NL194911C - Werkwijze voor het bijstellen van de instelstand van een heen en weer beweegbaar schuifbaar orgaan, alsmede pers voor het uitvoeren van een werkwijze. - Google Patents

Description

1 194911

Werkwijze voor het bijstellen van de instelstand van een heen en weer beweegbaar schuifbaar orgaan, alsmede pers voor het uitvoeren van een werkwijze

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bijstellen van de instelstand van een 5 heen en weer beweegbaar schuifbaar orgaan, door het bijstellen van de positie van het onderste dode punt van het schuifbare orgaan door het verplaatsen van het schuifbare orgaan over een voorgeschreven afstand.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit JP-A-2.165.900. Uit het document is een pers bekend met een inrichting voor het instellen van het onderste dode punt. Deze pers omvat een scharniermechanisme voor 10 het in verticale richting heen en weer bewegen van een plunjer die met een slede is verbonden. De slede is verbonden met een bovenmatrijs. Verder is een wormwiel voorzien waarop excentrisch een as is aangebracht. Door het aandrijven van het wormwiel beweegt het scharniermechanisme met de plunjer en de slede als geheel in verticale richting. Op deze wijze kan het onderste dode punt worden bijgesteld.

Bij het vormen van delen van precisiewerktuigen of bij het snijden of buigen van geleidingenstelsels van 15 elektronische delen zoals IC’s (Integrated Circuits) wordt dikwijls gebruik gemaakt van een pers van middelmatige of kleine afmetingen met een betrekkelijk kleine slaglengte.

Wanneer perswerkzaamheden met behulp van een dergelijke bekende mechanische pers worden uitgevoerd, wordt een werkstuk tussen de bovenste matrijs en de onderste matrijs geschoven in de stand waarin de bovenmatrijs aan het boveneind van de slag staat; met andere woorden: in de bovenste dode 20 stand. Vervolgens gaat de bovenmatrijs naar beneden en komt in de stand waarin het werkstuk wordt geperst tussen de beweegbare bovenste matrijs en de vaste matrijs; met andere woorden: in de stand in het onderste dode punt.

De matrijshoogte is in het algemeen gedefinieerd als de afstand tussen het ondervlak van de plunjer van de pers en de bovenzijde van een draagplaat, wanneer een bovenste matrijs in de onderste dode stand 25 staat. In deze tekst geeft de matrijshoogte H echter de afstand aan tussen het ondervlak van de schacht dat is bevestigd in de schuif (plunjer) en het bovenvlak van de draagplaat; overeenkomstig met de constructie van een uitvoering volgens de onderhavige uitvinding (zie figuur 3).

De slaglengte L van het schuifbare orgaan bij, bijvoorbeeld, een pers van gemiddelde of kleine afmetingen zoals de hiervoor beschreven mechanische pers, ligt dikwijls in het bereik van 30 mm tot 50 30 mm, omdat een werkstuk dat wordt bewerkt met de pers betrekkelijk klein is. Wanneer zich bijzondere omstandigheden voordoen met betrekking tot de matrijzen bij een kleine pers met een dergelijke korte slaglengte L, zijn omslachtige handelingen nodig, zoals het uit de matrijzen halen van het werkstuk, het opnieuw bijstellen van de matrijzen, of andere bijbehorende onderhoudswerkzaamheden en controlewerkzaamheden.

35 Meer in het bijzonder in het geval van de bekende pers, bij het uithalen van het werkstuk of het reviseren van de matrijzen bij een abnormaliteit, moeten de matrijzen uit de machine worden genomen voor het ondergaan van de vereiste bewerkingen en daarna moet de machine opnieuw worden ingesteld. Men heeft niet alleen te maken met de moeizame handelingen van het uit de machine nemen en het weer opnieuw instellen van de matrijzen, maar tevens is zeer veel arbeid nodig voor het nauwkeurig bijstellen van de 40 slaglengte of de matrijshoogte bij het opnieuw instellen, met als gevolg dat de productiecapaciteit als geheel daalt.

Niet alleen bij een pers met gemiddelde of kleine afmetingen en een betrekkelijk kleine slaglengte, maar ook bij een pers van grote afmetingen, is voor het bijstellen van de matrijshoogte H de volgende werkwijze nodig: 45 In de eerste plaats wordt een heen èn weer beweegbaar schuifbaar orgaan zoals een persplunjer ingesteld in een stand met een voldoende hoogte, een werkstuk wordt geperst, en de correctie van de matrijshoogte A wordt uitgevoerd na het inspecteren van de toestand van het geperste product. Teneinde de juiste matrijshoogte te kunnen bepalen, moeten de bijstelwerkzaamheden, met inbegrip van het persen, controleren en corrigeren als hiervoor beschreven een aantal malen plaatsvinden, en deze handeling vereist 50 een geschoolde gebruiker, als gevolg waarvan de productiviteit weer nadelig wordt beïnvloed.

