NL2000013C2

NL2000013C2 - Inrichting en werkwijze voor het comprimeren van plantaardige producten tot balen.

Info

Publication number: NL2000013C2
Application number: NL2000013A
Authority: NL
Inventors: Johannes De Vree
Original assignee: Vredo Beheer B V
Priority date: 2006-02-21
Filing date: 2006-02-21
Publication date: 2007-08-22

Description

Inrichting en werkwijze voor het comprimeren van plantaardige producten tot balen

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het comprimeren van plantaardige 5 producten tot balen, omvattende: ten minste één compressiekamer, en compressiemiddelen voor het actief uitoefenen van druk op ten minste één in de compressiekamer aangebracht plantaardig product onder vorming van een baal. De uitvinding heeft tevens betrekking op een voertuig voorzien van ten minste één inrichting overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft voorts betrekking op een 10 werkwijze voor het comprimeren van plantaardige producten met behulp van een inrichting overeenkomstig de uitvinding.

Een dergelijke inrichting is bekend uit bijvoorbeeld GB1580704. Met behulp van de bekende inrichting kunnen op continue wijze balkvormige balen worden vervaardigd 15 die vervolgens direct daarna kunnen worden verpakt. Daartoe omvat een de bekende inrichting een comprimeereenheid en een met de comprimeereenheid in serie geschakeld verpakkingsstation. De comprimeereenheid omvat daarbij een verzamelkamer en een daarop aansluitende compressiekamer voor het verzamelen respectievelijk comprimeren van het plantaardig product tot een baal. Daartoe wordt 20 zich in de compressiekamer bevindend plantaardig product door een persstempel aangedrukt in de richting van het verpakkingsstation. Op deze wijze wordt aldus enerzijds de baal gevormd en wordt de gevormde baal anderzijds richting het verpakkingsstation getransporteerd. De bekende comprimeereenheid heeft meerdere nadelen. Een belangrijk nadeel van de bekende comprimeereenheid is dat doorgaans 25 slechts een onbevredigende samenpersing van het plantaardig product tot een baal kan worden gerealiseerd, waarbij inwendige spanningen in de baal aanwezig zullen zijn die doorgaans zodanig groot zijn, dat de baal instabiel is en relatief snel uiteenvalt.

Derhalve zijn doorgaans bindmiddelen, zoals bijvoorbeeld touw, benodigd om de baal van het plantaardige product bijeen te houden en te stabiliseren. Behoudens hiervoor 30 beschreven wijze van comprimeren is tevens een variant denkbaar waarbij de verzamelkamer haaks op de compressiekamer is geplaatst. Echter op een dergelijke alternatieve oriëntatie zijn voorbeschreven nadelen, in het bijzonder het noodzakelijk gebruik van bindmiddelen als gevolg van de instabiliteit van de baal, en een inferieure mate van persdichtheid en compactheid van de baal eveneens van toepassing.

2

De uitvinding heeft als doel het verschaffen van een verbeterde inrichting, met behulp waarvan plantaardige producten kunnen worden gecomprimeerd tot een relatief compacte, en stabiele baal.

