NL193888C - Geluidsdetectieschakeling voor op het 'intercarrier'-principe gebaseerde geluidsdetectie bij een televisieontvanger. - Google Patents

Description

1 193888

Geluidsdetectieschakeling voor op het ”intercarrier”-principe gebaseerde geluidsdetectie bij een televisieontvanger

De onderhavige uitvinding betreft een geluidsdetectieschakeling voor een televisieontvanger, welke is 5 uitgerust met een afstemeenheid voor ontvangst van een televisiesignaal en met een videomiddenfrequent versterkingsschakeling voor afgifte van een middenfrequent signaal, dat een amplitudegemoduleerde videodraaggolfcomponent en een frequentiegemoduleerde geluidsdraaggolfcomponent omvat, en met een fase-vergrendelde lus.

Een dusdanige geluidsdetectieschakeling is bekend uit de Franse octrooiaanvrage 2.441.975, waarbij de 10 fasevergrendelde lus is ingericht voor het opwekken van een nabootsing van de oorspronkelijke draaggolf-frequentie, zodat geluidssignalen in een volgende schakeling door middel van synchrone detectie te detecteren zijn.

De bekende schakeing vertoont een aantal nadelen, die samenhangen met synchrone detectie. De complexiteit van de bekende schakeling is relatief hoog en de verschafte signal en behoeven verdere 15 verwerking, voorafgaand aan weergave hiervan.

Met de onderhavige uitvinding is beoogd de bovengenoemde nadelen, bezwaren en andere tegenhoudin-gen bij toepassingen van de bekende techniek te verhelpen, waartoe een schakeling van het bovenbeschreven soort is verschaft, die zich onderscheidt doordat de fasevergrendelde lus is ingericht voor het vergrendelen van de fase van het middenfrequent signaal op de amplitudegemoduleerde videodraaggolf-20 component daarvan en het in reactie daarop produceren van een voor het produceren van een geluiddsig-naal naar een versterker en een luidspreker te sturen uitgangssignaal.

Met een schakeling volgens de uitvinding is een verbetering aangebracht ten opzichte van de bekende schakelingen en is een geluidsdetectieschakeling van het ”intercarrier”-type verschaft voor toepassing bij een televisie-ontvanger zonder de problemen en nadelen, waarmee de bekende schakelingen zijn belast.

25 Verder is volgens de onderhavige uitvinding de door de amplitudecomponent van het videodraaggolfsignaal veroorzaakte stoorcomponent (buzz, buzz beat), geminimaliseerd.

De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de tekening van een uitvoeringsvoorbeeld. In de tekening toont: 30 figuur 1 een blokschema van een voor toepassing bij een televisie-ontvanger bestemde geluidsdetectieschakeling van het bekende type en figuur 2 een blokschema van een voor toepassing bij een televisie-ontvanger bestemde geluidsdetectieschakeling volgens de uitvinding.

35 Bij de in figuur 1 in blokschema weergegeven geluidsdetectieschakeling van op het ”intercarrier”-principe gebaseerd, bekende type wordt een via een antenne 1 ontvangen televisie-omroepsignaal toegevoerd aan een afstemeenheid 2, welke een bij het ontvangen televisie-omroepsignaal behorend frequentiegebied kiest en het ontvangen signaal zodanig versterkt, dat daaruit met behulp van een filter 3 een videomidden-frequentsignaai kan worden afgescheiden, dat vervolgens wordt toegevoerd aan een serieschakeling van 40 drie middenfrequentversterkingstrappen 4a, 4b en 4c, waarvan het videomiddenfrequentuitgangssignaal enerzijds wordt toegevoerd aan een invangschakeling 5, welke de geluidsdraaggolfsignaalcomponent met een frequentie fs van bijvoorbeeld 54,25 MHz invangt, respectievelijk uit het videomiddenfrequentsignaal elimineert. Het aldus door de invangschakeling 5 bewerkte videomiddenfrequentsignaal wordt toegevoerd aan een videodetector 6, welke de momentane variaties van de piekwaarden van het videomiddenfrequent-45 signaal in een vaderende spanning van positieve of negatieve polariteit omzet. Aan de uitgangsaansluiting van de videodetector 6 verschijnt de beeldinformatie, waaruit onderdrukkings- en synchronisatie-impulsen reeds zijn afgescheiden, benevens een signaal van 4,5 MHz. Het uitgangssignaal van de videodetector 6 wordt vervolgens toegevoerd aan een videoversterker 7, welke de video-uitgangsspanning van de videodetector 6 tot een voor toevoer aan en rechtstreekse bekrachtiging van een als beeldbuis dienende 50 kathodestraalbuis voldoende hoog niveau versterkt. Voorts dient de videoversterker voor levering van de videospanning in de correcte fase aan het stuurrooster van de kathodestraalbuis. Met de uitgangsaansluiting van de videoversterker 7 is een invangschakeling 8 gekoppeld voor invang of eliminatie uit de videospanning van het genoemde signaal van 4,5 MHz; de invangschakeling 8 doet het op deze wijze bewerkte en voor toevoer aan de kathodestraalbuis geschikte video-uitgangssignaal aan een uitgangsaansluiting 8a 55 verschijnen.

