NL1043577B1 - Inrichting voor het telen van vruchtdragende kasplanten, omvattende een trillingsgenerator ten behoeve van onderlinge bestuiving van de kasplanten - Google Patents

Abstract

UITTREKSEL Inrichting voor het telen van vruchtdragende kasplanten, omvattende een ophangsysteem (1) om plantdelen (2) op te 5 hangen aan horizontale gewasdraden (3) vi verticale gewas- draadverlagers (4) met hun bovenkanten (4a) aan de kas zijn bevestigd. De inrichting omvat een trillingsgenerator (5) en een trildraad (6) dwars op de verticale gewasdraadverla- gers en daarmee gekoppeld (4b). In bedrijf induceert de 10 trillingsgenerator een trilling (7a,7b) in de trildraad, welke trilling via de gewasdraadverlagers en de gewasdraden wordt overgedragen aan de daaraan opgehangen planten. De trildraad is bij voorkeur een omlopende trildraad (6) waar- van beide horizontale gedeelten (6a,6b) zich dwars op de 15 verticale gewasdraadverlagers uitstrekken tussen twee rote- rende of scharnierende koppelorganen (8), van welke omlo- pende trildraad beide uiteinden (6c) zijn verbonden met eenzelfde trillingsgenerator. De verticale gewasdraadverla- gers zijn bij voorkeur om-en-om gekoppeld met het ene hori- 20 zontale gedeelte (6a) en het andere horizontale gedeelte (6b) van de omlopende trildraad (6). (FIG. 1) 1043577

Description

Korte aanduiding: Invichting voor het telen van vruchtdra- gende kasplanten, omvattende een tril- Lingsgensrator ten behoeve van onderlin- ge bestuiving van de kasplanten

BESCHRIJVING De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het telen van vruchtdragende kasplancen zoals tomaten, papri- ka's etc., omvattende een ophangsysteem dat is ingericht om iS plantdelen incl. bloesems zich naar boven toe te doen uit- strekken door deze door middel van daartoe geschikte kop- pelmiddelen op te hangen aan horizontale gewasdraden die zich in de kas uitstrekken, welke horizontale gewasdraden ten minste grotendeels zijn opgehangen aan verticale gewas- draadverlagers die aan hun bovenkanten met de kas zijn ver- bonden. Uit ondermeer het Japanse octrooischeift JP2019129766A is een inrichting bekend waarin word: voorzien in middelen waardoor in een in de vorige alinea aangegeven inrichting voor het elen van vruchidragende kasplanten de uitwisse- ling van stuifmeel tussen de bloesems van de verschillende kasplanten wordt bewerkstelligd resp, bevorderd. Daartoe wordt in JPZ01%12%9766A voorzien in een dergelijk inrichting die een trillingsgenerator omvat, die (direct) is gekoppeld met een horizontale gewasdraad (32}. De door de trillings- generator opgewekte trillingen worden seïnduceerd in de ho- rizontale gewasdraad en daarmee in de daaraan opgehangen kasplanten, met als gevolg dat door die trillingen het stuifmeel in de plantblossems word: losgetrild en het stuijmeel zich vervolgens in zijn omgeving hecht aan de stampers van de bloesems van omringende kasplanien, waar door de bloesems dus bevrucht worden en zich daardoor tot vruchten kunnen ontwikkelen, In JP2019129766A wordt behalve de trillingsgensrator {40} die een gewasdraad in trilling brengt, nog een tweede trillingsgenerator {42} gebruikt, die het kweekbed (24) in trilling brengt,

| Nadeel van de uit JP2019129766A bekende inrichting is on- dermeer dat per gevasdraad een trillingsgenerator nodig is, waardoor voor een hele kas veel trillingsgesnervatoren nodig zijn, die alle afzonderlijk elekLrisch gevoed en aange-

iS stuurd moeten worden, Datzelfde geldt cok voor de {blijk- Daar nodige) tweede trillingsgeneratoren die het kweekbed in trilling moeten brengen,

