NL1016639C2 - Ondergrondse vloeistof-opslag. - Google Patents

Ondergrondse vloeistof-opslag. Download PDF

Info

Publication number
NL1016639C2
NL1016639C2 NL1016639A NL1016639A NL1016639C2 NL 1016639 C2 NL1016639 C2 NL 1016639C2 NL 1016639 A NL1016639 A NL 1016639A NL 1016639 A NL1016639 A NL 1016639A NL 1016639 C2 NL1016639 C2 NL 1016639C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
storage tank
storage
level
liquid
storage tanks
Prior art date
Application number
NL1016639A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1016639A1 (nl
Inventor
Willem Daniul Anthony V Zelfde
Original Assignee
Weger Architecten En Ingenieur
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Weger Architecten En Ingenieur filed Critical Weger Architecten En Ingenieur
Priority to NL1016639A priority Critical patent/NL1016639C2/nl
Priority to PCT/NL2000/000850 priority patent/WO2001036297A1/nl
Priority to EP00986078A priority patent/EP1232105A1/en
Priority to AU22375/01A priority patent/AU2237501A/en
Publication of NL1016639A1 publication Critical patent/NL1016639A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1016639C2 publication Critical patent/NL1016639C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D88/00Large containers
    • B65D88/78Large containers for use in or under water
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D88/00Large containers
    • B65D88/76Large containers for use underground
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A20/00Water conservation; Efficient water supply; Efficient water use

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Underground Structures, Protecting, Testing And Restoring Foundations (AREA)
  • Filling Or Discharging Of Gas Storage Vessels (AREA)

