zijn aangeduid. De geleidingsrichting B staat in hoofdzaak dwars op de rijrichting A van inrichting 1. De bemonsteringsmiddelen in de vorm van boor 10 zijn bevestigd aan het lagerblok 38.
2 0 Figuur 2B toont het frame 8 in de ruststand. In de ruststand is boor 10 opgetrokken en raakt de grond niet. Nabij de bovenzijde van de boor 10 is frame 8 voorzien van opvangmiddelen voor het opvangen van genomen grondmonsters.
Deze opvangmiddelen omvatten een opvangbak 26 met een opening 26A, alsmede een verzamelbak 30 met een houder 27 voor bevestiging van een verwijderbare zak 2 5 29. In de getoonde ruststand bevindt de verzamelbak 30 zich naast de opvangbak 26, zodanig dat de houder 27 zich onder de opening 26A bevindt. Via opening 26A komt elk in de opvangbak 26 verzameld grondmonster terecht in de zak 29. Verzamelbak 30 is voorzien van handvatten 32 en 34 voor het verwijderen van de verzamelbak ten behoeve van het verwisselen van de zak 29.
3 0 Voor het leegmaken van een gevulde boor 10 zijn middelen 24 voorzien. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm zijn middelen 24 in de vorm van een lepel of een schraper uitgevoerd, die aangrenzend aan de boor 10 zijn aangebracht. In figuur 2B neemt de schraper 24 eveneens een ruststand in.
Figuur 2C toont het frame 8 in de bedrijfsstand. In de bedrijfsstand steekt de 35 schraper 24 deels in een langsopening 10A (getoond in figuur 2A) van de boor 10 en 5 stuwt het aanwezige grondmonster naar de opvangbak 26 tijdens het neerlaten van de boor 10. De boor is dan leeg en gereed voor het nemen van een nieuw grondmonster. De grond valt via opening 26A vanuit de opvangbak 26 in de zak 29.
Frame 8 is verder voorzien van een steun 20 waaraan een voet 17 is 5 bevestigd. Voet 17 is voorzien van een aantal openingen 19 waarvan er één is bestemd voor doorgang van de boor 10. Voet 17 is in meer detail getoond in figuur 3. Voet 17 is beweegbaar tussen een ruststand (getoond in figuur 2B) en een bedrijfsstand (getoond in figuur 2C). In de bedrijfsstand steunt voet 17 af op de grond nabij de beoogde bemonsteringspositie.
10 Bij de beweging van de ruststand naar de bedrijfsstand wordt eerst de voet 17 neergelaten. Vervolgens wordt de boor in de grond gestoken en vult deze zich (opnieuw) met een grondmonster. Het frame 8 is in de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm voorzien van pennen 22, die zich aan weerszijden van de boor 10 uitstrekken. De pennen 22 bewegen samen met de boor 10 mee in en uit de 15 grond. Bij de omgekeerde beweging van de bedrijfsstand naar de ruststand wordt eerst de gevulde boor uit de grond getrokken. Dit geldt eveneens voor de aanwezige pennen. Daarna wordt ook de voet naar de ruststand bewogen.
Tijdens de NEER en OP gaande bewegingen van de bemonsteringsmiddelen 10 rijdt de inrichting 1 door. Tengevolge daarvan beweegt het frame 8 langs de slede 2 0 4 en bewegen de bemonsteringsmiddelen 10 door de sledeopening 6 OMLAAG
danwel OMHOOG. De tijd die nodig is voor de beweging van de boor van de ruststand naar de bedrijfsstand en vice versa is evenals de lengte van de sledeopening een bepalende factor voor de maximale rijsnelheid van inrichting 1. Uit tests is gebleken dat een rijsnelheid van 12 kilometer per uur haalbaar is voor het 2 5 nemen van grondmonsters zonder te stoppen met behulp van de inrichting volgens de uitvinding.
In combinatie met deze hoge snelheid maakt de inrichting volgens de uitvinding het mogelijk om de boor voldoende diep in de grond te steken om te kunnen voldoende aan de gangbare eisen die in Nederland aan grondmonsters 3 0 worden gesteld. Uit tests is gebleken dat een diepte van 30 centimeter haalbaar is met behulp van de inrichting volgens de uitvinding. Deze diepte kan worden gehaald door de inventieve ontwerpkeuze voor een verticale beweging van de boor onder invloed van de zwaartekracht. Afhankelijk van de omstandigheden wordt de beweging nog bekrachtigd door de aandrijving. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn bij een 35 harde ondergrond.
6
De inrichting 1 is handmatig te bedienen. Al rijdende kan de bestuurder naar eigen inzicht grondmonsters nemen op diverse bemonsteringsposities. Optioneel kan de inrichting volgens de uitvinding ook automatisch zijn uitgevoerd. De inrichting is dan extra uitgerust met middelen voor het automatisch aansturen van de 5 bewegingen van de bemonsteringsmiddelen, zowel dwars op als parallel aan de rijrichting. Dit kan worden uitgevoerd door de aandrijving computergestuurd aan te sturen voor bekrachtiging van lagerblok 38 en optioneel van lagerblok 12. De daartoe geschikte stuurmiddelen zijn op zich in de handel verkrijgbaar.
De uitvinding is vanzelfsprekend niet beperkt tot de beschreven en getoonde 10 voorkeursuitvoeringsvorm, maar strekt zich uit tot elke uitvoeringsvorm die valt binnen de reikwijdte van de beschermingsomvang zoals gedefinieerd in de conclusies bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en bijbehorende tekeningen.

