NL192549C

NL192549C - Röntgenbuis met instelbare brandvlek.

Info

Publication number: NL192549C
Application number: NL8304028A
Authority: NL
Original assignee: Elscint Inc
Priority date: 1982-11-23
Filing date: 1983-11-23
Publication date: 1997-09-02
Also published as: IT8349351A0; IT1178354B; JPH0415982B2; FR2536583A1; IL70210A0; DE3342127A1; FR2536583B1; JPS59149642A; NL8304028A; IL70210A; NL192549B

Description

1 192549 Röntgenbufs met Instelbare brandvlek

De uitvinding betreft een nöntgenbuis, omvattende een in een luchtledig gemaakte kamer aangebrachte anode en kathode, waarbij de kathode elektronenemissiemiddelen en een kathodebeker omvat voor het 5 produceren van een op de anode invallende elektronenbundel, waarbij de kathodebeker is onderverdeeld in een aantal delen die door isolatiemiddelen ten opzichte van elkaar elektrisch zijn geïsoleerd, middelen voor het aan de anode aanleggen van een ten opzichte van de kathode positieve spanning, middelen voor het aanleggen van voorspanningen aan de respectieve delen van de kathodebeker teneinde de brandvlek van de elektronenbundel op de anode te beheersen.

10 Een dergelijke röntgenbuis is bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0032385. Bij de bekende röntgenbuis is de kathodebeker alleen dwars op de lengterichting van de elektronenemissiemiddelen, zoals een gloeispiraal, onderverdeeld. Dit heeft tot gevolg dat bij de bekende röntgenbuis alleen de lengte van de zich in de lengterichting van de gloeispiraal uitstrekkende brandvlek kan worden gevarieerd, aangezien met een onderverdeling dwars op de genoemde lengterichting alleen een focusseringswerking in die lengterich-15 ting mogelijk is.

De uitvinding heeft tot doel om een röntgenbuis van de aan het begin genoemde soort te verschaffen, waarbij naast de afmetingen van de brandvlek ook de positie van de brandvlek kan worden gestuurd.

De röntgenbuis volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat de kathodebeker bij benadering parallel aan de lengterichting van de elektronenemissiemiddelen is onderverdeeld, en dat de middelen voor 20 het aan de respectieve delen van de kathodebeker aanleggen van voorspanningen zijn ingericht voor het afzonderlijk en selectief aanleggen van die spanningen teneinde zowel de afmeting ais de positie van de brandvlek op de anode in een richting dwars op de lengterichting van de elektronenemissiemiddelen te beheersen.

De kenmerkende maatregelen van de röntgenbuis volgens de uitvinding maken het mogelijk om naast de 25 breedte van de brandvlek ook diens positie in een richting dwars op de lengterichting van de elektronenemissiemiddelen in te stellen. De röntgenbuis volgens de uitvinding heeft verder het voordeel dat deze weinig onderdelen bevat en een relatief eenvoudige constructie heeft met een relatief kleine kathode-anode afstand. Bovendien is zowel voor de variatie in de afmeting van de brandvlek als voor de afbuiging van de elektronenbundel het gebruik van een relatief lage voorspanning toereikend.

30

De tekening toont als voorbeeld uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

Figuur 1 toont een voorbeeld van een bekende röntgenstralenbuis met een meervoudige brandvlek, waarin afbuigplaten tussen de kathode en de anode zijn geplaatst; figuur 2 toont een dwarsdoorsnede van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding; 35 figuur 3 toont een schakeling voor het sturen van de inrichting volgens figuur 2.

In figuur 1 is een bekende röntgenstralenbuis 19 weergegeven met meervoudige brandvlek, waarin een enkele kathodeconstructie 1 een enkele elektronenbundel produceert vanuit een enkele gloeidraad 3. Aan weerszijden van de kathode 3 is een paar afbuigplaten 11 en 13 geplaatst, die door middel van geleidende 40 dragers 15 respectievelijk 17 zijn verbonden met uitwendige geleiders voor het toevoeren van variabele elektrische potentialen aan de afbuigplaten 11 en 13. De potentialen op de platen 11 en 13 worden zodanig gevarieerd, dat een continue of intermitterende elektronenbundei van de gloeidraad 3 afwisselend kan worden geschakeld tussen de brandvlekken 7 en 9, die op afstand van elkaar op de anode 5 zijn gelegen. Opmerking verdient, dat indien roosterbesturing in het stelsel volgens figuur 1 noodzakelijk zou zijn, de 45 weergegeven elektrische veibinding tussen een zijde van de gloeidraad 3 en de kathodebeker 1 onderbroken zou moeten worden, terwijl een vijfde draad op de anodebeker zou moeten worden aangesloten.