Description

Ondergrondse vloeistof-opslag
De uitvinding heeft betrekking op een opslagsysteem/ i.h.b. voor vloeistof- Hoewel in het hiernavolgende de uit-5 vinding wordt besproken aan de hand van de opslag van ruwe olie, moet het duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot dat toepassingsgebied. Bijvoorbeeld opslag van andere chemische vloeistof is eveneens denkbaar. Ook is opslag denkbaar van vaste elementen.
10 Met de term "beton", wordt hier ook bedoeld ander ge stort en gehard steenachtig materiaal. Met de term "substraat" wordt hier de opslagtank omringend vloeibaar (zoals water) of vast (zoals grond) materiaal bedoeld. Met de term "vulmateriaal" wordt hier bedoeld elke vloeibare of 15 vaste stof of mengsels daarvan, waarmee de opslagtank gevuld is.
Uit de praktijk is het reeds lang bekend, bijvoorbeeld in een havengebied ruwe olie op te slaan in een groot aantal bovengrondse, op afstand naast elkaar staande opslagtanks in 20 de vorm van rechtop staande, dunwandige stalen cilinders met een vulhoogte van ongeveer 10m en een diameter van ongeveer 30m.
De uitvinding beoogt, deze bekende opslag te verbeteren. Daartoe wordt voorgesteld, het opslagsysteem uit te voeren 25 volgens de bijgevoegde conclusie 1.
Hierdoor ontstaan de volgende voordelen ten opzichte van het bekende bovengrondse opslagsysteem: - Bij gelijkblijvende (brand)veiligheid kunnen de opslagtanks dichter opeen worden geplaatst, zodat het benodig-30 de oppervlak geringer is;
Tussen twee opslagtanks of groepen opslagtanks hoeven geen brandwerende muren te worden geplaatst;
Alternatieve constructiematerialen, zoals beton, komen voor gebruik in aanmerking; 35 - De opslagtanks kunnen in een aanzienlijk grotere hoogte worden uitgevoerd, zodat de opslagcapaciteit bij gelijkblijvend ingenomen substraatoppervlak kan worden vergroot ;
De ruimte boven het substraat blijft beschikbaar voor 40 andere doeleinden, zoals gebouwen; 101 663 9^ 2
Geen rekening hoeft te worden gehouden met het gevaar van openscheuren van de opslagtanks, zodat geen omringende dijk nodig is.
De opslagtanks bezitten bij voorkeur een of meer van de 5 volgende aspecten: zij zijn alle althans in hoofdzaak gelijk van vorm en/of afmeting (bijvoorbeeld een diameter en een hoogte van meer dan 15m en/of een volume van althans 25000m3); zij zijn opgesteld in een in bovenaanzicht gezien althans in hoofdzaak regelmatig patroon; zij zijn althans in 10 hoofdzaak cilindrisch; zij staan althans in hoofdzaak rechtop; hun bovenrand eindigt althans in hoofdzaak op gelijk niveau met het omringende substraat; zij bezitten althans in hoofdzaak vloeistofdichte en/of gasdichte buitenwanden; zij bezitten een vaste bodemwand en daarvanaf naar boven lopende, 15 althans in hoofdzaak vloeistofdicht en/of gasdicht op de bodemwand aansluitende vaste zijwanden die althans in hoofdzaak vloeistof- en/of gasdicht op elkaar aansluiten; de zijwanden zijn dunwandig; zij bevinden zich in een zandgrond-substraat (d.w.z. geen vormvast substraat, zoals rots, maar 20 een gemakkelijk weg te graven, bij voorkeur kleinkorrelig substraat, zoals van zand, klei, veen, grind of een mengsel daarvan met daarbij eventueel andere bij voorkeur kleinkorre-lige componenten zoals mineralen en/of grondwater); hun zijwanden steunen over althans hun gehele hoogte beneden 25 substraatniveau tegen het omringende substraat; zij bezitten een in hoogte beweegbare bovenwand die bij voorkeur althans in hoofdzaak vloeistofdicht en/of gasdicht aansluit op de zijwanden; zij zijn althans in hoofdzaak allemaal althans ten dele