NL194421C - Koppeleenheid met twee haakse kegelwieloverbrengingen. - Google Patents
Koppeleenheid met twee haakse kegelwieloverbrengingen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL194421C NL194421C NL9401308A NL9401308A NL194421C NL 194421 C NL194421 C NL 194421C NL 9401308 A NL9401308 A NL 9401308A NL 9401308 A NL9401308 A NL 9401308A NL 194421 C NL194421 C NL 194421C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- bearing
- housing
- connecting shaft
- coupling unit
- bevel gear
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16H—GEARING
- F16H1/00—Toothed gearings for conveying rotary motion
- F16H1/02—Toothed gearings for conveying rotary motion without gears having orbital motion
- F16H1/04—Toothed gearings for conveying rotary motion without gears having orbital motion involving only two intermeshing members
- F16H1/12—Toothed gearings for conveying rotary motion without gears having orbital motion involving only two intermeshing members with non-parallel axes
- F16H1/14—Toothed gearings for conveying rotary motion without gears having orbital motion involving only two intermeshing members with non-parallel axes comprising conical gears only
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B71/00—Construction or arrangement of setting or adjusting mechanisms, of implement or tool drive or of power take-off; Means for protecting parts against dust, or the like; Adapting machine elements to or for agricultural purposes
- A01B71/06—Special adaptations of coupling means between power take-off and transmission shaft to the implement or machine
- A01B71/066—Special adaptations of coupling means between power take-off and transmission shaft to the implement or machine for enabling pitch, roll or yaw movements of trailed implements or machines
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T74/00—Machine element or mechanism
- Y10T74/19—Gearing
- Y10T74/19502—Pivotally supported
- Y10T74/19521—Bevel
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Gear Transmission (AREA)
- General Details Of Gearings (AREA)
- Rolling Contact Bearings (AREA)
Description
1 194421
Koppeleenheid met twee haakse kegelwieloverbrengingen
De uitvinding heeft betrekking op een koppeleenheid met twee haakse kegelwieloverbrengingen, in het bijzonder voor de aandrijving van een landbouwwerktuig door middel van de tapas-aandrijving van een 5 tractor waaraan het landbouwwerktuig is bevestigd, waarbij de beide haakse kegelwieloverbrengingen om de draaiingsas van een, de beide overbrengingen verbindende, as door een om de verbindingsas aangebracht zwenklager ten opzichte van elkaar verzwenkbaar zijn, welk zwenklager twee, elk met een behuizing verbonden en coaxiaal om elkaar aangebrachte en ten opzichte van elkaar zwenkbaar gelegerde, lager-bussen omvat en de verbindingsas axiaal met speling is gevoerd door een boring in de binnenste van de 10 beide lagerbussen, terwijl de beide kegelwieloverbrengingen elk een behuizing bezitten waarin de verbindingsas is gelagerd en de verbindingsas bij elk, in een behuizing stekend einde, rotatievast een kegelwiel draagt, dat in aangrijping is met een verder kegelwiel, dat is verbonden met een aansluittap, die haaks op de verbindingsas uit de betreffende behuizing naar buiten toe steekt.
Een dergelijke koppeleenheid is bekend uit EP-A-0124462. Daarbij zijn de beide haakse kegelwiei-15 overbrengingen voorzien van, door middel van flenzen aangebrachte, lagerbussen, die zich buiten de aandrijving bevinden en door een glijlagering ten opzichte van elkaar zwenkbaar zijn. De verbindingsas wordt enerzijds indirect, via de er mee verbonden kegelwielen, in de lagerbussen ondersteund en anderzijds direct in de behuizing van de beide kegelwieloverbrengingen. Wanneer een dergelijke inrichting wordt gebruikt voor het aandrijven van een, met een tractor verbonden, landbouwwerktuig moeten aanmerkelijke 20 krachten worden overgebracht. Door de aanwezige, relatief grote, afstand tussen de beide kegelwieloverbrengingen zullen relatief lange hefboomarmen ontstaan. Verder is een bezwaar, dat voor de uitgeoefende trekkrachten vastklemming kan optreden, doordat de lagering overbepaald is, door zowel een bevestiging in de lagerbus als in de behuizing aanwezig is.