De bekende pers zou voorzien kunnen zijn van een beveiligingsmechanisme tegen overbelasting, waarbij een belastingsmeter elektrisch een koppeling uitschakelt bij het waarnemen van een noodtoestand wanneer de pers wordt overbelast, met andere woorden de uitgeoefende kracht groter is dan een van tevoren bepaalde drukkracht, voor het stilzetten van de machine. Het stilzetten van een machine in de vorm van een 55 noodtoestand, telkens wanneer een overbelasting optreedt, maakt arbeidskracht nodig voor het telkens weer instellen van de machine, met als gevolg weer een slechte productiviteit

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het op geschikte wijze en 194911 2 automatisch bijstellen van de drukkracht door het automatisch bijstellen van de stand van een heen en weer gaand schuifbaar orgaan voor het onder druk brengen van een werkstuk in het onderste dode punt.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een werkwijze voor het bijstellen van de instelstand van een heen en weer beweegbaar schuifbaar orgaan, door het bijstellen van de positie van het onderste dode 5 punt van het schuifbare orgaan door het verplaatsen van het schuifbare orgaan over een voorgeschreven afstand, welke werkwijze de volgende stappen omvat: - het vaststellen van een drukkracht die wordt uitgeoefend door het schuifbare orgaan in het onderste dode punt van het schuifbare orgaan; - het baseren van de voorgeschreven afstand op een gemeten waarde van de drukkracht, waarbij het 10 bijstellen van het onderste dode punt wordt uitgevoerd wanneer de gemeten waarde van de drukkracht die is vastgesteld in de stap van het vaststellen van de drukkracht buiten de bovenste en onderste grens is komen te liggen van een tolerantiebereik van de drukkracht.

Volgens deze werkwijze volgens de uitvinding voor het automatisch bijstellen van de instelstand van een heen en weer bewegend schuifbaar orgaan wordt de drukkracht die wordt uitgeoefend door het schuifbaar 15 orgaan vastgesteld in het onderste dode punt van het schuifbare orgaan. Wanneer dan de gemeten waarde van de drukkracht die is vastgesteld buiten het tolerantiebereik van de drukkracht ligt, wordt het schuifbare orgaan naar boven of naar beneden bewogen over een voorgeschreven afstand die afhangt van de gemeten waarde van de drukkracht, waardoor de stand van het onderste dode punt wordt bijgesteld. De drukkracht wordt zo zodanig bijgesteld dat deze binnen het tolerantiebereik ligt.

20 Volgens deze werkwijze wordt de drukkracht in het onderste dode punt van het schuifbare orgaan automatisch vastgesteld en, wordt de stand van het schuifbare orgaan automatisch bijgesteld wanneer de gemeten drukkracht buiten het tolerantiebereik ligt, waardoor automatisch de drukkracht zodanig wordt bijgesteld dat deze binnen het tolerantiebereik komt te liggen. De drukkracht in het onderste dode punt van het schuifbare orgaan wordt zo steeds op passende wijze en automatisch bijgesteld.

25 Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een pers waarin deze werkwijze wordt toegepast. Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een pers voor het uitvoeren van de hierboven beschreven werkwijze omvattende: - een schuifbaar orgaan dat heen en weer beweegbaar is voor het onder druk brengen van een werkstuk jn het onderste dode punt ervan; 30 - een heen en weer beweegbare aandrijfinrichting voor het aandrijven van het schuifbare orgaan voor het heen en weer bewegen daarvan; dat de pers is voorzien van - een vaststelgedeelte voor het automatisch vaststellen van de drukkracht in het onderste dode punt van het schuifbare orgaan; en - een automatisch hefmechanisme voor het automatisch naar boven of naar beneden bewegen van de 35 positie van het schuifbare orgaan in het onderste dode punt daarvan, gebaseerd op een signaal voor de drukkracht dat wordt geleverd door het automatische vaststelgedeelte voor de drukkracht.

Wanneer men beschikt over een dergelijke constructie kan men een pers zodanig uitrusten dat deze automatisch de drukkracht op een werkstuk kan corrigeren.

Een ander doel van de onderhavige uitvinding is een pers te verschaffen met gemiddelde of kleine 40 afmetingen en een betrekkelijk kleine slag, die is voorzien van een inrichting voor het bijstellen van de instelstand van een heen en weer bewegend schuifbaar orgaan waarbij werkzaamheden, zoals het verwijderen en aanbrengen van een werkstuk en het onderhouden en inspecteren van de matrijzen en dergelijke kunnen plaatsvinden zonder de matrijzen en dergelijke uit het hoofdgestel van de machine te verwijderen wanneer een abnormaliteit optreedt.