5

De uitvinding verschaft daartoe een inrichting van het in aanhef genoemde type, met met het kenmerk, dat de compressiemiddelen zijn ingericht voor het actief uitoefenen van een druk op het ten minste ene product ten minste in een richting die een hoek insluit met de doorvoerrichting van het product in of door de compressiekamer. Door op 10 actieve wijze druk te laten uitoefenen door de compressiemiddelen op het plantaardige product in een richting die een hoek insluit van met de transportrichting kan een significant verbeterde persdichtheid (compactheid) van een uiteindelijke baal worden verkregen. Daar op het plantaardige product doorgaans tevens een (voorwaartse) druk wordt uitgeoefend in de transportrichting, teneinde het plantaardige product te kunnen 15 verplaatsen, wordt het plantaardige product in de compressiekamer de facto meerzijdig actief gecomprimeerd, hetgeen de persdichtheid en daarmee de stabiliteit van de op deze wijze te vormen baal van plantaardig product aanzienlijk verhoogt, waardoor niet langer separate bindmiddelen benodigd zijn om het uiteenvallen van de baal te kunnen voorkomen. Voorbeelden van met behulp van de inrichting overeenkomstig de 20 uitvinding mogelijk te comprimeren plantaardige producten zijn maïs, plantaardig poeder, vezelproducten, meelproducten, (berm)gras, voedergewassen, stro, snippers, en houtkrullen. In een bijzondere voorkeursuitvoering zijn de compressiemiddelen ingericht voor het actief uitoefenen van een druk op het ten minste ene product in een richting die in hoofdzaak dwars staat op de doorvoerrichting van het product in de 25 compressiekamer. Door het uitoefenen van een actieve druk in een richting die in hoofdzaak loodrecht staat op de transportrichting van de plantaardige producten wordt het plantaardige product (onder meer) lateraal gecomprimeerd, hetgeen de stabiliteit van de uiteindelijk te vormen baal significant ten goede komt, doordat op deze wijze de interne materiaalspanningen in de baal aanzienlijk kunnen worden gereduceerd. De 30 vormgeving van de compressiekamer bepaalt doorgaans althans een deel van de vormgeving van de baal. De vormgeving van de compressiekamer kan zeer divers van aard zijn, en kan in dwarsdoorsnede bijvoorbeeld rond of rechthoekig, in het bijzonder vierkant, zijn uitgevoerd, waardoor de uiteindelijke balen balkvormig respectievelijk cilindrisch vormgegeven zullen worden. De term compressiemiddelen dient ruim te 3 worden geïnterpreteerd. Echter, van belang is dat de compressiemiddelen zijn ingericht om op actieve wijze, en daarmee rechtstreeks en direct een druk uit te oefenen op het plantaardige product. Doorgaans zal ten minste een deel van de compressiemiddelen daartoe verplaatsbaar zijn uitgevoerd, en zullen de compressiemiddelen meer in het 5 bijzonder een verplaatsbaar compressie-element omvatten, zoals bijvoorbeeld een persstempel. Enkele van de mogelijk denkbare varianten van de compressiemiddelen zijn in het navolgende beschreven.

De compressiekamer omvat bij voorkeur ten minste één inlaatopening en ten minste één 10 uitlaatopening voor het ten minste ene plantaardige product, waarbij de inlaatopening en de uitlaatopening onderling op afstand zijn gelegen. Op deze wijze kan de inrichting op continue wijze opereren, hetgeen de operatiesnelheid van de inrichting significant ten goede komt. Het plantaardige product wordt doorgaans op geforceerde wijze in de inlaatopening geleid door van de inrichting deel uitmakende toevoermiddelen. De 15 toevoermiddelen voor toevoer van het plantaardige product aan de compressiekamer zijn doorgaans algemeen bekend, en kunnen bijvoorbeeld één of meerdere vijzels, een kruk-as, en/of een drijfstang, in het bijzonder zuiger, omvatten. De toevoermiddelen kunnen daarbij mechanisch en/of hydraulisch zijn aangedreven.