Claims (10)

1. Inrichting voor het nemen van grondmonsters, omvattende middelen voor 5 het verrijden van de inrichting en bemonsteringsmiddelen voor het nemen van grondmonsters tijdens het rijden van de inrichting, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van eerste middelen voor het bewegen van de bemonsteringsmiddelen in hoofdzaak dwars op de rijrichting; en van tweede middelen voor het bewegen van de bemonsteringsmiddelen in hoofdzaak parallel aan de rijrichting. 10
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de bemonsteringsmiddelen aan de eerste middelen zijn bevestigd en waarin de eerste middelen in hoofdzaak parallel aan de rijrichting beweegbaar aan de tweede middelen zijn bevestigd.
3. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de eerste middelen een frame omvatten, dat is voorzien van geleidingsmiddelen voor geleiding van de bemonsteringsmiddelen in hoofdzaak dwars op de rijrichting.
4. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de eerste middelen verder 2 0 aandrijfmiddelen omvatten voor het aandrijven van de beweging van de bemonsteringsmiddelen in hoofdzaak dwars op de rijrichting.
5. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de tweede middelen een slede omvatten, die is voorzien van geleidingsmiddelen voor geleiding van de eerste 25 middelen in hoofdzaak parallel aan de rijrichting alsmede van een opening voor doorgang voor de bemonsteringsmiddelen.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarin de slede zich schuin ten opzichte van de rijrichting uitstrekt, zodanig dat de hoogte van de slede toeneemt tegen de 30 rijrichting in.
7. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de inrichting is voorzien van middelen voor het opvangen van de genomen grondmonsters.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarin de inrichting is voorzien van middelen voor het leegmaken van de bemonsteringsmiddelen en voor het overbrengen van de genomen grondmonsters naar de opvangmiddelen.
9. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de inrichting is voorzien van een voet, 5 die is ingericht voor afsteuning op de grond nabij een bemonsteringspositie, welke voet is voorzien van een opening voor doorgang voor de bemonsteringsmiddelen.
10. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de inrichting is voorzien van middelen voor het aansturen van de eerste en tweede middelen voor het automatisch nemen 10 van grondmonsters.
NL2000509A 2007-02-26 2007-02-26 Grondbemonsteringsmachine. NL2000509C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000509A NL2000509C2 (nl) 2007-02-26 2007-02-26 Grondbemonsteringsmachine.
EP20080101948 EP1970493A2 (en) 2007-02-26 2008-02-25 Soil sampling apparatus

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000509A NL2000509C2 (nl) 2007-02-26 2007-02-26 Grondbemonsteringsmachine.
NL2000509 2007-02-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2000509C2 true NL2000509C2 (nl) 2008-08-27

