NL194754C - Inrichting voor de doorvoer van een holle geleidingspaal door een drijvend dak van een opslagtank voor vloeibare producten. - Google Patents

Inrichting voor de doorvoer van een holle geleidingspaal door een drijvend dak van een opslagtank voor vloeibare producten. Download PDF

Info

Publication number
NL194754C
NL194754C NL9520022A NL9520022A NL194754C NL 194754 C NL194754 C NL 194754C NL 9520022 A NL9520022 A NL 9520022A NL 9520022 A NL9520022 A NL 9520022A NL 194754 C NL194754 C NL 194754C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pole
guide pole
sliding cover
wiper
guide
Prior art date
Application number
NL9520022A
Other languages
English (en)
Other versions
NL9520022A (nl
NL194754B (nl
Inventor
Royce Jay Laverman
John Edward Owens Jr
Original Assignee
Chicago Bridge & Iron Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Chicago Bridge & Iron Co filed Critical Chicago Bridge & Iron Co
Publication of NL9520022A publication Critical patent/NL9520022A/nl
Publication of NL194754B publication Critical patent/NL194754B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194754C publication Critical patent/NL194754C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D88/00Large containers
    • B65D88/34Large containers having floating covers, e.g. floating roofs or blankets

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Filling Or Discharging Of Gas Storage Vessels (AREA)
  • Sealing Devices (AREA)
  • Steering Controls (AREA)
  • Gasket Seals (AREA)