De uitvinding beoogt deze bezwaren op te heffen en voorziet er daartoe in, dat de beide rotatievast met 25 de verbindingsas verbonden kegelwielen elk gelagerd zijn in één der, van het zwenklager in de richting van de rotatie-as van de verbindingsas afgekeerde, behuizingswanden, waarbij de beide lagerbussen in de behuizing van één van de beide haakse kegelwieloverbrengingen naar binnen toe steken en dat ten minste één van de beide lagers in het inwendige van de behuizing is aangebracht.
Hierdoor wordt de afstand tussen de beide aansluittappen aanzienlijk verkleind zodat ook grote 30 trekkrachten geen negatieve invloed hebben op de lagering. Bovendien wordt door de integratie van de lagerbussen in de behuizing een verbeterde ondersteuning verkregen, waaraan de gehele behuizing bijdraagt.
In het bijzonder kan ten minste één van beide lagerbussen als één geheel met de bijbehorende behuizing zijn uitgevoerd. Hierdoor wordt het aantal te monteren onderdelen verkleind.
35 Een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm wordt verkregen wanneer de bij de verbindingsas behorende kegelwielen in de bijbehorende behuizing elk door middel van een wentellager zijn gelagerd.
Volgens een uitvoeringsvorm kan er in worden voorzien, dat ten minste één van beide wentellagers voor de lagering van de verbindingsas is aangebracht in een lagerboring in een tegenover de lagerbussen liggende wand van de behuizing.
40 Een gunstige constructie wordt verkregen wanneer elk uiteinde van de verbindingsas rotatievast is opgenomen in een boring van een kegelwiel en dat elk kegelwiel een zitting bevat voor de binnenring van het bijbehorende wentellager.
Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding kan de verbindingsas door verdikkingen axiaal zijn opgenomen tussen de kegelwielen en wordt de verbindingsas axiaal door tegen het ene kegelwiel 45 steunende veermiddelen in de richting van het andere kegelwiel gedrukt.
De verbindingsas is dus in zekere zin ’’zwevend” bevestigd maar door de verende middelen wordt hij steeds tegen één der kegelwielen aangedrukt.
Een eenvoudige constructie wordt daarbij verkregen wanneer de veermiddelen aanliggen tegen een kopvlak van de verbindingsas.
50 Volgens een uitwerking van de uitvinding bezit de lagerbus van een behuizing een in de binnenruimte daarvan stekend binnenste deel en een naar buiten, naar de andere behuizing toe, gericht buitenste deel, dat steekt in een ringvormige uitsparing van de lagerbus van de, bij de eerste haakse kegelwieloverbrenging behorende, behuizing.
Hierdoor wordt een bijzonder gunstig in elkaar passen van beide behuizingen verkregen en tevens het 55 voordeel, dat de bijbehorende lagering direct in de smeermiddel-kringloop van de overbrengingen is opgenomen.
Daarbij kan één van de wentellagers van het zwenklager in de lagerboring van het buitenste deel van de 194421 2 lagerbus zijn opgenomen zodat het dit deel in de ringvormige uitsparing geleidt.
Een eenvoudige montage kan worden bereikt wanneer de naar het inwendige van de behuizing toe gerichte lagerbus een getrapte boring bezit voor het opnemen van de binnenste, uit de eerste behuizing stekende, lagerbus waarvan het buitenvlak dienovereenkomstig getrapt is uitgevoerd.
5 Een dergelijke ondersteuning van de beide behuizingen ten opzichte van elkaar kan worden verkregen wanneer de lagers van het zwenklager als kegeiroliagers zijn uitgevoerd.
Gewezen zij nog op EP-A-0.434.915 dat een koppeleenheid van de onderhavige soort beschrijft, waarbij het zwenklager wordt gevormd door twee lagerbussen, die ten opzichte van elkaar kunnen roteren om twee op afstand van elkaar, gezien in de richting van de verbindingsas, geplaatste wentellagers.
10 Deze beide wentellagers en de daardoor ondersteunde gedeelten van de lagerbussen bevinden zich echter tussen de beide behuizingen van de kegelwieloverbrengingen en reiken derhalve met deze gedeelten niet in de binnenruimte van één van deze behuizingen.
Bovendien zijn in afwijking van de onderhavige uitvinding, de op de verbindingsas aangebrachte kegelwielen elk gelagerd in één van de beide lagerbussen.