gevuld met dezelfde opslaggoederen, zoals (ruwe) olie; 30 zij zijn althans in hoofdzaak allemaal althans ten dele gevuld met hetzelfde ballastmateriaal, zoals water; de bodemwand bestaat uit beton vermengd met verzwaringsmateriaal, zoals ijzererts, ter verhoging van het soortelijk gewicht en weerstand tegen opdrijvend vermogen van de opslagtank omrin-35 gende vloeistof; de bodemwand bestaat uit beton met daarbovenop een losgestorte steenlaag ter verhoging van de weerstand tegen opdrijvend vermogen van de opslagtank omringende vloeistof; de bodemwand bevindt zich beneden het (grond)- 1016653 3 waterniveau, bij voorkeur althans 10m beneden het (grond)-waterniveau; indien uitgevoerd in beton, bevat althans het bovenste deel van de zijwanden een wapening; de bovenrand van de zijwanden is uitgevoerd in constructiebeton.
5 Het moet duidelijk zijn, dat volgens de onderhavige uitvinding de opslaggoederen bij voorkeur althans in hoofdzaak geheel onder substraatniveau zijn opgeslagen, waardoor de opslagtanks dichter opeen geplaatst kunnen worden zonder aantasting van de (brand)veiligheid. Echter voorziet de 10 uitvinding in de mogelijkheid, dat een gedeelte, bij voorkeur klein gedeelte, van de opslagtank boven het substraatniveau uitsteekt. Enerzijds is dit uit het oogpunt van (brandveiligheid toelaatbaar, zo lang er voor gezorgd wordt, dat de opslaggoederen niet in dit boven het substraat stekende 15 gedeelte van de opslagtank worden opgeslagen. Anderzijds is het de verwachting, dat bij opslag boven substraatniveau over een hoogte die aanzienlijk geringer is dan de gebruikelijke vulhoogte van 10m bij de bekende volledig bovengrondse opslagtanks (naar verwachting één of enkele meters maar bij 20 voorkeur niet meer dan ongeveer drie meter), de (brandveiligheid althans niet wezenlijk wordt aangetast.
Het verdient de voorkeur dat in elke opslagtank het niveau van het vulmateriaal zich althans in hoofdzaak voortdurend nabij het oppervlak van het omringende substraat en/of 25 (grond)waterspiegel dan wel de bovenrand van de opslagtank bevindt, dan wel in hoofdzaak onveranderlijk is, bijvoorbeeld varieert over een hoogte kleiner dan ongeveer 10%, met meer voorkeur kleiner dan ongeveer 5% van de hoogte van de zijwanden van de opslagtank (hetgeen er in de praktijk veelal op 30 neerkomt dat die variatie niet meer bedraagt dan één of enkele meters). Daartoe kan het opslagsysteem zijn uitgerust met geschikte niveaudetectie- en/of niveauinstelmiddelen, waarmee bijvoorbeeld automatisch vulmateriaal wordt aangevuld aan en/of verwijderd uit de opslagtank bij constatering van 35 een vulmateriaalniveauverandering in die opslagtank, en dit eventueel pas na overschrijden van een voorafbepaalde drem-pelverschilwaarde. De niveauinstelmiddelen kunnen althans één vulmateriaaltoe- en/of -afvoerleiding bezitten, vanaf een 1°1683S™ 4 plaats buiten de opslagtank lopend en in de opslagtanl uitmondend .
Bijvoorbeeld is de opslagtank gevuld met een eerste vulmateriaal, dat kan dienen als ballastmateriaal, zoals een 5 eerste vloeistof, zoals water, en een daarvan gescheiden (bijvoorbeeld doordat de eerste vloeistof op de tweede vloeistof drijft, of omgekeerd) of gemakkelijk scheidbaar (bijvoorbeeld een vaste stof) tweede vulmateriaal, dat een op-slaggoed kan zijn, zoals een tweede vloeistof, zoals (ruwe) 10 olie, waarbij bij toevoer aan de opslag van het tweede vulma teriaal een althans in hoofdzaak even groot volume van het eerste vulmateriaal daaruit wordt afgevoerd, en omgekeerd. Daarbij verdient het de voorkeur, dat de opslagtank is