Description

1 194754
Inrichting voor de doorvoer van een holle geleldingspaal door een drijvend dak van een opslagtank voor vloeibare producten
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor de doorvoer van een holle geleidingspaal door een 5 drijvend dak van een opslagtank voor vloeibare producten, waarbij de inrichting een de geleidingspaal omgevende schacht omvat, welke een afdekorgaan ondersteunt, welk afdekorgaan is voorzien van een op afstand boven de tijdens gebruik met de vloeibare producten in aanraking zijnde onderzijde van het dak gelegen paalwisser, die in vegende ingrijping is met de zich door een opening in het afdekorgaan uitstrek· kende geleidingspaal in de wand waarvan boven en onder het dak gaten zijn aangebracht en tussen het 10 afdekorgaan een zich vanaf het afdekorgaan naar beneden uitstrekkende, de geleidingspaal omgevende bus is bevestigd, welke bus zich tot ten minste het niveau van het in de tank opgeslagen product uitstrekt en binnen de geleidingspaal een op het in de geleidingspaal aanwezige vloeibare product drijvende vlotter is opgesteld.
Een dergelijke inrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooi 2.237.461. Bij deze reeds tientallen jaren 15 bekende constructie is de vlotter met een vrij grote speling in de geleidingspaal opgenomen, zodat via de geleidingspaal een emissie van vluchtige stoffen kan plaatsvinden. Enerzijds brengt dit verlies van dit in de tank opgeslagen product tengevolge van verdamping met zich mee, waarbij dit tevens leidt tot milieuverontreiniging.
Volgens de uitvinding is een met de vlotter verbonden wisser in vegende ingrijping met het inwendige 20 oppervlak van de over ten minste nagenoeg zijn gehele lengte in zijn wand van openingen voorziene geleidingspaal op een niveau, dat is gelegen onder het niveau waar de met het schuifbare afdekorgaan verbonden paalwisser met de geleidingspaal in ingrijping is.
De aan de vlotter verbonden wisser zal ongewenst emissies tegengaan, mede doordat deze wisser bij een dalend dak aan de binnenzijde van de geleidingspaal hechtende vloeistof of dergelijke zal afstrijken.
25 Verder wordt door het opstellen van de met de vlotter verbonden wisser onder de met het schuifbare afdekorgaan verbonden wisser zo goed mogelijk voorkomen, dat via in de geleidingspaal en boven de met het schuifbare afdekorgaan verbonden paalwisser gelegen openingen met in de tank gelegen product in aanraking komende luchtstromingen optreden.
Opgemerkt wordt, dat uit het Amerikaanse octrooi 4.260.068 een zich door een drijvend dak van een 30 opslagtank uitstrekkende holle geleidingspaal bekend is, die over ten minste nagenoeg zijn gehele lengte van wandopeningen is voorzien. In deze geleidingspaal is een van een vlotter voorziene wisser opgenomen, die zodanig is opgesteld, dat de met de vlotter verbonden wisser hoger is gelegen dan een ter hoogte van de onderzijde van het drijvend dak aan het drijvend dak bevestigde wisser, die op de buitenzijde van de geleidingspaal aangrijpt. Bij deze constructie kunnen door de in de wand van de geleidingspaal aange-35 brachte openingen luchtstromingen plaatsvinden, die rechtstreeks met het in de tank opgeslagen product in aanraking komen en zo vluchtige bestanddelen van deze producten in de atmosfeer kunnen meeslepen.
Bij voorkeur zijn daarbij, om mechanische belastingen van de wisser zo goed mogelijk tegen te gaan, aan weerszijden van de geleidingspaal met de geleidingspaal in aanraking zijnde horizontaal opgestelde, door de schacht ondersteunde vrij draaibare rollen aangebracht waarvan de hartlijnen zich ten minste 40 nagenoeg evenwijdig aan de verbindingslijn tussen het hart en het drijvend dak en het hart van de geleidingspaal uitstrekken.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.
Figuur 1 is een aanzicht in doorsnede van een gedeelte van een tank met een uitwendig drijvend dak 45 onder het weergeven van een van sleuven voorziene geleidingspaal en geleidingspaalfitting;
Figuur 2 is een aanzicht in doorsnede door een geleidingspaalfitting, overeenkomstig figuur 1, echter op grotere schaal;
Figuur 3 is een bovenaanzicht van de geleidingspaalfitting;
Figuur 4 is een aanzicht in doorsnede door een gedeelte van de door doorsnede IV—IV in figuur 3 50 aangeduide geleidingspaalfitting, welke een bevestigingssamenstel voor de paalbus en paalwisser aan de schuivende afdekking toont;
Figuur 5 is een aanzicht in doorsnede door een gedeelte van de door doorsnede V-V in figuur 3 aangeduide geleidingspaalfitting, welke een bevestigingssamenstel toont voor de rollen aan de tegenhoud-hoekijzers van de schuivende afdekking; 55 Figuur 6 is een aanzicht in doorsnede over een gedeelte van de door doorsnede IV-IV in figuur 3 aangeduide geleidingspaalfitting, welke een alternatief bevestigingssamenstel voor de paalbus en paalwisser aan de schuivende afdekking toont; 194754 2
Figuur 7 is een aanzicht in doorsnede door een door doorsnede IV-IV van figuur 3 aangeduid gedeelte van de geleidingspaalfitting, welke een ander bevestigingssamenstel voor de paalbus en paalwisser aan de schuivende afdekking toont; en
Figuur 8 is een bovenaanzicht van de vaste afdekking, welke de geleidingshoekijzers voor de schuivende 5 afdekking en de schachtpakking toont
