NL194400C - Fire hydrant. - Google Patents

Fire hydrant. Download PDF

Info

Publication number
NL194400C
NL194400C NL9200408A NL9200408A NL194400C NL 194400 C NL194400 C NL 194400C NL 9200408 A NL9200408 A NL 9200408A NL 9200408 A NL9200408 A NL 9200408A NL 194400 C NL194400 C NL 194400C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ring seal
fire hydrant
recess
retaining
ring
Prior art date
Application number
NL9200408A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL9200408A (en
NL194400B (en
Inventor
Walfried David
Erhard Altenbrandt
Original Assignee
Bopp & Reuther Armaturen
Waldenmaier J E H
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=6427914&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL194400(C) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Bopp & Reuther Armaturen, Waldenmaier J E H filed Critical Bopp & Reuther Armaturen
Publication of NL9200408A publication Critical patent/NL9200408A/en
Publication of NL194400B publication Critical patent/NL194400B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL194400C publication Critical patent/NL194400C/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03BINSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
    • E03B9/00Methods or installations for drawing-off water
    • E03B9/02Hydrants; Arrangements of valves therein; Keys for hydrants
    • E03B9/08Underground hydrants
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03BINSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
    • E03B9/00Methods or installations for drawing-off water
    • E03B9/02Hydrants; Arrangements of valves therein; Keys for hydrants
    • E03B2009/022Hydrants with a tubular valve seat

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Valve Housings (AREA)
  • Taps Or Cocks (AREA)
  • Check Valves (AREA)

Description

1 1944001 194400

BrandkraanFire hydrant

De uitvinding heeft betrekking op een brandkraan, met een mantelbuis en een één stuk daarmede vormend buikvormig verwijd klephuis, dat met een onderste aansluitopening en aansluitflens onder tussenkomst van 5 een afdichtingsring op een waterleiding aansluitbaar is, en voorzien van een door middel van een in de mantelbuis geleide stang bediende hoofdklep, alsmede een onder de hoofdklep in het klephuis geleide terugslagklep, welke terugslagklep door een tegenhoudinrichting tegen uitvallen c.q. doorvallen door de aansluitopening geborgd is.The invention relates to a fire hydrant, with a casing pipe and a valve-shaped dilated valve housing forming one piece therewith, which can be connected to a water pipe with a lower connection opening and connection flange through a sealing ring and provided with a pipe-guided rod-operated main valve and a non-return valve guided under the main valve in the valve housing, which non-return valve is secured by a retaining device against failure or fall-through through the connection opening.

Een dergelijke brandkraan is bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift 2.803.189. Doordat de mantelbuis 10 en het klephuis één stuk vormen, is de uitvoering van de behuizing van de brandkraan betrekkelijk eenvoudig. Daarbij brengt de ééndelige behuizing van de brandkraan met zich mede, dat zowel de hoofdklep als de terugslagklep via de onderliggende aansluitopening in het klephuis moeten worden geplaatst, zodat de diameter van de aansluitopening groter dan de grootste afmeting van beide kleppen dient te zijn en maatregelen moeten worden getroffen om uitvallen c.q. doorvallen van de terugslagklep via 15 de aansluitopening te voorkomen.Such a fire hydrant is known from the German Offenlegungsschrift 2,803,189. Because the casing pipe 10 and the valve housing form one piece, the construction of the fire hydrant housing is relatively simple. The one-piece casing of the fire hydrant means that both the main valve and the non-return valve must be placed in the valve housing via the underlying connection opening, so that the diameter of the connection opening must be greater than the largest dimension of both valves and measures must be taken. be taken to prevent failure or fall-out of the non-return valve via the connection opening.

Bij de bekende brandkraan is de terugslagklep daartoe geleid op een stang, die vanaf een in de onderliggende aansluitopening geplaatste ring naar boven reikt. Voorts is daarbij rond de geleidingsstang, tussen de steunring en de terugslagklep een veerinrichting aangebracht, die de terugslagklep tracht te sluiten. In dit geval vormt de steunring dus de tegenhoudinrichting, die de terugslagklep tegen uitvallen 20 borgt. Deze steunring vormt echter een betrekkelijk kostbare hulpconstructie, die stromingstechnisch gezien bovendien ongunstig is in verband met de zich noodzakelijkerwijs dwars op de stromingsdoortocht uitstrekkende delen daarvan.In the known fire hydrant, the non-return valve is guided for this purpose on a rod which extends upwards from a ring placed in the underlying connection opening. Furthermore, a spring device is arranged around the guide rod, between the support ring and the non-return valve, which spring device attempts to close the non-return valve. In this case, the support ring thus forms the retaining device, which secures the non-return valve against failure. However, this support ring forms a relatively expensive auxiliary construction, which is moreover unfavorable from a flow-technical viewpoint in view of the parts thereof which necessarily extend transversely to the flow passage.

De uitvinding nu beoogt deze nadelen op te heffen door een verdere vereenvoudiging van de brandkraan.It is an object of the invention to eliminate these disadvantages by further simplifying the fire hydrant.

