NL2000275C2

NL2000275C2 - Verpakking, plano, en werkwijze voor de vervaardiging van een dergelijke verpakking.

Info

Publication number: NL2000275C2
Application number: NL2000275A
Authority: NL
Inventors: Antonio Giuseppe Perra
Original assignee: 4Sight Innovation Bv
Priority date: 2006-10-13
Filing date: 2006-10-13
Publication date: 2008-04-15

Description

Verpakking, plano, en werkwijze voor de vervaardiging van een dergelijke verpakking

De uitvinding heeft betrekking op een verpakking voor producten, welke verpakking is 5 vervaardigd uit ten minste één materiaal laag, waarbij ten minste een deel van de materiaallaag in een gesloten toestand is samengevouwen tot een in hoofdzaak W-vormige plooi, welke W-vormige plooi uitvouwbaar is tot een geopende toestand van de verpakking, waarbij het uitgevouwen deel van de materiaallaag een een doorvoeropening voor een in de verpakking opgenomen product begrenzende tuit 10 vormt. De uitvinding heeft tevens betrekking op een plano voor het vervaardigen van een dergelijke verpakking. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor de vervaardiging van een dergelijke verpakking.

Er zijn diverse verpakkingen voor vloeibare producten zoals frisdranken, 15 vruchtensappen, melk en yoghurt, en strooibare producten zoals hagelslag bekend.

Tevens zijn voor deze verpakkingen diverse hersluitbare verpakkingen bekend. Nadeel van veel hersluitbare verpakkingen is dat deze relatief ingewikkeld zijn en duur om te fabriceren. Een populaire hersluitbare verpakking is vervaardigd uit ten minste een materiaallaag, waarbij ten minste een deel van de materiaallaag in een gesloten toestand 20 is samengevouwen is tot een in hoofdzaak W-vormige plooi, welke W-vormige plooi uitvouwbaar is tot een geopende toestand van de verpakking, waarbij het uitgevouwen deel van de materiaallaag een een doorvoeropening voor een in de verpakking opgenomen product begrenzende tuit vormt. In een ongebruikte toestand is de W-vormige plooi doorgaans verlijmd of versmolten, zodat de inhoud van de verpakking 25 verzegeld is. Na het eerste gebruik is deze verzegeling verbroken, maar kan de verpakking nog wel gesloten worden door de tuit terug te vouwen tot de W-vormige plooi die de toegang tot de verpakking afsluit. Dit concept is in diverse soorten verpakkingen toegepast, waarvan de geveltopverpakking (Engels: gable top) de bekendste is. Een nadeel van dergelijke verpakkingen is echter dat in de gesloten 30 toestand grote kans op lekken bestaat wanneer de verpakking omvalt. De gesloten toestand is bovendien niet bijzonder hygiënisch, en na de eerste opening is de houdbaarheid van bederfelijke producten in de verpakking relatief beperkt.

2

De uitvinding beoogt een verbeterde verpakking te verschaffen, in het bijzonder een verbeterde geveltopverpakking.

De uitvinding verschaft daartoe een verpakking van het in de aanhef genoemde type met 5 het kenmerk, dat de verpakking geleidingsmiddelen en ten minste één met de geleidingsmiddelen samenwerkend sluitelement omvat, welk sluitelement verplaatsbaar is tussen ten minste een vergrendelende toestand en een ontgrendelende toestand, waarbij het sluitelement is ingericht voor het in de vergrendelende toestand fixeren van de W-vormige plooi in de gesloten toestand, en waarbij het sluitelement in de 10 ontgrendelende toestand de W-vormige plooi vrij laat dusdanig dat de W-vormige plooi uitvouwbaar is tot de geopende toestand. Doordat de W-vormige plooi in de gesloten toestand gefixeerd wordt is een relatief hygiënische afsluiting mogelijk, en wordt tevens de kans op lekken uit de verpakking verkleind. Hierbij blijft het gebruikersgemak van de reeds bekende verpakkingen met W-vormige plooi als sluiting behouden. De 15 verpakking kan afhankelijk van het te verpakken product uit verschillende materialen vervaardigd worden, zoals kunststof, karton of een samengesteld materiaal zoals gelamineerd karton, in het bijzonder geplastificeerd karton.