In de mate dat het redelijk en praktisch is zullen dezelfde elementen, die verschijnen in de verschillende tekeningfiguren door dezelfde verwijzingscijfers worden aangeduid.
Figuur 1 toont een gedeelte van een tank 20 met uitwendig drijvend dak. De tank 20 omvat een boven 10 grondniveau op een geschikte fundering 24 rustende vlakke cirkelvormige bodem 22. Een verticale cilindrische tankmantel 26 is aangesloten op de bodem 22 en strekt zich omhoog uit Een drijvend dak 30 is binnen de tankmantel 26 zodanig opgesteld, dat hij bovenop vloeibaar product 32 binnen de tank 20 drijft en een ruwweg ringvormige randruimte 34 om zijn buitenste verticale rand 36 begrenst
De ringvormige randruimte 34 is nagenoeg afgedicht onder gebruikmaken van een gebruikelijk rand-15 afdichtsysteem, dat een mechanische of veerkrachtige eerste afdichting 38 en een facultatief vegende tweede afdichting 40 kan omvatten. De eerste afdichting 38 en de tweede afdichting 40 verminderen dampemissies uit de ringvormige randruimte 34 rondom het drijvende dak 30 en staan beperkte radiale beweging van het drijvende dak toe maar verschaffen weinig weerstand tegen draaibeweging.
Het drijvende dak 30 kan van iedere gebruikelijke constructie zijn, maar omvat gebruikelijk een bovenste 20 dek 44 en een onderste dek 46, die verbonden zijn door verticale steunplaat 48 en de verticale rand 36 om een omsloten ruimte te begrenzen, welke bijdraagt in het toevoegen van drijvermogen aan het drijvende vlak 30. Het onderste dek 46 drijft in rechtstreeks contact met product 32 en het bovenste dek 44 verschaft een platform voor het ondersteunen van werklui en uitrusting.
Tank 20 met uitwendig drijvend dak kan worden gebruikt voor het opslaan van een grote variëteit van 25 vluchtige producten 32, zoals benzine, brandstof voor straalmotoren, kerosine en andere zeer vluchtige vloeibare koolwaterstoffen, waarvan vele brandbaar worden indien gemengd met de juiste hoeveelheid lucht
Het drijvende dak 30 beweegt verticaal gedurende handelingen van het vullen en legen van de tank, maar zijn draaiing om een verticale as moet worden beperkt om schade te verhinderen aan bepaalde 30 onderdelen van de tank 20 met uitwendig drijvend dak, zoals het randafdichtsysteem 38 en 40, automatische niveaumeetinrichtingen, rolladders, die zich vanaf het boveneinde van de tankmantel 26 uitstrekken naar de bovenzijde van het uitwendig drijvende dak 30, en afvoersystemen voor regenwater op het drijvende dak.
Om draaiing van het uitwendig drijvende dak 30 te verhinderen, wordt een geleidingspaal 60 gebruikt, 35 welke rust onderste steunen 66 en bij een bovenste steun 67 is bevestigd aan een meterplatförm 68. De geleidingspaal 60 doordringt het uitwendige drijvende dak 30 bij een geleidingspaalfitting 64, die in figuur 1 is weergegeven.
In aanvulling op verhindering van draaiing van het drijvende dak 30 wordt de geleidingspaal 60 vaak gebruikt voor het nemen van monsters en bepalen van het vloeistofniveau van het product 32 in de 40 opslagtank 20. Ten einde representatieve monsters te verkrijgen of zeer nauwkeurige productniveau’s van product 32 binnen de tank 20 te bepalen, is de geleidingspaal 60 gebruikelijk voorzien van openingen 70 om vrije verbinding van het product 32 in de opslagtank 20 met dat gedeelte van het product 32 binnen de geleidingspaal 60 toe te staan. Een meetluik 72 is aangebracht bij de bovenzijde van de geleidingspaal 60 om de tankmeter in staat te stellen monsters te nemen en het product 32 binnen de geleidingspaal 60 te 45 peilen.
Een methode van het aanbrengen van openingen 70 in een geleidingspaal 60 omvat het gebruik van verticale kolommen van sleuven, waar de sleuven 70 in de verschillende kolommen rondom de omtrek van de geleidingspaal 60 elkaar overlappen voor het verschaffen van continue verbinding van het product 32 binnen de geleidingspaal 60 met het product 32 binnen de opslagtank 20 op alle niveau's binnen de tank 50 20. Andere vormen en opstellingen van geleidingspaalopeningen 70 kunnen worden gebruikt.
Een gebruikelijke fitting voor een geleidingspaal omvat een verticale cilindrische schacht 80 voor de geleidingspaal, welke een boring begrenst door welke geleidingspaal 60 zich uitstrekt, en welke een dampruimte 82 van de schacht begrenst. De schacht 80 voor de geleidingspaal behoeft zich niet omhoog voorbij het bovendek 44 van drijvend dak 30 uit te strekken en kan in een vlak daarmee zijn. Bovenop de 55 schacht 80 voor de geleidingspaal is er een vaste afdekking 84 gelast, welke een bovenste horizontaal draagoppervlak verschaft waarop een schuivende afdekking 86 rust. De vaste afdekking 84 begrenst een langgestrekt gat 88 (zie figuur 3) met een langshartlijn die ten minste nagenoeg evenwijdig is aan de straal, 3 194754 die zich vanaf het hart van het drijvende dak 30 uitstrekt naar het hart van de geleidingspaal 60. Het langgestrekte gat 88 maakt het mogelijk, dat het drijvende dak 30 radiaal maar niet draaiend beweegt. De schuivende afdekking 86 begrenst een gat 89, dat ruwweg dezelfde vorm heeft als de geleidingspaal 60 (weergegeven als cirkelvormig in figuur 3), zodat de schuivende afdekking 86 nabij de geleidingspaal 60 5 wordt gehouden en toch vrij is om verticaal langs de geleidingspaal 60 te bewegen. Indien het drijvende dak 30 radiaal in en uit beweegt vanaf het hart van de tank 20 schuift vaste afdekking 84 onder schuivende afdekking 86 en wordt het drijvende dak 30 tegen draaiing tegengehouden door de op de geleidingspaal· fitting 64 dragende geleidingspaal 60.