25 Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt, doordat de terugslagklep in axiale richting vrij beweeglijk in de buikvormige verwijding van het klephuis is geleid en doordat de tegenhoudinrichting door de afdichtingsring wordt gevormd, welke afdichtingsring daartoe aan de aansluitflens is bevestigd en - in het vlak van de flens van buiten naar binnen gezien - tot in de aansluitopening reikt, waarbij de binnendiameter van de afdichtingsring kleiner is dan die van de grootste omschreven cirkel van de terugslagklep.This object is achieved according to the invention in that the non-return valve is guided freely in axial direction in the abdominal widening of the valve housing and in that the retaining device is formed by the sealing ring, which sealing ring is for this purpose attached to the connecting flange and - in the plane of viewed from the outside inwards, the flange extends into the connection opening, the inside diameter of the sealing ring being smaller than that of the largest defined circle of the non-return valve.

30 Bij de brandkraan volgens de uitvinding worden de functies betreffende het afdichten van de aansluiting van de brandkraan op de waterleiding enerzijds en het tegen uitvallen borgen van de terugslagklep in het •klephuis anderzijds dus gevormd door één enkel orgaan, dat uit zijn aard betrekkelijk eenvoudig van constructie kan zijn en de stromingsdoortocht van de afsluitopening nauwelijks beïnvloedt.In the fire hydrant according to the invention, the functions relating to sealing the connection of the fire hydrant to the water pipe on the one hand and to preventing the non-return valve in the valve body from failing, on the other hand, are thus formed by a single member, which by its nature is relatively simple in nature. can be of construction and hardly influences the flow passage of the closure opening.

In een praktische uitvoering is de afdichtingsring opgenomen in een uitsparing op de overgang tussen 35 het aansluitvlak van de flens en de aansluitopening begrenzende omtrekswand. Bij voorkeur wordt de afdichtingsring daarbij door middel van een ondersnijding van het zwaluwstaarttype in de uitsparing geborgd.In a practical embodiment the sealing ring is received in a recess on the transition between the connecting surface of the flange and the peripheral wall bounding the connecting opening. The sealing ring is herein preferably secured in the recess by means of an undercut of the dovetail type.

Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met 40 enkele uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht.Further features and advantages of the invention are explained in more detail below with reference to the drawing with some exemplary embodiments.

Figuur 1 toont het onderste gedeelte van een ondergrondse brandkraan in doorsnede en figuren 2-4 tonen verdere uitvoeringsvoorbeelden van de ringafdichting volgens de uitvinding.Figure 1 shows the lower part of an underground fire hydrant in section and Figures 2-4 show further exemplary embodiments of the ring seal according to the invention.

De in figuur 1 weergegeven ondergrondse brandkraan 10 heeft een uit één stuk bestaand huis, dat een 45 bovenste mantelbuis 11a, een daarop aansluitend klephuis 11b, alsmede een aan het benedeneinde van het klephuis 11b gevormde, radiaal naar buiten gerichte flens 11c omvat. Om een voldoende stromingsdoortocht te verkrijgen, is het klephuis 11b voorzien van een buikvormige verwijding. De brandkraan 10 wordt door middel van een niet nader weergegeven bevestigingsinrichting met behulp van de flens 11c aangesloten op een in de grond gelegen, niet nader aangegeven waterleiding. De afdichting tussen de 50 brandkraan 10 en de waterleiding geschiedt door een ringafdichting, waarbij in de rechterhelft van figuur 1 een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een ringafdichting 14 wordt getoond en in de linkerhelft van figuur 1 een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een ringafdichting 17 is weergegeven.The underground fire hydrant 10 shown in Figure 1 has a one-piece housing comprising an upper casing 11a, a valve housing 11b adjoining it, and a radially outwardly directed flange 11c formed at the lower end of the valve housing 11b. In order to obtain a sufficient flow passage, the valve housing 11b is provided with a belly-shaped dilation. The fire hydrant 10 is connected by means of a fastening device (not shown) with the aid of the flange 11c to a water pipe located in the ground, not further specified. The seal between the fire hydrant 10 and the water pipe is provided by a ring seal, wherein a first embodiment of a ring seal 14 is shown in the right half of Figure 1 and a second embodiment of a ring seal 17 is shown in the left half of Figure 1.

