NL194859C - Haargroeiherstelwerkwijze en -inrichting. - Google Patents

Description

1 194859

Haargroeiherstelwerkwijze en -inrichting

Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verbeteren van het uiterlijk van het lichaam van een mens waarbij twee ot meer elektroden in dichte nabijheid van doch niet in aanraking met de schedel 5 van de persoon worden geplaatst, waarbij sprake is van (a) het toevoeren aan de elektroden van een pulstreinsignaal van lage spanning met een pulsherhalings-trequentie in het gebied van ongeveer 5 tot 35 Hz; (b) het laten voortduren van de toevoer van het signaal aan de elektroden gedurende ongeveer 12 minuten; en 10 (c) het herhalen van stappen (a) en (b) met ongeveer wekelijkse intervallen totdat cosmetisch heilzaam herstel van haargroei ot matiging van haaruitval is bereikt.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een haargroeiherstelinrichting met ten minste twee elektroden die zijn ingericht om te worden geplaatst in dichte nabijheid van doch niet in aanraking met een schedel van een persoon, welke inrichting is voorzien van 15 (a) spanningspulsgeneratormiddelen die elektrisch zijn gekoppeld met de elektroden voor het toevoeren daaraan van een pulstrein van lage spanning; en (b) frequentiekeuzemiddelen die elektrisch zijn gekoppeld met de spanningspulsgeneratormiddelen voor het variëren van de pulsherhalingsfrequentie van de pulstrein.

Veel personen hebben last van voortijdige kaalheid, terugtrekkende haarlijnen of andere omstandigheden 20 waarbij haar op het hoofd verloren gaat. Met de jaren is een variëteit van chemicaliën op de markt gebracht als haargroeimiddelen doch met gemengde, over het algemeen teleurstellende resultaten. Veel personen hebben aanzienlijke sommen geld in kunstmatige haarstukjes geïnvesteerd. Sommige personen hebben zelfs een chirurgische haarimplantatie ondergaan die de toepassing van hooggeschoolde medische expertise vereist die in het algemeen niet beschikbaar is voor een brede dwarsdoorsnede van potentiële 25 begunstigden. Het zal derhalve duidelijk zijn dat er behoefte is aan een redelijk goedkoop haargroei herstelproces dat kan worden toegediend door relatief ongeschoold personeel en dat in staat is het herstel van haargroei te bevorderen in de meest brede dwarsdoorsnede van de samenleving.

De stand van de techniek openbaart dat een variëteit van elektrische stimuli is benut in een poging tot het bevorderen van haargroei. Bijvoorbeeld openbaart het Amerikaanse octrooischrift nr. 861.349, verleend 30 op 30 juli 1907 voor een uitvinding van R.E. Beaubien getiteld ’’Apparatus for Treating the Scalp”, een ’’apparatus for promoting the growth of hair upon the human head”. De inrichting blijkt te vertrouwen op een combinatie van pneumatische, vacuüm en elektrische effecten, in combinatie met het aanbrengen van geneeskrachtig gemaakte lotions en massage van de hoofdhuid. Volgens Beaubien kan elke gewenste vorm van een elektrische batterij of stroom worden gebruikt. De onderhavige aanvraagster gelooft evenwel dat dit 35 niet het geval is en dat voor het op bevredigende wijze bevorderen van het herstel van haargroei specifieke elektrische signalen moeten worden benut.

Het Amerikaanse octrooischrift nr. 735.581 dat is verleend op 4 augustus 1903 voor een uitvinding van Pollacsek et al., getiteld ’’Therapeutical Apparatus", openbaart een apparaat ’’door middel waarvan trillingen van zieke delen van het lichaam kunnen worden opgewekt”. Pollacsek et al. geven aan dat het apparaat 40 kan zijn gevormd als een kap voor plaatsing op het hoofd en dat de kap kan worden aangebracht in een magnetisch veld dat wordt opgewekt door een elektrische stroom die door de windingen van een ijzeren kern gaat. Er is echter geen indicatie van de specifieke aard van de elektrische of magnetische signalen of velden die worden benut, en er is ook geen enkele suggestie dat Pollacsek et al. hebben overwogen om hun apparaat toe te passen voor het bevorderen van het herstel van haargroei.