voorzien van een eerste toe- en/of -afvoermiddel, zoals een 15 leiding, die van buiten de opslagtank komend eventueel op een eerste, geringe hoogte boven de bodemwand vulmateriaal (zoals de eerste vloeistof) toe- of afvoert aan resp. uit (zoals uitmondt in), de opslagtank, zoals in de vloeistof van grootste dichtheid uitmondt, alsmede van een tweede toe- en/of - 20 afvoermiddel, zoals een leiding, die van buiten de opslagtank komend op een eventueel tweede, grotere hoogte boven de bodem vulmateriaal (zoals de tweede vloeistof) toe- of afvoert aan resp. uit (zoals uitmondt in) de opslagtank, zoals in de vloeistof met de geringere dichtheid uitmondt.
25 Deze vulmateriaalniveauhandhaving in de opslagtank biedt verschillende voordelen. Een daarvan is, dat het vulmateriaal tegendruk biedt aan het de opslagtank omringende substraat, zodat de constructie van de opslagtank altijd lichtbelast is, zodat kan worden bespaard op de constructie. Bijvoorbeeld 30 kunnen de zijwanden zo zijn uitgevoerd, dat zij slechts een scheidende en geen dragende functie hebben. Anderzijds kan de vloeistof- en/of gasafdichting van de bovenzijde van de opslagtank (bijvoorbeeld bij toepassing van een op de vloeistof drijvende bovenwand) betrouwbaarder worden uitgevoerd.
35 In plaats van dan wel naast het tweede vulmateriaal (zoals de tweede vloeistof) kunnen zich in de opslagtank op-slaggoederen in vaste vorm bevinden, zoals containers die gevuld kunnen zijn met vloeistof. Bijvoorbeeld is het denk- ' u ι u o o 9 ^ 5 baar, dat de opslagtank een groot aantal met de tweede vloeistof gevulde, verzegelde zakken bevat die met bijvoorbeeld een hijsinstallatie uit de opslagtank kunnen worden verwijderd. In het bijzonder in het geval van opslaggoederen in 5 vaste vorm is het goed voor te stellen, dat de eerste vloeistof die opslaggoederen althans in hoofdzaak alzijdig omgeeft. Volgens een alternatieve toepassing van opslag van goederen in vaste vorm is op de bodemwand een zwaar ballast-materiaal gestort, zoals (ijzer)erts, om opdrijven van de 10 opslagtank tegen te gaan. In de ruimte boven dat ballastmate-riaal bevinden zich de opslaggoederen. Bij voldoende sterk uitvoeren van de zijwanden zodat die de omringende (grond)waterdruk kunnen weerstaan, is het dan niet nodig dat de ruimte in de opslagtank boven de bodemwand gevuld is met 15 een tegendruk biedende vloeistof, zodat de opslaggoeren in vaste vorm droog kunnen worden opgeslagen.
De opslagtank bezit bij voorkeur op afstand boven de bodemwand een bovenwand die zich bevindt boven en bij voorkeur rust op het vulmateriaal, zoals de opslaggoederen, en 20 bij voorkeur via afdichtmiddelen vloeistof- en/of gasdicht aansluit op de zijwanden. Opdat de bovenwand omhoog en omlaag kan bewegen zonder verlies van de afdichting, verdient het de voorkeur dat de afdichtmiddelen over een hoogtegebied van de opslagtank afdichtend werkzaam zijn.
25 Voor een betrouwbare afdichting kunnen op de radiale omtrek van de op de vloeistof in de opslagtank drijvende bovenwand zich op afstand van de opslagtankzijwanden over een aanzienlijke hoogte van althans 25%, met meer voorkeur althans 50%, met de meeste voorkeur althans 75% van de opslag-30 tankhoogte naar de bodemwand uitstrekkende, en in het vulmateriaal (in het bijzonder de vloeistof in de opslagtank) stekende, althans in hoofdzaak vloeistof- en/of gasdicht op elkaar aansluitende afdichtzijwanden, vloeistof- en/of gasdicht aansluiten. Deze uitvoering wordt in de figuurbeschrij-35 ving verderop nader toegelicht aan de hand van een voorkeursuitvoering.