15 Tenslotte zij nog gewezen op US-A-1.768.472 waaruit een koppeleenheid bekend is, die blijkens figuur 2 ervan bestaat uit twee, door middel van een zwenklager ten opzichte van elkaar verdraaibare behuizingen voor opname van telkens een haakse kegelwieloverbrenging, waarbij het zwenklager bestaat uit twee lagerbussen, die beide over enige zij het geringe afstand in de binnenruimte van één van de beide behuizingen reiken, daarbij de verbindingsas van de beide daarop gelagerde kegelwielen met speling 20 omgevend, waarbij deze beide kegelwielen elk zijn aangebracht ter hoogte van, van de lagerbussen afgekeerde behuizingseindwanden waarin een lager is opgenomen, echter ter directe ondersteuning van de verbindingsas. De beide lagerbussen zijn, in afwijking van de onderhavige uitvinding door een enkel glijlager ten opzichte van elkaar gelagerd. De koppeleenheid vindt in afwijking van de onderhavige uitvinding toepassing bij een betonmolen en dient slechts voor het periodiek verstellen van de helling van de trommel 25 hiervan.
Een gewenst uitvoeringsvoorbeeld en de bijbehorende toepassing met betrekking tot een verbinding tussen een tractor en een daardoor aan te drijven en te trekken inrichting is in de tekening weergegeven en wordt aan de hand hiervan nader omschreven.
30 Getoond wordt:
Figuur 1: een zijaanzicht van een tractor met aanhangende en door de tapas aangedreven inrichting waarbij een koppeleenheid is toegepast volgens de uitvinding, en het detail X op vergrote schaal, figuur 2: een bovenaanzicht op figuur 1, figuur 3: een doorsnede-aanzicht van de aandrijf een heid opgebouwd uit twee haakse kegelwiel-35 overbrengingen en een zwenklager, waarbij de beide aansluittappen zich in één vlak bevinden, dat wil zeggen dat de beiden haakse kegelwieloverbrengingen niet naar elkaar gezwenkt zijn, en figuur 3a: het gedeelte volgens figuur 3 op groter schaal.
In de figuren 1 en 2 is de tractor 1 met de hieraan hangende inrichting te herkennen. Voor het aanhangen 40 worden de onderscharnierstangen 3 van tractor 1 gebruikt. Deze zijn aan de vrije uiteinden van bevestigingshaken 4 voorzien, welke met een bevestigingsarm 7 verbonden kunnen worden, die een overbrengings-koppeleenheid 8 draagt. De bevestigingsarm 7 bevat twee afgestompte uiteinden waaraan bevestigingsbouten 6 zijn bevestigd, waarop een bevestigingskoppel gemonteerd is, welke door de koppelingshaak 4 opgenomen wordt. De bevestigingsarm 7 is via een beweegbare ophanging, zoals deze in 45 overeenstemming met figuur 3 zal worden beschreven, verbonden met de eerste haakse kegelwieloverbrenging 9 van de overbrengings-koppeleenheid 8. Aan de eerste haakse kegelwieloverbrenging 9 is de tweede haakse kegelwieloverbrenging 10 bevestigd. Beide zijn aan de zwenkas 12 met behulp van een beiden verbindend zwenklager 11 zwenkbaar verbonden. De tweede haakse kegelwieloverbrenging 10 is door middel van een trekstang 18 met de inrichting 2 verbonden. De trekkracht van de tractor 1 wordt 50 overgedragen via de onderscharnierstang 3 naar de lagerarm 7 en via deze op de de overbrengings-koppeleenheid 8. De hiertoe behorende tweede haakse kegelwieloverbrenging 10 brengt de trekkracht via de trekstang 18 over op de inrichting 2. Hiermee wordt gewaarborgd dat naast de zwenkbaarheid van de inrichting 2 ten opzichte van de tractor 1 om de zwenkas 12, bijvoorbeeld bij het nemen van bochten ook een helling ten opzichte van de as 20 kan worden genomen, wanneer oneffenheden aanwezig zijn. Bij het 55 scheef gaan van de tractor 1 ten opzichte van inrichting 2 volgt een vereffening door de nog in samenhang met figuur 3 te beschrijven scharnierbare bevestiging tussen trekarm 7 en de eerste haakse kegelwieloverbrenging 9.