4b Het Amerikaanse octrooischrift nr. 740.385, verleend op 6 oktober 1903 voor een uitvinding van W.B. Bassell getiteld ’’Electrotherapeutic Appliance”, verschaft een ander apparaat ”dat is ingericht voor het onderwerpen van de drager aan de werking van een stroom van elektriciteit voor genezende doeleinden”. Bassell legt uit dat zijn uitvinding dient te worden benut voor de ontlasting en genezing van nervositeit, slapeloosheid, hoofdpijn en andere verwante ongemakken. Hij suggereert dat dit kan worden bewerkstelligd 50 door het onderwerpen van het hoofd van de drager aan de werking van een in verhouding milde stroom van elektriciteit die wordt verschaft door een kleine batterij. Er is echter wederom geen suggestie dat Bassell heeft overwogen zijn apparaat te gebruiken voor het bevorderen van het herstel van haargroei, terwijl ook geen specifieke elektrische signalen zijn besproken.

Het Amerikaanse octrooischrift 3.872.859, verleend op 25 maart 1975 voor een uitvinding van Pitzen et 55 al. getiteld ’’Method and Device for Stimulating the Organs associated with the Human Scalp”, onderzoekt enigszins gedetailleerd het probleem van het bevorderen van haargroei. Pitzen et al. verschaffen een werkwijze en inrichting waarbij een aantal golfvormgeneraloren signalen opwekken met frequenties die 194859 2 variëren van 230 Hz tot 2650 Hz. De goltvormgeneratoren worden ook gepulseerd met herhalingsopeenvol-gingen van 3 keer per seconde tot 26 keer per seconde. De op deze wijze opgewekte signalen worden overgebracht op in de hand gehouden massage-elektroden die op hun beurt op de hootdhuid van de betreftende persoon worden aangebracht.

5 De gepubliceerde Franse octrooiaanvrage 2.484.262 van Paul Maurice Viallis verschaft een andere elektrische inrichting en werkwijze voor het behandelen van de menselijke hoofdhuid voor het bestrijden van vetzucht, haaruitval, roos enzovoort. Een geleidende elektrodekap wordt over de schedel gepast en een secundaire elektrode wordt in contact met een ander gebied van het lichaam gebracht. Een stroom in de orde van 8-15 mA wordt aangebracht gedurende een periode van 5-30 minuten afhankelijk van de soort 70 klacht en de soort van voorgeschreven behandeling. Het doel van de uitvinding van Viallis is blijkbaar het ioniseren van het schedelgebied zodat 2alven of andere aangebrachte behandelingssamenstellingen de hootdhuid met een grotere werkzaamheid kunnen doordringen.

De gepubliceerde Duitse octrooiaanvrage 3.618.933 openbaart een uitvinding van Masaki et al. betreffende een elektrotherapeutisch apparaat voor het bevorderen van de haargroei van wenkbrauwen. De 15 inrichting is gevormd om op het hoofd van een patiënt te passen. Elektroden worden aangebracht op de wenkbrauwen. Een pulsvormige stroom met bij voorkeur een vierkante of trapezoïdale golfvorm wordt toegevoerd aan de elektroden met een tweef asen werking, en potentiaalachtige oscillatie met een frequentie in het gebied van 1/500 tot 1/200 seconde en gepulseerd bij een frequentie van 0,5 tot 2 seconden wordt bij voorkeur aan de elektroden toegevoerd.

20 Twee gepubliceerde Britse octrooiaanvragen nrs. 2.160.426A en 2.160.427A van Masaki lijken met de hiervoor genoemde Duitse octrooiaanvrage overeen te komen alhoewel de Britse octrooiaanvragen zich niet lijken te beperken tot haargroei van de wenkbrauwen.

Het Amerikaanse octrooischrift nr. 3. 946.745 van Hsiang-Lai et al. openbaart een systeem waarbij elektrische pulsen direct op een levend lichaam worden aangebracht, bijvoorbeeld door het bevestigen van 25 elektroden aan het lichaam door middel van een acupunctuurnaald of veerbelaste oorring.

De Duitse octrooiaanvrage DE 2.952.850 A1 leert het gebruik van elektromagnetische pulserende velden voor het stimuleren van de lichaamsfuncties die de groei van haar bevorderen. Frequenties in het gebied van 400-420 Hz worden genoemd, waarbij de persoon continue blootstelling aan de velden ondergaat, bijvoorbeeld door de persoon een door een batterij van stroom voorziene inrichting op zijn of haar lichaam 30 te laten dragen.