Beide uitvoeringsvoorbeelden hebben gemeen, dat in de mantelbuis 11a een cilindrische afdichtingsbus 24 is geplaatst, die met een kleplichaam 28 samenwerkt en hiermede een hoofdklep vormt. Het kleplichaam 55 28 is verbonden met een stang 29, die in het niet weergegeven bovenste gedeelte van de brandkraan door middel van een handwiel of dergelijk orgaan bediend kan worden. Het kleplichaam 28 wordt voorts met vleugelvormige uitsteeksels 30 in de afdichtingsbus 24 geleid. Onder de hoofdklep is in de buikvormige 194400 2 verwijding van het klephuis 11b een terugslagkleplichaam in de vorm van een kogel 32 aangebracht, welk kleplichaam met behulp van geleidingselementen 33, bijvoorbeeld in de vorm van ribben, in axiale richting binnen de buikvormige verwijding van het klephuis 11b wordt geleid. De kogel 32 maakt deel uit van een terugslagklep, die gesloten is, wanneer het kleplichaam 28 van de hoofdklep zich in de in figuur 1 met 5 streeplijnen weergegeven gesloten stand bevindt en de kogel 32 onder invloed van de in de waterleiding heersende druk, die in de richting van pijl D werkt, aanligt tegen een deel van de afdichtingsbus 24, zoals in figuur 1 met streeplijnen is weergegeven. Wanneer het kleplichaam 28 door middel van de stang 29 vanuit de met streeplijnen aangegeven gesloten stand naar beneden, in de geopende stand, wordt bewogen, komt een aan het benedeneinde van het kleplichaam 28 gevormd concaaf oppervlak 31 tegen de kogel 32 aan te 10 liggen, waardoor deze kogel vanuit de sluitstand in de met doorgetrokken lijnen aangeduide positie wordt bewogen. Beide kleppen zijn dan geopend, zodat water via de onderste intreeopening van de brandkraan 10 naar een in het bovenste gedeelte van de brandkraan 10 aanwezige (niet getekende) uittreeopening respectievelijk naar een hierop aangesloten standpijp kan stromen.Both exemplary embodiments have in common that a cylindrical sealing sleeve 24 is placed in the casing tube 11a, cooperating with a valve body 28 and forming a main valve therewith. The valve body 28 is connected to a rod 29, which can be operated in the upper part of the fire hydrant (not shown) by means of a handwheel or the like. The valve body 28 is further guided with wing-shaped protrusions 30 into the sealing sleeve 24. A non-return valve body in the form of a ball 32 is arranged under the main valve in the abdominal 194400 widening of the valve housing 11b, which valve body is axially disposed within the belly-shaped widening of the valve housing by means of guide elements 33, for example in the form of ribs. 11b is guided. The ball 32 forms part of a non-return valve which is closed when the valve body 28 of the main valve is in the closed position shown with 5 dashed lines in Figure 1 and the ball 32 under the influence of the pressure prevailing in the water pipe, which in the direction of arrow D is in action against a part of the sealing sleeve 24, as shown in dotted lines in Figure 1. When the valve body 28 is moved downwards, by means of the rod 29, from the closed position indicated by dashed lines, into the open position, a concave surface 31 formed at the lower end of the valve body 28 comes to abut against the ball 32, whereby this ball is moved from the closed position into the position indicated by solid lines. Both valves are then opened, so that water can flow via the lower entrance opening of the fire hydrant 10 to an outlet opening (not shown) present in the upper part of the fire hydrant 10 or to a standpipe connected thereto.

Daarbij dient de kogel 32 bij voorkeur enerzijds stabiel, en anderzijds ten minste aan zijn buiten* 15 oppervlak rubber-elastisch te zijn, zodat vervormingen aan het buitenoppervlak, zoals deze bijvoorbeeld bij ingeklemde zanddeeltjes en dergelijke kunnen optreden, door terugveren ongedaan worden gemaakt Hiertoe bestaat de kogel 32 in niet weergegeven vorm uit een vormvaste kern, alsmede een rubber* elastische mantel. De kern kan daarbij bijvoorbeeld uit staal, een harde kunststof, zoals een epoxyhars, of een polyamide bestaan, terwijl voor de mantel bij voorkeur een elastomeer wordt toegepast.Here, the ball 32 should preferably be, on the one hand, stable and, on the other hand, rubber-elastic at least on its outer surface, so that deformations on the outer surface, such as may occur with sandwiched sand particles and the like, are eliminated by springback. the ball 32 in a non-shown form from a form-retaining core, as well as a rubber * elastic jacket. The core can be, for example, steel, a hard plastic such as an epoxy resin or a polyamide, while an elastomer is preferably used for the jacket.

20 Mits de vormvastheid van de kogel 32 gewaarborgd is, kan deze ook als holle kogel worden uitgevoerd, waardoor een besparing aan gewicht wordt bereikt en de kogel 32 reeds bij lage tegendruk in de sluitstand wordt gedrukt.Provided that the form stability of the ball 32 is guaranteed, it can also be designed as a hollow ball, as a result of which a saving in weight is achieved and the ball 32 is pressed into the closed position even with low back pressure.

Tussen het kleplichaam 28 en de geleidingsuitsteeksels 30 daarvan is een insnoering 34 aanwezig, die in de sluitstand van de hoofdklep met een opzij op de mantelbuis 11a aansluitend kanaal 25 samenwerkt.Between the valve body 28 and its guide protrusions 30 there is a constriction 34 which, in the closed position of the main valve, cooperates with a channel 25 connecting laterally to the casing tube 11a.