Figuren 2 en 3 tonen een fitting 64 voor een geleidingspaal, die alle kenmerken voor emissie-controle 10 van het huidige voorstel omvat, namelijk: een schachtpakking 100 opgesteld tussen de vaste afdekking 84 en de schuivende afdekking 86; een paalbus 102, die de geleidingspaal 60 geheel omgeeft en zich vanaf de schuivende afdekking 86 naar beneden toe uitstrekt in het vloeibare product 32; een aan de schuivende afdekking 86 bevestigde paalwisser 104, die zich uitstrekt over de ruimte tussen het uitwendig oppervlak van de geleidingspaal 60 en het inwendig oppervlak van de paalbus 102 en in doorlopend vegend contact 15 staat met het uitwendig oppervlak van de van sleuven voorziene geleidingspaal 60 in het gebied nabij de paalwisser 104; een verticale cilindrischè vlotter 106, de is opgenomen binnen de van sleuven voorziene geleidingspaal 60 en welke drijft in het product 32, dat binnen de van sleuven voorziene geleidingspaal 60 Is opgenomen onder het effectief verminderen van de hoeveelheid blootgesteld oppervlakgebied van het vloeibare product 32 binnen de van sleuven voorziene geleidingspaal 60; en tenslotte een vlottenvisser 108, 20 die aan de vlotter 106 is bevestigd en in doorlopend vegend contact is met het inwendig oppervlak van da van sleuven voorziene geleidingspaal 60 onder het effectief bedekken van de spleet tussen het inwendige oppervlak van de geleidingspaal 60 en het uitwendig oppervlak van de vlotter 106.
Het vegend contact van de paalwisser 104 en de vlotterwissers 108 verschaft een effectieve dampafdich-ting, welke ook hechting van vloeibaar product van de geleidingspaal 60, dat anders aan de atmosfeer kon 25 worden blootgesteld, indien het drijvende dak 30 daalt, afveegt Indien eenmaal blootgesteld aan de atmosfeer verdampt aanhechting en resulteert in een verlies van waardevol product
De tank 20 met drijvend dak kan worden gebruikt voor het opslaan van vluchtige vloeibare producten, die ontvlambaar zijn en daarom brandbaar zijn indien vermengd met lucht. Om verbranding te vermijden, Is het gewenst in de fittingsafdichting voor de geleidingspaal materialen te gebruiken die naar alle waarschijnlijk· 30 heid geen vonk zullen doen ontstaan indien zij langs elkaar bewegen. De schuivende afdekking 86 en de paalbus 80 zijn dus bij voorkeur vervaardigd uit roestvast staal, koper of aluminium.
De paalbus 102 kan uit metaal, kunststof of weefsel zijn vervaardigd zo lang als hij tijdens verticale of radiale beweging van het drijvende dak 30 niet op de geleidingspaal 60 blijft hangen en functioneert voor het blokkeren van de stroom van wind rondom de geleidingspaal 60 voor het verminderen van de emissies, 35 die resulteren uit de windstroming.
Flexibele paalbussen kunnen bijzonder bruikbaar zijn in het achteraf uitrusten van bestaande tanks. Dit kan in sommige installaties worden bewerkstelligd zonder de tank 20 uit bedrijf te nemen door eenvoudig de flexibele paalbus 102 naar beneden in te steken in de ringvormige ruimte tussen het uitwendig oppervlak van de geleidingspaal 60 en de binnenrand van het gat 89 in de schuivende afdekking 86 tot in het 40 opgeslagen product 32 en hem aan de schuivende afdekking 86 te bevestigen. Het flexibele velmateriaal kan een niet metalen materiaal zijn overeenkomend met dat gebruikt voor de wissers en pakkingen, of het kan een veerkrachtig vel uit kunststof of metaal zijn.
De vaste afdekking 84 verschaft een geschikt horizontaal draagvlak voor de schachtpakking 100.
De schachtpakking 100, paalwisser 104 en vlotterwisser 108 moeten zjin vervaardigd uit materialen, die 45 verenigbaar zijn met de chemische kenmerken van het product 32. Het gebruikte materiaal moet worden gekozen om duurzaamheid te verschaffen onder de verwachtige werkingsomstandfgheden. In het bijzonder moet het materiaal van de paalwisser 104 en vlotterwisser 108 voldoende afslijtweerstand hebben om gedurende de gewenste levensduur van de fitting 64 van de geleidingspaal voorafgaand aan onderhoudswerk Intact te blijven. Voor een groot gebied van aardolieproducten zijn chloropreen (Neopreen), 50 acrylonitriel-butadien polyvinylchloride (Buna-N/Vinyl), hypaion, polyurethaan en fluorelastomeer (Viton) acceptabele afdicht- en pakkingmaterialen. Ook zijn duurzame materialen vervaardigd uit met vezels of weefsels versterkte kunststof, zoals neopreen op nylon weefsel, polyurethaan op nylon of polyester weefsel, Buna-N/Vinyl op nylon weefsel of Viton op nylon weefsel bruikbaar. Een ander geschikt materiaal is vervaardigd uit Viton aan een zijde en Buba-N/Vinyl aan de andere zijde van nylon weefsel. Het moet 55 worden begrepen, dat de afdichtingen en pakkingen werken om een aanzienlijke hoeveelheid van emissie-verlies te verhinderen, maar niet absoluut zijn in hun afdichtmogelijkheid.