Het Franse octrooi nr. 1.350.890 openbaart een haardroger met een elektrodeconstructie waaraan een hoogfrequente spanningsgenerator elektrisch is gekoppeld teneinde een intensief hoogfrequent elektrisch veld op het haar aan te brengen teneinde water te verwarmen en uit het haar te laten verdampen. Het octrooi beschrijft dat het aangebrachte veld ook een stimulerend effect heeft op de cellen van de huid en 35 bloedcirculatie verbetert, hetgeen gunstig is voor het metabolisme en voor een gezonde groei van haar.

Alhoewel de uitvinders zich niet gebonden willen zien door enige theorie, geloven zij dat inactieve lichaamshaarcellen (dat wil zeggen van waaruit haar niet actief groeit) elektrisch kunnen worden gestimuleerd voor het bevorderen van actieve haargroei uit dergelijke cellen. In het bijzonder menen de uitvinders dat het herstel van haargroei kan worden bevorderd indien de haarcellen van het lichaam worden gestimu-40 leerd door het onderwerpen daarvan aan een lage-spanningspulstrein met een pulsherhalingstrequentie in het gebied van ongeveer 5 tot 35 Hz. Het hogere gedeelte van dit frequentiegebied wordt geschikt geacht voor personen die normale of hyperactieve energieniveaus vertonen. Het lagere gedeelte van het frequentiegebied wordt geschikt geacht voor mensen die hypo-actieve energieniveaus of energieniveaus met langzaam metabolisme vertonen, 45 De uitvinding verschaft een werkwijze en een inrichting voor het bevorderen van het herstel van haargroei en/of matigen van de haaruitval, waarbij twee of meer elektroden in dichte nabijheid van, doch niet in aanraking met de hoofdhuid van een persoon worden geplaatst. Opgemerkt wordt dat de werkwijze volgens de uitvinding ziet op het bereiken van een cosmetisch heilzaam herstel van de haargroei en als zodanig niet op een octrooirechtelijk uitgesloten medische werkwijze. Een elektrisch pulstreinsignaal van 50 lage spanning met een pulsherhalingslrequentie in het gebied van ongeveer 5 tot 35 Hz wordt continu toegevoerd aan de elektroden gedurende ongeveer 12 minuten. De polariteit van het signaal kan ofwel positief dan wel negatief zijn. Een volledige haargroeibehandelingscyclus kan zich over ongeveer 32 weken uitstrekken, gedurende welke tijd de persoon een reeks van de hiervoor genoemde twaalf minuten behandelingen ondergaat. Gedurende de gehele behandelingscyclus ondergaat de persoon één of twee 55 twaalf minuten behandelingen per week, gedurende welke de behandelingstrequentie, de signaalpolariteit en het spanningsniveau bij voorkeur worden gevarieerd volgens het volgende schema: 3 194859

Aantal behandelingen Polariteit Spanningsniveau 1® week 2 Positief 110 v 5 2® week 2 Positief 110 v 3® week 1 Negatief 110 v 4e week 1 Negatief 110 v 5e week 1 Negatief 110v 6e week 1 Negatief 110 v 10 7® week 1 Negatief 110 v 8* week 1 Negatief 110 v 9® week 1 Negatief 110 v 10® week 1 Negatief 110 v 11® week 1 Negatief 110 v 15 12® week 1 Negatief 110 v 13® week 1 Negatief 110 v 14® week 1 Negatief 110 v 15® week 1 Negatief 110 v 16® week 1 Negatief 110 v 20 17® week 2 Positief 55 v 18® week 2 Positief 110 v 19® week 1 Negatief 55 v 20® week 1 Negatief 110 v 21® week 1 Negatief 55 v 25 22® week 1 Negatief 110 v 23® week 1 Negatief 55 v 24® week 1 Negatief 110 v 25® week 1 Negatief 55 v 26® week 1 Negatief 110 v 30 27® week 1 Negatief 55 v 28® week 1 Negatief 110 v 29® week 1 Negatief 55 v 30® week 1 Negatief 110 v 31® week 1 Negatief 55 v 35 32® week 1 Negatief 110 v

De uitvinding verschaft zoals gezegd een haargroeiherstelinrichting met ten minste twee elektroden die zijn ingericht voor plaatsing in dichte nabijheid van, doch niet in aanraking met de hoofdhuid van een persoon. 40 Een spanningspulsgenerator is elektrisch gekoppeld met de elektroden voor het daaraan toevoeren van een pulstrein van lage spanning. Een frequentiekiezer is elektrisch gekoppeld met de spanningspulsgenerator voor het variëren van de pulsherhalingsfrequentie van de pulstrein. Een polariteitkiezer is elektrisch gekoppeld tussen de spanningspulsgenerator en de elektroden voor het variëren van de polariteit van de pulstrein. Een spanningskiezer is elektrisch gekoppeld tussen de spanningspulsgenerator en de elektroden 45 voor het variëren van de spanning van de pulstrein.

