NL193575C

NL193575C - Frameklem voor de aansluiting van elektrische geleiders.

Info

Publication number: NL193575C
Application number: NL8802716A
Authority: NL
Original assignee: Loh Kg Rittal Werk
Priority date: 1987-12-01
Filing date: 1988-11-04
Publication date: 2000-02-02
Also published as: CH676897A5; ATA283988A; AT398655B; FR2623944B1; FR2623944A1; DE3740599C1; NL193575B; NL8802716A

Description

1 193575

Frameklem voor de aansluiting van elektrische geleiders

De uitvinding heeft betrekking op een frameklem voor de aansluiting van elektrische geleiders, bestaande uit een contactframe met een afdekwand, een bodemwand en twee zijwanden, een in een schroefdraadboring 5 van de afdekwand verstelbare drukschroef en een drukstuk, dat verstelbaar geleid is met behulp van in de zijwanden van het contactframe ingedrukte, van de afdekwand naar de bodemwand verlopende geleidings-ribben, welk drukstuk met behulp van de drukschroef de tussen het drukstuk en de bodemwand ingebrachte geleider vastklemt, waarbij het drukstuk als U-vormige contactbeugel is uitgevoerd.

Een frameklem van dit type is bekend uit het Duitse ’Offenlegungsschrift” 1.906.371. Hieruit is een 10 frameklem bekend, met een drukstuk dat door middel van een drukschroef op een geleider is vast te klemmen. Met de klem wordt de geleider op de bodemwand van de frameklem, of op een daarop geplaatste aansluitrails vastgelegd. Bij de bekende frameklem is de afdekwand, die de drukschroef opneemt, als afzonderlijk element tussen de benen van het frame bevestigd. Het drukstuk is U-vormig uitgevoerd en door middel van de drukschroef verplaatsbaar. Het bekende drukstuk is aan de onderzijde in hoofdzaak vlak 15 uitgevoerd. Wanneer men de onderzijde van het drukstuk wil aanpassen aan de dwarsdoorsnede van de vaste klem en elektrische geleider, moet afhankelijk van die dwarsdoorsnede een daartoe geschikt drukstuk in het contactframe worden aangebracht.

De uitvinding heeft tot doel een frameklem van het bovengenoemde type te verschaffen, waarbij tussen het drukstuk en de bodemwand, respectievelijk een boven de bodemwand aangebracht contact in de vorm 20 van een platte rail, naar keuze elektrische geleiders met verschillende dwarsdoorsneden vastgeklemd kunnen worden, waarbij het drukstuk vastgehouden blijft in het contactframe.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de contactbeugel aan de vrije kanten van zijn middenlijf geleidingsopneemplaatsen bevat voor de geleidingsribben, en waarvan van klemopneemplaatsen voorziene zijbenen gekeerd zijn naar de open zijde van het contactframe, en dat ten minste een zijwand in 25 de buurt van de vrije kanten ten opzichte van elkaar gerichte uitsparingen draagt, die door naar binnenzwaaien van de toegekeerde einden van de zijbenen van de contactbeugel een verdraaien van de in het contactframe geleide contactbeugel over een in de insteekrichting van de geleider verlopende, fictieve zwaaias zonder opheffen van de geleiding in het contactframe toelaten.

Door deze maatregelen wordt bereikt dat de contactbeugel over 180° verzwaaid kan worden in het 30 contactframe, zonder dat de contactbeugel uit het frame behoeft te worden genomen. De contactbeugel wordt daarbij zo ver geheven, dat de einden van de zijbenen in de uitsparingen van de zijwand verzwaaid kunnen worden. Daarbij kan de contactbeugel op zijn kant worden geplaatst en door het inzwenken van de andere einden van de zijbenen in de uitsparingen van de zijwand weer evenwijdig aan de bovenwand van het contactframe gericht worden. Nu kan de andere zijde van de contactbeugel werken als klemvlak.

35 Bovendien vormen de relatief lange zijbenen een goede langsgeleiding van het drukstuk in het contactframe. Het verdraaien van het drukstuk is volgens de uitvinding alleen mogelijk wanneer de zijbenen ten minste gedeeltelijk in de uitsparingen van de zijwanden van het contactframe zijn bewogen. Bovendien is de vorm van het drukstuk volgens de uitvinding relatief eenvoudig.