20 Doorgaans heeft de compressiekamer een vooraf gedefinieerd volume, waarbij de compressiekamer is vervaardigd uit een relatief star materiaal, zoals bijvoorbeeld metaal. Echter, in een voorkeursuitvoering is het volume van de compressiekamer wijzigbaar. Dit kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door het vervaardigen van althans een deel van de compressiekamer uit een flexibel materiaal, zoals bijvoorbeeld een 25 elastomeer, waardoor op relatief flexibele wijze door de compressiemiddelen (laterale) krachten kunnen worden uitgeoefend op het zich in de compressiekamer bevindend plantaardig product. Het flexibele (wand)deel van de compressiekamer kan daarbij tevens worden beschouwd als zijnde een onderdeel van de compressiemiddelen. Het is echter niet noodzakelijk om ten minste één wanddeel van de compressiekamer te 30 vervaardigen uit een elastisch, of althans flexibel materiaal, om het door de compressiekamer ingenomen volume te kunnen wijzigen. In een alternatieve voorkeursuitvoering omvatten de compressiemiddelen ten minste één de compressiekamer in hoofdzaak lateraal begrenzend wanddeel dat verplaatsbaar is ten opzichte van een naastgelegen wanddeel. Het verplaatsbare wanddeel kan daarbij zijn 4 vervaardigd uit een in hoofdzaak star materiaal, zoals bijvoorbeeld metaal. Daarbij kan het verplaatsbare wanddeel (wederom) worden beschouwd als zijnde een onderdeel van de compressiemiddelen, en in het bijzonder als zijnde een onderdeel van een van de compressiemiddelen deel uitmakende (verplaatsbare) zijpersklep of persstempel. Het 5 moge duidelijk zijn dat tevens op deze wijze het volume van de compressiekamer kan worden gereguleerd. Het reguleren van het volume van de compressiekamer is tevens voordelig voor het relatief eenvoudig kunnen aanpassen van de dimensionering van de uiteindelijk te vormen balen. In een bijzondere voorkeursuitvoering omvatten de compressiemiddelen meerdere de compressiekamer in hoofdzaak lateraal begrenzende 10 wanddelen die verplaatsbaar zijn ten opzichte van een naastgelegen wanddeel. Door toepassing van meerdere verplaatsbare wanddelen kan op het zich in de compressiekamer bevindende plantaardige product een meerzijdig laterale druk worden uitgeoefend, waardoor het plantaardige product op relatief gelijkmatige wijze kan worden belast in de compressiekamer, hetgeen de (homogeniteit van de) persdichtheid 15 van de te vormen baal, alsook de stabiliteit van de baal doorgaans verdergaand zal verbeteren. De verplaatsbare wanddeel kunnen op diverse wijzen worden gerealiseerd, doch bij voorkeur is het verplaatsbare wanddeel zwenkbaar verbonden met het naastgelegen wanddeel. Voordeel hiervan is dat de wanddelen permanent met elkaar zijn verbonden waardoor lekkages van het plantaardige product uit de compressiekamer 20 via eventuele tussen naastgelegen wanddelen aanwezige openingen kunnen worden geminimaliseerd.

Zoals reeds in het voorgaande omschreven omvat de inrichting doorgaans toevoermiddelen voor actieve (geforceerde) toevoer van het plantaardige product aan de 25 compressiekamer. In een voorkeursuitvoering zijn echter de compressiemiddelen tevens ingericht voor het actief uitoefenen van een druk in een richting die in hoofdzaak overeenkomt met een doorvoerrichting van het plantaardige product in de compressiekamer, waardoor de belasting van zich in de compressiekamer bevindend plantaardig product verdergaand kan worden geoptimaliseerd, doordat de grootte en het 30 moment van de frontale en laterale compressie van het product door de compressiemiddelen op optimale wijze op elkaar kunnen worden afgestemd. Afhankelijk van de situationele omstandigheden kunnen (aanvullende) conventionele toevoermiddelen eventueel achterwege worden gelaten, daar de toevoerende functie volgens deze bijzondere voorkeursuitvoering is overgenomen door de (bijzondere) 5 compressiemiddelen, waardoor de (multifunctionele) compressiemiddelen niet slechts zijn ingericht voor het op relatief efficiënte en voordelige wijze comprimeren van zich in de compressiekamer bevindend plantaardig product, doch ook voor het toevoeren van het product aan de compressiekamer.

5

In een voorkeursuitvoering omvat de inrichting een besturingseenheid voor het reguleren van de door de compressiemiddelen op het plantaardige product uitgeoefende druk. Op deze wijze kan de uiteindelijke baaldichtheid worden geoptimaliseerd. Met name het tijdsduur, de frequentie, en de grootte van de op het plantaardige product door 10 de compressiemiddelen uitgeoefende drukken kan middels de besturingseenheid worden gereguleerd. Daartoe dient doorgaans evenwel vooraf productgerelateerde informatie te worden ingegeven in de besturingseenheid. Bij voorkeur omvat de inrichting met de besturingseenheid gekoppelde detectiemiddelen voor het detecteren de verplaatsingsafstand van de baal in de doorvoerrichting. Tevens is het voordelig indien 15 de inrichting ten minste één met de besturingseenheid gekoppelde sensor omvat, welke sensor is ingericht voor het detecteren van - doorgaans specifieke - productgerelateerde informatie, zoals bijvoorbeeld de aard van het product, de (inherente) dichtheid van het product, de vochtigheid van het product, de gemiddelde deeltjesgrootte van het plantaardige product, maar ook bijvoorbeeld de druk in het plantaardige product en/of 20 de lengte van een gevormde baal.