Het is voordelig indien het sluitelement ten minste in de vergrendelende toestand aan 20 weerszijden op de W-vormige plooi aangrijpt. Aldus wordt een goede afsluiting van de verpakking verkregen. Door het aangrijpen aan weerszijden wordt de W-vormige plooi samengedrukt, waardoor vloeistof of vaste stof zich niet of slechts met moeite vanuit de verpakking tussen de gevouwen materiaallagen van de plooi kan verplaatsen in de gesloten, vergrendelde toestand.

25

Bij voorkeur grijpt het sluitelement ten minste in de vergrendelende toestand onder voorspanning aan weerszijden op de W-vormige plooi aan. Hierdoor ontstaat een sterk verbeterde afsluiting van de verpakking in de gesloten, vergrendelde toestand. Bij voorkeur is het sluitelement ten minste gedeeltelijk vervaardigd uit een veerkrachtig 30 materiaal, waardoor een goede voorspanning mogelijk is.

Het is voordelig indien de geleidingsmiddelen meerdere geleidingselementen omvatten. Meerdere geleidingselementen maken een gecontroleerde beweging van het sluitelement mogelijk, en faciliëren het vouwen en ontvouwen van de in hoofdzaak W- 3 vormige plooi. Bij voorkeur strekken de geleidingsmiddelen zich aan weerszijden van de W-vormige plooi uit. Hierdoor kan het sluitelement beter op de zijden van de W-vormige plooi aangrijpen, hetgeen resulteert in een betere afsluiting in de vergrendelde, gesloten toestand.

5

In een voorkeursuitvoering zijn de geleidingsmiddelen zwenkbaar uitgevoerd. Daartoe omvatten de geleidingsmiddelen veelal meerdere onderling zwenkbaar verbonden geleidingselementen. De geleidingselementen kunnen onderling zijn verbonden middels een scharnier, in het bijzonder een filmschamier. De filmschamier kan tevens worden 10 beschouwd als een verzwakkingslijn. Hierdoor is het eenvoudiger de verpakking te openen en te sluiten, in het bijzonder indien de positionering van de plaatselijke verzwakking van de geleidingsmiddelen is afgestemd op de positionering van een in de verpakking aangebrachte vouwlijn voor het kunnen vormen van de W-vormige plooi en de tuit. Aldus wordt op eenvoudige wijze het invouwen en uitvouwen tussen de gesloten 15 toestand en geopende toestand vergemakkelijkt, terwijl tevens de mechanische belasting van de geleidingsmiddelen in de geopende toestand geminimaliseerd wordt.

Bij voorkeur zijn de geleidingsmiddelen ten minste gedeeltelijk vervaardigd uit een in hoofdzaak flexibel materiaal. Een dergelijk flexibel materiaal kan bijvoorbeeld een flexibele kunststof of buigzaam karton zijn.

20

In een andere voorkeursuitvoering kruisen de geleidingsmiddelen met ten minste één vouwlijn voor het vormen van de tuit, waarbij de geleidingsmiddelen ten minste op de positie van de vouwlijn plaatselijk onderbroken zijn. Aldus wordt op eenvoudige wijze 25 het in vouwen en uit vouwen tussen de gesloten toestand en geopende toestand vergemakkelijkt, terwijl tevens de mechanische belasting van de geleidingsmiddelen in de geopende toestand geminimaliseerd wordt. Door de onderbreking zijn de geleidingsmiddelen in feite meerdere samenwerkende geleidingselementen. Het sluitelement is hierbij ingericht om de onderbreking te kunnen overbruggen.