Met voordeel wordt een aantal elektroden verschaft. De elektroden worden binnen een kap gemonteerd, welke kap over het hoofd van de persoon plaatsbaar is voor het vormen van een reeks van concentrische elektrisch geleidende elektroderingen. De ringen kunnen worden aangebracht op een buitenoppervlak van een elektrisch isolerende voering die in de kap kan worden gestoken. De reeks omvat bij voorkeur vijf 50 ringen die in de kap zijn gemonteerd voor het insluiten van een 90° boog aan beide zijden van een centrale loodrechte as van de kap. De vier bovenste elektroden sluiten elk een boog van ongeveer 15° in en de vijfde (onderste) elektrode sluit een boog van ongeveer 6° in, met boogspieten van 6° tussen elk paar elektroden aan elke zijde van de centrale loodrechte as. Het uitgangssignaal van de spanningspulsgenerator wordt over de twee bovenste elektrodeparen aangebracht, waarbij afwisselende elektroden zijn verbonden 55 met één van de twee uitgangsklemmen van de spanningspulsgenerator. Een spanningsverdeler brengt een gereduceerd spanningssignaal op de onderste elektrode aan.

194859 4

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de volgende tekeningen.

Figuur 1A is een zij-aanzicht van een schematisch weergegeven kapvoering die een elektrodereeks draagt, die is gevormd voor toepassing van de uitvinding. Figuur 1B is een bovenaanzicht van de constructie van Figuur 1A.

5 Figuur 2 is een blokdiagram van een haargroeiherstelinrichting die is geconstrueerd in overeenstemming met de voorkeursuitvoering van de uitvinding.

Figuur 3 is een gedeeltelijk schematisch blokdiagram dat verdere details weergeeft van het schakelschema dat wordt benut bij de, de voorkeur verdienende elektrodereeks.

Figuur 4 is een schematisch diagram van een elektronische schakeling met extra details van de 10 voorkeursinrichting.

Zoals is weergegeven in de figuren 1A, 1B en 2, draagt het uitwendige oppervlak van de kapvoering 10 een aantal elektroden 11. Wanneer de voering 10 in een kap 13 is gestoken en de kap over het hoofd van een persoon is geplaatst, zijn de elektroden 11 dicht bij de schedel van een persoon geplaatst doch raken zij 15 deze niet aan.

De inrichting wordt aan- en uitgeschakeld met behulp van een mechanische, elektrische of elektronische tijdschakelaar 12 (figuur 2) die werkzaam is verbonden met een voeding 14 die kan bestaan uit een gebruikelijke 110 v wisselstroom tot 12 v gelijkstroom transformator. De 12 v gelijkstroom signaaluitgang van de voeding 14 wordt omlaag geregeld tot 8 v gelijkstroom door de spanningsregelaar 16 en het resulterende 20 8 v gelijkstroomsignaal wordt dan gebruikt voor het van stroom voorzien van de overige elektronische componenten die zijn weergegeven in figuur 2. In plaats van het direct koppelen van een 110 v wisselstroom voedingsbron met de hiervoor genoemde schakeling, is het als alternatief mogelijk de voeding 14 te gebruiken voor het opladen van een 12 v gelijkstroom accu. De opgeladen accu kan dan worden gebruikt voor het voldoen aan de stroombehoefte van de inrichting en de voeding 14 kan worden ontkoppeld van de 25 110 v wisselstroom voedingsbron terwijl de inrichting bij een persoon in gebruik is.

Een spanningspulsgenerator 18 zoals een instabiele multivibrator wordt elektrisch gekoppeld met de elektroden 11. De pulsgenerator 18 voert een laagspanningstrein van pulsen met korte duur aan de elektroden 11 toe met een te kiezen pulsherhalingsfrequentie. In het bijzonder is een frequentie-keuzeschakelaar 20 elektrisch gekoppeld met de pulsgenerator 18 teneinde het voor de bedienende 30 persoon mogelijk te maken de pulsherhalingsfrequentie te variëren binnen het voorkeursgebied van ongeveer 5 tot 35 Hz. Een lampstuurschakeling 30 verschaft een visuele indicatie, via een lamp 32, van de gekozen pulsherhalingsfrequentie (d.w.z. lamp 32 knippert aan en uit met de gekozen frequentie).