Teneinde de belasting van het milieu zo laag mogelijk te houden, verdient het de voorkeur dat de opslagtanks via een 1Q f Rn o λ * w w v.» if 6 leidingnet zijn aangesloten op een bij voorkeur gemeenschappelijk van de omgeving afgeschermd reservoir waarin het uit de opslagtanks afkomstige eerste vulmateriaal, zoals de ballastvloeistof tijdelijk kan worden opgeslagen om op een 5 later tijdstip opnieuw in de opslagtanks geleid te worden. Zodoende hoeft het door het met opslaggoederen, zoals olie, bijvullen van de opslagtanks daaruit verdrongen eerste vulmateriaal, zoals water niet direct te worden geloosd op bijvoorbeeld het oppervlaktewater of het riool. Dat reservoir 10 heeft bij voorkeur een zodanige capaciteit, dat slechts onder uitzonderlijke omstandigheden daarin niet alle uit de opslagtanks vrijkomende eerste vulmateriaal kan worden opgeslagen. In een dergelijk uiterste geval zal een gering volume van het eerste vulmateriaal uit de opslagtanks, na reiniging, moeten 15 worden geloosd, waartoe het reservoir is aangesloten op een zuiveringsinstallatie.
Teneinde weglekken van inhoud van een opslagtank naar de omgeving te vermijden of tot een minimum te beperken zonder hoge eisen te hoeven stellen aan de vloeistofdichtheid van 20 wanden van de opslagtank, verdient het de voorkeur dat van elke opslagtank het gedeelte dat zich beneden substraatniveau bevindt, althans in hoofdzaak tot het vulmateriaalniveau en/of tot substraatniveau althans in hoofdzaak volledig is omgeven door vloeistof, bijvoorbeeld grondwater. Daarbij 25 verdient het de voorkeur, dat op althans in hoofdzaak elke plaats langs de hoogte van de opslagtank op of beneden het vulmateriaalniveau de vulmateriaaldruk lager is dan de sub-straatmateriaaldruk. Aan deze voorwaarde wordt in ieder geval voldaan, wanneer het vloeistofniveau binnenin de opslagtank 30 zich bevindt op gelijk niveau met, of beneden het niveau van de de opslagtank omgevende vloeistof, waarbij dat niveauverschil bij voorkeur althans 25 cm, met meer voorkeur althans ongeveer 50 cm, zoals ongeveer 1 m bedraagt.
Teneinde op betrouwbare wijze in staat te zijn de op-35 slagtank te controleren op lekdichtheid, verdient het de voorkeur rondom de opslagtanks zich onder substraatniveau bevindende afzuigmiddelen, zoals op afzuigleidingen aangeslo- 1 Γ! 1 .'Λ .-¾ 1 ^ * o ü ^ y " ? 7 ten afzuigmondstukken, aan te brengen. Ter verhoging van de betrouwbaarheid van de lekdetectie is bij voorkeur de positie van deze afzuigmiddelen zodanig, dat alle of vrijwel alle langs de opslagtank stromende vloeistof (zoals grondwater) 5 deze afzuigmiddelen passeert. Deze positie zal zonder probleem proefondervindelijk kunnen worden vastgesteld. Deze afzuigmiddelen zijn bij voorkeur aangesloten op een reservoir waarin de afgezogen vloeistof kan worden verzameld.
Bij voorkeur bezit elke opslagtank e$n voorziening om 10 bezinksel (zgn. sludge) daaruit te verwijderen zonder dat daartoe de opslagtank buiten bedrijf moet worden gesteld. In een voorkeursuitvoering zijn daartoe middelen verschaft voor het verwijderen van een zich op de bodemwand bevindende laag. Tot die middelen kan een of meer van de volgende behoren: 15 - althans een in de opslagtank nabij de bodemwand uitmon dend afzuigmondstuk waarmee die laag wordt opgezogen; althans een in de opslagtank nabij de bodemwand (bijvoorbeeld in het bovenvlak daarvan of iets daaronder of daarboven) uitmondend straalmondstuk waarmee die laag 20 naar althans één voorafbepaalde plaats (zoals die van het afzuigmondstuk) kan worden gestuwd; een voldoende hellende (bijvoorbeeld althans 0,5°) uitvoering van het bovenvlak van de bodemwand, zodat de zwaartekracht althans meehelpt om die laag naar althans 25 één voorafbepaalde plaats (zoals die van het afzuigmond stuk) te stuwen.
