NL192613C

NL192613C - Werkwijze voor het in een omhulsel aanbrengen van voorwerpen, in het bijzonder poststukken.

Info

Publication number: NL192613C
Application number: NL9300006A
Authority: NL
Inventors: Wilhelmus Corneliu Oosterbosch
Original assignee: Wilhelmus Cornelius Antonius O
Priority date: 1993-01-05
Filing date: 1993-01-05
Publication date: 1997-11-04
Also published as: NL192613B; NL9300006A

Description

1 192613

Werkwijze voor het in een omhulsel aanbrengen van voorwerpen, in het bijzonder poststukken

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het van een sluitend omhulsel uit velmateriaal voorzien van een plat voorwerp, in het bijzonder een poststuk, waarbij velmateriaal in lengterichting langs 5 een geleidingsbaan wordt geleid, waarna het voorwerp, dat een kleinere breedte heeft dan het velmateriaal, dwars hierop in een transportrichting wordt verplaatst onder het meenemen en hierop dubbelvouwen van het velmateriaal, waarna de buiten het voorwerp uitstekende, zich in de transportrichting uitstrekkende zijranden aan de het voorwerp van boven en onder afdekkende afdekdelen tussen aandrukorganen worden doorgevoerd en daarbij aan elkaar worden gehecht en aan de achterzijde de afdekdelen verbonden worden 10 om de open achterzijde te sluiten.

Bij een dergelijke, uit het Amerikaanse octrooischrift 3.643.396 bekende werkwijze wordt als velmateriaal een doorlopende kunststoffilm benut. Nadat het voorwerp voorbij de geleidingsbaan is, worden de filmdelen aan de achterzijde van de afdekdelen aan elkaar geseald en afgesneden van de rest van de film. Daarna worden de zijranden aan elkaar geseald. Een dergelijke werkwijze is alleen geschikt voor het verwerken van 15 kunststoffilm en niet voor papieren vellen. Een verder bezwaar van het op een dergelijke wijze omhullen van een voorwerp, zoals bijvoorbeeld poststukken, is dat het uiterlijk van het omhulde voorwerp door de drie gesealde zijden onverzorgd overkomt.

De uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen waarbij een voorwerp op eenvoudige wijze door een vel wordt omhuld, en waarbij de bovengenoemde bezwaren worden vermeden.

20 Dit doel wordt bij de werkwijze volgens de uitvinding bereikt doordat tijdens het in de lengterichting geleiden van door een vel gevormd velmateriaal lijm plaatselijk op zijranden van ten minste één te vormen afdekdeel wordt aangebracht, het voorwerp het vel op een zodanige plaats meeneemt, dat bij het dubbelvouwen een vouwlijn of rug een het ene afdekdeel vormend kort deel en een het andere afdekdeel mede omvattend lang deel verbindt, terwijl na het aan elkaar hechten van de zijranden een voorbij het ene 25 afdekdeel uitstekende verlenging van het lange deel om de open achterzijde tot op het ene afdekdeel wordt geslagen en daarmee wordt verbonden.

Na het dubbelvouwen van het vel om het voorwerp worden eerst de van lijm voorziene zijranden met behulp van de aandrukorganen aan elkaar gehecht. Daarna wordt met behulp van de verlenging het omhulsel volledig gesloten. Op deze wijze is een omhulsel uit een vel papier zeer snel te bewerkstelligen.

30 Door de met het ene afdekdeel verbonden verlenging wordt een verzorgd uiterlijk verkregen.

Opgemerkt wordt dat uit het Amerikaanse octrooischrift 1.583.395 een overeenkomende werkwijze bekend is waarbij echter een smal vel als omhulsel voor een plat voorwerp wordt benut, zodat zijranden van het voorwerp onbedekt blijven. Het nadeel hiervan is dat het voorwerp ongewenst uit het omhulsel zou kunnen schuiven.