45 Dit doel wordt bereikt door een pers voor het uitvoeren van de hierboven beschreven werkwijze, voorzien van een inrichting voor het bijstellen van de instelstand van een heen en weer beweegbaar schuiforgaan, welke inrichting omvat: - een tandwiel; - een aandrijfinrichting met een wormoverbrenging voor het roterend aandrijven van dat tandwiel; 50 - een tuimelarm; - een orgaan voor het overbrengen van een aandrijfkracht, dat scharnierend is gekoppeld met een verbindingsdeel op het ene eind van de tuimelarm voor het overbrengen van een aandrijfkracht op de tuimelarm; - een schuifbaar orgaan dat ten minste scharnierend is gekoppeld met een koppeldeel op het andere eind 55 van de tuimelarm, waarbij de tuimelarm scharnierend is bevestigd om een as die tussen de einden van de tuimelarm ligt, en dat het tandwiel is bevestigd aan de as, waarbij het midden van de rotatie-as van het tandwiel over een 3 194911 voorgeschreven afstand verschoven ligt ten opzichte van het midden van de as.

Bij de hiervoor beschreven constructie, door het zwaaien van de arm door middel van het orgaan voor het overbrengen van de aandrijfkracht, dat is gekoppeld met het ene eind van de arm daartussen is gelegen, kan het schuifbare orgaan dat is gekoppeld met het andere eind van de arm heen en weer worden 5 bewogen, waardoor men de werking en het effect krijgt van een zogenaamde mechanische pers met tuimelarm.

De rotatie van het roterende orgaan doet het zwaaiingsmidden van de arm excentrisch draaien om het midden van de as van het roterende orgaan. Daarbij blijkt het koppelingsdeel tussen het ene eind van de tuimelarm en het orgaan voor het overbrengen van de aandrijfkracht vast te zijn, en doet de arm het 10 koppelingsdeel tussen het andere eind en het schuifbare orgaan scharnieren om het ene eind.

Daarom zal de scharnierende bewegingen van het koppelingsdeel aan het andere eind van de tuimelarm het schuifbare orgaan op en neer doen bewegen, waarbij de slaglengte wordt gewijzigd.

Met een dergelijke constructie kan de fijne bijstelling van de aandrukkracht op een werkstuk die wordt uitgeoefend door het schuifbare orgaan, automatisch en nauwkeurig worden verkregen.

15 In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het orgaan voor het overbrengen van de aandrijfkracht een verbindingsstang, welke verbindingstang met het ene eind is gekoppeld aan het ene eind van de tuimelarm bij het koppelingsdeel door een as voor het in lengterichting heen en weer bewegen onder de werking van een aandrijfbron.

Een pers volgens de uitvinding kan uitgerust zijn met een constructie waarin een inrichting voor het 20 bijstellen van de instelstand van een heen en weer beweegbaar schuifbaar orgaan van de hiervoor beschreven constructie is opgenomen in het hoofdgestel dat omvat een voetstuk, een beweegbare bovenmatrijs die is bevestigd aan het schuifbaar orgaan, een vaste matrijs die is bevestigd aan het voetstuk van het hoofdgestel en waarbij de beweegbare plunjer en de vaste matrijs samenwerken voor het persen van een werkstuk in de onderste dode stand van het schuifbaar orgaan.

25

De voorgaande en andere doelen, kenmerken, aspecten en voordelen van de onderhavige uitvinding zuilen naar voren komen in de volgende gedetailleerde beschrijving van de onderhavige uitvinding, aan de hand van de tekening.

Figuur 1 is een gedeeltelijk opengesneden vooraanzicht van een mechanische pers met een tuimelarm in 30 een eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding waarbij de bovenmatrijs op het bovenste dode punt staat; figuur 2 is een gedeeltelijk opengesneden bovenaanzicht dat de omgeving van de tuimelarm van de pers uit figuur 1 laat zien; figuur 3 is een gedeeltelijk opengesneden vooraanzicht van de omgeving van een tuimelarm voor het laten zien van de werking van een inrichting voor het bijstellen van het heen en weer beweegbare 35 schuifbare orgaan van de pers uit figuur 1; figuur 4 is een gedeeltelijk opengesneden doorsnede van de pers uit figuur 1 waarbij het heen en weer beweegbare schuifbare orgaan naar boven is bewogen door de werking van de inrichting voor het bijstellen van het heen en weer beweegbare schuifbare orgaan; figuur 5 is een bovenaanzicht dat een geleidingenstelsel laat zien van een IC voor het verduidelijken van 40 de snij- en buigbewerkingen die worden uitgevoerd door een pers met een tuimelarm van gemiddelde of kleine afmetingen; figuur 6 is een gedeeltelijk opengesneden vooraanzicht dat de pers met tuimelarm laat zien in een tweede uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding; figuur 7 is een bovenaanzicht van de omgeving van de tuimelarm van de pers uit figuur 6; en 45 figuur 8 is een routeschema dat de bijstelbewerking laat zien voor het automatische instelmechanisme van de drukkracht in het geval van een mechanische pers met tuimelarm volgens figuur 6.