De vlotter 106 kan zijn vervaardigd uit een metalen cilinder met gesloten einden met een lege inwendige 194754 4 ruimte, hetgeen resulteert in een voor drijven in het beoogde product 32 geschikt gewicht Alternatief kan de vlotter 106 zijn vervaardigd uit een niet metalen cilinder met gesloten einden, zoals polyurethaan of polyethyleen, met het inwendige leeg gelaten of gevuld met een polymeerschuim samenstel met gesloten cellen, zoals polymeerschuim. Tenslotte kan een vlotterwisser 108 worden gebruikt voor het verschaffen van 5 een afdichting tussen het inwendig oppervlak van de geleidingspaal 60 en het uitwendig oppervlak van de vlotter. Ook kan een aantal vlotterwissers 108 worden gebruikt voor het verschaffen van een effectievere afdichting tussen het inwendig oppervlak van de geleidingspaal 60 en het uitwendig oppervlak van de vlotter 106. Een kabel 120 is bevestigd aan het boveneinde van de vlotter 106 en strekt zich verticaal omhoog uit naar het boveneinde van de geleidingspaal 60 om verwijdering van de vlotter 106 gedurende peilen van het 10 product 32 of monsterneemhandelingen toe te staan.
Gedurende handelingen van het vullen en legen van de tank stijgt respectievelijk daalt het drijvende dak 30 voor het opnemen van de volumewijziging van het opgeslagen product 32. Het is belangrijk, dat de door het drijvend dak 30 op de geleidingspaal 60 overgedragen krachten niet in de conflict komen met de juiste werking van de paalbus 102 of paalwisser 104. Daarvoor kan een geleiding, zoals een rolsamenstel 130 15 worden gebruikt om controle van de draaikrachten van het drijvende dak 30 op de paalbus 102 en paalwisser 104 te ondersteunen en om deze krachten in plaats daarvan over te brengen op de vaste afdekking 84 of op het drijvende dak 30. Het rolsamenstel 130 omvat rollen 162, rolsteunplaten 164 en rolasbussen 166. De rolsteunplaten 164 zijn verbonden met tegenhoudhoekijzers 200 van de schuivende afdekking op een wijze dat draaiing van de rollen 162 toestaat indien het drijvende dak 30 stijft of daalt De 20 rollen 162 zijn zo georiënteerd, dat de hartlijn van de rollen horizontaal en evenwijdig aan de radiale lijn, die zich vanaf het hart van het drijvende dak 30 door het hart van de geleidingspaal 60 uitstrekt is. De openingen 70 in de geleidingspaal 60 zijn bij voorkeur gelegen in gebieden van de geleidingspaal 60 waar geen contact tussen de rollen 162 en de geleidingspaal 60 optreedt ten einde betere overbrenging van krachten tussen de geleidingspaal 60 en de rollen 162 toe te staan. De openingen 70 kunnen bijvoorbeeld 25 zijn gelegen op de radiale lijn, welke vanaf het hart van het drijvend dak 30 door het hart van de geleidingspaal 60 verloopt zoals weergegeven in figuur 3.
Voor sommige opslagtanks 20 met drijvende daken kan een alternatieve geleiding voor een drijvend dak worden gebruikt om draaiing van het drijvende dak 30 te controleren. In die gevallen kan de van sleuven voorziene geleidingspaal 60 In de eerste plaats worden gebruikt voor het meten van het niveau van het 30 product 32 en bemonsteren van het product 32 en behoeft het rolsamenstel 130 niet vereist te zijn voor het controleren van de draaiing van het drijvende dak.
Er zijn ten minste drie methoden voor het verbinden van de paalbus 102 met de schuivende afdekking 86 en deze zijn weergegeven in figuren 4, 6 en 7. In figuur 4 is de paalbus 102 weergegeven als te zijn verbonden met de schuivende afdekking 86 door middel van een gelaste of gesoldeerde verbinding. De 35 schuivende afdekking 86 wordt slechts toegestaan in een radiale richting vanaf het hart van het drijvende dak 30 te schuiven en wordt tegengehouden tegen beweging in andere richtingen door gebruik van de geleidingshoekijzers 170, die zijn bevestigd aan de vaste afdekking 84 aan weerszijden van de schuivende afdekking 86. De geleidingshoekijzers 170 van de schuivende afdekking kunnen door middel van lassen aan de vaste afdekking 84 zijn bevestigd.
40 Ook is in figuur 4 een vlotter 106 (afgebeeld met stippellijnen) weergegeven, welke is voorzien van een vlotterwisser 108 boven de paalwisser 104, welke aanvullende afdichting kan verschaffen indien met een vlotterwisser 108 nabij het niveau van het vloeibare product 32 in de tank 20, maar welke in feite emissies kan vergroten indien niet gebruikt met een vlotterwisser 108 onder de paalwisser 104, omdat hij wind naar beneden richt in de holle geleidingspaal 60 en in contact met het product 32. Daarom is het gewenst 45 gebruik van slechts een vlotterwisser 108, die boven de paalwisser 104 is opgesteld, te vermijden.
Figuur 6 toont een tweede methode voor het verbinden van de paalbus 102 aan de schuivende afdekking 86, welke het gebruik omvat van een boutverbinding aan de onderzijde van de schuivende afdekking 86. De paalbus 102 is uitgerust met een flens 182 om het gebruik van bouten 184 en moeren 194 voor het verbinden van de paalbus 102 aan de schuivende afdekking 86 mogelijk te maken.
50 Figuur 7 toont een derde methode voor het verbinden van de paalbus 102 aan de schuivende afdekking 86, welke het gebruik omvat van een boutverbinding aan de bovenzijde vein de schuivende afdekking 86.
De paalbus 102 is uitgerust met een flens 182 om het gebruik van tappen 192 en moeren 194 voor het verbinden van de paalbus 102 aan de schuivende afdekking 86 mogelijk te maken. Met deze verbindingsmethode verdient het aanbeveling een paalbuspakking 196 te gebruiken, die is opgesteld tussen het 55 bovenvlak van de schuivende afdekking 86 en het ondervlak van de paalbusflens 182.
Figuren 4, 6 en 7 tonen ook drie methoden voor het bevestigen van de paalwisser 104 aan de schuivende afdekking 86. Figuur 4 toont plaatsing van de paalwisser 104 op het bovenvlak van de schuivende

