NL192187C - Werkwijze voor de bereiding van caseïnaten. - Google Patents

Description

1 192187

Werkwijze voor de bereiding van caselnaten

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de bereiding van caseïnaten door een mengsel van caseïne, basen of basische zouten en water in een extrusie-inrichting te onderwerpen aan een verhoogde 5 temperatuur en druk en te expanderen bij de afvoer van het mondstuk.

Een dergelijke werkwijze is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 2.005.730. Volgens deze bekende werkwijze wordt een mengsel van caseïne, een basische verbinding en water in een schroefextru-der gebracht, waarbij van buitenaf warmte wordt toegevoerd. De uitgangsvochtigheid ligt bij ongeveer 30%. Bij de extrusie treedt een bepaalde temperatuursverhoging van het product op, welke echter naar verhou-10 ding gering is. Het uitgangsproduct bezit dienovereenkomstig een relatief hoog vochtgehalte en heeft een pasta-achtige consistentie. Hierdoor is het niet of slecht mogelijk om het geëxtrudeerde product zonder voorafgaand drogen te malen en is de wateroplosbaarheid onbevredigend.

Uit het Europese octrooischrift 0.021.949 is een overeenkomstige werkwijze bekend waarbij de uitgangsvochtigheid bij ongeveer 10% ligt en drukken tussen 15.10s en 150.10s Pa bij temperaturen van 30 15 tot 90°C gedurende tijden van 10 seconden tot een minuut op het mengsel van de uitgangscomponenten worden toegepast. Door dit zeer geringe watergehalte bestaat de mogelijkheid van plaatselijke verbrandingen en bruinkleuringen. De relatief lange verblijftijd onder hoge druk leidt tot een sterke slijtage en tot een productbeschadiging, waarbij anderzijds de lage temperaturen tot onvolledige reacties aanleiding kunnen geven en geen sterilisatie van het product plaatsvindt. Het product is bovendien na de extrusie slecht te 20 malen.

Hiervan uitgaand heeft de uitvinding ten doel een detgelijke werkwijze zo uit te voeren dat bij een gelijkmatige productstroomuittreding een eindproduct wordt verkregen, dat kan worden fijngemalen en een zeer goede wateroplosbaarheid bezit.

Dit doel wordt volgens de werkwijze der uitvinding bereikt, doordat men het mengsel met een uitgangs-25 vochtgehalte van 15-20% van de productintreezone van de extruder toevoert aan een van terugvoer-elementen voorziene plastificeerzone, waarin de verblijftijd, na verkrijging van een temperatuur van meer dan 100°C, 0,5 tot 1,5 seconden bedraagt, en in de hieropaansluitende uitvoerzone een temperatuur van 110-180°C wordt toegepast. Omdat het product na de intreezone aan een plastificeerzone wordt toegevoerd en deze gedurende een naar verhouding korte tijd passeert, wordt een bijzonder gunstige samenhang 30 van het eindproduct bij een gelijktijdig voorzichtige behandeling bereikt.

De doelmatig toegepaste uitgangsvochtigheid van 15 tot 20% garandeert, dat enerzijds door een te grote droogheid van het uitgangsproduct geen warmteschade optreedt, en anderzijds door een te hoge uitgangs-vochtigheid geen kostbare nadroging nodig is. In het bijzonder wordt door het combineren van het oorspronkelijke vochtgehalte volgens de uitvinding met het aanwezig zijn van een plastificeerzone een 35 onberispelijke mondstukuitstroming en een eindproduct met verrassend voordelige eigenschappen verkregen.

Bij voorkeur stelt men in de plastificeerzone een temperatuur van 100 tot 110°C in.

De druk in de plastificeerzone bedraagt met voordeel 6.10s tot 10.105 Pa.

De temperatuurverhoging tot 110-180°C in de uittreezone garandeert de sterilisatie van het product.

