NL2000263C2 - Draadstang en samenstel voor het produceren van gebruiksklare stukken draadeind. - Google Patents

Description

P6011673NL

Draadstang en samenstel voor het produceren van gebruiksklare stukken draadeind 5 Achtergrond van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op samenstel voor het produceren van een gebruiksklaar stuk draadeind door een eindgebruiker, omvattende een draadstang en een gereedschap, waarbij de draadstang voorzien is van uitwendig schroefdraad, een 10 draadstang kennelijk geschikt en bestemd voor een dergelijk samenstel, alsmede een gereedschap kennelijk geschikt en bestemd voor een dergelijk samenstel.

In de praktijk worden draadeinden gemaakt door op diverse bekende wijzen stukken van een draadstang te nemen of af te scheiden door bijvoorbeeld slijpen, doorknijpen met behulp van een tang, doorzagen, of een andere soortgelijke techniek.

15 Een probleem daarvan is dat daardoor meestal de schroefdraad beschadigd, vooral bij het scheidingsvlak. Hierdoor kan er nauwelijks nog een deel zoals een moer op het draadeind aangebracht worden.

Samenvatting van de uitvinding 20

De uitvinding heeft tot doel een samenstel te verschaffen waarmee een gebruiker op eenvoudige wijze een gebruiksklaar draadeind kan produceren.

De uitvinding heeft verder tot doel een gereedschap te verschaffen waarmee een eindgebruiker op eenvoudige wijze een gebruiksklaar draadeind kan produceren.

25 De uitvinding heeft verder als doel een draadstang te verschaffen waarmee een eindgebruiker op eenvoudige wijze een gebruiksklaar draadeind kan produceren.

De uitvinding verschaft daartoe een samenstel volgens conclusie 1.

Door de breukgebieden is het mogelijk om met behulp van het gereedschap gebruiksklare draadeinden te maken. Het is zelfs mogelijk de draadstang bij een 30 breukgebied te breken door middel van enkel handkracht, al verdient dat vanwege mogelijke verwonding niet de voorkeur.

Verder uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn beschreven in de afhankelijke conclusies in de bijgevoegde figuurbeschrijving van een uitvoeringsvorm.

2

Verder heeft de uitvinding betrekking op een samenstel voor het produceren van een gebruiksklaar stuk draadeind door een eindgebruiker, omvattende een draadstang en een gereedschap, waarbij de draadstang voorzien is van uitwendig schroefdraad en van breukgebieden op een onderling regelmatige afstand welke afstanden een 5 basisdraadeindlengte bepalen, en waarbij het gereedschap een invoer of doorvoer omvat, geschikt voor het invoeren of doorvoeren van een deel van de draadstang tot aan een geselecteerd breukgebied, en een breekvoorziening omvat voor het uitoefenen van buigkrachten op de draadstang aan weerszijde van het geselecteerde breukgebied voor het van de draadstang afbreken van een draadeind met een gewenst aantal 10 basisdraadeindlengten, bij voorkeur enerzijds buigkrachten aangrijpend tussen het geselecteerde breukgebied en de daarop volgende breukgebieden en ten minste één tegenkracht aangrijpend bij het geselecteerde breukgebied.

Bovendien heeft de uitvinding betrekking op een gereedschap daarvoor.

Het moge duidelijk zijn dat de verschillende aspecten genoemd in deze 15 octrooiaanvrage gecombineerd kunnen worden en elk afzonderlijk in aanmerking kunnen komen voor een afgesplitste octrooiaanvrage. Zo kunnen de draadstang en het gereedschap onderwerp vormen van een zelfstandig octrooirecht.

Korte beschrijving van de figuren 20

In de bijgevoegde figuren zijn diverse uitvoeringsvormen van een samenstel van een draadstang en een gereedschap volgens de uitvinding weergegeven waarin getoond wordt in:

Figuur 1 een samenstel van draadstang en gereedschap volgens de uitvinding; 25 figuur 2a een deel van een draadstang volgens de uitvinding, en figuur 2b toont een detail van fig. 2a.

Beschrijving van een uitvoeringsvorm 30 Figuur 1 toont een samenstel van een draadstang 1 en gereedschap 2 volgens de uitvinding, waarbij de draadstang 1 voorzien van breukgebieden 4, die op onderlinge afstand gelegen zijn en waarbij de onderlinge afstand de lengte bepalen van basisstukken draadeind 3, welke na afbreken van de draadstang gebruiksklare 3 draadeinden vormen. Het is natuurlijk ook mogelijk meerdere draadeinden aan elkaar te laten en bijvoorbeeld op het vierde breukvlak een stuk van de draadstang af te breken, zodat een draadeind verkregen wordt, dat vier standaardlengtedelen lang is. Er wordt dan een draadeind verkregen dat vier standaardlengte-eenheden lang is. In zijn 5 algemeenheid worden daarmee draadeinden geproduceerd die een geheel veelvoud zijn van de lengte van een basisdeel 3. Meestal zal een basisdeel een lengte hebben van ongeveer 20-30 mm, bij voorkeur ongeveer rond de 25 mm.

