NL192534C

NL192534C - Paneel.

Info

Publication number: NL192534C
Application number: NL9100254A
Authority: NL
Inventors: Martinez Joaquin Lozano
Original assignee: Perfil En Frio Sa
Priority date: 1990-02-15
Filing date: 1991-02-14
Publication date: 1997-09-02
Also published as: GB2241263B; NL9100254A; FR2661930B1; BE1003768A3; FR2661930A1; NL192534B; GB9103171D0; GB2241263A

Description

1 192534

Paneel

Wandbekleding voor een gebouw, omvattende een samenstel van een veelvoud van aan elkaar grenzende, via bouten aan een draagconstructie bevestigbare panelen, waarvan ten minste één paneel aan een 5 voorzijde een voorplaat en aan een achterzijde een evenwijdig aan de voorplaat opgestelde achterplaat omvat, welke twee evenwijdig opgestelde platen met plaatranden op elkaar aansluiten en een met isolatiemateriaal gevulde ruimte omhullen, waarbij ter plaatse van een eerste paneelkant langs de voorzijde van het paneel een einddeel van de voorplaat eerst onder een hoek op het vlak van de voorplaat in de richting van de achterplaat is omgezet en voorts op afstand van het vlak van de vooiplaat in een richting 10 evenwijdig daaraan is omgebogen, een einddeel van de achterplaat ter plaatse van de eerste paneelkant langs een achterrand van het paneel in de richting van de voorplaat haaks op het vlak van de achterplaat is omgebogen, daarna op afstand van het vlak van de achterplaat, evenwijdig daaraan, een ”U”-vormige groef vormend is gebogen en vervolgens evenwijdig aan het vlak van de achterplaat zich voortzet tot de plaatrand, die door een laag slecht warmtegeleidend materiaal is gescheiden van de overliggende plaatrand 15 van de voorplaat, waarbij voorts nabij de voorrand van de tegenoverliggende tweede paneelkant het andere einddeel van de voorplaat onder een hoek (a) in de richting van het andere eind van de achterplaat is omgebogen, op afstand van het vlak van de voorplaat evenwijdig aan het vlak daarna is afgebogen en zich in een liggend plaatdeel tot een zich op een vooraf bepaalde afstand voorbij de voorrand van de tweede paneelkant van het paneel in de richting van de achterrand van de tweede paneelkant van het paneel 20 uitstrekt, terwijl het einddeel van de achterplaat ongeveer ter plaatse van de achterrand van de tweede paneelkant in de richting van de vooiplaat haaks is afgebogen en van de plaatrand van de voorplaat gescheiden is door isolatiemateriaal, waarbij op het liggende plaatdeel van de voorplaat een verbindingsdeel zich tot voorbij de achterrand van de tweede paneelkant uitstrekt en met de door het liggende plaatdeel van de voorplaat en het vlak van de achterplaat heen gestoken bouten met de draagconstructie van de 25 wandbekleding kan worden verbonden, welk verbindingsdeel kan reiken in de ”U”-vormige groef van de achterplaat van de eerste paneelkant van een aangrenzend paneel en waarbij zowel aan de voorplaat nabij de voorrand van de eerste paneelkant, als aan de achterplaat voorbij de achterrand van de tweede paneelkant, een pakking is aangebracht.

Een dergelijk, uit US-A-4.316.351 bekend paneel wordt met behulp van bouten verbonden met een 30 paneeldragende wand. Een aantal op een dergelijke wijze naast elkaar bevestigde panelen vormt tezamen een wandbekleding van bijvoorbeeld een gebouw. Indien een paneel is beschadigd is het niet mogelijk om zonder beschadiging van aangrenzende panelen het beschadigde paneel te verwijderen. Daarnaast staan de platen van een paneel in akoestische en thermische graad in contact met elkaar, hetgeen uit oogpunt van akoestische en thermische isolatie ongewenst is.

35 De uitvinding beoogt een paneel te verschaffen, waarbij panelen losneembaar met elkaar kunnen worden verbonden en een paneel uit een rij aaneengesloten panelen kan worden verwijderd zonder dat men daarnaast gelegen panelen beschadigt terwijl tevens een enigszins goede thermische en akoestische isolatie aanwezig is.

Dit doel wordt bij het paneel volgens de uitvinding bereikt, doordat nabij de voor* respectievelijk de 40 achterranden, de einddelen van de voorplaat enerzijds en de einddelen van de achteiplaat anderzijds, evenwijdig aan de einddelen van de tegenoverliggende platen op afstand van elkaar zijn teruggebogen, doordat de pakkingen zijn opgenomen in de ruimtes tussen de teruggebogen einddelen en doordat de ingesloten hoek (a + 90°) bij de tweede paneelkant, stomp is.