30

Het is voordelig indien het sluitelement een slede is met een in hoofdzaak U-vormig profiel, welke slede aangrijpt op geleidingsmiddelen welke zich ten minste in de gesloten toestand van de verpakking aan weerszijden van de W-vormige plooi uitstrekken. Een dergelijke slede is eenvoudig te bedienen. Het U-vormige profiel kan 4 bijvoorbeeld aangrijpen op de geleidingsmiddelen door een op of in de materiaallaag aangebracht sleuf die waarop de uiteinden van het U-profiel aangrijpen, of een geprofileerde rand van de geleidingsmiddelen waarachter een binnen het U-profiel aangebracht aangrijpelement past. Ook combinaties van randen en sleuven zijn 5 denkbaar. Bij voorkeur is ten minste één uiteinde van de geleidingsmiddelen voorzien van een stopelement om het van de geleidingsmiddelen verwijderen van het afsluitelement te blokkeren. Bij nadere voorkeur zijn beide (of alle) uiteinden van de geleidingsmiddelen voorzien van een stopelement om het afsluitelement permanent te kunnen laten samenwerken met de geleidingsmiddelen. In een voorkeursuitvoering kan 10 de onderlinge oriëntatie tussen de geleidingsmiddelen en het afsluitelement worden geblokkeerd in ten minste één voorkeurstoestand, waaronder bij nadere voorkeur de gesloten toestand. Op deze wijze kan het afsluiten van de verpakking door het afsluitelement worden gewaarborgd, en zal de verpakking slechts kan worden geopend door het sluitelement vooreerst te deblokkeren ten opzichte van de geleidingsmiddelen 15 en vervolgens te verplaatsen, veelal door schuiven, ten opzichte van de geleidingsmiddelen. Het blokkeren en deblokkeren kan bijvoorbeeld geschieden door het overwinnen van een voorspanning tussen het sluitelement en de geleidingsmiddelen. Het is tevens denkbaar dat ten minste een deel van het sluitelement wordt verplaatst in een naar de geleidingsmiddelen toegekeerde richting (indrukken) dan wel een van de 20 geleidingsmiddelen afgekeerde richting (optillen) voor het kunnen blokkeren respectievelijk kunnen deblokkeren van het sluitelement.

Het heeft de voorkeur indien de geleidingsmiddelen een in hoofdzaak lineair verplaatsingstraj eet voor het sluitelement bepalen. Dit resulteert in een verpakking die 25 in gesloten toestand met een eenvoudige beweging sluitbaar is.

In een voorkeursuitvoering worden de geleidingsmiddelen gevormd door de materiaallaag, waarbij de geleidingsmiddelen aldus de facto integraal deel uitmaken van de materiaallaag. Hierdoor wordt bij het vervaardigen materiaal gespaard, en is de 30 verpakking in het afvalstadium beter verwerkbaar. Bij een kartonverpakking kunnen de geleidingsmiddelen bijvoorbeeld een uit het karton geperste of gevouwen rand en/of sleuf zijn.

5

In een andere voorkeursuitvoering zijn de geleidingsmiddelen bevestigd op de materiaal laag middels bevestigingsmiddelen. Dit heeft als voordeel dat bij de fabricage kan worden uitgegaan van bestaande verpakkingen waarop naar keuze al dan niet geleidingsmiddelen en een sluitelement volgens de uitvinding bevestigd worden. De 5 bevestigingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld mechanische en/of chemische bevestigingen zijn die op of door de materiaallaag verankerd worden. In een voorkeursuitvoering omvatten de bevestigingsmiddelen ten minste een verlijming of versmelting met de materiaallaag. Dergelijke bevestigingen zijn eenvoudig en snel aan te brengen, en geven een stevige verbinding. Het is tevens denkbaar dat verschillende delen van de 10 materiaallaag middels ultrasoon lassen met elkaar worden verbonden.

Bij voorkeur zijn de geleidingsmiddelen in hoofdzaak vervaardigd uit kunststof.

Gebruik van kunststof maakt een grote diversiteit aan uitvoeringen en kleuren mogelijk, alsmede een grote ontwerpvrijheid. Bovendien is kunststof eenvoudig te bevestigen op 15 de gebruikelijke materiaallagen.