25 Dit kanaal dient voor het ontwateren en om de mantelbuis te ontlasten, nadat water uit het waterleidingnet is onttrokken. Bij het in de rechterhelft van figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de ringafdichting 14 ondergebracht in een uitsparing 12, die aan het benedeneinde van het klephuis 11b in de flens 11c is aangebracht. De de uitsparing 12 in radiale richting begrenzende zijwand 13 verloopt zodanig schuin, dat een ondersnijding van het type zwaluwstaart is gevormd, waardoor de ringafdichting 14 vormgesloten in de 30 uitsparing wordt vastgehouden. De ringafdichting 14 steekt in axiale richting een weinig buiten de flens 11c uit en draagt met zijn vrije kopvlak zorg voor de afdichting tussen de ondergrondse brandkraan en de waterleiding. De ringafdichting bestaat uit een vormvaste kern respectievelijk een vaste ring 16 van metaal of een harde kunststof, die door een ommantelilng 15 van elastisch materiaal, bijvoorbeeld rubber, wordt omgeven. De vormvaste kern 16 waarborgt een voldoende stabiliteit van de ringafdichting 14 om de voor 35 het aansluiten van de ondergrondse brandkraan op de waterleiding door het terugslagkleplichaam 32 erop uitgeoefende krachten te kunnen opnemen, terwijl de elastische ommanteling 15 de eigenlijke afdichting vormt en tegelijkertijd ook het naar binnen drukken van de ringafdichting in de ondersnijding van de uitsparing 12 mogelijk maakt.This channel serves for dewatering and to relieve the casing pipe, after water has been extracted from the water supply network. In the exemplary embodiment shown in the right-hand half of Figure 1, the ring seal 14 is accommodated in a recess 12, which is arranged in the flange 11c at the lower end of the valve housing 11b. The side wall 13 defining the recess 12 in the radial direction is inclined such that an undercut of the dovetail type is formed, whereby the ring seal 14 is retained in the recess in a form-fitting manner. The ring seal 14 extends slightly outside the flange 11c in the axial direction and, with its free end face, ensures the seal between the underground fire hydrant and the water pipe. The ring seal consists of a form-retaining core or a fixed ring 16 of metal or a hard plastic, which is surrounded by a casing 15 of elastic material, for example rubber. The form-retaining core 16 ensures sufficient stability of the ring seal 14 to be able to absorb the forces exerted on it by connecting the non-return valve body 32 to the water pipe, while the elastic sheath 15 forms the actual seal and also the pushing the ring seal inside the undercut of the recess 12.

Wanneer bij het samenstellen van de ondergrondse brandkraan 10 de kogel 32 via de intreeopening van 40 het klephuis 11b in de buikvormige verwijding is geplaatst, wordt de afdichtingsring 14 in de uitsparing 12 gedrukt en wordt deze uitsluitend door zijn vormgeving met de ondersnijding vastgehouden. De binnen* diameter van de ringafdichting 14, dat wil zeggen de opening van de ring, is kleiner dan de diameter van de kogel, zodat de kogel 32 niet uit het klephuis kan vallen. De door de kogel op de ringafdichting 14 uitgeoefende krachten worden in het klephuis afgeleid.When assembling the underground fire hydrant 10, if the ball 32 is placed in the belly-shaped widening via the entrance opening of 40 the valve housing 11b, the sealing ring 14 is pressed into the recess 12 and is retained exclusively by its shape with the undercut. The inner diameter of the ring seal 14, i.e. the opening of the ring, is smaller than the diameter of the ball, so that the ball 32 cannot fall out of the valve housing. The forces exerted by the ball on the ring seal 14 are diverted into the valve housing.

45 De ringafdichting 17 volgens het in de linkerhelft van figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld heeft eveneens een vaste kern respectievelijk een vaste ring 18, die door een ommanteling 16 van elastisch materiaal, bijvoorbeeld rubber, wordt omgeven. Nadat de kogel 32 via de onderste opening van het klephuis 11 b in de buikvormige verwijding is geplaatst, wordt de ringafdichting 17 in een ter plaatse van de flens 11c in het klephuis 11b aangebrachte uitsparing 22 geplaatst en daarin door middel van kit of op een andere 50 bekende wijze vastgezet. De ringafdichting 17 heeft een radiaal naar buiten gericht ringvormig uitsteeksel 20, dat in gemonteerde toestand van de ringafdichting 17 op een op de flens 11c gevormd afdichtingsvlak 21 aanligt. Door het ringvormige uitsteeksel 20 van de ringafdichting 17 is het werkzame afdichtingsvlak, waarover de ringafdichting 17 in gemonteerde toestand enerzijds met de brandkraan 10 en anderzijds met de waterleiding in contact staat, belangrijk vergroot. Overigens worden door het afdichtings-steunvlak 21 het 55 ringvormige uitsteeksel 20 en het overeenkomstige contravlak aan de waterleiding bepaalde afdichtingsver* houdingen onafhankelijk van eventuele toleranties in het gebied van de uitsparing 22 en van de kemring 18 geschapen. Zoals reeds in verband met het eerste uitvoeringsvoorbeeld werd toegelicht, dient ook bij hetThe ring seal 17 according to the exemplary embodiment shown in the left-hand half of Figure 1 also has a fixed core or a fixed ring 18, which is surrounded by a casing 16 of elastic material, for example rubber. After the ball 32 has been placed through the lower opening of the valve housing 11b in the abdominal widening, the ring seal 17 is placed in a recess 22 arranged at the location of the flange 11c in the valve housing 11b and therein by means of sealant or another 50 in the known manner. The ring seal 17 has a radially outwardly directed annular protrusion 20 which, in the mounted state of the ring seal 17, abuts a sealing surface 21 formed on the flange 11c. Due to the annular protrusion 20 of the ring seal 17, the effective sealing surface, over which the ring seal 17, when mounted, is on the one hand in contact with the fire hydrant 10 and on the other hand with the water pipe, is considerably increased. Incidentally, the sealing support surface 21 creates the 55 annular protrusion 20 and the corresponding sealing surface on the water pipe independently of any tolerances in the area of the recess 22 and of the core ring 18. As already explained in connection with the first exemplary embodiment, it is also necessary for the