Een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zal worden beschreven aan de hand van de figuren 1-5. Figuur 1 laat een pers zien in de stand, waarin het heen en weer beweegbare schuifbare 50 orgaan van een mechanische pers met tuimelarm in de eerste uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is geplaatst in het bovenste dode punt. Zoals figuur 1 laat zien, omvat deze pers in de onderhavige uitvoering een tuimelarm 2 die kan scharnieren om een as 1, een verbindingsstang 4 die scharnierend is gekoppeld met een koppelingsdeel 3 op het ene eind van de tuimelarm 2 door een as 31, en een schuifbaar orgaan 6 dat scharnierend is gekoppeld met een koppelingsdeel 5 op het andere eind van de 55 tuimelarm 2 door assen 51, 53 en een koppelstuk 52. Het schuifbare orgaan 6 omvat een schacht 61 die zich uitstrekt door een doorgaande opening 71 die is aangebracht in het bovenste gestel 7 van het hoofdgestel van de pers en een beweegbare bovenste matrijs 63 die is bevestigd aan het boveneind met 194911 4 een instelorgaan 62 daartussen.

Een onderste matrijs 10 is bevestigd op de bovenzijde van een draagplaat 9 die is bevestigd op de bovenzijde van het voetstuk 8 van het hoofdgestel, waarbij staandervormige geleidingsorganen 11,11 verticaal zijn geplaatst op de bovenzijde van de draagplaat 9 en geleidingsgedeelten 62a, 62a van het 5 instelorgaan 62 schuivend kunnen worden geleid langs de geleidingsorganen 11, 11. De geleide gedeelten 62a, 62a van het instelorgaan 62 worden aan de einden naar boven gedrukt door een veer 12. Het voetstuk 8, een zijstel 13 en een bovengestel 7 vormen het hoofdgestel 14 van de pers.

Met de beschreven constructie werkt de mechanische pers met tuimelarm volgens de onderhavige uitvinding die is afgebeeld in figuur 3 als volgt.

10 Een op en neer gerichte heen en weer gaande aandrijvende kracht (aangeduid door de pijl A in figuur 1) uit een aandrijfbron (niet afgebeeld) werkt op de verbindingsstang 4. Als aandrijfbron kan een door een medium aangedreven bron zoals een hydraulische pers of een elektrisch bediende aandrijfbron zoals een pulsmotor worden toegepast. De heen en weer gerichte aandrijvende kracht wordt overgebracht op de tuimelarm 2 door het verbindingsdeel 3 en als gevolg daarvan zwaait de tuimelarm 2 om de as 1. De 15 scharnierende beweging van het verbindingsdeel 5 die wordt veroorzaakt door het zwaaien van de tuimelarm 2 wordt omgezet in de op en neer gaande en heen en weer gaande beweging (aangeduid door de pijl B in figuur 1) van de schacht 61, waardoor de op en neer gaande heen en weer gaande beweging van de bovenste matrijs 63 wordt veroorzaakt.

Wanneer perswerkzaamheden worden uitgevoerd met behulp van de mechanische pers volgens de 20 onderhavige uitvinding, wordt een werkstuk (niet afgebeeld) geschoven tussen de bovenste matrijs 63 en de onderste matrijs 10 in de stand als afgebeeld in figuur 1, waarin de bovenste matrijs 63 aan het boveneind van de slag ervan is gelegen, met andere woorden in de bovenste dode stand staat. Wanneer dan de verbindingsstang 4 naar boven beweegt, onder invloed van de aandrijving, daalt de bovenste matrijs 63 en komt te staan in de onderste dode stand (als afgebeeld in figuur 2).

25 De hiervoor beschreven constructie en de werking van de pers volgens de onderhavige uitvinding met tuimelarm is in .hoofdzaak gelijk aan die van de gebruikelijke soorten. Het essentiële verschil ertussen is dat in de onderhavige uitvoering een bijstelmechanisme 20 is aangebracht op het bovenste gestel 7 voor het bijstellen van de instelstand van het schuifbare orgaan 6.