Doordat er geen direct mechanisch contact is tussen de platen wordt er een goede thermische en 45 akoestische isolatie verkregen. Het verwijderen van een van de platen is ten gevolge van de stompe hoek α relatief eenvoudig. De panelen zijn met behulp van bouten aan een wand bevestigd. Op de bouten zijn aan een van de panelen afgekeerde zijde van de wand moeren geschroefd. Voor het verwijderen van een paneel dienen eerst de moeren vanaf een van de panelen afgekeerde zijde van de wand van de bouten te worden losgeschroefd. Nadat op de bouten geschroefde moeren zijn losgeschroefd, kan het beschadigde 50 paneel door midden worden gezaagd, om het verwijderen van het paneel te vereenvoudigen. Vervolgens kan het te verwijderen paneel worden gekanteld, waarbij de tweede paneelkant in de richting van het nabij de tweede paneelkant gelegen paneel wordt verplaatst. Door de hoek α zullen de panelen elkaar niet raken. Na het kantelen van het paneel, kan de tweede paneelkant tezamen met het verbindingsdeel eenvoudig uit het gevormde gedeelte van het nabij gelegen paneel worden geschoven.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.

55 192534 2

Figuur 1 toont schematisch een doorsnede over de uiteinden van een tweetal met elkaar verbonden en in eikaars verlengde liggende panelen.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht op figuur 1, waarbij bepaalde delen zijn weggelaten om daaronder gelegen delen beter te kunnen weergeven.

5 Figuur 3 toont in perspectief een plaat voor het met elkaar verbinden van een tweetal panelen.

De in de figuren weergegeven panelen zijn van het type, welke zijn opgebouwd uit een tweetal platen 1 en 2, waartussen een vulling 3 uit isolerend materiaal, zoals polyurethan of dergelijke is aangebracht.

De ene plaat is opvolgend van één einde naar het andere einde in breedte-richting van het paneel 10 opgebouwd uit: - een U-vormige eind-elleboog 11, die aan het einde van de plaat is gelegen, - een op deze elleboog aansluitend vlak gedeelte 12 van grote breedte, - een op het van elleboog 11 afgekeerde uiteinde van de plaat 12 aansluitend gedeelte 13, dat een kleine hoek cc insluit met een zich verticaal op het gedeelte 12 uitstrekkend vlak, zoals weergegeven in figuur 1, 15 - een vlak gedeelte 14, dat aansluit op het van het gedeelte 12 af gekeerde uiteinde van het gedeelte 13 en dat zich evenwijdig aan het gedeelte 12 uitstrekt, maar een aanzienlijk kleinere breedte heeft dan het vlakke ... gedeelte 12,....................... .. .........................-........................ ...................

- een op het van het gedeelte 13 afgekeerde uiteinde van gedeelte 14 aansluitende U-vormige eind-elleboog 15.

20 De andere plaat 2 is vanaf één uiteinde naar het andere uiteinde volgens de breedte van het paneel opgebouwd uit: - een U-vormige eerste eind-elleboog 21, - een op deze eind-elleboog 21 aansluitend vlak gedeelte 22, - een op het gedeelte 22 aansluitend en zich loodrecht daarop uitstrekkend gedeelte 23 waarbij tussen de 25 uiteinden van het gedeelte 23 een lusvormig of U-vormig gedeelte 26 is gevormd, - een vlak gedeelte 24, waarvan de breedte aanzienlijk groter is dan die van het zich evenwijdig daaraan uitstrekkende vlakke gedeelte 22, - en een U-vormige eind-elleboog 25, die aansluit op het van het gedeelte 23 afgekeerde uiteinde van het gedeelte 22.

30 Zoals uit de figuren blijkt worden de panelen zodanig opgesteld, dat de U-vormig gebogen gedeelten of ellebogen 11,21 respectievelijk 15, 25 dicht bij elkaar zijn geplaatst, terwijl tussen de desbetreffende ellebogen afsluitpakking 4, respectievelijk 5 is ingestoken.

De tussen de ellebogen 11 en 21 gelegen afdichtpakking 4 heeft een rechte doorsnede. De tussen de ellebogen 15 en 25 gelegen afdichtpakking 5 heeft een T-vormige doorsnede en is zodanig opgesteld dat 35 zijn kopgedeelte 51 zich uitstrekt tegen de kopvlakken van de ellebogen 15 en 25 en ligt opgesloten tussen de desbetreffende kopvlakken en het gedeelte 23 van een naburig paneel, zoals duidelijk zal zijn uit figuur 1.

Zoals verder duidelijk zal zijn uit figuur 1 zijn in een van de beide overlappende dunnere gedeelten van de naburige panelen bussen 8, bij voorkeur uit kunststof vervaardigde bussen, ingestoken, waarbij iedere 40 bus daar doorheen een axiaal verlopen gat 81 begrenst.

Verder is voor de onderlinge koppeling van de panelen een plaat 6 aangebracht, welke is voorzien van gaten 61. De plaat 6 is daarbij met het ene paneel verbonden met behulp van verankeringsbouten 7, die door de gaten 61 en in de gaten 81 zijn gestoken. Zoals verder uit de figuren 1 en 2 duidelijk zat zijn, wordt daarbij een uitstekend deel 62 van de plaat 6 opgenomen in het lusvoimige deel 26.