Doorgaans omvat de inrichting slechts een enkele compressiekamer. Doch in een voorkeursuitvoering omvat de inrichting meerdere compressiekamers, waarbij ten minste twee compressiekamers in serie zijn geschakeld. Op deze wijze kan het 25 comprimeren van het plantaardige product gefaseerd geschieden, waarbij bijvoorbeeld het plantaardige product vooreerst wordt voorgeperst in een eerste compressiekamer, waarna het product wordt verperst tot de eigenlijke baal in een tweede compressiekamer.

30 Bij voorkeur omvat de inrichting snijmiddelen (of knipmiddelen) voor het afscheiden van de gevormde baal van zich in hoofdzaak in de compressiekamer bevindend plantaardig product. Op deze wijze kan de grootte, in het bijzonder de lengte, van een baal relatief eenvoudig worden gereguleerd. Bovendien kunnen op deze wijze balen via 6 een continu proces worden vervaardigd, hetgeen de capaciteit van de inrichting overeenkomstig de uitvinding ten goede komt.

Alhoewel doorgaans niet noodzakelijk om uiteenvallen van de gevormde balen te 5 voorkomen, omvat de inrichting bij voorkeur een verpakkingsstation voor het verpakken van een uit de compressiekamer verwijderde baal. Bij nadere voorkeur omvat het verpakkingsstation wikkelmiddelen voor het met een materiaallaag omwikkelen van een gevormde baal. De materiaallaag kan daarbij worden gevormd door bijvoorbeeld een (kunststof) folie. In een bijzondere voorkeursuitvoering zijn de 10 wikkelmiddelen ingericht voor het in hoofdzaak volledig omwikkelen van een uit de compressiekamer verwijderde baal. De wikkelmiddelen kunnen daarbij zijn ingericht om het folie na inwikkelen af te knippen door de baal axiaal 360° te laten roteren. Het is tevens denkbaar om de wikkelmiddelen te laten roteren rondom de baal, teneinde de baal te kunnen omgeven met het folie. Bij voorkeur omvatten de wikkelmiddelen ten 15 minste één wikkelring, bij nadere voorkeur meerdere wikkelringen, waarop diverse foliehouders zijn aangebracht. De baal zal daarbij doorgaans vooreerst door een eerste wikkelring wordt omwikkeld, welke omwikkeling plaatsvindt middels draaiingen om een hoofdzaak verticale as, waarna de baal wordt overgepakt en wordt omwikkeld door een tweede wikkelring middels draaiingen om een in hoofdzaak horizontale as.

20 Optioneel kan het besturingssysteem zijn gekoppeld met het verpakkingsstation voor bijvoorbeeld het bepalen van zowel de hoeveelheid om de baal te wikkelen folie. Op deze wijze kan de gevormde baal in hoofdzaak volledig door de folielaag worden afgeschermd van de de baal omgevende atmosfeer, hetgeen de houdbaarheid alsook de handling van de baal veelal ten goede komt. Bovendien belet het in hoofdzaak volledig 25 met folie omwikkelen de baal weer uit te zetten. Opgemerkt zij dat het voor enkele plantaardige producten evenwel van belang is dat de gevormde baal niet te strak met folie wordt omwikkeld, teneinde dooddrukken, en daarmee beschadiging van het plantaardige product te kunnen voorkomen. Middels meerzijdig omwikkelen van de gevormde baal kunnen balen op relatief efficiënte en flexibele wijze worden 30 omwikkeld, ongeacht de massa, de dimensionering, en de samenstelling van de baal.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een voertuig voorzien van ten minste één inrichting overeenkomstig de uitvinding. Het voertuig kan daarbij zijn voorzien van een verbrandings- en/of elektromotor voor aandrijving van het voertuig. Het is echter tevens 7 denkbaar dat de inrichting is aangebracht op een oplegger die met behulp van een trekkend voertuig kan worden voortbewogen. Veelal zal het voertuig meerdere (gasgevulde) draagwielen omvatten. Echter, het is eveneens denkbaar dat het voertuig is voorzien van bijzondere wielen, zoals bijvoorbeeld railwielen, om het voertuig te 5 kunnen laten samenwerken met een onderliggende vooraf gedefinieerde transportbaan, zoals bijvoorbeeld een railtraject. Het moge duidelijk zijn dat de inrichting tevens stationair (niet-mobiel) kan worden toegepast, al dan niet in combinatie met andere landbouwapparatuur.