Het bijstelmechanisme 20 omvat roterende assen 21, 21 die zijn bevestigd aan de van elkaar af 30 gekeerde einden van de as 1 van de tuimelarm 2, legers 22, 22 voor het dragen van de roterende assen 21,21, een wormwiel 23 dat is bevestigd op één van de roterende assen 21, 21 en een wormdrijfwerk 24 dat samenwerkt met het wormwiel 23. Een servomotor 25 is aangebracht als aandrijfbron voor het aandrijven van het wormdrijfwerk 24 om dit normaal en in omgekeerde richting te doen roteren. De as 1 die het middelpunt vormt van de zwaaiing van de tuimelarm 2 is bevestigd aan de roterende as 21 waarbij het 35 middelpunt 01 over een voorgeschreven afstand verschoven ligt ten opzichte van het middelpunt 02 van de roterende as 21. Daarom kan de tuimelarm 2 scharnieren rondom de as 1 en bij het onderhoud en inspecteren zal ten gevolge van de rotatie van het wormwiel 23 de as 1 die is bevestigd aan de roterende as 21 excentrisch draaien om het middelpunt 02 van de roterende as 21.

Tussen het wormdrijfwerk 24 en de servomotor 25 is een koppeling 26 aangebracht voor het overbren-40 gen van de roterende aandrijvende kracht van de servomotor 25 naar het wormdrijfwerk 24.

Zoals figuur 4 laat zien, kan de bovenste matrijs naar boven worden bewogen in de bovenste standen door het bedienen van de servomotor 25 van het bijstelmechanisme 20 welke standen geschikt zijn voor verrichtingen als onderhoud en inspectie wanneer een abnormaliteit optreedt tussen de bovenste matrijs 63 en de onderste matrijs 10 of een werkstuk moet worden verwijderd in het geval van een foutieve vervorming 45 van het werkstuk.

De werking van het bijstelmechanisme 20 is als volgt. De servomotor 25 doet het wormdrijfwerk 24 en het daarmee samenwerkende wormwiel 23 draaien. De draaiing van het wormwiel 23 doet de as 1 die is bevestigd in een stand die verschoven ligt ten opzichte van het middelpunt 02 van de roterende as 21 excentrisch scharnieren om het middelpunt 02. Op dat moment lijkt het koppelingsdeel 3 op het ene eind 50 van de tuimelarm 2 vast te staan en daarom zal het koppelingsdeel 5 op het andere eind van de tuimelarm 2 scharnieren om het koppelingsdeel 3.

Daarom zal de scharnierende beweging van het koppelingsdeel 5 om het koppelingsdeel 3 de bovenste matrijs 63 naar boven toe bewegen naar een bovenste stand met een slag die groter is dan de normale slaglengte L. Als gevolg daarvan wordt gemakkelijk en snel voldoende ruimte verschaft tussen de bovenste 55 matrijs 63 en de onderste matrijs 10 waardoor het onderhoud en inspectie en dergelijke van de bovenmatrijs 63 en van de vaste matrijs 10 gemakkelijk kan plaatsvinden. De stand van de bovenste matrijs 63 in bovenwaartse en benedenwaartse richtingen kan naar keuze en gemakkelijk worden ingesteld met behulp 5 194911 van de roterende servomotor 25. De fijne bijstelling van de slag L van de bovenste matrijs 63 kan daarom doeltreffend, nauwkeurig en toch gemakkelijk plaatsvinden.

Ofschoon in de onderhavige uitvinding een bescherming is gegeven van een algemeen soort pers met kleine of middelgrote afmetingen en met een inrichting voor het bijstellen van de instelstand van het 5 schuifbare orgaan, kan de onderhavige uitvinding worden toegepast op andere soorten machines die worden gebruikt voor kleine werkstukken.

De inrichting voor het bijstellen van de instelstand van een heen en weer bewegend schuifbaar orgaan als afgebeeld in de onderhavige uitvoeringsvormen kan bijvoorbeeld worden toegepast bij het vormen van de leidingen 27 van elektrische delen die worden gevormd door IC's die zijn afgesloten door kunststof 10 materiaal in een rechthoekig bereik als omgeven door twee streepstippellijnen aan een geleidingstelsel als afgebeeld in figuur 5. Meer in het bijzonder kan een machine met een inrichting voor het bijstellen van de instelstand van een heen en weer bewegend schuifbaar orgaan volgens de onderhavige uitvinding doeltreffend worden toegepast voor het snijden en verwijderen van overbodige delen zoals een trekstaaf 28 na het afdichten met de kunststof of het buigen van een leiding 27.

15 Zoals in het voorgaande is beschreven aan de hand van de eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan een inrichting voor het bijstellen van de instelstand van een heen en weer bewegend schuifbaar orgaan uitstekende praktische werkingen verschaffen wanneer dit wordt toegepast bij een pers van gemiddelde of kleine afmetingen, waarbij het resultaat is dat verrichtingen zoals het wegnemen of verwijderen van een werkstuk, of het onderhoud en de inspectie van de matrijzen etc. kunnen worden uitgevoerd zonder dat de 20 matrijzen en dergelijke uit het hoofdgestel van de pers moeten worden verwijderd wanneer een abnormaliteit in de matrijzen wordt waargenomen.