Het drukstuk kan, zonder vrij te komen van het contactframe, in twee over 180° verdraaide standen 40 verzwenkt worden, zodat de ene keer de buitenzijde van het middenlijf van de contactbeugel en de andere keer de kanten van de de zijbenen van de contactbeugel zorgen voor het vastklemmen. Daarbij is het niet van belang, hoe de frameklem is aangebracht. Het speelt geen rol of de elektrische geleiders horizontaal of verticaal gericht in de frameklem worden ingebracht. Het drukstuk blijft steeds in het contactframe vastgehouden.

45 Volgens een uitvoeringsvoorbeeld wordt het contactframe met behulp van een aansluiting in de vorm van een platte rail, van een aansluitcontact vastgehouden in een huis, waarbij de vlakke railaansluiting over de bodemwand van het contactframe grijpt en onder spanning aan het huis vasthoudt. Het met het huis verbonden aansluitcontact houdt met zijn platte railcontact het contactframe vast aan het huis. Het huis kan daarbij bijvoorbeeld een adapterhuis zijn, waarvan de aansluitcontacten verbonden zijn met de stroomrails 50 van een verzamelrailsysteem. Aan de frameklem worden dan de naar de verbruikers lopende elektrische geleiders aangesloten.

Om ervoor te zorgen dat het platte railcontact van het aansluitcontact over een groot oppervlak aanligt in het contactframe, wordt ervoor gezorgd, dat de inwendige afstand van de zijwanden van het contactframe aangepast is aan de breedte van de platte railaansluiting van het aansluitcontact en dat de geleidingsribben 55 in de zijwanden van het contactframe op een afstand van de bodemwand eindigen, die overeenkomt met de dikte van de platte railaansluiting.

Een goed vasthouden tussen het drukstuk en de elektrische geleider met vierkante of rechthoekige 193575 2 dwarsdoorsnede wordt bereikt, doordat de buitenzijde van het middenlijf van de contactbeugel voorzien is van een ribbeling, die evenwijdig aan de zijbenen van de contactbeugel verloopt.

Voor het verdraaien van de contactbeugel in het contactframe is een uitvoering toereikend, die wordt gekenmerkt, doordat de afmeting van de uitsparingen in de zijwand van het contactframe in de richting van 5 de vrije kanten ongeveer overeenkomt met de breedte van de zijbenen van de contactbeugel, en doordat de ' afstand van de beide uitsparingen in de zijwand aangepast is aan de inwendige breedte van de zijbenen van de contactbeugel. Daarbij is voor het inbrengen van het drukstuk in het contactframe van voordeel, wanneer de uitvoering zodanig is, dat de uitsparingen in het midden van de zijwand zijn aangebracht, en dat de inwendige afstand tussen de afdekwand en de bodemwand van het contactframe ten minste overeen· 10 komt met de afmeting van de contactbeugel, die bepaald wordt door de afstand van de vrije kanten van het middenlijf.

De aanpassing van de contactbeugel aan verschillende dwarsdoorsneden van de vast te klemmen elektrische geleiders wordt op eenvoudige wijze bereikt, doordat de zijbenen van de contactbeugel voorzien zijn van driehoekige en/of halfronde klemmende opneemplaatsen.

15 De vervaardiging van het contactframe wordt vereenvoudigd, doordat het contactframe in de buurt van de bodemwand met behulp van een sleuf gedeeld is. Het contactframe kan dan gebogen worden uit een deel van een bandmateriaal.

De uitvinding wordt aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader 20 toegelicht.

Figuur 1 is een perspektivisch aanzicht van een adapter met frameklemmen volgens de uitvinding, figuur 2 toont schematisch de zwenkbeweging van het drukstuk in het contactframe, en figuur 3 toont de klemstanden van het drukstuk bij verschillende geleiderdwarsdoorsneden.

