NL192382C - Houder-dekselsamenstel. - Google Patents

Description

Houder-dekselsamenstel

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van een in hoofdzaak cilindrische houder, met een houderwand, die is voorzien van een door een buitenwaarts omgekraalde rand omsloten opening, waarin 5 een deksel past, die is voorzien van een bovenwaarts omgezet, in een omgekraalde bovenrand eindigende dekselwand, waarbij de dekselwand en de houderwand voorzien zijn van een, door complementaire in elkaar grijpende vasthoudmiddelen gevormde sluiting, die bestaat uit een, in de houder op afstand van de rand van de opening gelegen, van een boven- en onderkant voorzien, hoekvormig kanaal en waarbij ten minste een in het deksel op afstand van de bovenrand daarvan langs de omtrek daarvan gelegen uitsteek-10 sel en het hoekvormig kanaal voorzien is van ten minste één binnenwaarts gericht uitsteeksel, terwijl de houderwand zich in hoofdzaak evenwijdig aan de dekselwand uitstrekt.

Een dergelijk samenstel is bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift 3.301.384.

Daarbij strekt het hoekvormige kanaal in de houderwand zich langs de gehele omtrek uit. Hetzelfde geldt voor het overeenkomstig gevormde deel in het deksel. Beide delen zijn zo gevormd dat bij het in elkaar 15 snappen van houderwand en deksel niet alleen de hoekvormige kanalen, maar eveneens de daarboven liggende cilindrische wanddelen met elkaar in contact zijn. Dit betekent, dat indien op de buitenwand van het vat een stootkracht uitgeoefend wordt op een plaats liggende tussen de hoekvormige kanalen en de bovenrand deze stoot direct overgebracht wordt naar het aangrenzende deel van het deksel. Daardoor is bijzonder weinig weerstand aanwezig bij het vallen en voldoet een dergelijk vat niet meer aan de eisen, die 20 thans in (internationale) valproeven gesteld worden. Bovendien wordt de slijtkracht die ontstaat door het in elkaar snappen van de hoekvormige kanalen over een zeer groot oppervlak verdeeld waardoor de effectiviteit van de afdichting vermindert.

Het doel van de onderhavige uitvinding is deze nadelen weg te nemen.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven samenstel verwezenlijkt doordat zowel aan de houder als 25 het deksel een reeks uitsteeksels is aangebracht, waarbij de reeks uitsteeksels vanuit de houderwand aan de bovenrand van het hoekvormige kanaal verder binnenwaarts reikt dan de onderrand van het kanaal en dat de diameter van de dekselwand kleiner is dan die van de houderwand.

Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag alleen ter plaatse van de uitsteeksels contact tussen de houderwand en het deksel te verwezenlijken. Daardoor kan de aangrijpende kracht tussen deze uitsteeksels 30 zonder wrijvingsveriiezen doorgeleid worden naar de afsluiting.

De afdichtende werking wordt nog verder bevorderd doordat geen sprake is van een omtreksu'itsteeksel maar een aantal uitsteeksels.

Opgemerkt wordt dat uit het Franse octrooischrift 2.580.258 een vatsluiting bekend is, waarbij eveneens sprake is van uitsteeksels in zowel de houdeiwand als het deksel. Echter evenals bij de hierboven 35 beschreven constructie volgens het Duitse Offenlegungsschrift 3.301.384 liggen de houderwand en de dekselwand over de gehele hoogte tussen de omgekraalde einden en de uitsteeksels tegen elkaar aan.

Figuur 1 geeft een gedeeltelijk zijaanzicht weer van het samenstel van vat en deksel die met elkaar zijn gekoppeld, waarbij dit zijaanzicht een aanzicht is van een doorsnede via een verticaal vlak dat loopt door de 40 klemmende uitsteeksels van het vat en van het deksel.

Figuur 2 geeft eenzelfde aanzicht weer als in figuur 1, waarbij echter hierbij het verticale doorsnedevlak loopt door een ander gebied dat ligt tussen twee uitsteeksels van het deksel.

Figuren 3 en 4 geven twee doorsneden weer volgens de lijnen III—III, respectievelijk IV-IV, in figuren 1 en 2.

45 Figuur 5 geeft een bovenaanzicht weer van het bovengedeelte van het deksel.

Figuur 6 geeft een zijaanzicht weer van het deksel, met een deel daarvan in doorsnede.

Van het vat 1 en deksel 2 heeft het deksel 2 een convex gebogen rand 3 die eindigt in een uitwendige ring 4, waarin een afdichtingspakking 5 kan worden aangebracht die, bij het bevestigen op het vat 1 steunt 50 tegen en drukt op de convexe rand 6 daarvan, welke rand neerwaarts is verlengd met een uitwendige en divergerende gebogen verlenging 7 en een onderste convex deel 8 vormt met een uitstekende deel 9.

Het vat heeft nabij de rand 6 een zich langs de omtrek uitstrekkende ringvormige vervorming 10 die een buitenste hoekvormig uitsteeksel vormt, waarboven een klein ringvormige binnenste uitsteeksel 11 aanwezig is, zodat in de hoekvormige inspringing 12 die het uitsteeksel 10 vormt een aantal hoekvormige en 55 complementaire uitsteeksels kunnen worden geplaatst opgesloten die voor dit doel op onderling gelijke afstanden zijn aangebracht in het zijvlak van het deksel 2.

Tengevolge de door de convexheid 3 bereikte verhoogde stijfheid van de dekselrand van het deksel 2

Claims (1)

15 Conclusie Samenstel van een in hoofdzaak cilindrische houder, met een houderwand, die is voorzien van een door een buitenwaarts omgekraalde rand omsloten opening, waarin een deksel past, die is voorzien van een opwaarts omgezet, in een omgekraalde bovenrand eindigende dekselwand, waarbij de dekselwand en de 20 houderwand voorzien zijn van een, door complementaire in elkaar grijpende vasthoudmiddelen gevormde sluiting, die bestaat uit een, in de houder op afstand van de rand van de opening gelegen, van een bovenen onderkant voorzien, hoekvormig kanaal en waarbij ten minste een in het deksel op afstand van de bovenrand daarvan langs de omtrek daarvan gelegen uitsteeksel en het hoekvormig kanaal voorzien is van ten minste één binnenwaarts gericht uitsteeksel, terwijl de houderwand zich in hoofdzaak evenwijdig aan de 25 dekselwand uitstrekt, met het kenmerk, dat zowel aan de houder (1) als het deksel (2) een reeks uitsteeksels (10, 12) is aangebracht, waarbij de reeks uitsteeksels (10) vanuit de houderwand aan de bovenrand van het hoekvormige kanaal verder (11) binnenwaarts reikt dan de onderrand van het kanaal en dat de diameter van de dekselwand kleiner is dan die van de houderwand. Hierbij 3 bladen tekening