In het hiernavolgende wordt de uitvinding nader toegelicht aan de hand van niet-beperkende uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin: 30 Fig. 1 een bovenaanzicht is van het opslagsysteem vol gens de uitvinding;
Fig. 2 een zijaanzicht in doorsnede is van een van de opslagtanks van het opslagsysteem volgens de uitvinding; en
Fig. 3 een met fig. 2 overeenkomende weergave is van een 35 alternatieve uitvoering.
Het in fig. 1 getoonde opslagsysteem omvat een groot aantal zich op afstand van elkaar bevindende opslagtanks 1 in 8 een regelmatig patroon. Zoals fig. 2 toont, is elke opslagtank 1 rechtop geplaatst in een gat in de grond 2. De opslagtank 1 bezit een opslagruimte die bepaald is door een bodem-wand 3 en daarvanaf naar boven lopende zijwanden 4 die iets 5 boven het grondoppervlak 2 eindigen. Het onderste gedeelte van de opslagtank 1 is gevuld met water 5 en daarop drijft olie 6. Het niveau van de olie 6 bevindt zich iets beneden het grondwaterniveau 8. Bovenop de olie 6 drijft een bovenwand 7 waarmee de opslagruimte van de opslagtank 1 aan zijn 10 bovenzijde is afgesloten. Teneinde de vloeistof- en gasaf dichting tussen de bovenwand 7 en de zijwanden 4 te garanderen strekt zich tussen de bovenwand 7 en de zijwanden een gemakkelijk vervormbaar deel 9 uit dat gefixeerd is aan zowel de bovenwand 7 als de zijwanden 4. Dit vervormbare deel 9 15 laat enige beweging omhoog en omlaag van de bovenwand 7 toe zodat die de geringe veranderingen in het niveau van de olie 6 kan volgen. In dit voorbeeld is het deel 9 een gemakkelijk plooibaar vlies. Bij wijze van alternatief kan dit deel 9 een sterk elastisch rekbaar vlies zijn. In plaats van het ver-20 vormbare deel 9 kan over het (beperkte) hoogtedeel waarover de bovenwand 7 omhoog en omlaag beweegt een nauwe glij- of schuifpassing toegepast worden als afdichtmiddel tussen de zijwanden 4 en de bovenwand 7.
Een toe- en/of afvoerleiding 10 voor het water 5 mondt 25 op een laag niveau uit in de opslagtank 1. Een toe- en/of afvoerleiding 11 voor olie 6 mondt op een hoog niveau uit in de opslagtank 1, en is met de bovenwand 7 meebewegend uitgevoerd. De leiding 10 is aangesloten op een bufferreservoir 12 dat via een leiding 13 is aangesloten op een zuiveringsin-30 stallatie 14 van waaruit water kan worden gespuid. Een ni-veaumeter (niet getoond) detecteert het niveau van de bovenwand 7 en geeft een overeenkomstig signaal af aan een niveau-regeleenheid (niet getoond). Afhankelijk van het gedetecteerde niveau van de bovenwand 7 wordt vanuit het bufferreservoir 35 12 water toe- of af gevoerd aan resp. van de opslagtank 1 om de bovenwand 7 binnen het gewenste niveaugebied te houden.
Fig. 3 toont hoe zich vanaf de bovenwand 7 afdichtzij- i r) 1 /-N_ J " i · ··,· · ; >·> ' - ' - w ^ 9 wanden 15 naar beneden uitstrekken om op korte afstand boven de bodemwand 3 te eindigen. De ruimte tussen de zijwanden 4 en de bovenwand 7/afdichtzijwanden 15 is gevuld met water 5. De leiding 10 hoeft dientengevolge niet meer op een laag 5 niveau uit te monden in de opslagtank 1.
In een alternatieve uitvoering bevindt de bovenwand 7 zich op een vaste afstand boven de bodemwand 3.
Ook verdere alternatieve uitvoeringen behoren tot de uitvinding. Bijvoorbeeld is denkbaar, dat het opslagsysteem 10 bestaat uit één enkele opslagtank zoals hierboven beschreven.
10 1 β.ς 3 o.