Als gevolg daarvan kan een verslechtering van de productiviteit als geheel doeltreffend en met zekerheid worden vermeden, welke verslechtering in de productiviteit wordt veroorzaakt door de grote hoeveelheid werk die wordt vereist voor verrichtingen zoals het verwijderen van de matrijzen uit het hoofdgestel van de 25 machine voor het bijstellen van de slag ervan en voor het opnieuw instellen van de matrijzen.

Een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zal worden beschreven aan de hand van de figuren 6-8. De onderhavige uitvoering heeft evenals de eerder beschreven eerste uitvoering betrekking op een mechanische pers met tuimelarm en de constructie ervan is in hoofdzaak identiek aan die van de eerste uitvoeringsvorm. Daarom zullen delen die gemeenschappelijk zijn met de eerste uitvoering worden 30 aangeduid met dezelfde verwijzingsnummers en een gedetailleerde beschrijving hiervan zal niet worden gegeven.

De onderhavige uitvoering is in hoofdzaak identiek met de hiervoor beschreven eerste uitvoering met het essentiële verschil dat het bijstelmechanisme 20 voor het bijstellen van de instelstand van het schuifbare orgaan 6 is uitgerust met gedeelten 29, 29 voor het automatisch vaststellen van de drukkracht, welke 35 gedeelten automatisch de drukkracht vaststelt die wordt uitgeoefend in het benedenste dode punt van het verschuifbare orgaan. In de onderhavige uitvoering wordt een signaal S voor de vastgestelde drukkracht dat is verkregen in de automatische vaststelgedeelten 29, 29 voor de drukkracht verkregen als het signaal voor het geven van een opdracht aan de servomotor voor een normale of omgekeerde rotatie als aangegeven door een pijl In streepstippellijnen in figuur 7.

40 De bijstelwerking van het bijstelmechanisme 20 van het schuifbare orgaan 6 zal in detail worden beschreven in combinatie met een in figuur 8 afgebeeld routeschema.

De stap 200 is een stap bij een normale persbewerking.

Bij deze persbewerking wordt de drukkracht, wanneer het schuifbare orgaan 6 (de bovenste matrijs 63) in de onderste dode stand staat, vastgesteld door de gedeelten 29, 29 voor het automatisch vaststellen van 45 de drukkracht, die zijn uitgerust met een rekstrook, en in stap 101 wordt de vastgestelde waarde van de drukkracht gecontroleerd om na te gaan of deze binnen een van tevoren vastgesteid bereik ligt. Wanneer de kracht buiten dat bereik ligt, met andere woorden voorbij de bovenste grens of onder de benedengrens, wordt bepaald dat de werking van de machine niet kan worden voortgezet, waarbij de bewerking (stap 202) wordt gestópt en wanneer de vastgestelde waarde binnen het bereik ligt, wordt bepaald dat de werking van 50 de machine kan worden voortgezet, zodat overgegaan wordt naar de stap 203.

In de stap 203 wordt bepaald of de werking van de machine al of niet kan worden voortgezet zonder het bijstellen van de drukkracht, wanneer de drukkracht die wordt vastgesteld in de automatische vaststelgedeelten 29, 29 ligt binnen het bereik van de bovengrens en de ondergrens van een van tevoren bepaald drukkrachtbereik. Meer in het bijzonder, wanneer de vastgestelde drukkracht ligt binnen de bovengrens en 55 de ondergrens van het van tevoren bepaalde drukkrachtbereik en het bereik waarin een correctie niet noodzakelijk is, wordt bepaald dat de werking van de machine kan worden voortgezet en de bewerking gaat naar stap 204 voor het voortzetten van de bewerking. Wanneer de vastgestelde drukkracht ligt binnen de

Claims (13)