Claims (10)

1. Brandkraan, met een mantelbuis en een één stuk daarmede vormende buikvormig verwijd klephuis, dat met een onderste aansluitopening en aansluitflens onder tussenkomst van een afdichtingsring op een waterleiding aansluitbaar is, en voorzien van een door middel van een in de mantelbuis geleide stang bediende hoofdklep, alsmede een onder de hoofdklep in het klephuis geleide terugslagklep, welke 55 terugslagklep door een tegenhoudinrichting tegen uitvallen c.q. doorvallen door de aansluitopening geborgd is, met het kenmerk, dat de terugslagklep (32) in axiale richting vrij beweeglijk in de buivormige verwijding van het klephuis (11b) is geleid en doordat de tegenhoudinrichting door de afdichtingsring (14,17) wordt 194400 4 gevormd, welke afdichtingsring daartoe aan de aansluitflens (11c) is bevestigd en - in het vlak van de flens van buiten naar binnen gezien - tot in de aansluitopening reikt, waarbij de binnendiameter van de afdichtingsring (14, 17) kleiner is dan die van de grootste omschreven cirkel van de terugslagklep (32).Fire hydrant, with a casing pipe and a belly-shaped dilated valve housing forming one piece therewith, which can be connected to a water pipe with a lower connection opening and connection flange and provided with a main valve operated by means of a rod guided in the casing pipe and a non-return valve guided under the main valve in the valve housing, which non-return valve is secured by a retaining device against failure or fall-through through the connection opening, characterized in that the non-return valve (32) moves freely in the axial direction in the tubular expansion of the valve housing (11b) is guided and because the restraining device is formed by the sealing ring (14,17), which sealing ring is attached for this purpose to the connecting flange (11c) and - viewed in the plane of the flange from the outside to the inside - into the connection opening, the inner diameter of the sealing ring (14, 17) being smaller than that of the largest one defined circle of the non-return valve (32). 2. Brandkraan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afdichtingsring (14) is opgenomen in een 5 uitsparing (12) op de overgang tussen het aansluitvlak van de flens (11c) en de de aansluitopening omgevende omtrekswansd.Fire hydrant according to claim 1, characterized in that the sealing ring (14) is received in a recess (12) on the transition between the connecting surface of the flange (11c) and the circumferential mop. 3. Brandkraan volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de afdichtingsring (14) door middel van een ondersnijding van het zwaluwstaarttype in de uitsparing (12) wordt vastgehouden.Fire hydrant according to claim 2, characterized in that the sealing ring (14) is retained in the recess (12) by means of an undercut of the dovetail type. 3 194400 tweede uitvoeringsvoorbeeld de ringafdichting 17 tegelijkertijd als opsluitmiddel voor de kogel 32, doordat de binnendiameter van de ringafdichting 17 kleiner is dan de diameter van de kogel. In figuren 2-4 wordt nog een aantal uitvoeringsvoorbeelden van de ringafdichting weergegeven, waarbij onderdelen, die met onderdelen in de reeds beschreven uitvoeringsvoorbeelden overeenkomen, met 5 overeenkomstige verwijzingscijfers zijn aangeduid. Volgens figuur 2 is de ringafdichting 14 in de in de flens 11c van het klephuis 11b gevormde uitsparing 12 ondergebracht. De ringafdichting is op de reeds beschreven manier opgebouwd uit een vaste kern respectievelijk ring 16 en een ontmanteling 15 van elastisch materiaal. Aan de van de waterleiding afgekeerde zijde van de ringafdichting 14 is een rondgaande vasthoudlip 15a aanwezig, die bij voorkeur uit één stuk met de ontmanteling 19 is gevormd en 10 eveneens uit elastisch materiaal bestaat. Zoals in figuur 2 is weergegeven, staat de vasthoudlip 15a aan zijn boveneinde met een in het klephuis 11b gevormde omtreksgroef 11 d in ingrijping, waardoor de ringafdichting 14 in de uitsparing 12 wordt vastgehouden. Op deze wijze worden de afdichtende functie en de opsluitfunctie door verschillende delen van de ringafdichting vervuld. De vasthoudlip 15a heeft daarbij in hoofdzaak alleen tot taak de ringafdichting 14 in de uitsparing 14 vast te houden, terwijl het onderste 15 gedeelte van de ringafdichting 14 in figuur 2, dat in de uitsparing 12 is opgenomen, alleen voor het afdichten dient en daartoe wat zijn vormgeving en andere uitvoering betreft aan de voor een optimale afdichtende werking geldende eisen kan zijn aangepast. Ook bij het in figuur 3 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bestaat een scheiding tussen de vasthoud-functie en de afdichtfunctie van de ringafdichting 14. In afwijking van het in figuur 2 getoonde uitvoerings-20 voorbeeld wordt de ringafdichting 14 niet via het ingrijpen in een rondgaande groef vastgehouden, doch ligt de vasthoudlip 15a achter een ondersnijding 