Claims (20)

1. Opslagsysteem, omvattende een groot aantal van althans twee, met meer voorkeur althans drie, zoals althans vier of 5 althans vijf of althans zes, zich op afstand naast elkaar in een omringend substraat (2, 8) bevindende, afzonderlijke opslagtanks (1) die zich over althans 50% van hun hoogte, met meer voorkeur over althans 75%, met de meeste voorkeur over althans ongeveer 90% van hun hoogte, zoals geheel, onder 10 substraatniveau bevinden, waarbij bij voorkeur de afstand tussen twee aangrenzende opslagtanks ten hoogste ongeveer 75m, met meer voorkeur ten hoogste 50m, met de meeste voorkeur ten hoogste 30m, ofwel minder dan de halve diameter van een opslagtanks bedraagt.
2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de opslagtanks zich bevinden in een zandgrond-substraat.
3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de opslagtanks over althans hun gehele hoogte beneden substraatniveau steunen tegen omringend substraat, zoals grondwater.
4. Systeem volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de opslag tanks een in hoogte beweegbare bovenwand (7) bezitten die bij voorkeur op het vulmateriaal in de opslagtank drijft en/of afdichtmiddelen (9, 15) heeft om ongewenst ontsnappen van opslaggoederen (6) langs de bovenwand tegen te gaan.
5. Systeem volgens conclusie 4, waarbij zich vanaf die bovenwand (7) een wand (15) neerwaarts uitstrekt om onder de bovenwand een opslagruimte op afstand van de opslagtankzij-wand (4) te bepalen.
6. Systeem volgens conclusie 1, 2, 3 4 of 5, omvattende een 30 systeem voor het op een althans in hoofdzaak constant niveau handhaven van het vulmateriaalniveau binnenin de opslagtanks, bij voorkeur zodanig, dat op althans in hoofdzaak elk niveau de op de opslagtankwand (3, 4) uitgeoefende druk van het vulmateriaal in de opslagtanks lager is dan die van het de 35 opslagtanks omringende substraat.
7. Systeem volgens conclusie 6, waarbij het vulmateriaalniveau binnenin de opslagtank zich bevindt op gelijk niveau ' ;·- ' o q 3 3% met, of beneden het niveau van het de opslagtank omgevende substraat, waarbij dat niveauverschil bij voorkeur althans 25 5 cm, met meer voorkeur althans ongeveer 50 cm, zoals ongeveer 1 m bedraagt.
8. Systeem volgens conclusie 6 of 7, waarbij dat niveau- handhaafsysteem is ingericht om ballastmateriaal, zoals water, toe te voeren aan een opslagtank waaruit opslaggoede- 10 ren, zoals ruwe olie, worden verwijderd, en omgekeerd.
9. Systeem volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 of 8, waarbij de opslagtanks een eerste vloeistof en een zich daarboven bevindende tweede vloeistof bevatten, waarbij die tweede vloeistof bij voorkeur op die eerste drijft, bij 15 voorkeur in direct contact daarmee, en waarbij bij voorkeur die eerste vloeistof water en die tweede vloeistof een aardolieproduct bevat.
10. Systeem volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, of 9 waarbij de opslagtanks via aanvoer- en retourleidingen (10) 20 zijn aangesloten op een bij voorkeur gemeenschappelijk ballastmateriaal (5) bufferreservoir (12), dat bij voorkeur via een zuiveringsinstallatie (14) is aangesloten op een afvoer voor overtollig ballastmateriaal naar de omgeving.
11. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, omvatten-25 de een voorziening voor het regelen van het vulmateriaalni- veau binnenin de opslagtanks op een zodanig niveau ten opzichte van het omringende substraat, dat op althans in hoofdzaak elk niveau van de opslagtank de door het vulmateriaal uitgeoefende druk op de opslagtankwand (3, 4) lager is dan de 30 door het grondwater op de opslagtankwand uitgeoefende druk.
12. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de opslagtanks een prismatische, bij voorkeur cilindrische, vorm hebben en bij voorkeur een opgerichte stand innemen.
13. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waar bij van de opslagtanks de zijwanden zich vanaf het substraat-oppervlak of daarboven neerwaarts uitstrekken.
14. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waar- 1016639 bij de opslagtanks in bovenaanzicht gezien zich in bij voorkeur uitgelijnde rijen naast en achter elkaar bevinden, en/of die opslagtanks althans in hoofdzaak identiek zijn.
15. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waar-5 bij de tankopslagruimte aan de onderzijde wordt begrensd door de (vaste) tankbodem (3) en/of de tankopslagruimte zich vanaf de vaste tankbodem (3) omhoog uitstrekt, zodat het vulmateriaal in fluïdumverbinding staat met de bovenzijde van de vaste tankbodem.
16. Toepassing van een opslagtank volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij ervoor wordt gezorgd dat het niveau van het vulmateriaal binnenin de opslagtank zich beneden het substraatoppervlak en/of de grondwaterstand bevindt.
17. Toepassing van een opslagtank volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die opslagtank een vloeistof bevat, waarbij ervoor wordt gezorgd dat op althans in hoofdzaak elk niveau van de opslagtank de door het vulmateriaal uitgeoefende druk op de opslagtankwand (3, 4) lager is dan de 20 door het grondwater op de opslagtankwand uitgeoefende druk.
18. Toepassing van een opslagtank volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die opslagtank een vloeistof bevat, waarbij overtollige vloeistof uit die opslagtank wordt opgeslagen in een bufferreservoir van waaruit vloeistof in 25 die opslagtank wordt teruggevoerd wanneer daarin een tekort ontstaat.
19. Toepassing volgens de combinatie van twee of meer van conclusies 16, 17 en 18.
20. Systeem of toepassing volgens een van de voorgaande 30 conclusies, nader beperkt met een of meer aspecten uit de beschrijving en/of tekening bij dit octrooi. 1 01 66SP
NL1016639A 1999-11-18 2000-11-17 Ondergrondse vloeistof-opslag. NL1016639C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016639A NL1016639C2 (nl) 1999-11-18 2000-11-17 Ondergrondse vloeistof-opslag.
PCT/NL2000/000850 WO2001036297A1 (nl) 1999-11-18 2000-11-20 Underground liquid storage
EP00986078A EP1232105A1 (en) 1999-11-18 2000-11-20 Underground liquid storage
AU22375/01A AU2237501A (en) 1999-11-18 2000-11-20 Underground liquid storage