25 Het huis 10 in figuur 1 is uitgevoerd als adapterhuis, waarmee drie verbruikers aan de stroomrails van een verzamelrailsysteem aangesloten kunnen worden. De scheidingswanden 11, 12, 14 en 16 verdelen drie van elkaar geïsoleerde kamers 13, 15 en 19. In iedere kamer 13, 15 en 19 is een aansluitcontact ondergebracht, die in langsrichting van de kamers over de afstand van de stroomrails van het verzamelrailsysteem ten opzichte van elkaar versprongen zijn en via niet-weergegeven klemmen of dergelijke elektrisch 30 geleidend met de aansluitcontacten verbonden zijn. De aansluitcontacten lopen naar een smalle zijde van het huis 10 uit in een platte railaansluiting 25, die gevoerd is door het contactframe 20 en over de bodemwand 23 daarvan heen grijpt. Wanneer het aansluitcontact met het huis 10 is verbonden, dan houdt de platte railaansluiting 25 het contactframe 20 onder spanning vast tegen het huis 10. Het gesloten uitgevoerde contactframe 20 bestaat uit de afdekwand 21, de bodemwand 23 en de beide zijwanden 22 en 35 24. De beide zijwanden 22 en 24 dragen naar binnen gedrukte geleidingsribben 26 en 27 en wel in het midden van de zijwanden 22 en 24. Deze geleidingsribben 26 en 27 verlopen vanaf de afdekwand 21 naar de bodemwand 23. Zij kunnen echter ook op afstand van de dikte van de platte railaansluiting 25 eindigen van de bodemwand 23, om ervoor te zorgen dat de platterailaansluiting 25 passend aanligt in het contactframe 20. In de afdekwand 21 van het contactframe 20 is een schroefdraadboring aangebracht, waarin de 40 drukschroef 37 verstelbaar is.

De inwendige breedte tussen de beide zijwanden 22 en 24 en de inwendige afstand tussen de afdekwand 21 en de bodemwand 23 zijn aangepast aan de grootte van het in te zetten drukstuk.

Het drukstuk is uitgevoerd als contactbeugel 30 met het middenlijf 31 en de beide zijbenen 34 en 36.

Aan de vrije kanten van het middenlijf 31 zijn in het midden de geleidingsopneemplaatsen 32 en 33 45 uitgespaard. De zijbenen 34 en 36 dragen aan de vrije kanten klemopneemplaatsen 35 en 37, die in het uitvoeringsvoorbeeld in de vorm van driehoeken zijn uitgevoerd. De contactbeugel 30 heeft in het gebied van de vrije kwanten van het middenlijf 31 een afmeting, die aangepast is aan de inwendige breedte van de beide zijwanden 22 en 24 van het contactframe 20. De afstand tussen de afdekwand 21 en de bodem 23 moet ten minste precies zo groot zijn, om ervoor te zorgen, dat, zoals figuur 1 toont, de contactbeugel 30 op 50 zijn kant staande in het contactframe 20 kan worden ingebracht. De zijwand 24 draagt ongeveer in het midden aan de vrije kanten de ten opzichte van elkaar gerichte uitsparingen 28 en 29 (figuur 2), waarvan de breedte in de richting van de kanten ongeveer overeenkomt met de breedte van de zijbenen 34 en 36 van de contactbeugel 30. Bij het verzwaaien van de contactbeugel 30 worden de einden van de zijbenen 34 en 36 in de uitsparingen 28 en 29 gezwaaid, zodat de contactbeugel 30 met zijn geleidingsopneemplaatsen 32 55 en 33 in ingrijping worden gebracht met de geleidingsstukken 26 en 27 van de zijwanden 22 en 24 van het contactframe 20 en met zijn middenlijf 31 evenwijdig aan de bodemwand 23 van het contactframe 20 gericht kan worden. De driehoekvormige klemopneemplaatsen 35 en 37 zijn dan gekeerd naar de platterail-

Claims

1. Frameklem voor de aansluiting van elektrische geleiders, bestaande uit een contactframe met een afdekwand, een bodemwand en twee zijwanden, een in een schroefdraadboring van de afdekwand verstelbare drukschroef en een drukstuk, dat verstelbaar geleid is met behulp van in de zijwanden van het contactframe ingedrukte, van de afdekwand naar de bodemwand verlopende geleidingsribben, welk drukstuk met behulp van de drukschroef de tussen het drukstuk en de bodemwand ingebrachte geleider 30 vastklemt, waarbij het drukstuk als U-vormige contactbeugel is uitgevoerd, met het kenmerk, dat de contactbeugel (30) aan de vrije kanten van zijn middenlijf (31) geleidingsopneemplaatsen (32, 33) bevat voor de geleidingsribben (26, 27), en waarvan van klemopneemplaatsen (35, 37) voorziene zijbenen (24, 36. gekeerd zijn naar de open zijde van het contactframe (20), en dat ten minste een zijwand (b.v. 24) in de buurt van de vrije kanten ten opzichte van elkaar gerichte uitsparingen (28, 29) draagt, die door naar 35 binnenzwaaien van de toegekeerde einden van de zijbenen (34, 36) van de contactbeugel (30) een verdraaien van de in het contactframe (20) geleide contactbeugel (30) over een in de insteekrichting van de geleider (40, 41, 42) verlopende, fictieve zwaaias zonder opheffen van de geleiding in het contactframe (20) toelaten.