Het is voordelig indien het sluitelement in hoofdzaak is vervaardigd uit kunststof. Gebruik van kunststof maakt een grote diversiteit aan uitvoeringen en kleuren mogelijk, alsmede een grote ontwerpvrijheid. Bij voorkeur is het sluitelement uit hetzelfde 20 materiaal vervaardigd als de geleidingsmiddelen.

Het is voordelig indiende materiaallaag in hoofdzaak is vervaardigd uit gelamineerd karton. Gelamineerd karton, en in het bijzonder geplastificeerd karton, geeft relatief stevige verpakkingen waarmee de sluiting volgens de uitvinding goede resultaten geeft. 25 Het karton kan afhankelijk van de toepassing met verschillende lagen materiaal gelamineerd zijn, bijvoorbeeld metaal en/of kunststoflaminaat.

Bij voorkeur is de verpakking in hoofdzaak vloeistofdicht uitgevoerd en ingericht voor het verpakken van een vloeistof. Met name voor vloeistoffen geeft de verpakking 30 volgens de uitvinding grote voordelen, aangezien lekken en hygiënische verpakking in het bijzonder voor vloeistoffen vaak problematisch zijn.

De uitvinding verschaft tevens een plano voor een verpakking volgens de uitvinding.

Uit een plano kan door vouwen en/of zetten eenvoudig een verpakking volgens de 6 uitvinding vervaardigd worden. Een geschikt materiaal voor een dergelijkc plano is bijvoorbeeld karton, zoals gelamineerd karton, in het bijzonder geplastificeerd karton. De geleidingsmiddelen kunnen integraal deel uitmaken van de plano. Veelal zal het sluitelement als separaat element, veelal na vervaardiging van de verpakking uit de 5 plano, worden bevestigd op de geleidingsmiddelen.

De uitvinding verschaft tevens geleidingsmiddelen voor gebruik in een verpakking volgens de uitvinding.

10 De uitvinding verschaft daarnaast een sluitelement voor gebruik in een verpakking volgens de uitvinding.

Bovendien verschaft de uitvinding een werkwijze voor de vervaardiging van een verpakking volgens de uitvinding, omvattende de bewerkingsstappen: het vervaardigen 15 van een verpakking, omvattende een materiaallaag waarbij ten minste een deel van de materiaallaag in een gesloten toestand wordt samengevouwen tot een in hoofdzaak W-vormige plooi, het aanbrengen van geleidingsmiddelen, en het aanbrengen van een sluitelement voor samenwerking met de geleidingsmiddelen. Doorgaans zal de verpakking worden gevormd door het vouwen van een plano. Doorgaans omvat de 20 werkwijze tevens het vullen van de verpakking met product, waarvoor in de stand van techniek diverse technieken bekend zijn.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de volgende niet-limitatieve voorbeelden.

25

Figuren la-lc tonen een voorkeursuitvoering van een verpakking volgens de uitvinding. Figuren 2a-2c tonen de sluiting van een varpakking volgens de uitvinding in detail. Figuren 3a en 3b tonen andere voorkeursuitvoeringen van de uitvinding.

30 Figuren la-lc tonen een verpakking 1 volgens de uitvinding. In figuur la is de verpakking 1 getoond in een gesloten toestand. De bovenzijde van de verpakking is een zogenaamde geveltop vorm, waarbij de materiaallaag waaruit de verpakking is vervaardigd samenkomt in een verstevigde rand 2. De verstevigde strook is door versmelting en/of verlijming gefixeerd, of enige andere bekende manier bekend uit de 7 stand van techniek. De uitvinding onderscheidt zich door het verschuifbare afsluitelement 3, dat aangrijpt op de verstevigde rand 2. Voor een goede aangrijping en verschuiving mogelijk te maken zijn aan weerszijden van de verstevigde rand 2 geleidingsranden 4 aangebracht, waarop het afsluitelement 3 aangrijpt. Een deel van de 5 materiaallaag is gevouwen tot een samengedrukte W-vorm 5, die bekend is uit de stand van techniek, en die kan worden uitgevouwen tot een tuit 6 (zie figuur lb). In figuur la is tevens een vouwrand 7 voor het uitvouwen weergegeven. Het afsluitelement 3 is in deze figuur in de vrije positie, waarin de verpakking geopend kan worden door de W-vorm 5 uit te vouwen tot een schenktuit 6.