3 194421
De overbrengings-koppeleenheid 8 brengt daarnaast ook een draaiende verbinding tot stand tussen de tapas van de tractor en de schamieras 17 aan de zijde van de inrichting 2, waarover de aandrijfbeweging van de tapas naar de inrichting 2 wordt doorgevoerd. Op de tapas 15 is de scharnieras 14 bevestigd, welke permanent met de aansluittap 13 van de eerste haakse kegelwieloverbrenging 9 rotatievast is verbonden.
5 De doorleiding van de draaibeweging volgt via de eerste haakse kegelwieloverbrenging 9 naar de tweede haakse kegelwieloverbrenging 10 en door deze via de aansluittap op de scharnieras 17.
In de figuren 3 en 3a is de opbouw van de overbrengingskoppeleenheid 8 zichtbaar. Ook is de ondersteuningsarm 7 zichtbaar, welke via een hiermee verbonden bus en een zwenkbout 21 aan de ondersteuningsbok is aan te sluiten, die aan de behuizing 22 van de eerste haakse kegelwieloverbrenging 9 10 is bevestigd, en daarbij zwenkbaar is om de zwenkas 19.
De behuizing 22 van de eerste haakse kegelwieloverbrenging 9 bezit een eerste lagerbus 24, die met de behuizing 22 uit een stuk gevormd is en naar buiten gericht langs de as 12 verloopt. De eerste lagerbus 24 is getrapt uitgevoerd en uitgaande van de lagerzitting 26 en in de richting van de daarvan af geplaatste lagerzitting 27 in doorsnede gereduceerd. Verder reikt de lagerzitting 26 in een ringuitsparing 37 in de wand 15 van de behuizing. Op de eerste lagerzitting 26 is de binnenring van een kegelrollager 30 geschoven. Verder steunt de binnenring van het kegelrollager 31 op de tweede lagerzitting 27 van de eerste lagerbus 24. Rond de eerste lagerbus 24 is op de lagers 30 en 31 de behuizing 23 van de tweede haakse kegelwieloverbrenging 10 geschoven met de tweede lagerbus 25. Deze is bestanddeel van de behuizing 23. De lagerbus 25 heeft een eerste, binnenste gedeelte 35 welke in de binnenruimte 34 van de behuizing 23 reikt. 20 Tussen het buitenvlak van dit gedeelte 35 en de aangrenzende omwanding van de behuizing 23 zijn ribbels 35a aangebracht. Verder heeft de tweede lagerbus 24 een van het binnengedeelte 35 naar de behuizing 22 gericht gedeelte 365, welke zich in de ringvormige uitsparing 37 uitstrekt. De lagerbus 25 bezit twee op afstand van elkaar gelegen lagerboringen, waarvan lagerboring 28 dient voor opname van de buitenring van het rollager 30, terwijl de tweede, namelijk lagerboring 29, voor opname van de buitenring van het volgende 25 rollager 31 dient. Voor inklemming van de legereenheid is de eerste lagerbus 24 op zijn naar de binnenruimte 34 reikend einde voorzien van een schroefdraad 33, waarop een moer 32 is geschroefd, welke tegen de binnenring van het kegelrollager 31 aanligt. Het zwenklager 11 bestaat uit beide lagerbussen 24 en 25 en de daartussen aangebrachte rollagers 30 en 31, ingeklemd door middel van de moer op de schroefdraad.
30 Ter afdichting naar buiten is tussen het buitenvlak 38 van het buitenste gedeelte 36 van de tweede lagerbus 25 en het binnenvlak 39 van de ringvormige uitsparing 37 een pakking 40 aangebracht.
Aan de eerste haakse kegelwieloverbrenging 9 of wel de behuizing 22 hiervan is een eerste behuizing 41 met een flensverbinding bevestigd. De eerste behuizing 41 is met de behuizing 22 door middel van een schroefverbinding verbonden. Hierbij is een kegelwiel 43, die van een aansluittap is voorzien, in lagers 35 draaibaar om de draaias 45 gelagerd. Voor de lagering dienen de beide kegelrollagers 47. Aan de behuizing 23 van de tweede haakse kegelwieloverbrenging 10 is ook een behuizing 42 met flensverbinding bevestigd, waarin het kegelwiel 44 met de rotatieas 46 via kegelrollagers 48 draaibaar gelagerd is. Het kegelwiel 44 is met de aansluittap 16 als ééri stuk verbonden en via deze in de behuizing 42 gelagerd.
