NL194294C - Sluiting van een zelf-steunende parenterale fles van kunststof. - Google Patents

Description

« 1 194294

Sluiting van een zelf-steunende parenterale fles van kunstatof

De uitvinding heeft betrekking op een sluiting van een zelf-steunende parenterale fles, vervaardigd uit een kunststof en rustdelen bezit, die naar beneden uitstulpen uit de bodem van het lichaam van de fles en zijn 5 aangebracht op tegenover liggende zijden van de bodem, en een ophangflap, die naar beneden uitsteekt uit en scharnierend is gevormd op een vlak bodemgedeelte tussen de rustdelen op een lijn met de hartlijn van het vlakke bodemgedeelte, welke sluiting een kunststof deksel aangebracht op de flesopening, een kunststof plug die het deksel afsluit met een speling tussen deksel en plug, en een rubberen stop aangebracht in de speling, omvat.

10 Een dergelijke sluiting is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift nr. 3.325.031. Het deksel van deze bekende sluiting is echter in de opening van de fles aangebracht en bezit dan ook de vorm van een kopje. De plug is in dit deksel opgenomen met een cilindrische speling, terwijl de rubberen stop een omgekeerd U-vormige vorm bezit en bevindt zich in de genoemde speling. De rubberen stop maakt derhalve alleen met het uiteinde van het omgekeerde U-vormige deel contact met de bodem van het deksel.

15 Daadoor kan de rubberen stop uit de fles glijden wanneer een naald wordt ingebracht door de rubberen plug of daaruit wordt weggetrokken voor gebruik van de fles.

De uitvinding beoogt het probleem van het wegglijden van de rubberen stop uit de fles tijdens het inbrengen of wegtrekken van een naald te voorkomen.doordat de rubberen stop klemmend past tussen het deksel en de plug.

20 De uitvinding wórdt hierdoor gekenmerkt,dat de sluiting een kunststofdeksel, dat een trekring bezit, een dekselachtige kunststofplug, die het onderste uiteinde van het deksel afsluit met een speling met H-vormige doorsnede, gevormd tussen het deksel en de plug, en een rubberen stop met H-vormige doorsnede, die past in de speling in innig contact met het deksel en de plug, omvat.

Opgemerkt wordt dat op zichzelf uit het Amerikaanse octrooischrift nr. 4.512.486 een sluiting voor een 25 parenterale fles bekend is, die is voorzien van een trekring die is verbonden met een verwijderbaar gedeelte van de scheidingswand van de ruimte waarin zich de rubberen stop bevindt. Deze stop bezit echter een schijfvormige vorm en is duidelijk verschillend van de H-vormige doorsnede van de stop volgens de uitvinding. Daarom kan ook niet voldoende worden voorkomen, dat de stop wegglipt wanneer de fles voor toepassing door het inbrengen van een naald wordt geopend.

30

De uitvinding wordt nader toegelicht met bijgaande tekening, waarin: figuur 1 een vooraanzicht van een fleslichaam volgens de moederaanvrage NL-A-8801270; figuur 2 een verticaal doorsnede-aanzicht dat een fleslichaam voorzien van een sluiting; en figuur 3 een schematisch aanzicht van een dergelijke sluiting toont.

35

Evenals bekende zelf-steunende parenterale flessen, bezit het in figuur 1 weergegeven fleslichaam 1 een opening 8 bij het bovenste uiteinde, rustdelen 2 die naar beneden uitstulpen uit de bodem van het fleslichaam op tegenoverliggende zijden daarvan, en een ophangflap 5 die naar beneden uitsteekt uit een vlak bodemgedeelte 3 tussen de rustdelen 2, 2 en op één lijn met de hartlijn (verdeellijn) 4 van het vlakke 40 bodemgedeelte 3. De rustdelen 2 en de ophangflap 5 zijn ais een geheel gevormd met het lichaam 1 op hetzelfde tijdstip volgens het directe blaasproces.

Het fleslichaam 1 is gevormd uit een buigzame kunststofmateriaal zoals polyethyleen, polypropeen, polyvinylchloride, ethyleenvinylalcohol of ethyleen-vinylacetaatcopolymeer volgens de bekende techniek.

Indien gewenst kan het rustgedeelte 2 op elke zijde van de bodem van het lichaam 1 worden verdeeld in 45 twee delen, d.w.z. een voorste gedeelte 2a en een achterste gedeelte 2b, op tegenover liggende zijden van een groef 2c op hartlijn 4 (zie figuur 7).

De ophangflap 5 kan worden bewogen in een verticale positie of een opgevouwen positie, ondersteunt door een basiseinde, schamiergedeelte 5a (zie figuur I). Wanneer het fleslichaam 1 wordt toegepast in een omgekeerde positie, wordt de flap 5 verticaal overeind gezet om te dienen als ophanginrichting, terwijl 50 wanneer het lichaam I wordt toegepast in een staande positie, wordt de flap 5 gevouwen over het vlakke bodemgedeelte 3 om het zelf-steunende vermogen van het fleslichaam I niet aan te tasten. Voor zover het alleen de stabiliteit van het fleslichaam I in de staande positie daarvan betreft, bezit het schamiergedeele 5a bij voorkeur de kleinst mogelijke dikte, doch wanneer het te dun is, bestaat een ongewenste waarschijnlijkheid dat de flap 5 tijdens het vormen zal loskomen of vervormen door de warmtekrimp. Verdere bijzonder-55 heden ten aanzien van de structuur van de bodem bevinden zich in NL-A-8801270.