11e in de klephuiswand 11b opgesloten. Zoals in figuur 3 is te zien, staat het in de buurt van de vasthoudlip 15a gelegen gedeelte van de binnenwand van het klephuis 11b onder een zekere hoek, zodanig, dat een ondersnijding van het zwaluwstaarttype is gevormd, waarin de vasthoudlip 15a en daarmede de ringafdichting 14 vormsluitend wordt vastgehouden. Wat de verdere 25 constructie betreft, komt het in figuur 3 getoonde uitvoeringsvoorbeeld overeen met de eerder besproken uitvoeringsvoorbeelden. Terwijl bij de uitvoeringsvoorbeelden volgens figuur 2 én volgens figuur 3 telkens een bewerking van de binnenwand van het klephuis 11b in de vorm van het aanbrengen van een rondgaande groef enerzijds danwel door het vormen van een ondersnijding anderzijds, nodig is, wordt bij het uitvoeringsvoorbeeld 30 volgens figuur 4 de ringafdichting 14 door middel van de vasthoudlip 15a in de uitsparing 12 vastgehouden zonder dat een speciale uitvoering van de binnenwand van het klephuis 11b noodzakelijk is. De vasthoudlip 15a wordt bij het plaatsen van de ringafdichting 14 ten opzichte van de lengteas van de ondergronde brandkraan naar binnen, dat wil zeggen in figuur 4 naar rechts, vervormd. In gemonteerde toestand van de ringafdichting 14 wekt de vasthoudlip 15a derhalve een naar buiten, dat wil zeggen volgens figuur 4 naar 35 links gerichte klemkrcht op, door middel waarvan de ringafdichting 14 in de uitsparing 12 wordt vastgehouden. Ook bij het in figuur 4 getoonde uitvoeringsvoorbeeld draagt het onderste, voor het afdichten dienende gedeelte van de ringafdichting niet tot het opsluiten van de ringafdichting in de uitsparing bij, zodat de vorm van dit gedeelte zoveel mogelijk naar de best mogelijke afdichtende werking kan worden bepaald. Als alternatief daarop is het echter ook mogelijk, naast de opsluiting van de ringafdichting 14 door middel van 40 de vasthoudlip 15a de in verband met de eerste beide uitvoeringsvoorbeelden genoemde bevestigings-mogelijkheden, en wel het vormgesloten opnemen van de ringafdichting 14 in de uitsparing 12, bijvoorbeeld door middel van een ondersnijding van het type zwaluwstaart, of het vastzetten van de ringafdichting in de uitsparing met kit of door middel van een perspassing, toe te passen. Ook bij de in figurèn 2,3 en 4 getoonde uitvoeringsvoorbeelden dient de ringafdichting 14 tegelijkertijd 45 als opsluiting voor de kogel 32, doordat de binnendiameter van de ringafdichting kleiner is dan de diameter van de kogel, zodat ook hierbij het toepassen van een speciale opsluitinrichting niet noodzakelijk is. 50In the second embodiment, the ring seal 17 simultaneously serves as a retaining means for the ball 32, because the inner diameter of the ring seal 17 is smaller than the diameter of the ball. 2-4 show a number of exemplary embodiments of the ring seal, parts corresponding to parts in the exemplary embodiments already described being designated with corresponding reference numerals. According to Figure 2, the ring seal 14 is accommodated in the recess 12 formed in the flange 11c of the valve housing 11b. The ring seal is constructed in the manner already described from a fixed core or ring 16 and a dismantling 15 of elastic material. On the side of the ring seal 14 remote from the water pipe there is a circumferential retaining lip 15a, which is preferably formed in one piece with the dismantling 19 and also consists of elastic material. As shown in Figure 2, the retaining lip 15a is engaged at its upper end with a circumferential groove 11d formed in the valve housing 11b, whereby the ring seal 14 is retained in the recess 12. In this way, the sealing function and the confining function are performed by different parts of the ring seal. The retaining lip 15a essentially has the sole task of retaining the ring seal 14 in the recess 14, while the lower part of the ring seal 14 in Figure 2, which is received in the recess 12, serves only for sealing and for that purpose somewhat its design and other design can be adapted to the requirements for optimum sealing effect. Also in the exemplary embodiment shown in Fig. 3, there is a separation between the retaining function and the sealing function of the ring seal 14. Contrary to the exemplary embodiment shown in Fig. 2, the ring seal 14 is not retained in a circumferential groove via engagement, but the retaining lip 15a is confined behind an undercut 11e in the valve housing wall 11b. As can be seen in Figure 3, the portion of the inner wall of the valve housing 11b located near the retaining lip 15a is at a certain angle such that a dovetail-type undercut is formed in which the retaining lip 15a and hence the ring seal 14 form-retaining. With regard to the further construction, the exemplary embodiment shown in Figure 3 corresponds to the previously discussed exemplary embodiments. While in the exemplary embodiments according to Fig. 2 and according to Fig. 3, in each case