Family

ID=38625355

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2000509A NL2000509C2 (nl) 2007-02-26 2007-02-26 Grondbemonsteringsmachine.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1970493A2 (nl)
NL (1) NL2000509C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN114755043A (zh) * 2022-06-16 2022-07-15 山东省地质矿产勘查开发局第四地质大队(山东省第四地质矿产勘查院) 一种外置式地质土壤气动传输装置及其使用方法

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109085013B (zh) * 2018-09-30 2021-02-26 苏州环优检测有限公司 基于区域单元布点的柱状土壤样本连续采样装置及机器人
CN112854174A (zh) * 2021-01-08 2021-05-28 幸兴 一种桥梁设计用地质检测装置
CN113884329B (zh) * 2021-08-24 2023-12-29 浙江中蓝环境科技有限公司 土壤标本采集装置
CA3227864A1 (en) * 2021-08-31 2023-03-09 Precision Planting Llc Agricultural sampling system and related methods

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9002000A (nl) * 1990-09-11 1992-04-01 Pieter Faber Inrichting voor het verzamelen van grondmonsters.
FR2671180A1 (fr) * 1990-12-27 1992-07-03 Eloy Michel Installation mobile pour le prelevement automatique d'echantillons de sol.
US5435399A (en) * 1994-07-05 1995-07-25 Concord, Inc. Soil sampler
US6260633B1 (en) * 2000-03-06 2001-07-17 Michael D. Machek Soil sampling apparatus removably attachable to a vehicle

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9002000A (nl) * 1990-09-11 1992-04-01 Pieter Faber Inrichting voor het verzamelen van grondmonsters.
FR2671180A1 (fr) * 1990-12-27 1992-07-03 Eloy Michel Installation mobile pour le prelevement automatique d'echantillons de sol.
US5435399A (en) * 1994-07-05 1995-07-25 Concord, Inc. Soil sampler
US6260633B1 (en) * 2000-03-06 2001-07-17 Michael D. Machek Soil sampling apparatus removably attachable to a vehicle

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN114755043A (zh) * 2022-06-16 2022-07-15 山东省地质矿产勘查开发局第四地质大队(山东省第四地质矿产勘查院) 一种外置式地质土壤气动传输装置及其使用方法

Also Published As

Publication number Publication date
EP1970493A2 (en) 2008-09-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2000509C2 (nl) Grondbemonsteringsmachine.
US8955401B1 (en) Vehicle-mounted soil sampling apparatus
US6360829B1 (en) Soil sampling device
EP2210495A1 (en) A method and apparatus for removing fat from meat cuts
FR2805128A1 (fr) Installation de decoupe a poste mobile
EP3642432B1 (en) System for deploying and collecting road sticks
NO884578L (no) Framgangsmaate og anordning for toemming av avfallsbeholdere i oppsamlingskjoeretoey.
NL1030459C2 (nl) Samenstel van een poort voor gebruik in dierverkeer.
NL2012773B1 (nl) Stalvloersysteem.
FR2811695A1 (fr) Machine de plantation de pieux, piquets ou autres
CN201945468U (zh) 土壤采样器
FR2542086A1 (fr) Sonde pour dispositif de prelevement d'un echantillon dans une masse de grains
NL1030339C2 (nl) Inrichting voor het uithalen en verwerken van veevoer.
KR101121452B1 (ko) 토양 시료 보관 상자용 토양 시료 채취 시스템
NL8402054A (nl) Beladingsinrichting.
US4506410A (en) Apparatus for the introduction of giblets into the body cavities of poultry
JP5262184B2 (ja) 苗植機
RU2147353C1 (ru) Устройство для выема грунта и выполнения траншеи
NL1033234C2 (nl) Beluchtingsinrichting voor grasvelden.
FR2461078A1 (fr) Dispositif de parcage de vehicules en situation superposee
JP4700529B2 (ja) 苗植付け装置の苗案内構造
NL7900003A (nl) Trekker voorzien van een grondboor-inrichting.
US855336A (en) Earth-scraping machine.
FR2755580A1 (fr) Systeme et procede pour trier des oeufs soumis ou a soumettre a une incubation.
BE1003194A3 (nl) Werkwijze voor het ophalen van grondwater en waterput hiertoe aangewend.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110901