Het tot de eerste haakse kegelwieloverbrenging 9 behorende op de de aansluittap 13 aangebrachte 40 kegelwiel 43 grijpt aan op een daarmee onder een rechte hoek aangebracht kegelwiel 49, dat om de zwenkas 12 draaibaar bevestigd is. Het kegelwiel 49 is met een lagerzitvlak 51 en met een schouder 52 uitgevoerd, waartegen de binnenring 53 van een groefkogellager 50 axiaal steunt. De buitenring 54 van het lager 50 is in een lagerboring 55 in de wand 65 van behuizing 22 opgenomen en tegen verschuiven beveiligd door middel van een borgring 56. Het kegelwiel 49 bezit daarnaast een opnameboring 66 voor een 45 verbindingsas 67. De verbindingsas 67 en het kegelwiel 49 zijn met een spie 70 rotatievast verbonden. De verbindingsas 67 is voorzien van een verdikking 69, welke de beweging van het kegelwiel 49 in de richting van as 12 begrenst. De verbindingsas 67 strekt zich uit door een boring 71 door de eerste lagerbus 24 tot in de binnenruimte 34 van de behuizing 23 van de tweede haakse kegelwieloverbrenging 10. Het uiteinde van de verbindingsas 67 reikt in een opname-boring 73 van het kegelwiel 57, welke via een wentellager in de 50 vorm van een groefkogellager 60 in de lagerboring 63 van de wand 64 van de tweede behuizing 23 aangebracht is. Hiervoor is het kegelwiel 57 met een lagerzitting 58 met een kraag 61 uitgevoerd, waarop de binnenring 59 van lager 60 steunt. De buitenring 62 van het groefkogellager 60 is in de lagerboring 63 van behuizing 23 opgenomen en axiaal door een borgring ondersteund. Voor de begrenzing van de beweging van de verbindingsas 67 is deze grenzend aan het kegelwiel 57 van een verdikking 72 voorzien. 55 De rotatievaste verbinding tussen verbindingsas 67 en kegelwiel 57 wordt door een spie 74 tot stand gebracht. Verder is een verende ondersteuning van de verbindingsas 67 aangebracht, zodat deze op de aanslag van de verdikking 69 in de richting van het eerste kegelwiel 49 van de eerste haakse kegelwiel-
Claims (11)
1. Koppeleenheid met twee haakse kegelwieloverbrengingen, in het bijzonder voor de aandrijving van een 15 landbouwwerktuig door middel van een tapas-aandrijving van een tractor waaraan het landbouwwerktuig is bevestigd, waarbij de beide haakse kegelwieloverbrengingen om de draaiingsas van een, de beide overbrengingen verbindende, as door een om de verbindingsas aangebracht zwenklager ten opzichte van elkaar verzwenkbaar zijn, welk zwenklager twee, elk met een behuizing van elkaar door middel van op afstand van elkaar gelegen lagers, zwenkbaar gelegerde lagerbussen omvat en de verbindingsas axiaal met 20 speling is gevoerd door een boring in de binnenste van de beide lagerbussen, terwijl de beide kegelwieloverbrengingen elk een behuizing bezitten waarin de verbindingsas is gelagerd en de verbindingsas bij elk, in een behuizing stekend einde, rotatievast een kegelwiel draagt, dat in aangrijping is met een verder kegelwiel, dat is verbonden met een aansluittap, die haaks op de verbindingsas uit de betreffende behuizing naar buiten toe steekt, met het kenmerk, dat de beide rotatievast met de verbindingsas (67) verbonden 25 kegelwielen (49, 57) elk gelagerd zijn in één der, van het zwenklager (11) in de richting van de rotatie-as (12) van de verbindingsas (67) afgekeerde, behuizingswanden (64, 65), waarbij de beide lagerbussen (24, 25) in de behuizing (23) van één van de beide haakse kegelwieloverbrengingen (9, 10) naar binnen toe steken en dat ten minste één (31) van de beide lagers (30, 31) in het inwendige (34) van de behuizing (23) is aangebracht.
2. Koppeleenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste één van beide lagerbussen (24, 25) als één geheel met de bijbehorende behuizing (22, 23) is uitgevoerd.
3. Koppeleenheid volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de bij de verbindingsas (67) behorende kegelwielen (49, 57) in de bijbehorende behuizing (22, 23) elk door middel van een wentellager (50, 60) zijn gelagerd.
4. Koppeleenheid volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat ten minste één van beide wentellagers (50, 60. voor de lagering van de verbindingsas (67) is aangebracht in een lagerboring (55, 63) in een tegenover de lagerbussen (24, 25) liggende wand (64, 65) van de behuizing (22, 23).
5. Koppeleenheid volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat elk uiteinde van de verbindingsas (67) rotatievast is opgenomen in een boring van een kegelwiel (49, 57) en dat elk kegelwiel (49, 57) een zitting 40 (51, 58) bevat voor de binnenring (53, 59) van het bijbehorende wentellager (50, 60).
6. Koppeleenheid volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de verbindingsas (67) door verdikkingen (69, 72) axiaal is opgenomen tussen de kegelwielen (49, 57) en dat de verbindingsas (67) axiaal door tegen het ene kegelwiel (57) steunende veermiddelen (76-79) in de richting van het andere kegelwiel (49) wordt gedrukt.
7. Koppeleenheid volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de veermiddelen (76-79) aanliggen tegen een kopvlak (75) van de verbindingsas (67).
8. Koppeleenheid volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lagerbus (25) van een behuizing (23) een in de binnenruimte (34) daarvan stekend binnenste deel (35) bezit en een naar buiten, naar de andere behuizing (22) toe, gericht buitenste deel (36), dat steekt in een ringvormige uitsparing (37) 50 van de lagerbus (24) van de, bij de eerste haakse kegelwieloverbrenging (9) behorende, behuizing.
9. Koppeleenheid volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat één (30) van de wentellagers (30, 31) van het zwenklager (11) in de lagerboring (28) van het buitenste deel (36) van de lagerbus (25) is opgenomen en dit deel in de ringvormige uitsparing (37) geleidt.
10. Koppeleenheid volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de naar het inwendige 55 (34) van de behuizing (23) toe gerichte lagerbus (25) een getrapte boring bezit voor het opnemen van de binnenste, uit de eerste behuizing (22) stekende, lagerbus (24) waarvan het buitenvlak dienovereenkomstig 5 194421 getrapt is uitgevoerd.
11. Koppeleenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lagers (30, 31) van het zwenklager (11) als kegelrollagers zijn uitgevoerd. Hierbij 3 bladen tekening
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE4333034A DE4333034C1 (de) | 1993-09-29 | 1993-09-29 | Baueinheit mit zwei Kegelradwinkelgetrieben |
DE4333034 | 1993-09-29 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9401308A NL9401308A (nl) | 1995-04-18 |
NL194421B NL194421B (nl) | 2001-12-03 |
NL194421C true NL194421C (nl) | 2002-04-04 |
Family
ID=6498867
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9401308A NL194421C (nl) | 1993-09-29 | 1994-08-12 | Koppeleenheid met twee haakse kegelwieloverbrengingen. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5582065A (nl) |
DE (1) | DE4333034C1 (nl) |
DK (1) | DK171372B1 (nl) |
FR (1) | FR2710711B1 (nl) |
IT (1) | IT1275087B (nl) |
NL (1) | NL194421C (nl) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5706901A (en) * | 1996-08-09 | 1998-01-13 | Deere & Company | Swivel hitch adaptable for use with either a tractor drawbar or two-point hitch |
US5997425A (en) * | 1998-12-18 | 1999-12-07 | Caterpillar Inc. | Differential steer and final drive configuration |