Om een moer nog van het ene basisdeel naar het andere basisdeel te kunnen laten gaan zal de lengte van het breukgebied ongeveer 3-5 mm zijn. Bij voorkeur is deze 10 lengte ongeveer rond de 4 mm.

Het gereedschap 2 is voorzien van een sleuf 7, waarin het draadeind passend ingelegd kan worden en is voorzien van een handvat 8, dat zich in hoofdzaak radiaal ten opzichte van de sleuf 7 uitstrekt.

De werking is als volgt. Een gebruiker heeft een zekere lengte draadeind nodig.

15 De gebruiker telt daartoe op de draadstang het aantal basiseenheden dat van de draadstang afgenomen moet worden. De gebruiker zal vervolgens de draadstang in de sleuf 7 van het gereedschap 2 inleggen met het eind van het gereedschap bij het gewenste breukvlak. Door nu het handvat 8 naar de lengteas van de draadstang te bewegen, zal de draadstang breken bij het breukelement, dat het dichtst gelegen is bij 20 het eind van de sleuf 7 van het gereedschap 2. Daarbij houdt de eindgebruiker de draadstang bijvoorbeeld in zijn hand, waarbij de draadstang bij het breekgebied, waar de breuk dient plaats te vinden, uit de hand steekt en zal boven zijn hand het gereedschap op de draadstang plaatsen. Eventueel is het ook mogelijk de draadstang te voorzien van twee identieke gereedschappen 2, waarbij bijvoorbeeld het ene handvat 25 van het gereedschap de ene kant uitsteekt en het andere handvat van het tweede gereedschap de andere kant uitsteekt. De beide gereedschappen zullen dan aangebracht worden op de draadstang aan weerszijden van het breukgebied, waar de breuk geplaatst moet worden. Ook is het mogelijk twee gereedschapsdelen of twee gereedschappen aan weerszijde van het breukgebied aan te brengen en de handvatten naar elkaar te bewegen 30 waardoor op draagstang een buigkracht wordt uitgeoefend aan weerszijde van het breukgebied.

Figuur 2a toont een draadstang volgens de uitvinding in meer detail. De draadstang heeft basisstukken draadeind, waarvan de lengte is aangegeven met L. Een 4 eindgebruiker of gebruiker van een stuk draadeind kan door selectie van een aantal van deze basisdraadeinddelen de lengte selecteren van het uiteindelijke draadeind, dat hij nodig heeft. Op het draadeind 1 zijn, op de regelmatig onderlinge afstand aangegeven met de reeds genoemde L, breukgebieden 4 aangebracht. Van deze breukgebieden 4 is 5 de schroefdraad weggenomen ten minste tot op het dal, aangegeven met 10, van de schroefdraad. Verder wordt het breukgebied 4 in twee gelijke delen verdeeld door verzwakking 6, hier is gekozen voor een omlopende V-vormige groef 6. Een andere keuze van vorm is ook mogelijk, zolang deze maar resulteert in een schone breuk zonder beschadiging van de schroefdraad. De verzwakking dient daarbij dusdanig te 10 zijn dat met minimale krachtsinspanning een breuk te realiseren is, zelfs met de hand, maar waarbij de draadstang minimaal op (trek)sterkte inboet. De groef kan dan ook een ronde bodem hebben, zandlopervormig zijn, of een rechte bodem hebben. Bij voorkeur is de verzwakking omlopend, bij voorkeur een omlopende groef.

In meer detail is het breukdeel 4 weergegeven in figuur 2b. Daarin zijn eveneens 15 duidelijk de toppen 9 en dalen 10 van de schroefdraad aangegeven. In de inzet is ook duidelijk te zien dat in het breukgebied 4 de schroefdraad is weggenomen tot op tenminste het dal 10 van de schroefdraad. Hierdoor kan een moer of ander deel dat over de schroefdraad moet lopen het breukgebied passeren.

Er ontstaan door de verzwakking twee schroefdraadloze gebieden 5, welke 20 gescheiden worden door de (hier) omlopende (hier) V-vormige breukgroef 6 als verzwakking. Voor het verschaffen van de mogelijkheid voor het verkrijgen van een stuk draadeind, dat zo dicht mogelijk bij de gewenste lengte van de eindgebruiker ligt, verdient het de voorkeur wanneer een set draadstangen verschaft wordt, waarbij de onderlinge lengte L van de breukvlakken van de verschillende draadstangen varieert.

25 Zo zou bijvoorbeeld een draadstang verschaft kunnen worden, waarbij de onderlinge afstand tussen de breukvlakken 2 cm is, een draadstang waarvan de onderlinge afstand tussen de breukgebieden 3 cm is, en een draadstang waarbij deze onderlinge afstand tussen de breukgebieden 5 cm is. Door een goede keuze van de verschillende onderlinge afstanden van de draadeinden kan een set draadstangen aangeboden worden, 30 waarbij een eindgebruiker bijna elke lengte draadeind kan maken die hij wil.