10

In figuur lb is de verpakking 1 in geopende toestand te zien, waarbij de W-vorm 5 uit figuur 1 a is uitgevouwen tot een tuit 6, zoals ook bij verpakkingen uit de stand van techniek bekend is. In de geopende toestand kan een vloeibaar of strooibaar product uit de verpakking geschonken worden middels de opening die door de tuit 6 in de 15 verpakking 1 wordt gevormd. Na gebruik kan de tuit 6 weer worden teruggevouwen tot de W-vorm. Het is gebruikelijk dat de W-vorm in ongebruikte toestand verzegeld is door bijvoorbeeld een verlijming of versmelting. Door de verpakking te openen is deze verzegeling echter verbroken, waardoor na een eerste gebruik een verpakking volgens de stand van techniek minder goed afsluit.

20

In figuur lc is te zien hoe bij een verpakking 1 volgens de uitvinding vanuit de geopende tuitvorm 6 van figuur lb weer is terug gevouwen tot de gesloten W-vorm 5. Het verschuifbare afsluitelement 3 is over de geleidingsranden 4 over de gesloten W-vorm geschoven, waardoor de gesloten toestand gefixeerd wordt. In vergelijking met de 25 stand van techniek is de verpakking na eerste gebmik beter afsluitbaar. Wanneer de na gebruik gesloten verpakking 1 volgens de uitvinding bijvoorbeeld om zou vallen, kan het product in de verpakking 1 niet of nauwelijks via de door het afsluitelement samengedrukte W-vorm naar buitenlekken. Bij vergelijkbare verpakkingen uit de stand van techniek, die geen afsluitelement 3 hebben, is de kans op lekken veel groter. Tevens 30 vergroot de verpakking 1 volgens de uitvinding door het betere afsluiten de hygiëne en houdbaarheid van het product in de verpakking. De getoonde verpakking 1 volgens de uitvinding in figuren la-lc is uit een materiaallaag van gelamineerd karton vervaardigd, dat bijvoorbeeld geschikt is voor de verpakking van vloeibare producten zoals frisdrank, vmchtensap, melk en yoghurt, en strooibare producten zoals hagelslag. Het 8 afsluitelement 2 en de geleidingsranden 4 zijn bij voorkeur vervaardigd uit kunststof.

De geleidingsranden 4 kunnen door verlijming, versmelting en/of mechanische verankering op de materiaallaag zijn aangebracht. Het materiaal van de geleidingsranden 4 dient voldoende flexibel te zijn om het vouwen van de tuit 6 5 mogelijk te maken. Een andere mogelijkheid is de geleidingsranden 4 bijvoorbeeld door persen uit de materiaallaag te vormen, waardoor materiaal wordt bespaard. De vorm van de verpakking 1 is arbitrair, de sluiting volgens de uitvinding is ook op verpakkingen van andere afmetingen en vorm toepasbaar. Naast de hier getoonde vierkante kartonnen verpakking kan bijvoorbeeld ook gedacht worden aan kartonnen verpakkingen met 10 andere vormen bekend uit de stand van techniek, of verpakkingen uit flexibel materiaal in de vorm van een zak.

Figuren 2a-2c tonen de sluiting van de verpakking uit de figuren la-lc in detail. De gevouwen delen van de materiaallaag van de verpakking zijn ten behoeve van de 15 duidelijkheid met tussenruimte afgebeeld, in werkelijkheid zijn deze lagen doorgaans samengevouwen tot een compacte laag.