35 Opgemerkt wordt verder dat uit de Europese octrooiaanvrage 0.480.882 een werkwijze bekend is voor het omhullen van platte voorwerpen, waarbij een aantal voorwerpen simultaan worden omhuld waarna de de verschillende voorwerpen verbindende omhulling wordt doorgesneden. Verder is de transportrichting van het voorwerp dwars op de transportrichting van het vel gericht. Hierdoor is de inrichting relatief gecompliceerd.

40

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van de tekening waarin schematisch een inrichting, geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, is weergegeven.

Figuur 1 toont schematisch een aanzicht op een deel van een inrichting, geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding.

45 Figuur 2 en 3 tonen delen van de in figuur 1 weergegeven inrichting tijdens bepaalde fasen van het aanbrengen van het omhulsel.

Figuur 4 toont schematisch een zijaanzicht op een deel van de in figuur 1 weergegeven inrichting, gezien volgens de pijl IV in figuur 1.

Figuur 5 toont een aanzicht op een deel van de in figuur 1 weergegeven inrichting, gezien volgens de pijl 50 V in figuur 1.

Figuur 6 toont een aanzicht op het ongevouwen vel.

Figuur 7 toont een tweetal fasen van het sluiten van het omhulsel.

Figuur 8 toont schematisch een aanzicht op een om een voorwerp aangebracht omhulsel.

55 De in de figuren 1-5 weergegeven inrichting omvat een magazijn 1 voor een stapel vellen 2, waaruit omhulsels moeten worden vervaardigd. Zoals verder schematisch in figuur 1 is weergegeven kan met behulp van een wals 3, die tijdens bedrijf kan worden aangedreven in de richting volgens pijl A en die is 192613 2 voorzien van een evenwijdig aan de draaiingsas van de wals 3 gelegen zuigmondstuk 4, telkens een onderste vel van de in het magazijn 1 liggende stapel vellen 2 worden uitgetrokken en worden meegenomen om te worden afgevoerd in een verticaal staand geleidingskanaal 5, waarin een vel 2, na vrijgeven van de wals 3 door opheffen van de onderdruk in het aanzuigmondstuk 4, naar beneden kan vallen naar de in 5 figuur 1 weergegeven stand 2'.

Het geleidingskanaal 5 moet zodanig zijn, dat het vel 2' in de figuur 1 weergegeven in hoofdzaak verticale stand zal blijven staan en niet onder het vormen van een aantal plooien ineen kan zakken.

Het ondereinde van het vel 2 komt in zijn onderste stand te rusten op een aanslag 6. Ter aanpassing aan de lengte van het te verwerken vel kan deze aanslag 6 in hoogterichting instelbaar zijn.

10 Zoals verder schematisch in figuur 1 is weergegeven zijn gezien in deze figuur links van het geleidings-orgaan 5 een tweetal boven elkaar gelegen rijen van transportrollen 7 respectievelijk 8 aangegeven, die zodanig aan te drijven zijn, dat een hiertussen geplaatst voorwerp 9 door het in draaiing brengen van de rollen 7 en 8 kan worden verplaatst in de richting volgens pijl B.

In plaats van toevoerrollen 7 en 8 kunnen bijvoorbeeld ook eindloze boven elkaar gelegen toevoer-15 banden zijn aangebracht. De rijen rollen 7 en 8 respectievelijk de toevoerbanden kunnen daarbij ten opzichte van elkaar in hoogterichting instelbaar zijn om een aanpassing van de afstand tussen de boven elkaar gelegen rijen rollen of transportbanden aan de dikte van een te verplaatsen voorwerp 9, bijvoorbeeld een als poststuk te verzenden tijdschrift, mogelijk te kunnen maken.

In de naar de rijen rollen 7 en 8 toegekeerde zijde van het bijvoorbeeld kokervormige geleidingskanaal 5 20 is een speelvormige opening 10 aangebracht, terwijl een soortgelijke spieetvormige opening 11 is aangebracht in tegenoverliggende zijde van het geleidingskanaal 5.