De onderhavige uitvinding beoogt Le voorzien in een verbe-

terde uitvoering van een dergelijke inrichting, waarin een substantieel betere en meer efficiënte distributies van de mechanische trillingen aan de (grote hoeveelheid} kasplan- ten wordt bereikt dan met de configuratie zoals voorgesteld in JPZO191Z9766A,

Daartoe wordt volgens de uitvinding voorzien in een in-

. richting voor het telen van vruchtdragende kasplanten, om vattende een ophangsysteem dat is ingericht om plantdelen zich naar boven toe te doen uitstrekken door deze te ver-

binden met horizontale gewasdraden die ten minste deels zijn opgehangen aan verticale gewasdraadverlagers, waarbij de inrichting ten minste een trillingsgenerator om: vat, en één of meer daarmee verbonden trildraden die zich in hoofdzaak dwars op de verticale gewasdraadverlageys uit- strekken en met althans een deel daarvan gekopveld zijn, een en ander zodanig ingericht dat tijdens bedrijf de ten minste ene trillingsgensrator een (in hoofdzaak longitudi-~ 3 nale) trilling induceert in de één of meer trildraden, wel- ke trilling vervolgens via de gewasdraadverlagers en de ge- wasdraden wordt overgedragen aan de daaraan opgehangen planten, en waarbij de één of meer trildraden worden gevormd door | 10 gen dubbele, omlopende trildraad, omvattende horizontals gedeelten die zich in hoofdzaak dwars op de verticale ga- wagdraadveriagers uitstrekken Lussen twee, bij voorkeur in zekere mate roterende of scharnierende koppelorganen, van welke omlopende trildraad beide uiteinden zijn verbonden met (twee, ten opzichte van elkaar trillende aansluitpunten van) eenzelfde Lrillingsgenerater. De uitvinding berust op het inzicht dat koppeling van de trilgensrator en trildraden met de verticale gewasdraadver- lagers, op een koppelpunt zussen {bijvoorbeeld ongeveer in het midden van} de bovenkant van de betreffends gewasdraad- verlager {waar de gewasdraadverlagers bijvoorbeeld aan de dakspanten zijn bevestigd) en de daaronder liggende (hori- zontale) gewasdraad, het nogelijk maakt om door middel van één trillingsgenerator meer dan éèn gewasdraad in trilling te brengen, Dit in tegenstelling tot de in JF2019129766A getoonde configuratie, waar voor het in trilling brengen van elke gewasdrsad afzonderlijk een trillingsgenerator no- dig is.

Als onverwacht uitvioceisel van dit inzicht diende zich de mogelijkheid aan om, in plaats van een enkelvoudige tril- draad, gebruik te maken van een, in zekers zin, meervoudige of "meerlieags® trildraad, bediend door één trillingsgenera- tor, in het bijzonder gevoeormd door, zoals hierboven aange- geven, een dubbele, d.w.z. omlopende trildraad waarvan bei- de horizontals gedeelten zich in hoofdzaak dwars op de ver- S ticale gewasdraadverlagers uitstrekken tussen twee, bij voorkeur in zekere mate roterende of scharnierende koppel- organen, van welke omlopende trildraad beide uiteinden zijn verbonden met. {twee, ten opzichte van elkaar trillende aan- sluitpunten van) eenzelfde trillingsgenerator, waarbij, bij voorkeur, de verticale gewasdraadverlagers om-en-cm zijn gekoppsld met het ens en het andere horizontale gedeelte van de dubbele, omlopende trildraad.

Bij voorkeur bevinden de trillingsgensrator, en beide uit- IS einden van de omlopende trildraad, zich op een locatie tus- sen beide koppeliorganen in.

Daardoor wordt een symmetrische en daardoor stabiele en robuuste configuratie verkregen die, als geheel, vanwege de symeelrische irillingen in on- derlinge tecenfase, zeer trillingsarm is.