Bovendien wordt het video-uitgangssignaal van de invangschakeling 8 via een ruiseliminatieschakeling 9 toegevoerd aan een schakeling 10 voor automatische versterkingsregeling van de videomiddenfrequent- 193888 2 schakeling; de schakeling 10 levert daartoe een geschikt versterkingsregelsignaal aan de videomiddenfre-quentversterkingstrappen 4a en 4b. Het door de automatische versterkingsregelschakeling 10 geleverde regelsignaal wordt bovendien toegevoerd aan een voor automatische versterkingsregeling van de afstem-eenheid 2 dienende schakeling 11, welke op zijn beurt een regelsignaal voor versterkingsregeling van de 5 afstemeenheid 2 levert.

Behalve aan de invangschakeling 5, levert de derde videomiddenfrequentversterkingstrap 4c het middenfrequentuitgangssignaal tevens aan een met een diode uitgeruste omhullende-detectieschakeling 12, welke als frequentieverschilsignaal tussen de geluidsdraaggolfsignaalcomponent met een frequentiewaarde fs = 54,25 MHz van het videomiddenfrequentsignaal en de videodraaggolfsignaalcomponent met een 10 frequentiewaarde fp = 58,75 MHz van het videomiddenfrequentsignaal een zwevïngssignaal met een frequentiewaarde fp - fs = 4,5 MHz afgeeft. Het zal duidelijk zijn, dat de genoemde geluidsdraaggolfsignaal-component een videodraaggolfsignaalcomponent door de omhullende-detectieschakeling 12 aan een zodanige menging of hetero-dyne bewerking worden onderworpen, dat een frequentieverschilsignaal met een frequentie 58,75 MHz - 54,25 MHz = 4,5 MHz resulteert. Het door de detector 12 afgegeven zwevings-15 signaal met een frequentie fp - fs wordt vervolgens toegevoerd aan een bandfilter 13, dat slechts het deel met een frequentie van 4,5 MHz van het uitgangssignaal van de detectorschakeling 12 doorlaat naar een geluidsmiddenfrequentversterker 14, waarmee een amplitudebegrenzer 15 is gekoppeld. Het uitgangssignaal van de amplitudebegrenzer 15 wordt vervolgens toegevoerd aan een frequentiediscriminatiescha-keling 6 voor frequentiediscriminatie van het zwevingssignaal van 4,5 MHz tot een uitgangsgeluidssignaal of 20 uitgangsaudiosignaal, dat aan een uitgangsaansluiting 16a ter beschikking komt.

Het voorgaande laat zien, dat door middel van de betrekkelijk eenvoudige schakeling volgens figuur 1 gemakkelijk het geluidssignaal uit het televisie-omroepsignaal kan worden afgescheiden. Bij een geluids-detectieschakeling van het bekend type volgens figuur 1, waarbij het zwevingssignaal met een frequentie van 4,5 MHz als frequentieverschilsignaal uit de videodraaggolfsignaalcomponent met een frequentiewaarde 25 fp en de geluidsdraaggolfsignaalcomponent met een frequentiewaarde fs wordt afgeleid, wordt echter door de amplitudecomponent van het videodraaggolfsignaal met de frequentiewaarde fp een stoorsignaal (buzz, buzz beat) gegenereerd. Bij ontvangst van een geluidsmultiplexomroepsignaal heeft dit tot gevolg, dat de geluidsdetectieschakeling volgens figuur 1 een dergelijke stoorsignaal afgeeft, dat in een geluidssubkanaal hoorbaar wordt.