De laagspanningspulstrein bij de uitgang van de pulsgenerator 18 wordt versterkt door stroomversterker 22 en wordt dan aan een pulstransformator 24 aangeboden die één of twee werkspanningen (55 v 35 piek-piekspanning, of 110 v piek-piekspanning) opwekt. Een ’’signaalpolariteitskeuze-orgaan”, namelijk gelijkrichter/filter 26 is elektrisch gekoppeld tussen de pulstransformator 24 en de elektroden 11, waardoor het voor een bedienende persoon mogelijk is de polariteit van de uitgangssignalen van de pulstransformator 24 te variëren door het met de hand kiezen van één of Iwee standen van een polariteitsschakelaar 28. Een "spanningskeuzeorgaan”, namelijk een tweestandenschakelaar 34 wordt verschaft zodat de bedienende 40 persoon één of twee van de hiervoor genoemde werkspanningen voor de aan de elektroden 11 toegevoerde pulstrein kan kiezen.

Verdere details van het voorkeursschakelschema worden nu verschaft onder verwijzing naar de figuren 3 en 4. De 12 v gelijkstroomsignaaluitgang van de voeding 14 wordt elektrisch gekoppeld met de spanningsregelaar 16 die in de voorkeursuitvoering bestaat uit een van een LM7808 geïnteireerde schakeling 45 uitgevoerde 8 v regelaar met interne stroombeperking, thermische uitschakelmogelijkheid en veilig gebiedcompensatie voor de interne doorlaattransistor. Condensatoren C4 en C5 verschaffen respectievelijk een lage Irequentiefiltering voor de ingang en uitgang van de regelaar 16, die een 8 v gelijkstroomuitgangs-signaal opwekt dat wordt gebruikt voor het van stroom voorzien van de overige elektronische componenten.

De instabiele multivibrator 18 bestaat uit een NE555 pulsgenerator met geïntegreerde schakeling. De 50 triggeringang van de instabiele multivibrator 18 is aangesloten op de drempelingang daarvan (weergegeven door de streeplijn in de geïntegreerde schakeling U2 in figuur 4), teneinde de schakeling voor een instabiele werking daarvan continu opnieuw te triggeren. Weerstanden R1, R2 en R5, tezamen met potentiometers R3 en R4 en tijdsbepalende condensatoren C1 en C2 besturen de frequentie van de pulstreinuitgang van de instabiele multivibrator 18. De uitgangsfrequentie wordt geselecteerd door het met de hand positioneren 55 van schakelaar SW1 (verwijzingscijfer 20 in figuur 1) die bestaat uit een éénpolige tweewegschakelaar (aannemende een uitvoering van de inrichting voor het toevoeren van pulstreinen van twee verschillende frequenties; vergelijkbare schakelinrichtingen kunnen worden verschaft indien de inrichting dient te worden 5 194859 uitgevoerd voor gebruik met drie ol meer van dergelijke frequenties). Wanneer de schakelaar SW1 zich in de "F1" stand bevindt, wekt de instabiele multivibrator 18 een pulstrein met lage spanning bij een eerste frequentie op. Wanneer de schakelaar SW1 zich in de ”F2" stand bevindt wekt de instabiele multivibrator 18 een pulstrein van lage spanning bij een tweede frequentie op. In het bijzonder wordt, wanneer de schake-5 laar SW1 in de ”F1” stand staat, de stabiele frequentie van de spanningspulstreinuitgang van de instabiele multivibrator 18 bepaald door: F1 = ~ - 0,693 (R2 + R4 + R5)C2

Op vergelijkbare wijze wordt, wanneer de frequentiekeuzeschakelaar SW1 zich in de ”F2” stand bevindt, de 10 stabiele frequentie van de spanningspulstreinuitgang van de instabiele multivibrator 18 bepaald door: F2 = — = 0,693 (R1 + R3 + R5)C2

De gekozen frequentie wordt visueel aangeduid door het knipperen van de lichtuitstralende diode D1, die wordt aangestuurd door de stroombeperkende weerstand R7 en polariteitsomkerende versterkingstransistor 15 Q3. Een weerstand R8 verschaft de stroombeperking voor de lichtuitzendende diode D1.

De condensator C1 wordt benut voor het omlopen van pen 5 van de instabiele multivibrator 18 naar de massa, hetgeen ruis door het wijzigen van de breedte van de pulsen bij de uitgang van de instabiele multivibrator 18 verhindert. De condensator C3 is een shuntcondensator die hoogfrequente ruis op de stroomleiding elimineert.