Claims (2)

5 194754 afdekking 86. Een tegenhoudplaat 197 voor de paalwisser, aan de schuivende afdekking 86 bevestigde tappen 193 en moeren 194 worden gebruikt voor het bevestigen van de paalwisser 104 aan de schuivende afdekking 86. Figuur 6 toont een tweede orgaan voor het bevestigen van de paalwisser 104 aan de schuivende 5 afdekking 86, welke overeenkomend is met het orgaan, dat is weergegeven in figuur 4, met het verschil, dat bouten 184 worden gebruikt in plaats van tappen 193. Figuur 7 toont een derde orgaan voor het bevestigen van de paalwisser 104 aan de schuivende afdekking 86. In deze opstelling rust de paalwisser 104 op het bovenvlak van de flens 182 van de paalbus. De paalwisser 104 wordt op zijn plaats gehouden met tegenhoudplaat 197 voor de paalwisser, aan de 10 schuivende afdekking 86 bevestigde tappen 192 en moeren 194. Figuur 5 toont een orgaan voor het aanbrengen van de rollen 162 op de fitting 64 van de geleidingspaal. Tegenhoudhoekijzers 200 van de schuivende afdekking zijn bevestigd aan de geleidingshoekijzers 170 van de schuivende afdekking met bouten 202 en moeren 204. Het tegenhoudhoekijzer 200 van de schuivende afdekking begrenst een schuif-uitsparing waarin schuivende afdekking 86 wordt toegestaan in een radiale 15 richting te bewegen ten opzichte van het hart van het drijvende dak 30, maar verhindert de schuivende afdekking 86 verticaal van het bovenvlak van de schachtpakking 100 weg te bewegen. Het tegenhoud-hoekijzer 200 behoeft niet in constant contact te zijn met de schuivende afdekking 86 zo lang de schuivende afdekking 86 wordt verhinderd omhoog te bewegen van de schachtpakking 100 indien het drijvende dak 30 omlaag beweegt. Op andere tijdstippen is het gewicht van de schuivende afdekking 86 voldoende om 20 contact met de schachtpakking 100 te behouden. Een rol-steunplaat 164 kan zijn bevestigd aan het tegenhoudhoekijzer 200 van de schuivende afdekking door lassen of andere geschikte methoden. Cirkelvormige koperen bussen 166 zijn gelegen in de rol-steunplaten 164 voor het opnemen van de as 210 van de rollen 162. De rollen 162 kunnen zijn vervaardigd uit roestvast staal, kopen of ander geschikt materiaal, dat de opwekking van vonken minimaal maakt. 25 Figuur 8 is een bovenaanzicht van het bovenvlak van de vaste afdekking 84, welke de langgestrekte opening 88 begrenst om verticale doorgang van de geleidingspaal 60 toe te staan. De breedte van de opening 88 is een weinig groter dan de uitwendige diameter van de geleidingspaal 60. De opening 88 is langgestrekt in de radiale richting vanaf het hart van het drijvend dak 30 om enige radiale beweging van het drijvende dak 30 ten opzichte van de geleidingspaal 60 toe te staan. De schachtpakking 100 kan zijn 30 gesneden in de in figuur 3 weergegeven vorm ten einde de opening 88 volledig te omgeven en toch tussen de geleidingshoekijzers 170 van de schuivende afdekking te passen. De schachtpakking 100 kan met een geschikt hechtmiddel 212 zijn bevestigd aan het bovenvlak van de vaste afdekking 84 zoals weergegeven in de figuren 4,5,6 en 7. 35
1. Inrichting voor de doorvoer van een holle geleidingspaal door een drijvend dak van een opslagtank voor vloeibare producten, waarbij de inrichting een de geleidingspaal omgevende schacht omvat, welke een 40 afdekorgaan ondersteunt, welk afdekorgaan is voorzien van een op afstand boven de tijdens gebruik met de vloeibare producten in aanraking zijnde onderzijde van het dak gelegen paalwisser, die in vegende Ingrijping is met de zich door een opening in het afdekorgaan uitstrekkende geleidingspaal, In de wand waarvan boven en onder het dak gaten zijn aangebracht en tussen het afdekorgaan een zich vanaf het afdekorgaan naar beneden uitstrekkende, de geleidingspaal omgevende bus is bevestigd, welke bus zich tot op ten 45 minste het niveau van het in de tank opgeslagen product uitstrekt en binnen de geleidingspaal een op het in de geleidingspaal aanwezige vloeibare product drijvende vlotter is opgesteld, met het kenmerk, dat een met de vlotter (106) verbonden wisser (108) in vegende ingrijping met het inwendige oppervlak van de over ten minste nagenoeg zijn gehele lengte in zijn wand van openingen voorziene geleidingspaal (60) op een niveau, dat is gelegen onder het niveau waar de met het schuifbare afdekorgaan (86) verbonden paalwisser 50 (104) met de geleidingspaal in ingrijping is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan weerszijden van de geleidingspaal (60) met de 194754 6 geleidingspaal in aanraking zijnde, horizontaal opgestelde, door de schacht (80) ondersteunde vrij draaibare rollen (162) zijn aangebracht waarvan de hartlijnen zich ten minste nagenoeg evenwijdig aan de verbindingslijn tussen het hart van het drijven dak (30) en het hart van de geleidingspaal (60) uitstrekken. Hierbij 4 bladen tekening
NL9520022A 1994-03-21 1995-03-13 Inrichting voor de doorvoer van een holle geleidingspaal door een drijvend dak van een opslagtank voor vloeibare producten. NL194754C (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US08/215,377 US5560509A (en) 1994-03-21 1994-03-21 Guide pole fitting seal for floating roof storage tanks
US21537794 1994-03-21
US9502995 1995-03-13
PCT/US1995/002995 WO1995025684A1 (en) 1994-03-21 1995-03-13 Guide pole fitting seal for floating roof storage tanks