30 Figuur 2 toont op soortgelijke wijze het blokschema van een geluidsdetectieschakeling van het ”intercarrier”-type volgens de uitvinding, waarbij het zojuist genoemde optreden van een dergelijk door de amplitudecomponent van het videodraaggolfsignaal veroorzaakt stoorsignaal wordt verhinderd. In het blokschema volgens figuur 2 zijn voor de met die volgens figuur 1 overeenkomende componenten zoveel mogetijk steeds dezelfde verwijzingssymbolen gebruikt. Het videogedeelte van het blokschema volgens 35 figuur 2 is identiek aan dat van het blokschema van figuur 1 en wordt hier niet opnieuw beschreven.

Voor het gefuidsdetectiegedeelte van het blokschema volgens figuur 2 geldt, dat het door de derde videomiddenfrequentversterkingstrap 4c afgegeven videomiddenfrequentsignaal wordt toegevoerd als een fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling 17, welke de amplitudegemoduleerde videodraaggolfsignaalcomponent met een frequentie fp van het videomiddenfrequentsignaal aan fasevergrendeling onderwerpt.

40 Meer in het bijzonder wordt het door de derde videomiddenfrequentversterkingstrap 4c afgegeven videomiddenfrequentsignaal daartoe aangevoerd aan de ene ingangsaansluiting van een tot de schakeling 17 behorende fasevergelijkingsschakeling 17a, waarvan het vergelijkingsuitgangssignaal het uitgangssignaal van de als fasevergrendelde lus werkende schakeling 17 vormt en via een gelijkspanningsversterker 17b wordt toegevoerd aan een laagdoorlaatfilter 17c met een afsnijfrequentiewaarde, welke lager ligt dan 31,5 45 kHz, bijvoorbeeld 1 kHz. Het uitgangssignaal van het laagdoorlaatfilter 17c wordt als spanningsregelsignaal aan een spanningsgeregelde oscillator 17d toegevoerd voor regeling van de oscillatiefrequentie daarvan.

Het door de spanningsgeregelde oscillator 17d afgegeven oscillatiesignaal heeft een frequentie van de videodraaggolfsignaalcomponent van het videomiddenfrequentsignaal. Dit oscillatiesignaal wordt toegevoerd aan de andere ingangsaansluiting van de genoemde fasevergelijkingsschakeling 17a. De toepassing van 50 het laagdoorlaatfilter 17c maakt het mogelijk, een ongewenst frequentieverloop tegen te gaan, zodat de frequentie van het oscillatiesignaal nauwkeurig komt samen te vallen met die van de videodraaggolfsignaalcomponent. Op die wijze wordt zeker gesteld, dat het uitgangssignaal van de als fasevergrendelde lus werkende schakeling 17, en meer in het bijzonder het vergelijkingsuitgangssignaal van de fasevergelijkingsschakeling 17a van de schakeling 17, met de videodraaggolfsignaalcomponent van het videomidden-55 frequentsignaal fasevergrendeld is. Aangezien de amplitude van de videodraaggolfsignaalcomponent aanzienlijk groter is dan de amplitude van de geluidsdraaggolfsignaalcomponent, zal het uitgangssignaal van de als fasevergrendelde lus werkende schakeling 17 met de frequentie van de videodraaggolfsignaal-

Claims (5)

1. Geluidsdetectieschakeling voor een televisieontvanger, welke is uitgerust met een afstemeenheid voor ontvangst van een televisiesignaal en met een videomiddenfrequent versterkingsschakeling voor afgifte van een middenfrequent signaal, dat een amplitudegemoduleerde videodraaggolfcomponent en een frequentie-gemoduleerde geluidsdraaggolfcomponent omvat, en met een fase-vergrendelde lus, met het kenmerk, dat 40 de fasevergrendelde lus is ingericht voor het vergrendelen van de fase van het middenfrequent signaal op de amplitudegemoduleerde videodraaggolfcomponent daarvan en het in reactie daarop produceren van een voor het produceren van een geluiddsignaal naar een versterker en een luidspreker te sturen uitgangssignaal.

2. Geluidsdetectieschakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de als fasevergrendelde lus 45 uitgevoerde schakeling is voorzien van een fasevergelijkingsschakeling voor afleiding van het uitgangs- geluidsdraaggolfsignaal van het ”intercarrier"-type uit het videomiddenfrequentsignaal en een van een spanningsgeregelde oscillator afkomstig oscillatiesignaal, een regelschakeling voor levering van een van het videomiddenfrequentsignaal afhankelijk regelsignaal, en van de met dat regelsignaal spanningsgeregelde oscillator.