20 De laagspanningspulstreinuitgang van de instabiele multivibrator 18 loopt naar een stroomversterker 22 met transistoren Q1 en Q2 die zijn uitgevoerd voor werking in een klasse B schakelmodus voor het verschaffen van de hogere piekstromen die zijn doorgelaten door de pulstransformator 24. In het bijzonder wordt, wanneer de pulstransformator 24 is ingeschakeld, een puls opgelegd aan de primaire winding van de transformator. Omdat de transformator een gelijkstroomisolatie verschaft kan het uiteinde van de transforms mator met hogere spanning veilig worden gebruikt voor het opwekken van een positief of negatief gaande puls door de polariteitkiezer met pulstransformator 24 tezamen met een eerste gelijkrichtorgaan (d.w.z. diode D2 die is weergegeven in figuur 3), een tweede gelijkrichtorgaan (d.w.z. diode D3 volgens figuur 3) en een polariteitsschakelaar SW2 (verwijzingscijfer 28 in figuur 1). Wanneer de schakelaar SW2 zich in de "positieve” polariteitsstand bevindt, vormen de dioden D2 in combinatie met de filtercondensator C6 en 30 ontlaadweerstand R9 de pulsen bij de uitgang door het schakelen van de transformator 24, terwijl negatief uitgaande gedeelten van de pulstrein worden geblokkeerd. Op overeenkomstige wijze blokkeert de diode D3, wanneer de polariteitskeuzeschakelaar SW2 zich in de "negatieve” polariteitsstand bevindt, positief uitgaande gedeelten van de pulstrein. De spanningsuitgang over de weerstand R9 is gekoppeld met de elektroden in de kap 13. Een begrenzingsweerstand R10 en spanningskeuzeschakelaar SW3 (verwijzings-35 cijfer 34 in figuur 1) maken het voor de bedienende persoon mogelijk te kiezen tussen één of twee werkspanningen (55 v piek-piekspanning of 110 v piek-piekspanning in de voorkeursuitvoering).

Ί erugkerend naar figuren 1A en 1B, bestaat de de voorkeur verdienende elektrodereeks uit vijf elektroden 11, die elk zijn voorzien van een dunne band van geleidend materiaal, zoals koperfolie. De banden zijn aangebracht voor het vormen van ongeveer concentrische ringen op het buitenoppervlak van de 40 kapvormige voering 10, die is gevormd van een elektrisch isolerend materiaal zoals kunststof. De voering 10 ondersteunt de elektrodebanden en verhindert dat zij in aanraking komen met de persoon wanneer de voering 10 in de kap 13 is gestoken. In het bijzonder wordt de kap 13 (die kan bestaan uit een kap van een gebruikelijke commerciële haardroger) over het hoofd van een persoon geplaatst zodat het inwendige (d.w.z. niet-elektrodendragende) oppervlak van de voering 10 aan het hoofd van de persoon grenst.

45 Kenmerkend wordt de schedel van de persoon van het inwendige oppervlak van de voering 10 gescheiden door een spleet van een aantal centimeters.

Het aantal banden, de breedte van elke band, de tussenruimte lussen elke band en de onderlinge plaatsing van elke band op de voering 10 wordt zodanig gekozen dat de elektrische velden die worden opgelegd aan de schedel van de persoon onder elke band ongeveer gelijk zijn en waarbij het opleggen van 50 excessieve elektrische velden aan de schedel van een persoon buiten het gebied daarvan aangrenzend aan de elektroden 11 wordt verhinderd. In de voorkeursuitvoering sluiten de elektroden 11 een boog van 180° in (d.w.z. 90° aan elke zijde van de centrale loodrechte as van de kap 13 zoals gezien in figuur 1A), waarbij de vier bovenste elektroden elk bogen van ongeveer 15° insluiten en de vijfde (onderste) elektrode een boog van ongeveer 6° insluit, waarbij boogspleten van 6C aanwezig zijn tussen elk paar elektroden aan elke 55 zijde van de centrale loodrechte as.