40 Deze temperatuursverhoging kan hetzij door inleiden van oververhitte stoom of door het toepassen, van afschuifkrachten verkregen worden.

Met voordeel wordt het huis van de extruder op ongeveer 40°C gehouden.

Het geëxtrudeerde product wordt geëxpandeerd tot 18-22 maal het oorspronkelijke volume. Deze expansie bij de afvoer van het extrusiemondstuk geeft bijzonder goede producteigenschappen en een 45 voortreffelijke maalbaarheid. Een continue nadroging van het geëxpandeerde product door middel van infraroodstralers maakt zonder hoge kosten de instelling van een bepaald restvochtgehalte en in het bijzonder de verkrijging van een schuimstructuur mogelijk. In het volgende wordt de werkwijze volgens de uitvinding aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld nader beschreven:

Als kook-extrusie-inrichting wordt een twee-assige extruder met een aandrijving in dezelfde richting 50 gebruikt. De verhouding lengtedoorsnede van de schroeven bedraagt 12. De schroeven bezitten in aansluiting op een intreezone met de gebruikelijke spoed voor transportschroeven een zone met terugvoer-elementen, zodat in dit gebied een plastificeerzone gevormd wordt. De schroeven worden met een toerental van 217 toeren per minuut aangedreven. Het huis wordt met behulp van een dubbele wand op 40°C verwarmd.

55 Er worden de volgende toevoerhoeveelheden ingesteld:

Droog caseïnepoeder met 10% vocht: 20 kg/uur 40%-ige natronloog met 60% water: 1,5 kg/uur

Claims (3)

192187 2 Water: 1,3 kg/uur Hierdoor wordt een totale toevoer van 22,8 kg/uur met een uitgangsvochtgehalte van 19% verkregen. De bestanddelen worden in een in de transportrichting geziene eerste zone van het huis, de invoerzone, toegevoerd. 5 In een tweede en derde zone van het huis, de plastificeer- en uittreezone, worden de bestanddelen geplastificeerd en met elkaar tot reactie gebracht. In de intreezone vindt bovendien een naverhitting met stoom en daaraan aansluitend de uittreding door een mondstuk met 5 mm doorsnede plaats. In de plastificeerzone worden op het productmengsel afschuif krachten uitgeoefend (0,1 kWu/kg) tot een maximum temperatuur van 105°C bij een daaraan voorafgaande druktop van 106 Pa en bij een verblijftijd 10 van ongeveer 1 seconde. In de uittreezone wordt 1 kg/uur stoom met een druk van 5.10s Pa en een temperatuur van 150eC geïnjecteerd, om het gereageerde caseïnaat tot 140°C te verwarmen en daardoor te steriliseren. Bij uittreden uit het mondstuk verdampt 10% van het water en dit geeft daarbij een 20-voudig opgeschuimd wit product. Dit product wordt aansluitend nog aan een continue nadroging met behulp van 15 infraroodstralers onderworpen. Het eindproduct bezit een zodanige poreuze structuur dat het maalproces vergemakkelijkt wordt en een tot 99.5% in koud water oplosbaar eindproduct verkregen kan worden. 20 Conclusies

1. Werkwijze voor de bereiding van caseïnaten door een mengsel van caseïne, basen of basische zouten en water in een extrusïe-inrichting te onderwerpen aan een verhoogde temperatuur en druk en te expanderen bij de afvoer van het mondstuk, met het kenmerk, dat men het mengsel met een uitgangsvochtgehalte 25 van 15-20% van de productintreezone van de extruder toevoert aan een van terugvoerelementen voorziene plastificeerzone, waarin de verblijftijd, na verkrijging van een temperatuur van meer dan 100°C, 0,5 tot 1,5 seconden bedraagt, en in de hierop aansluitende uitvoerzone een temperatuur van 110-180°C wordt toegepast.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men in de plastificeerzone een temperatuur van 30 100 tot 110°C instelt.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat men in de plastificeerzone een druk van 6.105-10.105 Pa instelt.