45 De bouten 7 die door de gaten 61 van de plaat 6 worden gestoken, reiken met hun schroefeinden door de in het dunne deel van het paneel aangebrachte gaten 81 heen en strekken zich uit door een aan de achterzijde van de panelen gelegen draagconstructie. Vervolgens worden de bouten met behulp van op het schroefeinde van de bouten aan te brengen moeren aan de draagconstructie vastgezet. Om een beschadigd paneel van de draagconstructie te verwijderen, worden nabij het dunne deel van het beschadigde 50 paneel de moeren vanaf een van de panelen afgekeerde zijde van de draagconstructie van de bouten verwijderd. Het beschadigde paneel wordt voor of na het verwijderen van de moeren van de bouten, door midden gebroken, waardoor na losmaken van de bouten het van het dunne deel voorziene gedeelte van het paneel kan worden gekanteld en worden verwijderd. Daarna kan het van het overlappende deel voorziene gedeelte van het beschadigde paneel worden verschoven waardoor het U-vormige gedeelte van de met een 55 daarnaast gelegen paneel verbonden plaat 6 wordt losgemaakt, waarna ook dit gedeelte kan worden verwijderd. Het is editor ook mogelijk om de bouten aan weerszijden van het beschadigde paneel gelegen plaat 6 los te maken waardoor het verwijderen van het beschadigde paneel verder wordt vereenvoudigd.

Claims

3 192534 Voorts wordt een nieuw paneel kantelend onder de uitstekende neus van het ene aangrenzende paneel en boven het dunne deel van het andere aangrenzende paneel gebracht waarbij de bouteinden in de draagconstructie worden gestoken. Vervolgens worden de moeren op de bouteinden geschroefd. Zoals verder nog in figuur 3 is weergegeven kan de plaat 6 zijn voorzien van langs de randen van de 5 plaat aangebrachte verstijvingsribben 63.
10 Wandbekleding voor een gebouw, omvattende een samenstel van een veelvoud van aan elkaar grenzende, via bouten aan een draagconstructie bevestigbare panelen, waarvan ten minste één paneel aan een voorzijde een voorplaat en aan een achterzijde een evenwijdig aan de voorplaat opgestelde achteiplaat omvat, welke twee evenwijdig opgestelde platen met plaatranden op elkaar aansluiten en een met isolatiemateriaal gevulde ruimte omhullen, waarbij ter plaatse van een eerste paneelkant langs de voorzijde 15 van het paneel een einddeel van de voorplaat eerst onder een hoek op het vlak van de voorplaat in de richting van de achterplaat is omgezet en voorts op afstand van het vlak van de voorplaat in een richting evenwijdig daaraan js omgebogen, een einddeel van de achterplaat ter plaatse van de eerste paneelkant langs een achterrand van het paneel in de richting van de voorplaat haaks op het vlak van de achterplaat is omgebogen, daarna op afstand van het vlak van de achterplaat, evenwijdig daaraan, een ”U”-vormige groef 20 vormend is gebogen en vervolgens evenwijdig aan het vlak van de achterplaat zich voortzet tot de plaatrand, die door een laag slecht warmtegeleidend materiaal is gescheiden van de overliggende plaatrand van de voorplaat, waarbij voorts nabij de voorrand van de tegenoverliggende tweede paneelkant het andere einddeel van de voorplaat onder een hoek in de richting van het andere einde van de achterplaat is omgebogen, op afstand van het vlak van de voorplaat evenwijdig aan het vlak daarna is afgebogen en zich 25 in een liggend plaatdeel tot een zich op een vooraf bepaalde afstand voorbij de voorrand van de tweede paneelkant van het paneel in de richting van de achterrand van de tweede paneelkant van het paneel uitstrekt, terwijl het einddeel van de achterplaat ongeveer ter plaatse van de achterrand van de tweede paneelkant in de richting van de voorplaat haaks is afgebogen en van de plaatrand van de voorplaat gescheiden is door isolatiemateriaal, waarbij op het liggende plaatdeel van de voorplaat een verbindingsdeel 30 zich tot voorbij de achterrand van de tweede paneelkant uitstrekt en met de door het liggende plaatdeel van de voorplaat en het vlak van de achterplaat heen gestoken bouten met de draagconstructie van de wandbekleding kan worden verbonden, welk verbindingsdeel kan reiken in de ”U”-vormige groef van de achterplaat van de eerste paneelkant van een aangrenzend paneel en waarbij zowel aan de voorplaat nabij de voorrand van de eerste paneelkant, als aan de achterplaat voorbij de achterrand van de tweede 35 paneelkant een pakking is aangebracht, met het kenmerk, dat nabij de voor- respectievelijk de achterranden, de einddelen van de voorplaat enerzijds en de einddelen van de achterplaat anderzijds, evenwijdig aan de einddelen van de tegenoverliggende platen op afstand van elkaar zijn teruggebogen, dat de pakkingen zijn opgenomen in de ruimtes tussen de teruggebogen einddelen en dat de ingesloten hoek (a + 90°) bij de tweede paneelkant, stomp is. Hierbij 1 blad tekening