De volledige spanningssignaaluitgang van gelijkrichter/filter 26 wordt aangelegd over het elektrodepaar A en B; en over het elektrodepaar C en D. Een spanningsverdeler 36 verschaft een spanningssignaal van 194859 6 halve sterkte voor toevoer aan de elektrode E. Deze verminderde spanning helpt bij het verhinderen van het opleggen van excessieve elektrische velden aan de schedel van de persoon buiten het gebied daarvan aangrenzend aan de elektroden, 2oals hiervoor is vermeld. Zoals is weergegeven in figuur 3, omvat de spanningsverdeler 36 drie in serie verbonden weerstanden R^, R1? en R13. De elektrodebanden A en C zijn 5 elektrisch verbonden met het spanningsverdeelpunt tussen Rni en R12, terwijl de band E elektrisch is verbonden met het spanningsverdeelpunt tussen R12 en R13, en de banden B en D zijn elektrisch verbonden met het tegenovergestelde uiteinde van R13. In de voorkeursuitvoering zijn de weerstandswaarden van Rni en R13 = 1,2 ΜΩ en R12 = 0,39 ΜΩ.

Figuur 3 toont eveneens verdere details van gelijkrichter/filter 26, polariteitsschakelaar 28 en spannings-10 keuzeschakelaar 34. In het bijzonder omvat de gelijkrichter/filter 26 bij voorkeur een condensator C6 die parallel is geschakeld over een paar in serie geschakelde weerstanden R9, R10, waarbij de weerstands-waarde van C6 = 1,8 pf, terwijl de weerstandswaarden van R9 en R10 = 0,56 ΜΩ. De polariteitsschakelaar 28 omvat bij voorkeur een paar dioden D2, D3 die afwisselend kunnen worden geschakeld in de schakelingsbaan die voortvloeit uit één van de twee uitgangsleidingen van de pulstransformator 24. (De 15 polariteit van het spanningssignaal dat wordt aangelegd over enig paar van elektrodebanden is het teken van het spanningsverschil over deze elektroden. In het geval van de elektrodereeks van figuur 1 is de polariteit het teken van de spanning die wordt toegevoerd aan elektrodeband A.) De spannings-keuzeschakelaar 34 is gekoppeld over R10, zodanig dat in één stand van de schakelaar 34 de zich over R9 ontwikkelende spanning wordt toegevoerd aan de spanningsverdeler 36, terwijl in de andere stand van de 20 schakelaar 34 de zich over de in serie geschakelde combinatie van R9 en R10 ontwikkelde spanning wordt toegevoerd aan de spanningsverdeler 36.

Tijdens de werking wordt het hoofd van een persoon in de kap 13 geplaatst, zodat de elektroden 11 dichtbij doch niet in aanraking met de schedel van een persoon liggen. Stroom wordt toegevoerd aan de schakeling en de schakelaars 20, 28 worden met de hand gepositioneerd voor het kiezen van een gewenste 25 signaaluitgangsfrequentie en -polariteit. Signalen van de gekozen frequentie en polariteit worden toegevoerd aan de elektroden 11 gedurende ongeveer 12 minuten, waarna de spanning wordt afgeschakeld en de kap 13 van het hoofd van de persoon wordt verwijderd. Herhalende behandelingen gedurende vele weken zullen vereist zijn, afhankelijk van de individuele kenmerken van de betreffende persoon.

Een totale behandelingscyclus voor het opnieuw doen groeien van haar of het matigen van haaruitval zal 30 kenmerkend een tijd van ongeveer 32 weken overspannen, gedurende welke tijd de persoon één of twee van de beschreven 12 minuten-behandelingen per week ondergaat. De volgende tabel verschaft de wekelijkse behandelingsfrequentie, de signaaluitgangspolariteit en het spanningsniveau die bij voorkeur worden benut (in overeenstemming met empirische bepalingen) gedurende elke week van de behandelingscyclus van 32 weken: 35

Aantal behandelingen Polariteit Spanningsniveau 1Ê week 2 Positief 110 v 2e week 2 Positief 110 v 40 3ε week 1 Negatief 110v 4e week 1 Negatief 110 v 5Ê week 1 Negatief 110 v 6e week 1 Negatief 110 v 7e week 1 Negatief 110 v 45 8ε week 1 Negatief 110 v 9ε week 1 Negatief 110 v 10tweek 1 Negatief 110 v 116week 1 Negatief 110 v 12fc week 1 Negatief 110 v 50 13eweek 1 Negatief 110 v 14fcweek 1 Negatief 110 v 15eweek 1 Negatief 110 v 16eweek 1 Negatief 110 v 17Ê week 2 Positief 55 v 55 186 week 2 Positief 110 v 19e week 1 Negatief 55 v

Claims (10)