3. Geluidsdetectieschakeling volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de regelschakeling een laagdoorlaatfilter bevat.

3 193888 component vergrendeld zijn. In de vergrendelde toestand van de schakeling 17 vormt deze derhalve een fasedetectieschakeling, welke een fasevergrendeld uitgangssignaal afgeeft, dat het genoemde zwevings-signaal van 4,5 MHz bevat. Het uitgangssignaal van de fasevergelijkingsschakeling 17a wordt toegevoerd aan een bandfilter 13 voor de reeds genoemde extractie van het voor de geluidsmiddenfrequentversterker 5 14 bestemde zwevingssignaal met een frequentie van 4,5 MHz. Het uitgangssignaal van de geluidsmidden-frequentversterkér 14 wordt, zoals reeds is opgemerkt, via de amplitudebegrenzer 15 en de frequentiedis-criminator 16 op dezelfde wijze als bij de geluidsdetectieschakeling volgens figuur 1 aan de geluidsuitgangs-aansluiting 16a toegevoerd. Bij de zojuist beschreven geluidsdetectieschakeling volgens de uitvinding van het ”intercarrier”-type wordt 10 derhalve het door de laatste videomiddenfrequentversterkingstrap (4c) afgegeven videomiddenfrequent-signaal voor geluidsdetectie toegevoerd aan de als fasevergrendelde lus werkende schakeling 17 voor fasevergrendeling van de amplitudegemoduleerde videodraaggolfsignaalcomponent van het videomidden-frequentsignaal. Het uitgangssignaal van de fasevergelijkingsschakeling 17a van de fasevergrendelde lus wordt toegevoerd aan het bandfilter 13, dat slechts het zwevingssignaal van 4,5 MHz doorlaat naar 15 achtereenvolgens de geluidsfrequentversterker 14, de amplitudebegrenzer 15 en de frequentiediscriminator 16; deze laatstgenoemde doet dan het gemoduleerde geluidssignaal aan de uitgangsaansluiting 16a verschijnen. Bij de door de uitvinding voorgestelde geluidsdetectieschakeling voert de als fasevergrendelde lus werkende schakeling 17 fasevergrendeling van de amplitudegemoduleerde videodraaggolfsignaalcomponent 20 van het door de laatste videomiddenfrequentversterkingstrap 4c afgegeven videomiddenfrequentsignaal uit. Dit wil zeggen, dat de als fasevergrendelde lus werkende schakeling 17 zelf de gewenste fasedetectie uitvoert. Het uitgangssignaal van de schakeling 17 bevat derhalve geen amplitudecomponenten, doch slechts fasecomponenten, zodat geen door de amplitudecomponent van de videodraaggolfsignaalcomponent van het videomiddenfrequentsignaal veroorzaakte stoorcomponenten, zoals "buzz” of ’’buzz 25 beat” in het geluidssignaal blijven bestaan, zoals bij de bekende geluidsdetectieschakeling volgens figuur 1 wel het geval is. Aangezien voor de afsnijfrequentie van het laagdoorlaatfilter 17c een frequentiewaarde van minder dan 31,5 kHz is gekozen, welke laatstgenoemde waarde 2 maakt de beeldregelaftastfrequentie fH bedraagt, is de als fasevergrendelde lus werkende schakeling 17 ongevoelig voor hogere frequenties dan 31.5 kHz. Dit heeft tot gevolg, dat menging met componenten met een hogere frequentie dan 2fH, bijvoor-30 beeld menging van het videosignaal met het detectie-uitgangssignaal van 4,5 MHz, wordt verhinderd, waardoor een vermindering of eliminatie van ongewenste stoorgeluiden wordt verkregen. 35

4. Geluidsdetectieschakeling volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het laagdoorlaatfilter een lager dan 31.5 kHz gelegen afsnijfrequentie heeft.

5. Geluidsdetectieschakeling volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de regelschakeling is voorzien van 55 een gelijkspanningsversterker, waaraan het uitgangssignaal van de fasevergelijkingsschakeling wordt 193888 4 toegevoerd voor omzetting tot een versterkt gelijkspanningssignaal, en van een laagdoorlaatfilter voor omzetting van het versterkte gelijkspanningssignaal tot een voor de spanningsgeregelde oscillator bestemd regelsignaal. Hierbij 2 bladen tekening