Figuur 2a toont een verpakking 10 volgens de uitvinding in een bovenaanzicht, waarbij de verstevigde rand 11 is gevormd uit meerdere materiaallagen. Op de verstevigde rand 20 11 is een geleidingsrand 12 aangebracht, waarop van beide zijden een U-vormig verschuifbaar sluitelement 13 aangrijpt. Het sluitelement is volgens pijl A in de richting van de verstevigde rand 11 verschuifbaar. Ten minste een uiteinde 14 van de verstevigde rand 11 is samengevouwen tot een W-vormige plooi 15, waarbij de geleidingsrand 12 zich uitstrekt op de buitenste zijden van de plooi 15. De W-vormige 25 plooi 15 kan volgens pijl B worden uitgetrokken tot een tuit. De verpakking 10 is hier in een gesloten toestand getoond.

In figuur 2b is de verpakking 10 geopend door de W-vormige plooi 15 uit figuur 2a uit te vouwen tot een tuit 17 volgens de vouwlijnen 16. De tuit 17 vormt een opening 18 30 die toegang geeft tot de verpakking. De geleidingsrand 12 wordt hierbij gebogen. Door de tuit 17 volgens pijl C terug te duwen wordt de tuit 17 terug gevormd naar een W-vormigc plooi 15 zoals getoond in de figuren 2a en 2c.

9 ln figuur 2c is de verpakking 10 gesloten, waarbij het sluitelement 13 de W-vormige plooi 15 fixeert zodat deze de verpakking 10 goed afsluit. De W-vormige plooi 15 kan in deze gefixeerde toestand niet tot de tuit 17 in figuur 2b worden uitgetrokken: hiertoe moet eerst het sluitelement 13 naar de vrije stand zoals getoond in figuur 2a 5 teruggeschoven worden volgens pijl A.

Figuur 2d toont de verpakking 10 in een zijaanzicht. Zichtbaar is dat de verstevigde rand 11 gevormd uit is uit meerdere lagen van het materiaallaag van de verpakking 10. Aan de zijden van de verstevigde rand 11 zijn de geprofileerde geleidingsranden 12 10 aangebracht, waarop het in hoofdzaak U-vormige sluitelement 13 aangrijpt. De uiteinden van het U-profiel 13 zijn voorzien van profieldelen ingericht voor samenwerking met de geleidingsranden 12 dusdanig dat schuiven mogelijk is en tevens fixatie van de W-vormige plooi 15 te waarborgen. Bij voorkeur is het sluitelement 13 van een flexibel materiaal, en dusdanig gevormd dat de W-vormige plooi onder 15 voorspanning gefixeerd wordt.

Figuur 3a toont een voorkeursuitvoering van de verpakking 20 volgens de uitvinding zoals in bovenstaande voorbeelden beschreven, waarbij de geleidingsrand bestaat uit ten minste twee geleidingsranddelen 21 aan weerszijden van een vouwrand 22 die aansluit 20 op een vouwrand 23 van de uit de W-vormige plooi te vormen tuit. Hierdoor staat in een geopende toestand van de verpakking (bijvoorbeeld zoals getoond in figuur lb of 2b) geen spanning door het vouwen op de geleidingsrand 21, waardoor het openen van de verpakking makkelijker is. Tevens ondervindt een eventuele bevestiging van de geleidingsrand 23 aan de materiaallaag minder mechanische belasting. Het 25 verschuifbare U-vormige sluitelement 24 dient een lengte te hebben die groter is dan de afstand tussen twee aangrenzende geleidingsranddelen 21.

In figuur 3b is een voorkeursvariant te zien, waarin de verpakking 30 is voorzien van een geleidingsrand 31 welke aansluitend op een vouwrand 32 is voorzien van een 30 verzwakking 34. In een geopende toestand van de verpakking (bijvoorbeeld zoals getoond in figuur lb of 2b) wordt voorspanning op de gebogen geleidingsrand 33 verminderd, waardoor het openen van de verpakking makkelijker is en een eventuele bevestiging van de geleidingsrand 33 aan de materiaallaag van de verpakking (zoals een verlijming of versmelting) minder mechanische belasting ondervindt.