In deze configu- ratie worden bij voorkeur de verticale gewasdraadverlagers zo met het ene en het andere horizontale gedeelte van de dubbele, omlopende trildraad verbonden dat de verticale ge- wasdraadverlagers in ruste enigszins schuin hangen, met hun onderste verbindingspumt iets verplaatst in de righting van de locatie van de triimotor, een en ander zo dat door de aldus enigszins schuin hangende verticals gewasdvaadverla- gers in combinatie met het gewicht van de aan de horizonta- le gewasdraden opgehangen planten een horizontale trek- kracht {voorspanning} wordt uitgeoefend op het betreffende stuk trildraad tussen dat (iets verplaatste) onderste ver- bindingspunt en het verbindingspunt van de trildraad mer de trilmotor.

Het effect van het zo koppelen van de gewas- draadveriagers en de trildraad dat de gewasdraadverlagers enigszins schuin (ten opzichte van absoluut verticaal) han- gen, iz dat door het gewicht van de planten een horizontale rtrekkrachtvector {voorspanning} in de trildraad ontstaat, waardoor de trildraad. zonder additionsie middelen, goed op 5 trekspanning blijft, waardoor de trillingen efficiënt en effectief aan de gewasdraden en de daaraan hangende planten worden doorgegeven, zonder rendementsverlies als gevolg van een slappe trildraad of gedeelten daarvan, Aldus wordt bereikt dat door de trilbeweging van de tril- draad, gegenereerd door de trillingsgenerator, de verticale gewasdraadverlagers in trilling worden gebracht waardoor ook de horizontale gewasdraden, waar de planten aan hangen, gaan vibreren, als gevolg waarvan het stuifmeel in de Dloe- iì5 sems van de planten loskomt: en de planten elkaar onderling bestuiver en daarmee bevochten, Door gebruikmaking van de omlopende trildraad {”omloop- draad") is de snelheid van de trilling beter te beheersen en is het proces stabieler. Door de trildraad te verbinden met de gewasdraadverlagers is het mogelijk om deze lets schuin, bijvoorbeeld ongeveer 3 cm naar de motor toe te verplaarsen {iten opzichte van absoluut verticaal) waardoor dz trekkende krachten het mogelijk maken om een groter aan- tal plantenrijen door trillen te bestuiven waardoor de kos- ten van het hele systeem volgens de uitvinding zeer conour- rerend zijn, Door het voorgestelde dubbelertrildraad- systeem met (bijvoorbeeld) omloopwislen of tuimelaars heb- ben alle draden dezelfde trilling.

De uitvinding zal thans nader worden besproken aan de hand van onderstaande figuurbeschrijving.

Figuur 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een in- richting volgens de uitvinding. Figuur 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting 3 volgens de uitvinding voor het telen van vruchtdragende kasplanten zoals tomaten, paprika's eto,, omvattende een ophangsysteem 1 met planthaken la, dat is ingericht om plantdelen 2 incl. bloesems zich naar boven toe te doen uitstrekken door deze door middel van daartoe geschikte I koppelmiddelen lb op te hangen aan horizontale gewasdraden 3 die zich in (de lengte of breedte van de) de kas uit- strekken, De horizontale gewasdraden 3 zijn grotendeels (aan hun uit- einden zijn ze doorgaans mst het kaswandframe verbonden) opgehangen aan in hoofdzaak verticale gewasdraadverlagers 4 die aan hun bovenkanten da met (het bovenframes van) de kas zijn verbonden.

De inrichting volgens de uitvinding omvat sen (ten minste den} trillingsgenerator 5, bijvoorbeeld een trilmotor of trilmagnest, en {aan beide zijden) daarmee verbonden omlo- pende trildraad 6 met trildraadgedeelten 6a (6a'/6a") en oly, die zich in hoofdzaak dwars op (de hoofdrichting van de) verticale gewasdraadverlagers 4 uitstrekken en met al- thans een deel daarvan gekoppeld zijn door middel van kop- palingen 4a.