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9520022A NL9520022A (nl) 1997-05-01
NL194754B NL194754B (nl) 2002-10-01
NL194754C true NL194754C (nl) 2003-02-04

Family

ID=22802750

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9520022A NL194754C (nl) 1994-03-21 1995-03-13 Inrichting voor de doorvoer van een holle geleidingspaal door een drijvend dak van een opslagtank voor vloeibare producten.

Country Status (9)

Country Link
US (2) US5560509A (nl)
JP (1) JP3539733B2 (nl)
AU (1) AU686786B2 (nl)
CA (1) CA2186114C (nl)
GB (1) GB2301857B (nl)
MY (1) MY130113A (nl)
NL (1) NL194754C (nl)
SA (1) SA95150666A (nl)
WO (1) WO1995025684A1 (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4523821B2 (ja) * 2004-09-28 2010-08-11 株式会社石井鐵工所 浮屋根貫通部の構造
US7513393B2 (en) * 2006-06-16 2009-04-07 Lincoln Industrial Corporation Container system
US8579139B1 (en) * 2009-10-16 2013-11-12 Marathon Petroleum Company Lp Gauge well mixer
US8668105B2 (en) * 2010-12-16 2014-03-11 Saudi Arabian Oil Company Buoyant plug for emergency drain in floating roof tank
KR101264617B1 (ko) * 2011-02-28 2013-05-27 코웨이 주식회사 수위조절장치
KR101795426B1 (ko) * 2011-03-16 2017-11-10 코웨이 주식회사 수위조절장치
WO2012125002A2 (en) * 2011-03-16 2012-09-20 Woongjin Coway Co., Ltd Apparatus for controlling water level of water storage tank
US9624031B2 (en) * 2012-08-06 2017-04-18 Honeywell-Enraf B.V. Bulk storage tank monitoring including evaporative loss assessment
JP6364785B2 (ja) * 2014-01-23 2018-08-01 新日鐵住金株式会社 ピストンサポート支持管
CN107235246A (zh) * 2017-06-29 2017-10-10 天津诺塑料制品有限公司 一种平稳转运物料的桶
US10696906B2 (en) 2017-09-29 2020-06-30 Marathon Petroleum Company Lp Tower bottoms coke catching device
US12000720B2 (en) 2018-09-10 2024-06-04 Marathon Petroleum Company Lp Product inventory monitoring
US12031676B2 (en) 2019-03-25 2024-07-09 Marathon Petroleum Company Lp Insulation securement system and associated methods
US11975316B2 (en) 2019-05-09 2024-05-07 Marathon Petroleum Company Lp Methods and reforming systems for re-dispersing platinum on reforming catalyst
KR102040839B1 (ko) * 2019-05-15 2019-11-05 (주)티티에스 플로팅 루프형 유류저장탱크
CA3109675A1 (en) 2020-02-19 2021-08-19 Marathon Petroleum Company Lp Low sulfur fuel oil blends for stability enhancement and associated methods
US20220268694A1 (en) 2021-02-25 2022-08-25 Marathon Petroleum Company Lp Methods and assemblies for determining and using standardized spectral responses for calibration of spectroscopic analyzers
US11702600B2 (en) 2021-02-25 2023-07-18 Marathon Petroleum Company Lp Assemblies and methods for enhancing fluid catalytic cracking (FCC) processes during the FCC process using spectroscopic analyzers
US11905468B2 (en) 2021-02-25 2024-02-20 Marathon Petroleum Company Lp Assemblies and methods for enhancing control of fluid catalytic cracking (FCC) processes using spectroscopic analyzers
US11898109B2 (en) 2021-02-25 2024-02-13 Marathon Petroleum Company Lp Assemblies and methods for enhancing control of hydrotreating and fluid catalytic cracking (FCC) processes using spectroscopic analyzers
US11692141B2 (en) 2021-10-10 2023-07-04 Marathon Petroleum Company Lp Methods and systems for enhancing processing of hydrocarbons in a fluid catalytic cracking unit using a renewable additive
CA3188122A1 (en) 2022-01-31 2023-07-31 Marathon Petroleum Company Lp Systems and methods for reducing rendered fats pour point