10 De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een werkwijze voor het comprimeren van plantaardige producten tot een baal door toepassing van een inrichting overeenkomstig de uitvinding, omvattende de stappen: A) het in de compressiekamer aanbrengen van ten minste één plantaardig product, B) het actief uitoefenen van een druk op het in de compressiekamer aangebrachte product in een richting die een hoek insluit met de 15 doorvoerrichting van het product in de compressiekamer onder vorm van een baal, en C) het uit de compressiekamer verwijderen van de baal. Bij voorkeur worden stappen A)-C) na het uitvoeren van stap C) herhaald, waardoor het plantaardige product op continue wijze tot een baal kan worden samengeperst. Bij nadere voorkeur omvat de werkwijze tevens stap D) omvattende het opvolgend op het comprimeren van het 20 plantaardige product tot een baal volgens stap B) doorsnijden (of doorknippen) van het plantaardige product voor het afscheiden van de baal. De lengte van de baal kan hierbij relatief eenvoudig worden gereguleerd. In een voorkeursuitvoering omvat de werkwijze tevens omvat stap E) omvattende het opvolgend op het uit de compressiekamer verwijderen van het comprimeerde product volgens stap C) verpakken van de baal. Het 25 verpakken van de baal geschiedt doorgaans met behulp van folie. De werkwijze omvat bij voorkeur tevens stap F) omvattende het detecteren van de dichtheid van het plantaardige product, en stap G) omvattende het opvolgende op het detecteren van de dichtheid van het plantaardige product volgens stap F) reguleren van de tijdens stap A) op het plantaardige product uitgeoefende druk. Verdere voordelen van de werkwijze 30 overeenkomstig de uitvinding zijn in het voorgaande reeds uitvoerig omschreven.

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden.

8

Figuur 1 toont een inrichting volgens de uitvinding.

Figuren 2a-2e tonen dwarsdoorsneden van verschillende uitvoeringsvarianten van de inrichting volgens de uitvinding in werking.

Figuur 3 toont een alternatieve inrichting volgens de uitvinding.

5

Figuur 1 toont een inrichting 1 voor het comprimeren van plantaardige producten 2. De plantaardige producten 2 worden in een compressiekamer 3 middels een pneumatisch of hydraulisch aangedreven drukpers 4 in een transportrichting volgens pijl A samengeperst, waarbij de inhoud van de compressiekamer verkleind wordt. De 10 plantaardige producten 2 worden tevens in de richting B haaks op de transportrichting A samengeperst door twee aan tegenoverliggende zijde van de compressiekamer 3 gelegen schamierbare zijwanden 5, die bevestigd zijn met scharnieren 6. De samengeperste plantaardige producten 2 worden gevormd tot een baal 7 die uit de compressiekamer geduwd wordt. De uitvoer van de baal 7 wordt gemeten met een detector 8 in de vorm 15 van een roteerbaar tastwiel of cilinder. Afhankelijk van de dichtheid van de baal kan hieruit de hoeveelheid plantaardig materiaal die wordt doorgevoerd afgeleid worden. De uitlaatopening 9 van de compressiekamer is afgesloten door twee schuiven voorzien van een snijrand 10, waarmee een afgemeten stuk van de baal af gesneden kan worden. Aan de uitlaatopening is een verpakinrichting 11 gekoppeld voor het wikkelen van de 20 afgesneden baal in een folie. De verpakte baal 7 wordt vervolgens afgevoerd middels transportbanden 12. De onderdelen van de inrichting, waaronder de detectiemiddelen 8, zijn onderling afgestemd middels regelmiddelen 13, waardoor de gewenste dichtheid en grootte van balen 7 bewerkstelligd wordt, en waarmee tevens de productiesnelheid geoptimaliseerd kan worden en afgestemd op de aanvoer van plantaardig product 2.

25

Figuur 2a-f toont inrichtingen volgens de uitvinding in werking. De inrichtingen komen grotendeels overeen met de inrichting uit figuur 1, en zijn voor zover van toepassing overeenkomstig genummerd. Ten bate van de overzichtelijkheid is regeleenheid weggelaten.