Figuur 2 toont de constructie van een röntgenstralenbuis volgens de onderhavige uitvinding, waarin de positie van de brandvlek over de anode kan worden verplaatst door het toevoeren van een lage spanning aan de kathodevoorspanningsbeker, en waarin de kathodevoorspanningsbeker 33 een eerste deel 27 bezit 50 en een tweede deel 29, die elektrisch van elkaar en van de gloeidraad 31 zijn geïsoleerd. Als de gloeidraad 31 wordt verhit worden elektronen volgens een bundel 25 uitgezonden, die de anode 21 treffen in een gebied dat de brandvlek 23 vormt. De anode 21 bestaat in het algemeen uit wolfraam of een wolfraam-legering en kan stationair zijn, maar ook roterend.

De gloeidraad 31 moet elektrisch van ten minste een van de twee delen 27, 29 van de kathodebeker 33 55 zijn geïsoleerd. Ook kan de gloeidraad 31 elektrisch van beide kathodebekerdelen zijn geïsoleerd.

Figuur 3 toont een elektrische schakeling 35 voor het sturen van de baan van de elektronenbundel 25 als deze naar de anode 21 wordt versneld. De elektrische schakeling omvat voorspanningstoevoermiddelen 37

Claims

1. Röntgenbuis, omvattende: een in een luchtledig gemaakte kamer aangebrachte anode en kathode, waarbij de kathode elektronen- emissiemiddelen en een kathodebeker omvat voor het produceren van een op de anode invallende I 45 elektronenbundel, waarbij de kathodebeker is onderverdeeld in een aantal delen die door isolatie- I middelen ten opzichte van elkaar elektrisch zijn geïsoleerd, middelen voor het aan de anode aanleggen van een ten opzichte van de kathode positieve spanning, I middelen voor het aanleggen van voorspanningen aan de respectieve delen van de kathodebeker I teneinde de brandvlek van de elektronenbundel op de anode te beheersen, 50 met het kenmerk, dat I de kathodebeker bij benadering parallel aan de lengterichting van de elektronenemissiemiddelen is I onderverdeeld, en dat I de middelen voor het aan de respectieve delen van de kathodebeker aanleggen van voorspanningen zijn I ingericht voor het afzonderlijk en selectief aanleggen van die spanningen teneinde zowel de afmeting als I 55 de positie van de brandvlek op de anode in een richting dwars op de lengterichting van de elektronen- I emissiemiddelen te beheersen. I

2. Röntgenbuis volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kathodebeker twee delen omvat. 3 192549

3. Röntgenbuis volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het afzonderlijk en selectief aanleggen van spanningen middelen omvatten voor het aanleggen van een spanning aan een eerste deel van de kathodebeker teneinde de positie van de brandvlek langs de anode in de richting van een tweede deel te verschuiven, waarbij deze spanning negatief is ten opzichte van de spanning van de 5 elektronenemissiemiddelen en negatief is ten opzichte van de spanning van het tweede deel.

4. Röntgenbuis volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen voor het afzonderlijk en selectief aanleggen van spanningen middelen omvatten voor het aanleggen van een spanning aan een eerste deel van de kathodebeker die negatief is ten opzichte van de spanning van de elektronenemissiemiddelen en voor het tegelijkertijd aanleggen van een spanning aan een tweede deel van 10 de kathodebeker die negatief is ten opzichte van de aan het eerste deel aangelegde spanning teneinde de afmetingen van de brandvlek te reduceren en de positie van de brandvlek langs de anode in de richting van het eerste deel te verschuiven. Hierbij 1 blad tekening