an operation of the inner wall of the valve housing 11b in the form of providing a circumferential groove on the one hand or by forming an undercut on the other is required, in the exemplary embodiment 30 Figure 4 shows the ring seal 14 retained in the recess 12 by means of the retaining lip 15a, without the need for a special design of the inner wall of the valve housing 11b. When placing the ring seal 14 with respect to the longitudinal axis of the bottom fire hydrant, the retaining lip 15a is deformed inwards, i.e. to the right in Figure 4. In the assembled state of the ring seal 14, the retaining lip 15a therefore generates a clamping force directed outwards, i.e. according to Figure 4, to the left, by means of which the ring seal 14 is retained in the recess 12. Also in the exemplary embodiment shown in Figure 4, the lower portion of the ring seal serving for sealing does not contribute to locking the ring seal in the recess, so that the shape of this portion can be determined as much as possible to the best possible sealing effect. As an alternative to this, however, it is also possible, in addition to the confinement of the ring seal 14 by means of the retaining lip 15a, to the fastening possibilities mentioned in connection with the first two exemplary embodiments, namely the form-fitting inclusion of the ring seal 14 in the recess 12 for example, by applying a dovetail-type undercut, or securing the ring seal in the recess with kit or by means of a press fit. Also in the exemplary embodiments shown in Figures 2, 3 and 4, the ring seal 14 simultaneously serves as a retainer for the ball 32, because the inner diameter of the ring seal is smaller than the diameter of the ball, so that the use of a special retaining device is not involved either. is necessary. 50 4. Brandkraan volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de afdichtingsring (17) een zich in hoofdzaak 10 radiaal naar buiten uitstrekkend ringvormig uitsteeksel (20) heeft, dat in combinatie met het aansluitvlak (21) van de flens (11c) voor de afdichting tussen de brandkraan en de waterleiding zorgdraagt.Fire hydrant according to claims 1-3, characterized in that the sealing ring (17) has a substantially radially outwardly extending annular protrusion (20) which, in combination with the connecting surface (21) of the flange (11c) ensures the seal between the fire hydrant and the water pipe. 5. Brandkraan volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de afdichtingsring (14) aan de van de waterleiding afgekeerde zijde een rondgaande lip (15a) heeft, door middel waarvan de afdichtingsring in de uitsparing (12) wordt vastgehouden.Fire hydrant according to claims 1-4, characterized in that the sealing ring (14) has a circumferential lip (15a) on the side remote from the water pipe, by means of which the sealing ring is retained in the recess (12). 6. Brandkraan volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de lip (15a) in een in de omtrekswand rond de aansluitopening aangebrachte ringgroef (11 d) grijpt.Fire hydrant according to claim 5, characterized in that the lip (15a) engages in an annular groove (11d) arranged in the circumferential wall around the connection opening. 7. Brandkraan volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de lip (15a) door middel van een ondersnijding (11e) ten opzichte van de omtrekswand rond de aansluitopening is gefixeerd.Fire hydrant according to claim 4 or 5, characterized in that the lip (15a) is fixed around the connection opening by means of an undercut (11e) relative to the circumferential wall. 8. Brandkraan volgens een der conclusies 5-7, met het kenmerk, dat de lip (15a) de afdichtingsring (14) 20 door middel van een ten opzichte van de as van het klephuis in hoofdzaak radiaal gerichte klemkracht in de uitsparing (12) vasthoudt.Fire hydrant according to any of claims 5-7, characterized in that the lip (15a) the sealing ring (14) 20 in the recess (12) by means of a clamping force which is substantially radially directed with respect to the axis of the valve housing hold. 9. Brandkraan volgens een der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de afdichtingsring (14,17) uit een vormvaste kern (16,18) en een elastische ommanteling (15,19) bestaat.Fire hydrant according to one of claims 1 to 8, characterized in that the sealing ring (14, 17) consists of a shape-retaining core (16, 18) and an elastic sheath (15, 19). 10. Brandkraan volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de vormvaste kern (16,18) uit een harde 25 kunststof of metaal bestaat. Hierbij 2 bladen tekening10. Fire hydrant according to claim 9, characterized in that the form-retaining core (16, 18) consists of a hard plastic or metal. Hereby 2 sheets of drawing
NL9200408A 1991-03-22 1992-03-04 Fire hydrant. NL194400C (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE4109358 1991-03-22
DE4109358 1991-03-22