2. Frameklem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het contactframe (20) met behulp van een 40 platterailaansluiting (25) van een aansluitcontact in een huis (10) wordt vastgehouden, waarbij de platterailaansluiting (25) over de bodemwand (23) van het contactframe (20) grijpt en onder spanning tegen het huis (10) vasthoudt.

3. Frameklem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de inwendige afstand van de zijwanden (22, 24) van het contactframe (20) is aangepast aan de breedte van de platterailaansluiting (25) van het aansluit- 45 contact en dat de geleidingsribben (26,27) in de zijwanden (22, 24) van het contactframe (20) op een afstand van de bodemwand (23) eindigen, die overeenkomt met de dikte van de platte railaansluiting (25).

3 193575 aansluiting 25 en met behulp van de drukschroef 37 kan een driehoekvormige geleider 40 vastgeklemd worden aan de platte railaansluiting 25 of direct aan de bodemwand 23, zoals figuur 3 in het bovenste gebied laat zien. De aan de geleidingsribben 26 en 27 verstelbaar geleide contactbeugel 30 kan, zonder uit het contactframe 20 te behoeven te worden uitgenomen, over 180° verzwaaid worden, zoals figuur 2 in drie 5 trappen toont. De contactbeugel 30 wordt zover geheven, dat de einden van de zijbenen 34 en 36 in de uitsparing 28 en 29 van de zijwand 24 verzwaaid kunnen worden. Daarbij kan de contactbeugel 20 op zijn kant worden geplaatst en door inzwenken van de andere einden van de zijbenen 34 en 36 in de uitsparingen 28 en 29 van de zijwand 24 weer evenwijdig aan de bodemwand 23 van het contactframe 20 gericht worden. De buitenzijde van het middenlijf 31 werkt nu als klemvlak, zij is voorzien van een ribbeling, die 10 evenwijdig verloopt aan de zijbenen 34 en 36. Zoals figuur 3 toont, kan een in dwarsdoorsnede rechthoekige geleider 41 worden vastgeklemd, waarbij een direct vastklemmen met de bodemwand 24 van het contactframe 20 of een vastklemmen via de platterailaansluiting 25 van het aansluitcontact mogelijk is. Ook het vastklemmen van een ronde geleider 42 is bij deze stand van de contactbeugel 30 mogelijk. Bij het direct vastklemmen van de geleider 41 of 42 met 15 de bodemwand 23 kunnen de geleidingsribben 26 en 27 in de zijwanden 22 en 24 van het contactframe ook tot de bodemwand 23 reiken. Aan het huis 10 kunnen elastische veren 18 zijn aangevormd, die de aansluitcontacten met hun platterailaansluitingen 25 in de kamers 13, 15 en 19 vasthouden. Het contactframe 20 kan in de buurt van de bodemwand 23 ook gescheiden zijn, zodat hij gemakkelijk uit een deel van een bandmateriaal kan 20 worden gebogen.

4. Frameklem volgens één van de conclusies 1 tot en met 3, met het kenmerk, dat de buitenzijde van het middenlijf (31) van de contactbeugel (30) voorzien is van een ribbeling, die evenwijdig verloopt aan de zijbenen (34, 36) van de contactbeugel.

5. Frameklem volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afmeting van de uitsparingen (28,29) in de zijwand (24) van het contactframe (20) in de richting van de vrije kanten ongeveer overeenkomt met de breedte van de zijbenen (34, 36) van de contactbeugel (30), en dat de afstand van de beide uitsparingen (28, 29) in de zijwand (24) aangepast is aan de inwendige breedte van de zijbenen (34, 36) van de contactbeugel (30).

6. Frameklem volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uitsparingen (28, 29) zijn aangebracht in het midden van de zijwand (24) en dat de inwendige afstand tussen de afdekwand (21) en de bodemwand (23) van het contactframe (20) ten minste overeenkomt met de afmeting van de 193575 4 contactbeugel (30), die bepaald wordt door de afstand van de vrije kanten van het middenlijf (31).

7. Frameklem volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zijbanen (34, 36) van de contactbeugel (30) voorzien zijn van driehoekige en/of halfronde klemopneemplaatsen (35, 37).

8. Frameklem volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het contactframe (20) 5 in de buurt van de bodemwand (23) met behulp van een sleuf is gedeeld. Hierbij 2 bladen tekening