1. Werkwijze voor het verbeteren van het uiterlijk van het lichaam van een mens, waarbij twee of meer elektroden in dichte nabijheid van doch niet in aanraking met de schedel van de persoon worden geplaatst, 30 waarbij sprake is van (a) het toevoeren aan de elektroden van een pulstreinsignaal van lage spanning met een pulsherhalings-frequentie in het gebied van ongeveer 5 tot 35 Hz; (b) het laten voortduren van de toevoer van het signaal aan de elektroden gedurende ongeveer 12 minuten; en 35 (c) het herhalen van stappen (a) en (b) met ongeveer wekelijkse intervallen totdat cosmetisch heilzaam herstel van haargroei of matiging van haaruitval is bereikt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, voorts omvattende het variëren van de polariteit van het signaal voor het benutten van positieve polariteit gedurende de stappen (a) en (b) voor enige van de herhalingen met een wekelijks interval, en voor het benutten van negatieve polariteit gedurende de stappen (a) en (b) voor de 40 overblijvende herhalingen met een wekelijkse interval.

3. Haargroeiherstelinrichting met ten minste twee elektroden die zijn ingericht om te worden geplaatst in dichte nabijheid van doch niet in aanraking met een schedel van een persoon, welke inrichting is voorzien van (a) spanningspulsgeneratormiddelen (die elektrisch zijn gekoppeld met de elektroden voor het toevoeren 45 daaraan van een pulstrein van lage spanning; en (b) frequentiekeuzemiddelen die elektrisch zijn gekoppeld met de spanningspulsgeneratormiddelen voor het variëren van de pulsherhalingsfrequentie van de pulstrein.

4. Haargroeiherstelinrichting volgens conclusie 3, voorts voorzien van signaalpolariteit-keuzemiddelen die elektrisch zijn gekoppeld tussen de spanningspulsgeneratormiddelen en de elektroden voor het variëren van 50 de polariteit van de pulstrein.

5. Haargroeiherstelinrichting volgens conclusie 3, waarbij de elektroden zijn gemonteerd binnen een kap die over het hoofd van een persoon plaatsbaar is.

6. Haargroeiherstelinrichting volgens conclusie 3, waarbij de elektroden voorts zijn voorzien van een reeks van concentrische elektrisch geleidende ringen die binnen een kap zijn gemonteerd, welke over het hoofd 55 van de persoon plaatsbaar is.

7. Haargroeiherstelinrichting volgens conclusie 3, waarbij de ringen zijn aangebracht op een buitenoppervlak van een elektrisch isolerende voering die in de kap kan worden gestoken. 194859 8

7 194859 Aantal behandelingen Polariteit Spanningsniveau 20® week 1 Negatiet 110 v 21e week 1 Negatiet 55 v 22e week 1 Negatief 110 v 23® week 1 Negatiet 55 v 24® week 1 Negatiet 110 v 25® week 1 Negatief 55 v 26® week 1 Negatief 110v 27® week 1 Negatief 55 v 28® week 1 Negatief 110 v 29® week 1 Negatief 55 v 30® week 1 Negatief 110 v 31® week 1 Negatief 55 v 32® week 1 Negatief 110 v Sommige personen zuilen beter reageren op afwisselende signaalpolariteiten dan die welke hiervoor zijn 20 genoemd. Dienovereenkomstig kan het behandelingsregime, gebaseerd op professioneel inzicht, worden gevarieerd door het bijvoorbeeld vervangen van twee van de behandelingen met negatieve polariteit door twee behandelingen met positieve polariteit, waarna wordt teruggekeerd naar behandelingen met negatieve polariteit zoals is voorgeschreven voor de balans van de behandelingscyclus. 25

8. Haargroeihersteiinrichling volgens conclusie 3, waarbij de reeks is voorzien van vijf ringen die binnen de kap zijn gemonteerd teneinde een boog van 90" aan beide zijden van een centrale loodrechte as van de kap in te sluiten.

9. Haargroeiherstelinrichting volgens conclusie 8, waarbij de reeks verder is voorzien van vier bovenste 5 elektroden die elk een boog van ongeveer 15° insluiten en een vijfde onderste elektrode die een boog van ongeveer 6° insluit, met boogspleten van 6° tussen elk paar elektroden aan elke zijde van de centrale loodrechte as.

10. Haargroeiherstelinrichting volgens conclusie 9, waarbij het uitgangssignaal van de spanningspuls-generatormiddelen wordt aangebracht over het elektrodepaar, en over het elektrodepaar en voorts is 10 voorzien van spanningsverdeelmiddelen voor het aanbrengen van een gereduceerd spanningssignaal op de elektrode. Hierbij 4 bladen tekening