Onder verwijzing naar figuur 2 is de opening 8 van het fleslichaam 1 bij zijn bovenste uiteinde voorzien van een sluiting 9. Zoals toegelicht bezit sluiting 9 een trekring 10, waardoor een afsluitend gedeelte op

Claims (2)

194294 2 ψ geschikte wijze kan worden verwijderd door trekken. Een voorkeursvoorbeeld van sluiting 9 dat de trekring 10 bezit zal hierna worden beschreven aan de hand van figuur 2. Sluiting 9, weergegeven in figuur 2 omvat een kunststofdeksel 11, dat de trekring 10 bezit, een dekselachtige kunststofplug 13 die het onderste uiteinde van deksel 11 afsluit met speling 12 met H-vormige 5 doorsnede, gevormd tussen deksel 11 en plug 13, en een rubberen stop 15 met H-vormige doorsnede die past in de speling 12 in innig contact met het deksel en de plug. Om de speling 12 met H-vormige doorsnede te vormen tussen plug 13 en deksel 11, bezit deksel 11 een ringvormig opstaand uitsteeksel 11a langs de buitenrand van de top daarvan, en een vlak centraal topgedeelte 11b dat wordt omgeven door het ringvormige uitsteeksel 11a Het centrale gedeelte 11b is 10 voorzien van de trekring 10 om het gedeelte 11b langs een inkeping 15 op geschikte wijze te verwijderen om het topoppervlak van de rubberen stop 14 vrij te maken. Om speling 12 met H-vormige doorsnede te vormen tussen deksel 11 en plug 13, bezit plug 13 dat het onderste uiteinde van deksel 11 afsluit een kleinere buitendiameter bij het bovenste gedeelte daarvan dan 15 bij het onderste gedeelte daarvan. De onderste uiteinden van deksel 11 en plug 13 vormen één vlak met elkaar onder vorming van een vlak dat is versmolten met een buitenste flens Ba rond het openingsdeel 8 van fleslichaam 1. Het gesmolten vlak kan vergroot zijn door bijvoorbeeld het onderste gedeelte van deksel 11 een grotere wanddikte te geven, zoals is toegelicht. 20 Hoewel deksel 11 en plug 13 zijn vervaardigd uit een materiaal dat niet bijzonder beperkt is voor zover deze delen kunnen worden verbonden door smetten met het fleslichaam 1, worden zij gewoonlijk vervaardigd uit hetzelfde materiaal als het fleslichaam 1, zoals polyethyleen, polypropyleen of dergelijk buigzaam kunststofmateriaal. Men voorkomt dat de rubberen stop 14 die stevig past in speling 12, tussen deksel 11 en plug 13 25 wegglipt uit deksel 11 wanneer de fles voor gebruik wordt geopend doordat de stop een H-vormige doorsnede bezit. De rubberen stop 14 is vervaardigd uit hetzelfde materiaal als gewoonlijk wordt toegepast voor parenterale flessen. Wanneer de sluiting 9 is bevestigd op flens Ba bij het bovenste uiteinde van fleslichaam 1 door de onderste uiteinden van deksel 11 en plug 13 te versmelten, wordt een foeliegedeelte 13a bij het bovenste 30 uiteinde van plug 13 waarschijnlijk zacht gemaakt en vervormd door de warmte van het smelten, wanneer de afstand D tussen het gesmolten vlak en het foeliegedeelte 13a, weergegeven in figuur 2, klein is. Het boveneinde foeliegedeelte 13a bezit in het algemeen een kleine dikte voor een naald die gaat door de rubberen stop 14 om door het foeliegedeelte te dringen om de parenterale oplossing te onttrekken, zodat het foeliegedeelte 13 waarschijnlijk een speldeprik of barst zal vormen bij vervorming door 35 warmte. De waarschijnlijkheid om de speldeprik of barst te ontwikkelen kan echter worden ondervangen door de afstand D vast te stellen op ongeveer 10 mm om het optreden van afgekeurde voorwerpen uit te sluiten. Hoewel een beschermingsplaat gewoonlijk wordt toegepast om de sluiting te beschermen en derhalve het foeliegedeelte 13a tegen de verhittingsinrichting om de warmte-invloed te ondervangen op het foeliegedeelte 13a, ondervangt de afstand D van ongeveer 10 mm, indien aangebracht, de noodzaak om 40 een beschermingsplaat te gebruiken, waardoor derhalve een snel en doelmatig samensmelten wordt gewaarborgd en een verbeterde productiviteit wordt verkregen. 45

1. Sluiting van een zelf-steunende parenterale fles, vervaardigd uit een kunststof en rustdelen bezit, die naar beneden uitstulpen uit de bodem van het lichaam van de fles en zijn aangebracht op tegenover liggende zijden van de bodem, en een ophangflap, die naar beneden uitsteekt uit en scharnierend Is gevormd op een vlak bodemgedeette tussen de rustdelen op een lijn met de hartlijn van het vlakke bodemgedeette, welke 50 sluiting een kunststof deksel aangebracht op de flesopening, een kunststof plug die het deksel afsluit met een speling tussen deksel en plug, en een rubberen stop aangebracht in de speling, omvat, met het kenmerk, dat de sluiting (9) een kunststofdeksel (11), dat een trekring (10) bezit, een dekselachtige kunststofplug (13), die het onderste uiteinde van het deksel (11) afsluit met een speling (12) met H-vormige doorsnede, gevormd tussen het deksel (11) en de plug (13), en een rubberen stop (15) met H-vormige 55 doorsnede, die past in de speling (12) in innig contact met het deksel (11) en de plug (13), omvat.

2. Sluiting van een fles volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de sluiting (9) is gesmolten bij het 3 194294 « onderste eindvlak daarvan aan het bovenste uiteinde van het fleslichaam, en de plug (13) een foelie-gedeelte (13a) bezit bij zijn bovenste uiteinde, waarbij de afstand tussen het gesmolten eindvlak en het foeliegedeelte ongeveer 10 mm bedraagt. Hierbij 1 blad tekening