Eventueel kunnen aan de bovenrand en/of aan de onderrand van de spieetvormige opening 10 en/of de spieetvormige opening 11 in hoogterichting instelbare geleidingsorganen zijn aangebracht om de hoogte van de spleet 10 respectievelijk 11 aan te kunnen passen aan de dikte van het te verwerken voorwerp 9.

25 Verder zijn, gezien in figuur 1 aan de rechterzijde van het geleidingskanaal verdere boven elkaar gelegen transportrollen 12 en 13 opgesteld alsmede aandrukrollen 14 en 15. Gerekend in de verplaatsrichting B van een voorwerp 9 zijn zowel voor als achter de aandrukrollen 14 en 15 transportrollen 12 en 13 opgesteld. De aandrukrollen 14 en 15 zijn verder bij voorkeur in horizontale richting verschuifbaar en instelbaar, zoals aangeduid met behulp van de pijlen in figuur 5 teneinde de afstand tussen de aandrukrollen 14 en 15 aan te 30 kunnen passen aan de breedte van het te verwerken product.

Zoals in figuur 6 is aangeduid dient een met behulp van boven omschreven inrichting te verwerken vel 2, om hieruit een omhulsel te vervaardigen voor een voorwerp 9, met een tweetal afdekdelen 16 en 17, die verbonden zijn door een vouwlijn of rug 18, waarbij een flap of verlenging 19 aan het van het afdekdeel 17 afgekeerde einde van het afdekdeel 16 via een vouwlijn of rug 20 op het afdekdeel 16 aansluit.

35 Het geleidingskanaal 5 is voorzien van niet nader weergegeven spuitmondstukken of dergelijke met behulp waarvan, tijdens de beweging van het vel door het geleidingskanaal 5 naar de in figuur 1 weergegeven eindstand 2', op gewenste plaatsen nabij de zijranden zich evenwijdig aan die zijranden uitstrekkende lijmstroken of -rupsen 21 respectievelijk 22 op een vel worden opgebracht. In het weergegeven uitvoerings-voorbeeld worden de beide lijmstroken 21, 22 aangebracht langs de randen van het afdekdeel 16. Zij 40 zouden echter bijvoorbeeld ook kunnen worden aangebracht langs de randen van het afdekdeel 17, of een langs een rand van het afdekdeel 16 en een langs een rand van het afdekdeel 17, of zowel langs de randen van het afdekdeel 16 als langs de randen van afdekdeel 17. De afstand tussen de lijmstroken 21, 22 is groter dan de breedte van het te verpakken voorwerp, bijvoorbeeld een poststuk 9, in figuur 1 gemeten in een richting loodrecht op het vlak van tekening.

45 Indien een zo van lijmstroken 21, 22 voorzien vel de in figuur 1 weergegeven stand 2' inneemt, waarin het vel bij voorkeur met de gezien in figuur 6 onderste begrenzingsrand van de flap 19 op de aanslag 6 rust, kan een in te pakken voorwerp zoals een poststuk 9 in de richting volgens pijl B worden toegevoerd en door de spleten 10 en 11 van het geleidingskanaal 5 heen worden verplaatst onder het op de in figuur 2 en 3 weergegeven wijze meenemen van het vel 2, waarbij de voorrand van het voorwerp 9 het vel 2 aangrijpt 50 ter hoogte van de vouwlijn of rug 18.

Hierdoor zal het vel 2 ter hoogte van de vouwlijn of rug 18 om het zich vooruit bewegende voorwerp 9 worden gevouwen, waarbij gezien in de figuren het afdekdeel 17 boven op het voorwerp 9 komt te rusten en het afdekdeel 16 tegen de onderzijde van het voorwerp komt te rusten. Dit omvouwen van het vel wordt bevorderd door de op de combinatie van voorwerp 9 en dubbelgevouwen vel aangrijpende transportrollen 55 12 en 13. Het zo dubbelgevouwen vel komt op een gegeven moment ter hoogte van de aandrukrollen 14 en 15, die zodanig zijn ingesteld, dat deze aandrukrollen op de veldelen 16 en 17 zullen aangrijpen ter hoogte van de lijmstroken 21 en 22 en daar de buiten het voorwerp uitstekende zijranden ter hoogte van de door