194911 6 bovengrens en de ondergrens van het van tevoren bepaalde drukkrachtbereik, maar buiten het bereik waarin geen correcties nodig zijn, wordt vastgesteld dat een correctie van de drukkracht nodig is, zodat wordt overgegaan naar stap 205. De stap 205 is de stap waarin een servomotor 25 voor het bijstellen van de drukkracht in werking wordt 5 gesteld. In stap 205 wordt indien de vastgestelde drukkracht boven de bovengrens ligt van het bereik waarin de correctie van de drukkracht niet nodig is, wordt overgegaan naar stap 206 en de hoogte van de matrijs wordt verlaagd zodat men komt binnen het bereik waarin een correctie van de drukkracht niet nodig is. Ook indien de vastgestelde drukkracht ligt beneden de ondergrens van het bereik waarin de correctie van de drukkracht niet noodzakelijk is, wordt overgegaan naar stap 207, waarbij de servomotor 25 in omgekeerde 10 richting wordt geroteerd, zodat de matrijshoogte H groter wordt gemaakt om te komen binnen het bereik waarin de correctie van de drukkracht niet nodig is. Na het uitvoeren van de stappen 206 of 207 wordt in ieder geval teruggekeerd naar de stap 203. De hiervoor beschreven automatische bijstelwerking van de drukkracht wordt uitgevoerd na het voltooien van het persen van een werkstuk en voor het begin van de volgende persing van nog een werkstuk. 15 Daartoe wordt de drukkracht automatisch vastgesteld bij iedere voltooiing van een persbewerking, waarbij het bijstellen van de drukkracht automatisch wordt uitgevoerd in afhankelijkheid van de noodzakelijkheid daarvan. Daarom kan bij elke persbewerking altijd de geschikte drukkracht worden toegepast. Zoals hiervoor is beschreven aan de hand van de tweede uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding, wordt de drukkracht in het onderste dode punt van het schuifbare orgaan in de pers automatisch 20 vastgesteld en de plaats van het schuifbare orgaan in hoogterichting wordt altijd op de juiste wijze bijgesteld en langs automatische weg door het automatisch vergroten of verkleinen van de matrijshoogte op basis van een vaststelsignaal voor de drukkracht, indien de vastgestelde drukkracht buiten het bereik ligt, waarin een bijstelling van de drukkracht niet nodig is. Daardoor kunnen de gebruikelijke problemen op doeltreffende wijze en niet zekerheid worden opgelost, 25 waarbij het gaat om problemen zoals de grote hoeveelheid werk die nodig is voor het instellen van een matrijshoogte, en verder is de bewerking omslachtig en zijn geschoolde werknemers nodig waardoor de productiviteit wordt verlaagd. Een machine behoeft niet telkens te worden gestopt wanneer een overbelasting van de machine optreedt, zoals bij de gebruikelijke gevallen, waardoor de productiviteit verder wordt verbeterd. 30

1. Werkwijze voor het bijstellen van de instelstand van een heen en weer beweegbaar schuifbaar orgaan, 35 door het bijstellen van de positie van het onderste dode punt van het schuifbare orgaan door het verplaatsen van het schuifbare orgaan over een voorgeschreven afstand, met het kenmerk, dat de werkwijze de volgende stappen omvat: het vaststellen van een drukkracht die wordt uitgeoefend door het schuifbare orgaan in het onderste dode punt van het schuifbare orgaan; 40 het baseren van de voorgeschreven afstand op een gemeten waarde van de drukkracht, waarbij het bijstellen van het onderste dode punt wordt uitgevoerd wanneer de gemeten waarde van de drukkracht die is vastgesteld in de stap van het vaststellen van de drukkracht buiten de bovenste en onderste grens is komen te liggen van een tolerantiebereik van de drukkracht.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een rekstrook wordt gebruikt voor het vaststellen 45 van de drukkracht in de stap van het vaststellen van die kracht en het schuifbare orgaan automatisch naar boven of naar beneden wordt bewogen door het roteren van een servomotor gebaseerd op een door de rekstrook afgegeven signaal voor de drukkracht.

3. Pers voor het uitvoeren van een werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende: een schuifbaar orgaan dat heen en weer beweegbaar is voor het onder druk brengen van een werkstuk 50 in het onderste dode punt ervan; een heen en weer beweegbare aandrijfinrichting voor het aandrijven van het schuifbare orgaan voor het heen en weer bewegen daarvan; met het kenmerk, dat de pers is voorzien van een vaststelgedeelte (29) voor het automatisch vaststellen van de drukkracht in het onderste dode punt van het schuifbare orgaan (6); en 55 een automatisch hefmechanisme (20) voor het automatisch naar boven of naar beneden bewegen van de positie van het schuifbare orgaan (6) in het onderste dode punt daarvan, gebaseerd op een signaal voor de drukkracht dat wordt geleverd door het automatische vaststelgedeelte (29) voor de drukkracht. 7 194911

4. Pers volgens conclusie 3, waarbij het heen en weer beweegbare aandrijfmechanisme is voorzien van een tuimelarm en een orgaan voor het overbrengen van een aandrijfkracht dat scharnierend is gekoppeld met een eind van de tuimelarm, waarbij het schuifbare orgaan ten minste scharnierend is gekoppeld met het andere eind van de tuimelarm, met het kenmerk, dat de tuimelarm (2) scharnierend is aangebracht om een 5 as (1) die zich tussen de einden van de tuimelarm (2) bevindt.