30

Figuur 2a toont de inrichting van figuur 1, waarbij de zijwaartse compressie haaks op de transportrichting A door scharnierende zijwanden 5 wordt uitgevoerd. De zijwanden 5 overlappen met afdichtstukken 14, zodat tijdens het samenpersen van het plantaardige materiaal 2 zo min mogelijk materiaal verloren gaat.

9

Figuur 2b toont een inrichting volgens andere voorkeursuitvoering van de uitvinding, waarbij voor het samenpersen haaks op de transportrichting A twee persen 15 in de zijwanden 16 van de compressiekamer 3. De schuiven 10 zijn geopend, zodat de baal 7 5 door de pers 4 uit de compressiekamer 3 geduwd kan worden. Wanneer de detectiemiddelen 8 vaststellen dat de gewenste baalgrootte uit de compressiekamer is geduwd, worden de schuiven 10 gesloten, zodat de snijrand van de schuiven 10 de baal op de gewenste grootte afsnijdt.

10 Figuur 2c toont nog een voorkeursuitvoering van de uitvinding, waarbij dubbel scharnierende zijwanden 17 worden gebruikt om het plantaardige materiaal samen te persen. De met de stationaire zijwanden overlappende zwenkbare flappen 18 minimaliseren het verlies van materiaal bij samenpersen. De baal 7 is in deze figuur voor een groot deel uit de compressiekamer geduwd, waarbij de verpakkingsinrichting 15 11 de baal reeds gedeeltelijk met folie 19 verpakt heeft. Figuur 2d toont de inrichting volgens figuur 2c, waarbij de zijwanden 18 in de samenpersende oriëntatie zijn, en waarbij de pers 4 de baal 7 vrijwel volledig uit de compressiekamer 3 geduwd heeft. Op deze wijze kan de compressiekamer 3 tevens op relatief efficiënte wijze worden gereinigd, waarbij de compressiekamer 3 kan worden ontdaan van eventuele resten van 20 het plantaardige materiaal, waardoor schimmelvorming in de compressiekamer 3, in het bijzonder tijdens stilstand (niet-gebruik) van de inrichting, kan worden voorkomen, of althans kan worden tegengegaan.

Figuur 2e toont weer een alternatieve uitvoeringsvariant, waarbij in plaats van een pers 25 een dubbele schroeftransporteur (vijzels) wordt gebruikt voor verplaatsing van plantaardig materiaal 2 in de transportrichting A. Dezelfde compressie-inrichting haaks op de transportrichting A als in figuren 1 en 2a wordt hier toegepast. Te zien is hoe een middels het tastwiel 8 afgemeten grootte van de baal 7 door de schuiven 10 is afgesneden, om vervolgens verpakt te worden in de verpakinrichting 11.

30

Figuur 2f toont nog een alternatieve uitvoeringvariant, waarbij twee samenwerkende invoerwielen 21 zorgen voor de benodigde druk in de transportrichting A. De afgesneden baal 7 is in deze figuur inpakt met folie 19 en klaar om afgevoerd te worden middels de transportbanden 12 10

Figuur 3 toont een inrichting 30 volgens de uitvinding, vergelijkbaar met de inrichtingen van de voorgaande figuren. Het plantaardige materiaal 31 wordt ingevoerd middels een invoertrechter 32, en vervolgens met behulp van vijzels (vergelijkbaar met 5 figuur 2e) of een ander soort pers, in de compressiekamer gebracht, en zowel in de transportrichting A als in een richting haaks op de transportrichting samengeperst. De schamierbare zijwanden 33, schamierbaar om scharnier 34, zorgen voor de samenpersing in de richting haaks op de transportrichting A, vergelijkbare met bijvoorbeeld figuur 1. het samengeperste plantaardige materiaal vormt een baal 35, die 10 op maat wordt afgesneden (zie bovenstaande figuren 1 en 2a-2f) en verpakt folie door de verpakkingsinrichting 36, en vervolgens afgevoerd met behulp van transportbanden 37, waarbij tevens een tweede verpakkingsinrichting 38 voor een tweede verpakking met folie in de transportrichting A zorgt. Deze uitvoering is op een mobiel onderstel 39 geplaatst. De inrichting is echter ook denkbaar als een stationaire opstelling.

15

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.