US8857293B2 (en) * | 2013-03-11 | 2014-10-14 | American Axle & Manufacturing, Inc. | Power transmitting component with multi-part housing assembly having continuous sealing flange |
US9835242B2 (en) * | 2014-04-22 | 2017-12-05 | Kawasaki Jukogyo Kabushiki Kaisha | Transmission |
Family Cites Families (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE504469A (nl) * | ||||
US1768472A (en) * | 1930-06-24 | Mechanical driving means por concrete mixers | ||
US2764899A (en) * | 1952-01-02 | 1956-10-02 | Sperry Rand Corp | Pivotal bevel gearing |
US2792858A (en) * | 1956-01-27 | 1957-05-21 | Albert J Bryant | Power train for tilt arbor saw |
US3896894A (en) * | 1973-01-24 | 1975-07-29 | Caterpillar Tractor Co | Means to transmit power across articulated vehicle hitch point |
FR2545315B1 (fr) * | 1983-05-03 | 1986-05-02 | Kuhn Sa | Machine agricole a dispositif de transmission de mouvement perfectionne |
US4860526A (en) * | 1986-04-29 | 1989-08-29 | Allied Products Corporation | Angle drive assembly for rotary cutters |
DE3938967C2 (de) * | 1989-11-24 | 1994-06-16 | Walterscheid Gmbh Gkn | Baueinheit zur antriebsmäßigen Verbindung einer Landmaschine mit einem Traktor und zur Anhängung derselben an den Traktor |
DE4136492C2 (de) * | 1991-11-06 | 1994-09-15 | Walterscheid Gmbh Gkn | Vorrichtung zum Verbinden eines landwirtschaftlichen Gerätes mit einem Traktor |
-
1993
- 1993-09-29 DE DE4333034A patent/DE4333034C1/de not_active Expired - Fee Related
-
1994
- 1994-08-12 NL NL9401308A patent/NL194421C/nl not_active IP Right Cessation
- 1994-09-16 IT ITMI941898A patent/IT1275087B/it active IP Right Grant
- 1994-09-27 US US08/313,729 patent/US5582065A/en not_active Expired - Fee Related
- 1994-09-29 FR FR9411634A patent/FR2710711B1/fr not_active Expired - Fee Related
- 1994-09-29 DK DK112794A patent/DK171372B1/da not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DK112794A (da) | 1995-03-30 |
US5582065A (en) | 1996-12-10 |
ITMI941898A0 (it) | 1994-09-16 |
NL9401308A (nl) | 1995-04-18 |
DE4333034C1 (de) | 1995-01-26 |
ITMI941898A1 (it) | 1996-03-16 |
IT1275087B (it) | 1997-07-30 |
NL194421B (nl) | 2001-12-03 |
DK171372B1 (da) | 1996-10-07 |
FR2710711A1 (fr) | 1995-04-07 |
FR2710711B1 (fr) | 1997-01-31 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7938431B1 (en) | Swivel type hitch for all-terrain vehicles and the like | |
US8152124B2 (en) | Adjustable support arm for a vehicle exterior rearview mirror assembly | |
US9440488B1 (en) | Hubless wheel system for motor vehicles | |
US20170144538A1 (en) | Carrier bearing assembly | |
CA2379517A1 (en) | Cam shaft support and enclosure assembly | |
NL194421C (nl) | Koppeleenheid met twee haakse kegelwieloverbrengingen. | |
EP0792796B1 (en) | Improvements in and relating to bicycle drive assemblies | |
US7309076B2 (en) | Towing hitch assembly | |
US5339907A (en) | Device for connecting an agricultural implement to a tractor | |
USRE35835E (en) | Device for attaching an agricultural implement to a tractor | |
US6105710A (en) | Transmission for a vehicle having a motor arranged outside its longitudinal center plane | |
FR2511951A1 (fr) | Tracteur a reglage de hauteur et de voie | |
US5411281A (en) | Fifth wheel construction having rotatable bearing plate | |
JP5022080B2 (ja) | 横行トロリ | |
GB2361983A (en) | Universal Joint Spider | |
US6109642A (en) | Self-lubricated king pin and saddle assembly | |
BE1009185A3 (fr) | Dispositif de transmission. | |
US4644813A (en) | Drive means for roller door | |
JPH0655946A (ja) | 車両用駆動トレイン | |
EP0450845A1 (en) | Multi-headed lubrication fitting | |
CN114537044B (zh) | 一种新型转向驱动桥 | |
CN214617763U (zh) | 一种便于防滑的齿轮轴 | |
CN214171167U (zh) | 一种高耐磨长寿命的传动轴 | |
WO1997006966A1 (en) | Wheeled carriage with adjustable axles to vary wheel spacing | |
US4637271A (en) | Flexible universal gear box system with yokes |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20060301 |