Claims

3 192613 de lijmstroken gevormde hechtlijnen stevig tegen elkaar drukken voor het afsluiten van het omhulsel langs twee zich dwars op de vouwlijn 18 uitstrekkende hechtlijnen. Het de transportrollen 12,13 verlatende samenstel van voorwerp 9 en daarop aangebracht omhulsel zal er uit zien zoals bovenaan in figuur 7 weergegeven met een zich in het verlengde van het afdekdeel 16 5 uitstrekkende flap 19. In figuur 7 heeft het samenstel een overdreven groot getekende rug 18. Dit samenstel kan vervolgens met behulp van niet nader weergegeven transportmiddelen worden toegevoerd aan een inrichting met behulp waarvan een lijmstrook of -rups 23 op de flap 19 wordt aangebracht, ten minste althans nagenoeg evenwijdig aan de vouwlijn 20. De zo van een lijmstrook voorziene flap 19 kan vervolgens met behulp van een op zich bekende vouwmachine worden omgevouwen naar de onderaan in figuur 7 10 weergegeven stand en daar met behulp van de lijmstrook 23 worden vastgezet aan het afdekdeel 17. De strook 23 is bij voorkeur van een lijm, die een meerdere malen openen en weer sluiten van het omhulsel mogeiijk maakt, door het van het afdekdeel 17 losmaken van de flap 19 en, zonder dat dit schade van het materiaal van het omhulsel tot gevolg zal hebben. Het uiteindelijk gevormde product zal er dan min of meer uitzien, zoals weergegeven in figuur 8.
15 In plaats van een enkel voorwerp kunnen ook meerdere los op elkaar liggende voorwerpen, zoals bladen papier op bovenbeschreven wijze omhuld worden. Daar losse vellen worden gebruikt voor het omhulsel kunnen deze vellen voorafgaand aan het vormen van een omhulsel van een bedrukking worden voorzien. Gebruik kan worden gemaakt van een een eenvoudige opbouw bezittende machine, die, indien voorzien van de bovenbeschreven instelmogelijkheden, op snelle en eenvoudige wijze kan worden aangepast aan de 20 grootte van de te verpakken voorwerpen en daarmede aan de grootte van de om de voorwerpen aan te brengen omhulsels. 25 Werkwijze voor het van een sluitend omhulsel uit velmateriaal voorzien van een plat voorwerp, in het bijzonder een poststuk, waarbij velmateriaal in lengterichting langs een geleidingsbaan wordt geleid, waarna het voorwerp, dat een kleinere breedte heeft dan het velmateriaal, dwars hierop in een transportrichting wordt verplaatst onder het meenemen en hierop dubbelvouwen van het velmateriaal, waarna de buiten het 30 voorwerp uitstekende, zich in de transportrichting uitstrekkende zijranden aan de het voorwerp van boven en onder afdekkende afdekdelen tussen aandrukorganen worden doorgevoerd en daarbij aan elkaar worden gehecht en aan de achterzijde de afdekdelen verbonden worden om de open achterzijde te sluiten, met het kenmerk, dat tijdens het in de lengterichting geleiden van door een vel gevormd velmateriaal lijm plaatselijk op zijranden van ten minste één te vormen afdekdeel wordt aangebracht, het voorwerp het vel op een 35 zodanige plaats meeneemt, dat bij het dubbelvouwen een vouwlijn of rug een het ene afdekdeel vormend kort deel en een het andere afdekdeel mede omvattend lang deel verbindt, terwijl na het aan elkaar hechten van de zijranden een voorbij het ene afdekdeel uitstekende verlenging van het lange deel om de open achterzijde tot op het ene afdekdeel wordt geslagen en daarmee wordt verbonden. Hierbij 2 bladen tekening