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9200408A NL9200408A (en) 1992-10-16
NL194400B NL194400B (en) 2001-11-01
NL194400C true NL194400C (en) 2002-03-04

Family

ID=6427914

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9200408A NL194400C (en) 1991-03-22 1992-03-04 Fire hydrant.

Country Status (4)

Country Link
AT (1) AT399359B (en)
DE (2) DE4143510C2 (en)
LU (1) LU88078A1 (en)
NL (1) NL194400C (en)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4243756C2 (en) * 1992-12-23 1996-08-14 Bopp & Reuther Armaturen hydrant
DE19711988A1 (en) * 1997-03-14 1998-09-17 Keulahuette Krauschwitz Gmbh Hydrant which is free from residual water
EP1010824A1 (en) * 1998-12-19 2000-06-21 Heinz-Jürgen Pfitzner Hydrant with ball valve
DE19932432B4 (en) * 1999-07-12 2004-07-15 Lukas Hettich Water outlet barrier for standpipe accessories, standpipes and underground hydrants or the like.
DE10051902C2 (en) 2000-10-19 2002-09-26 Hinni Ag Biel Benken hydrant
DE10052505B4 (en) * 2000-10-23 2004-07-22 Avk Mittelmann Armaturen Gmbh Underfloor hydrant with tubular valve seat ring
DE10110826C1 (en) * 2001-03-07 2002-10-10 Keulahuette Krauschwitz Gmbh Hydrant, used as a water hydrant, comprises a holding device designed as a spring fixed to a valve housing
DE20104468U1 (en) 2001-03-15 2001-07-12 Mittelmann Armaturen GmbH + Co KG, 42489 Wülfrath Underfloor hydrant
AT412220B (en) * 2002-12-18 2004-11-25 Krammer Armaturen Produktions HYDRANT
DE202008013846U1 (en) 2008-08-23 2009-03-12 Keulahütte GmbH Sealing ring with a plastic core for a connection flange, housing or fitting
DE102015108820A1 (en) * 2015-06-03 2016-12-08 Vag-Armaturen Gmbh Refluxed hydrant
DE102015113902A1 (en) 2015-08-21 2017-02-23 Wolfgang Staude Float for floating on a liquid
EP4023824A1 (en) * 2020-12-29 2022-07-06 vonRoll infratec (investment) ag Hydrant-valve system and hydrant with such a system

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE7106456U (en) * 1971-02-20 1971-08-19 Mittelmann & Co UNDERFLOOR HYDRANT WITH DOUBLE LOCKING AND DISCONNECTING SCREWS
AT330679B (en) * 1974-03-25 1976-07-12 Huebner Vamag SURFACE HYDRANT
DE2513712C3 (en) * 1975-03-27 1978-10-19 Bopp & Reuther Gmbh, 6800 Mannheim Underground hydrant
DE2525141C3 (en) * 1975-06-06 1978-10-19 Bopp & Reuther Gmbh, 6800 Mannheim Underground hydrant with a rubber-elastic mouth closure clamped between the jacket pipe and the claw
DE2621163C3 (en) * 1976-05-13 1978-11-16 Bopp & Reuther Gmbh, 6800 Mannheim Underground hydrant
DE3318438C2 (en) * 1983-05-20 1986-09-18 Mittelmann & Co Armaturenwerk, 5603 Wülfrath Hydrant with bypass separation point

Also Published As

Publication number Publication date
NL9200408A (en) 1992-10-16
ATA40692A (en) 1994-09-15
LU88078A1 (en) 1992-10-15
AT399359B (en) 1995-04-25
DE4119105A1 (en) 1992-09-24
NL194400B (en) 2001-11-01
DE4119105C2 (en) 1994-09-01
DE4143510C2 (en) 1996-12-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194400C (en) Fire hydrant.
US3346008A (en) Ball check valve
EP1370450B1 (en) Piston pump
US4023772A (en) Sleeve valve comprising a core provided with longitudinal ribs
US3626977A (en) Combination check and pressure relief valve
US4482036A (en) Hydropneumatic damping device
DE4436879B4 (en) sealing unit
US5135264A (en) Flow coupling with frangible pressure sensitive holding member to allow venting
AU734713B2 (en) Gate valve seat
US5361832A (en) Annular packer and insert
JPS61241467A (en) Manual discharger
EP0441918B1 (en) Pressure limiting valve with teflon seal
KR930013534A (en) Pressure Boosting Hydraulic Cylinder
DE2219445A1 (en) HIGH PRESSURE VALVE
US4673000A (en) Check valve assembly
PL121567B1 (en) Overpressure valve in particular for hydraulic members of a roof support used in underground minesvlicheskikh ehlementov krepi v shakhtakh
PL99524B1 (en) PRESSURE RELIEF VALVE
US4318530A (en) Valve mechanism with controlled opening means
EP0928917B1 (en) Diaphragm for valves
EP0610238B1 (en) Ring check valve
AU740152B2 (en) 3-way control valve
DE4119104C2 (en) Underfloor hydrant
JP3140771B2 (en) Conveying device for concentrated substances
GB2160561A (en) An expansion beam for shoring sand guards
DE4301004C2 (en) Gasket for fittings

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
SNR Assignments of patents or rights arising from examined patent applications

Owner name: JOHANNES ERHARD, H. WALDENMAIER ERBEN SUEDDEUTSCHE

Owner name: IWKA INDUSTRIEANLAGEN GMBH

TNT Modifications of names of proprietors of patents or applicants of examined patent applications

Owner name: JOHANNES ERHARD, H. WALDENMAIER ERBEN SUEDDEUTSCHE

Owner name: VAG - ARMATUREN GMBH

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20071001