20

Claims

1. Inrichting voor het comprimeren van plantaardige producten tot balen, omvattende: 5. ten minste één compressiekamer, en - compressiemiddelen voor het actief uitoefenen van druk op ten minste één in de compressiekamer aangebracht plantaardig product onder vorming van een baal, met het kenmerk, dat de compressiemiddelen zijn ingericht voor het actief uitoefenen van een druk op het 10 ten minste ene product ten minste in een richting die een hoek insluit met de doorvoerrichting van het product in de compressiekamer.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de compressiemiddelen zijn ingericht voor het actief uitoefenen van een druk op het ten minste ene product in 15 een richting die in hoofdzaak dwars staat op de doorvoerrichting van het product in de compressiekamer.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de compressiekamer ten minste één inlaatopening en ten minste één uitlaatopening voor het ten minste ene 20 plantaardige product omvat.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het volume van de compressiekamer wijzigbaar is.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de compressiemiddelen ten minste één de compressiekamer in hoofdzaak lateraal begrenzend wanddeel omvatten dat verplaatsbaar is ten opzichte van een naastgelegen wanddeel.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de compressiemiddelen meerdere de compressiekamer in hoofdzaak lateraal begrenzende wanddelen omvatten die verplaatsbaar zijn ten opzichte van een naastgelegen wanddeel.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de het verplaatsbare wanddeel zwenkbaar is verbonden met het naastgelegen wanddeel.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 5 compressiekamer ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit een flexibel materiaal.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de compressiemiddelen tevens zijn ingericht voor het actief uitoefenen van een druk in een richting die in hoofdzaak overeenkomt met een doorvoerrichting van het plantaardige 10 product in de compressiekamer.

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting een besturingseenheid omvat voor het reguleren van de door de compressiemiddelen op het plantaardige product uitgeoefende druk. 15

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de inrichting met de besturingseenheid gekoppelde detectiemiddelen omvat voor het detecteren de verplaatsingsafstand van de baal in de doorvoerrichting.

12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting meerdere compressiekamers omvat, waarbij ten minste twee compressiekamers in serie zijn geschakeld.

13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 25 inrichting snijmiddelen omvat voor het afscheiden van de gevormde baal van zich in hoofdzaak in de compressiekamer bevindend plantaardig product.

14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting een verpakkingsstation omvat voor het verpakken van een uit de 30 compressiekamer verwijderde baal.

15 C) het uit de compressiekamer verwijderen van de baal.

15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het verpakkingsstation wikkelmiddelen omvat voor het met een materiaallaag omwikkelen van een gevormde baal.

16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de wikkelmiddelen zijn ingericht voor het in hoofdzaak volledig omwikkelen van een uit de compressiekamer verwijderde baal. 5

17. Voertuig voorzien van ten minste één inrichting volgens een der conclusies 1- 16.

18. Werkwijze voor het comprimeren van plantaardige producten tot een baal door 10 toepassing van een inrichting volgens een der conclusies 1-17, omvattende de stappen: A) het in de compressiekamer aanbrengen van ten minste één plantaardig product, B) het actief uitoefenen van een druk op het in de compressiekamer aangebrachte product ten minste in een richting die een hoek insluit met de doorvoerrichting van het product in de compressiekamer onder vorm van een baal, en

19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat na het uitvoeren van stap C) stappen A)-C) worden herhaald.

20. Werkwijze volgens conclusie 18 of 19, met het kenmerk, dat de werkwijze tevens omvat stap D) omvattende het opvolgend op het comprimeren van het plantaardige product tot een baal volgens stap B) doorsnijden van het plantaardige product voor het afscheiden van de baal.

21. Werkwijze volgens een der conclusies 18-20, met het kenmerk, dat de werkwijze tevens omvat stap E) omvattende het opvolgend op het uit de compressiekamer verwijderen van het comprimeerde product volgens stap C) verpakken van de baal.

22. Werkwijze volgens een der conclusies 18-21, met het kenmerk, dat de werkwijze tevens omvat stap F) omvattende het detecteren van de dichtheid van het plantaardige product, en stap G) omvattende het opvolgende op het detecteren van de dichtheid van het plantaardige product volgens stap F) reguleren van de tijdens stap A) op het plantaardige product uitgeoefende druk.