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US611440A (en) * 1898-09-27 richardson
US1611440A (en) * 1922-08-14 1926-12-21 Standard Dev Co Tank construction
US2237461A (en) * 1937-12-02 1941-04-08 John J Tokheim Liquid level gauge equipment
US3203574A (en) * 1961-09-27 1965-08-31 Union Tank Car Co Storage tank
US3474931A (en) * 1968-03-12 1969-10-28 Olin Mathieson Flexible floating blanket for vapor loss control in vertical storage tanks
GB1176106A (en) * 1968-04-09 1970-01-01 Olin Mathieson Floating Deck for a Liquid Storage Tank.
US3583594A (en) * 1969-08-14 1971-06-08 Walter E Belanger Plastic floating deck for storage tanks and method of construction thereof
SU793872A1 (ru) * 1978-12-19 1981-01-07 Всесоюзный Научно-Исследовательскийинститут По Сбору,Подготовкеи Транспорту Нефти И Нефтепродуктов Герметизирующий затвор кплАВАющЕй КРышЕ РЕзЕРВуАРА
US4243151A (en) * 1979-07-02 1981-01-06 Bruening Robert A Floating roof penetrations with reduced vapor space seal
US4260068A (en) * 1980-01-10 1981-04-07 Texaco Inc. Storage tank and floating roof with a gauge well having a floating seal therein
US4468975A (en) * 1982-08-09 1984-09-04 Chevron Research Company Gauge well float for floating roof storage tanks
US5474198A (en) * 1992-07-29 1995-12-12 Saab-Scania Ab Stillpipe sealing device
US5423446A (en) * 1993-04-20 1995-06-13 Johnson; Ronald G. Vapor seal for floating roof of liquid storage tank

Also Published As

Publication number Publication date
GB2301857A8 (en) 1997-01-06
MY130113A (en) 2007-06-29
CA2186114A1 (en) 1995-09-28
CA2186114C (en) 2005-09-27
SA95150666A (ar) 2005-12-03
US5829621A (en) 1998-11-03
SA95150666B1 (ar) 2005-07-02
US5560509A (en) 1996-10-01
JP3539733B2 (ja) 2004-07-07
NL9520022A (nl) 1997-05-01
GB2301857B (en) 1998-05-06
AU2158195A (en) 1995-10-09
JPH09510424A (ja) 1997-10-21
NL194754B (nl) 2002-10-01
AU686786B2 (en) 1998-02-12
GB2301857A (en) 1996-12-18
WO1995025684A1 (en) 1995-09-28
GB9619565D0 (en) 1996-10-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194754C (nl) Inrichting voor de doorvoer van een holle geleidingspaal door een drijvend dak van een opslagtank voor vloeibare producten.
CA1249932A (en) Overfill and spillage protection device
US5372270A (en) Shoe seal for floating roof
US5099894A (en) Spill containment and flex hose protection device
US5971009A (en) Dual containment assembly
EP3059186A1 (en) Floating roof monitoring with laser distance measurement
CA1216121A (en) Modification to floating roof tank design
US5078293A (en) Shoe seal for lightweight floating roof
US4273250A (en) Sealing system for liquid storage tanks
US4341323A (en) Seal for floating roof tanks
US5305904A (en) Fluid storage tank
CN1066068C (zh) 从一表面分开排放两种比重不同互不相混的液体的设备
CA2511776C (en) Spring-loaded secondary seal for floating-roof storage tank
US4957214A (en) Modification to floating roof tank design
US5515881A (en) Multi-storage tanks and dispensing units
CA1301714C (en) Gasoline collector pit box and submersible unit box
US20200172326A1 (en) External floating roof tank shell extension
US5609267A (en) Corrosion-resistant storage tank for runoff liquids
CA2196941C (en) Dual containment assembly
CN220683485U (zh) 一种储油罐吊索托架浮盘装置
RU2238U1 (ru) Хранилище для текучих веществ и цистерна для его возведения
RU45988U1 (ru) Резервуар с плавающей крышей для нефти
MXPA98009445A (en) Fuel barge facility
NL1016639C2 (nl) Ondergrondse vloeistof-opslag.
DE10353536A1 (de) Vorrichtung zur drucklosen Leckageüberwachung an senkrechten Gefäßwänden

Legal Events

Date Code Title Description
A1C A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: CHICAGO BRIDGE & IRON COMPANY( DELAWARE )

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20091001