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1013612 1999-11-18
NL1013612 1999-11-18
NL1016639A NL1016639C2 (nl) 1999-11-18 2000-11-17 Ondergrondse vloeistof-opslag.
NL1016639 2000-11-17

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1016639A1 NL1016639A1 (nl) 2001-05-21
NL1016639C2 true NL1016639C2 (nl) 2001-06-28

Family

ID=26643092

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016639A NL1016639C2 (nl) 1999-11-18 2000-11-17 Ondergrondse vloeistof-opslag.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1232105A1 (nl)
AU (1) AU2237501A (nl)
NL (1) NL1016639C2 (nl)
WO (1) WO2001036297A1 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB805788A (en) * 1954-10-02 1958-12-10 Hans Gerdes A container for the storage of water-repellent liquids
FR1174743A (fr) * 1956-06-01 1959-03-16 Maschf Augsburg Nuernberg Ag Réservoir pour le stockage abrité de liquides non miscibles à l'eau et qui surnagent à la surface de l'eau
FR1400436A (fr) * 1964-04-01 1965-05-28 Dispositif de stockage pour liquides plus légers que l'eau
DE2538419A1 (de) * 1975-08-29 1977-03-10 Phoenix Gummiwerke Ag Behaelter zur lagerung von erdoel
US4230138A (en) * 1977-03-31 1980-10-28 Nihon Sekiyu Hanbai Kabushiki Kaisha Method of storing heavy hydrocarbon oil and vessel therefor
US4247220A (en) * 1977-12-05 1981-01-27 Vladimir Furman Subterranean storage of liquids

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB805788A (en) * 1954-10-02 1958-12-10 Hans Gerdes A container for the storage of water-repellent liquids
FR1174743A (fr) * 1956-06-01 1959-03-16 Maschf Augsburg Nuernberg Ag Réservoir pour le stockage abrité de liquides non miscibles à l'eau et qui surnagent à la surface de l'eau
FR1400436A (fr) * 1964-04-01 1965-05-28 Dispositif de stockage pour liquides plus légers que l'eau
DE2538419A1 (de) * 1975-08-29 1977-03-10 Phoenix Gummiwerke Ag Behaelter zur lagerung von erdoel
US4230138A (en) * 1977-03-31 1980-10-28 Nihon Sekiyu Hanbai Kabushiki Kaisha Method of storing heavy hydrocarbon oil and vessel therefor
US4247220A (en) * 1977-12-05 1981-01-27 Vladimir Furman Subterranean storage of liquids

Also Published As

Publication number Publication date
AU2237501A (en) 2001-05-30
EP1232105A1 (en) 2002-08-21
WO2001036297A1 (nl) 2001-05-25
NL1016639A1 (nl) 2001-05-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2561763C (en) Storm water interceptor
RU2583031C2 (ru) Система локализации и регулирования жидкостей
US4961293A (en) Precast, prestressed concrete secondary containment vault
US20210381215A9 (en) Underground Stormwater Storage System
US3504496A (en) Storage tank
NL1016639C2 (nl) Ondergrondse vloeistof-opslag.
US5092709A (en) Landfill site with leachate collection
LT3636B (en) Fuel dispensing station and method for its erection
JP6593703B2 (ja) 石炭灰の埋立方法
Khomenko Suffosion hazard: Today’s and tomorrow’s problem for cities
US4299697A (en) Liquid containment and storage system for railroad track
AU2020285563A1 (en) Underground stormwater storage system
US5515881A (en) Multi-storage tanks and dispensing units
JP5695495B2 (ja) 伏越し構造
US8156969B2 (en) Underground storage tank with sediment trap
NL9500344A (nl) Opslagtank en werkwijze voor het detecteren van lekkages in tankbodems.
NL1002480C1 (nl) Afdichtingssysteem voor een terrein.
RU2238U1 (ru) Хранилище для текучих веществ и цистерна для его возведения
CN206856491U (zh) 燃油箱、燃油箱组件及装载机
RU2120552C1 (ru) Способ водно-технической рекультивации отработанных нагорных карьеров
EP0520589A1 (en) Storage reservoir for environmentally harmful liquids and method of making such storage reservoir
Barnatt Dale Mine: Archaeological Excavations and Consolidation at and around the Settling Tanks.
Broder Containment of fertilizers and pesticides at retail operations
PL193226B1 (pl) Sposób odwadniania zwałowisk i urządzenie do odwadniania zwałowisk
KR200405548Y1 (ko) 도로의 지하수 보호구조

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: HBG CIVIEL B.V.

Owner name: HASKONING NEDERLAND B.V.

Owner name: KONINKLIJKE VOLKER WESSELS STEVIN N.V.

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20151201