5. Pers voor het uitvoeren van een werkwijze volgens conclusie 1 of 2, voorzien van een inrichting voor het bijstellen van de instelstand van een heen en weer beweegbaar schuiforgaan, welke inrichting omvat: - een tandwiel; - een aandrijfinrichting met een wormoverbrenging voor het roterend aandrijven van dat tandwiel; 10. een tuimelarm; - een orgaan voor het overbrengen van een aandrijfkracht, dat scharnierend is gekoppeld met een verbindingsdeel op het ene eind van de tuimelarm voor het overbrengen van een aandrijfkracht op de tuimelarm; - een schuifbaar orgaan dat ten minste scharnierend is gekoppeld met een koppeldeel op het andere 15 eind van de tuimelarm met het kenmerk, dat de tuimelarm (2) scharnierend is bevestigd om een as (1) die tussen de einden van de tuimelarm (2) ligt, en dat het tandwiel (23) is bevestigd aan de as (1), waarbij het midden van de rotatie-as van het tandwiel (23) over een voorgeschreven afstand verschoven ligt ten opzichte van het midden van de as (1).

6. Pers volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat het orgaan voor het overbrengen van de aandrijfkracht een verbindingsstang (4) omvat, welke verbindingstang (4) met het ene eind is gekoppeld aan het ene eind van de tuimelarm (2) bij het koppelingsdeel (3) door een as (3 1) voor het in lengterichting heen en weer bewegen onder de werking van een aandrijfbron.

7. Pers volgens een van de conclusies 4-6, met het kenmerk, dat een koppelingsdeel (5) aan het andere 25 eind van de tuimelarm (2) een verbindingsstang (52) omvat, welke verbindingsstang (52) aan het ene eind scharnierend is gekoppeld met het andere eind van de tuimelarm (2) door een as (53), en het andere eind scharnierend is gekoppeld met het schuifbare orgaan (6) door een as (51).

8. Pers volgens conclusie 7 voor zover afhankelijk van conclusie 4, met het kenmerk, dat het automatische vaststelgedeelte voor de drukkracht (29) een rekstrook heeft, en dat de aandrijving van de servomotor (25) 30 wordt bestuurd door het leveren van een signaal aan de servomotor (25), welk signaal overeenkomt met een vastgestelde waarde van de drukkracht als verkregen met behulp van de rekstrook.

9. Pers volgens een van de conclusies 5-7, met het kenmerk, dat die aandrijfinrichting (25, 26) een servomotor (25) omvat en een koppeling (26) voor het overbrengen van de roterende aandrijfkracht van die servomotor (25) op die wormoverbrenging (24).

10. Pers voor het uitvoeren van een werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende een hoofdmachine-gestel met een voetstuk, een bovenste matrijs, alsmede een onderste matrijs die op de bovenzijde van het voetstuk van het machinehoofdgestel is bevestigd voor het persen van een werkstuk dat is geplaatst tussen de bovenste matrijs en de onderste matrijs, alsmede een inrichting voor het bijstellen van de instelstand van een heen en weer beweegbaar schuiforgaan, welke inrichting omvat: 40. een tandwiel; - een aandrijfinrichting met een wormoverbrenging voor het roterend aandrijven van dat tandwiel; - een tuimelarm; - een orgaan voor het overbrengen van een aandrijfkracht, dat scharnierend is gekoppeld met een verbindingsdeel op het ene eind van de tuimelarm voor het overbrengen van een aandrijfkracht op de 45 tuimelarm; - een schuifbaar orgaan dat ten minste scharnierend is gekoppeld met een koppeldeel op het andere eind van de tuimelarm, waarbij de bovenste matrijs is verbonden met een eind van het schuifbare orgaan voor het heen en weer bewegen overeenkomstig het tuimelen van de tuimelarm, met het kenmerk, dat de tuimelarm (2) schamie-50 rend is bevestigd om een as (1) die tussen de einden van de tuimelarm (2) ligt, en dat het tandwiel (23) is bevestigd aan de as (1), waarbij het midden van de rotatie-as van het tandwiel (23) over een voorgeschreven afstand verschoven ligt ten opzichte van het midden van de as (1).

11. Pers volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het machinehoofdgestel (40) een bovengestel (7) omvat dat is bevestigd aan het voetstuk (8) met daartussen een zijgestel, de tuimelarm (2) boven het 55 bovengestel (7) is geplaatst en het schuifbare orgaan (6) een schacht (61) omvat waarvan het ene eind is gekoppeld aan het andere eind van tuimelarm bij het koppelingsdeel (5) en zich uitstrekt door een 194911 8 doorgaande opening die is aangebracht in het bovenstel (7), en een instelorgaan (62) voor het instellen van de bovenmatrijs (63) op het andere eind van de schacht (61),

12. Pers volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat het schuifbare orgaan (6) glijdt langs geleidings-organen (11) die zijn bevestigd op het voetstuk (8) van het hoofdmachinegestel (14).

13. Pers volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat deze omvat een voorgeschreven aantal kolomvormige geleidingsorganen (11) op het voetstuk (8) van het hoofdmachinegestel (14) en dat geleidingsgedeelten (62a) samenwerken met de geleidingsorganen (11) voor het schuiven langs de geleidingsorganen (11). Hierbij 8 bladen tekening