10

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand 5 zullen liggen.

Claims

1. Verpakking voor producten, welke verpakking is vervaardigd uit ten minste een materiaallaag, waarbij ten minste een deel van de materiaallaag in een gesloten toestand 5 is samengevouwen tot een in hoofdzaak W-vormige plooi, welke W-vormige plooi uitvouwbaar is tot een geopende toestand van de verpakking, waarbij het uitgevouwen deel van de materiaallaag een een doorvoeropening voor een in de verpakking opgenomen product begrenzende tuit vormt, met het kenmerk, dat 10 de verpakking geleidingsmiddelen en ten minste één met de geleidingsmiddelen samenwerkend sluitelement omvat, welk sluitelement verplaatsbaar is tussen ten minste een vergrendelende toestand en een ontgrendelende toestand, waarbij het sluitelement is ingericht voor het in de vergrendelende toestand fixeren van 15 de W-vormige plooi in de gesloten toestand, en waarbij het sluitelement in de ontgrendelende toestand de W-vormige plooi vrij laat dusdanig dat de W-vormige plooi uitvouwbaar is tot de geopende toestand.

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 20 het sluitelement ten minste in de vergrendelende toestand aan weerszijden op de W-vormige plooi aangrijpt.

3. Verpakking volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het sluitelement ten minste in de vergrendelende toestand onder voorspanning aan 25 weerszijden op de W-vormige plooi aangrijpt.

4. Verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen meerdere geleidingselementen omvatten.

5. Verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen zich aan weerszijden van de W-vormige plooi uitstrekken.

6. Verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen zwenkbaar zijn uitgevoerd.

7. Verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen zijn vervaardigd uit een flexibel materiaal.

8. Verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen kruisen met ten minste één vouwlijn voor het vormen van de tuit, waarbij de geleidingsmiddelen ten minste op de positie van de vouwlijn plaatselijk verzwakt zijn.

9. Verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen kruisen met ten minste één vouwlijn voor het vormen van de tuit, waarbij de geleidingsmiddelen ten minste op de positie van de vouwlijn plaatselijk onderbroken zijn.

10. Verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het sluitelement een slede is met een in hoofdzaak U-vormig profiel, welke slede aangrijpt op geleidingsmiddelen welke zich ten minste in de gesloten toestand van de verpakking aan weerszijden van de W-vormige plooi uitstrekken.

11. Verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen een in hoofdzaak een lineair verplaatsingstraject voor het sluitelement bepalen.

12. Verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 25 de geleidingsmiddelen zijn gevormd uit de materiaallaag.

13. Verpakking volgens één der voorgaande conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen zijn bevestigd op de materiaallaag middels bevestigingsmiddelen. 30

14. Verpakking volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen ten minste een verlijming of versmelting met de materiaallaag omvatten.

15. Verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsntiddelen in hoofdzaak zijn vervaardigd uit kunststof.

16. Verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 5 het sluitelement in hoofdzaak is vervaardigd uit kunststof.

17. Verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de materiaallaag in hoofdzaak is vervaardigd uit gelamineerd karton.

18. Verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verpakking is ingericht voor het verpakken van vloeistof.

19. Plano voor een verpakking volgens één der voorgaande conclusies.

20. Geleidingsmiddelen voor gebruik in een verpakking volgens één der conclusies 1- 18.

21. Sluitelement voor gebruik in een verpakking volgens één der conclusies 1-18.

22. Werkwijze voor de vervaardiging van een verpakking volgens één der conclusies 1-18, omvattende de bewerkingsstappen: - het vervaardigen van een verpakking omvattende een materiaallaag waarbij ten minste een deel van de materiaallaag in een gesloten toestand wordt samengevouwen tot een in hoofdzaak W-vormige plooi, 25. het aanbrengen van geleidingsmiddelen, en - het aanbrengen van een sluitelement voor samenwerking met de geleidingsmiddelen.