Bij voorkeur is de draadstang van metaal, zoals ijzer of staal. Het is echter ook mogelijk de draadstang in kunststof uit te voeren, zoals bijvoorbeeld uit nylon.

5

Het moge duidelijk zijn dat de bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de 5 reikwijdte van de onderhavige uitvinding

Claims (16)

1. Samenstel voor het produceren van een gebruiksklaar stuk draadeind door een eindgebruiker, omvattende een draadstang en een gereedschap, waarbij de draadstang voorzien is van uitwendig schroefdraad en van breukgebieden op een onderling regelmatige afstand welke afstanden een basisdraadeindlengte bepalen, en waarbij het gereedschap een invoer of doorvoer omvat, geschikt voor het invoeren of doorvoeren 10 van een deel van de draadstang tot aan een geselecteerd breukgebied, en een breekvoorziening omvat voor het uitoefenen van een koppel op een basisdraadeind, waarbij een eerste kracht van het koppel uitgeoefend wordt bij het geselecteerde breukgebied voor het van de draadstang afbreken van een draadeind met een gewenst aantal basisdraadeindlengten. 15

2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de breekvoorziening aangepast is voor het in hoofdzaak uitoefenen van een tweede kracht van het koppel op een basisdraadeindlengte afstand van het eerste moment.

3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het gereedschap een eerste aanslag en tweede aanslag omvat, waarbij de eerste aanslag bij een eind van het gereedschap gelegen is waar de draadstang het gereedschap verlaat en de tweede aanslag op een basisdraadlengte vanaf de eerste aanslag gelegen is.

4. Samenstel volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het gereedschap een doorlopende opneemruimte omvat met de eerste aanslag en tweede aanslag gevormd door een binnenoppervlak van de opneemruimte, bij voorkeur is de opneemruimte een sleuf, in het bijzonder een sleuf waarvan de diameter aangepast is aan de diameter van de draadstang en bij voorkeur een lengte aangepast aan de lengte van de 30 basisdraadeindlengte.

5. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het gereedschap verder voorzien is van een handvat die zich vanaf de in- of doorv oer uitstrekt, bij voorkeur onder een hoek ten opzichte van een in het gereedschap gevoerde draadstang, bij voorkeur in hoofdzaak ongeveer loodrecht op een ingevoerde draadstang.

6. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de breukgebieden 5 een diameter hebben die kleiner of gelijk is aan de diameter tussen twee dalen van de schroefdraad.

7. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de breukgebieden een verzwakking omvatten, bij voorkeur een omlopende verzwakking, meer bij 10 voorkeur een omlopende groef, welke verzwakking aangepast is voor het resulteren van een breuk bij de verzwakking wanneer een buigkracht wordt uitgeoefend op de draadstang, en aangepast om de treksterkte van de draadstang niet tot nauwelijks nadelig te beïnvloeden.

8. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de basisdraadeindlengte ongeveer 20-30 mm is.

9. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het breukgebied ongeveer 3-5 mm is. 20

10. Samenstel voor het produceren van een gebruiksklaar stuk draadeind door een eindgebruiker, omvattende een draadstang en een gereedschap, waarbij de draadstang voorzien is van uitwendig schroefdraad en van breukgebieden op een onderling regelmatige afstand welke afstanden een basisdraadeindlengte bepalen, en waarbij het 25 gereedschap een invoer of doorvoer omvat, geschikt voor het invoeren of doorvoeren van een deel van de draadstang tot aan een geselecteerd breukgebied, en een breekvoorziening omvat voor het uitoefenen van buigkrachten op de draadstang aan weerszijde van het geselecteerde breukgebied voor het van de draadstang afbreken van een draadeind met een gewenst aantal basisdraadeindlengten, bij voorkeur enerzijds 30 buigkrachten aangrijpend tussen het geselecteerde breukgebied en de daarop volgende breukgebieden en ten minste één tegenkracht aangrijpend bij het geselecteerde breukgebied.

11. Draadstang kennelijk bestemd en geschikt voor toepassing in een samenstel volgens één der voorgaande conclusies.

12. Gereedschap, kennelijk bestemd en geschikt voor toepassing in een samenstel 5 volgens één der voorgaande conclusies.

13. Werkwijze voor het produceren van een gebruiksklaar draadeind door een gebruiker onder toepassing van het samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de gebruiker het aantal benodigde basisdraadeindenlengten vanaf een uiteinde 10 van de draadstang aftelt, de draadstang in het gereedschap invoert tot bij het breukgebied na dat aantal basisdraadeindlcngten, en middels het gereedschap een koppel uitoefent op de draadstang.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de gebruiker de draadstang bij het 15 gereedschap tegenhoud voor het uitoefenen van een kracht op de draadstang, gericht tegen de eerste kracht van het gereedschap, en die aangrijpt in hoofdzaak vóór het volgende breukgebied gerekend vanaf het gereedschap.

15. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving 20 omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

16. Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijbehorende beschrijving omschreven en/of in de bijbehorende tekeningen getoonde kenmerkende stappen. -o-o-o-o-o-o- 25