Een en ander is zodanig ingericht daw, in bedrijf. de {ten minste ene} trillingsgenerator 5 sen (in hoofdzaak longitu- dinale} trilling (zie pijlen 7a en 7h) induceert in de trildraadgedeelten 6a en Gb,

De trildraadgedeslten 6a en Sb, die tezamen een omlopende trildraad 6 vormen, strekken zich in hoofdzaak dwars op de verticale gewasdraadverlagers 4 uit tussen twee, bij voor- keur in zekere mate roterende of scharnierends koppelorga-

nen 8, bijvoorbeeld uitgevoerd als omlooprollen of schom- meljukken, bijvoorbeeld verbonden met de zijkanten van de kas, waarbij van de aldus omlopende trildraad & beide uit- einden 6c zijn verbonden met eenzelfde trillingsgensrator 5,

1G De verticale gewasdraadverlagers 4 zijn, door middel van koppelingen 4b, om-en-om met: het ene en het andere Lril- draadgedeelte ba vesp. 6h, die tezamen een dubbele, omlo- pende trildraad 6 vormen, gekoppeld.

Door de verticale ge-

13 wasdraadverlagers 4 om-en-om met het ene trildraadgedselie fa en het andere trildraadgedeslte Sb (die Lezamen dus een dubbele, omlopende trildraad & vormen) te koppelen, trillen de naast elkaar gelegen verticale gewasdraadverlagers 4 en daardoor ook de daaraan opgehangen horizontale gewasdraden

3 onderling in tegenfase waardoor de onderlinge trilampli- tude verdubbelt maar, gelijktijdig, het hels trilsysteam, vanwege de onderlinge tegenfass-symmetrie, meer in sven- wicht is en externe trillingen worden geminimaliseerd,

In het in figuur 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld bevinden de trillingsgenerator 5 en beide uiteinden Go van de omio- pende trildraad 6 zich op een locatie 9 tussen beide kop- pelorganen 8. In seen {niet getoonde) alternatieve uitvoer ving kunnen de trillingsgenerator 5 en beide uiteinden Sc van de omlopende trildraad 8 zich in hoofdzaak bevinden op of nabij de locatie van &én van beide koppelorganen 8 {bii- voorbeeld aan een zijkant van de kas). In dat geval kan de triliingsgenerator § deel uitmaken van of direct gekoppeld zijn met het betreffende koppslorgaan & aan die zijkant van de kas. De inrichting onvar verder nog besturingsmiddelen dis er {ondermeer} voor zijn ingericht zijn om te bewerkstelligen dat de trillingsgenerator{en) 5 intermitterend kan werken, bijvoorbeeld eens per uur max. 10 seconden, In de in figuur 1 getoonde configuratie worden bij voorkeur 18 de verticale gewasdraadverlagers 4 zo met het ene en het andere horizontale gedeelte 6a resp. Sh van de dubbele, om iopende trildraad 6 verbonden dat de verticale gewasdraad- verlagers 4 in ruste {stippellijnen 4') enigszins schuin hangen {vergelijk de in de figuur getekende verti~ IS naal/loodlijn; 4c, d.w.z. met hun onderste verbindingspunt èn lets (bijvoorbeeld ca, 3 cm) verplaatst in de richting van de locatie van de trilmotor 5, een en ander zo dat door de aldus enigszins schuin hangende verticale gewasdraadver- lagers 4 in combinatie met het gewicht van de aan de hori- zontale gewasdraden 3 opgehangen planten 2 een horizontale trekkracht ¥ wordt uitgevefend op het betreffende stuk trildraad 6a resp. 6b tussen dat onderste verbindingspunt 4h en het verbindingspunt van de trildraad met de trilmotor

5. Het effect van het zo koppelen van de gewasdraadveria- gers 4 en de trildraad 6 dat de gewasdraadverlagers 4 enigszins schuin {cen opzichte van absoluut verticaal, zie loodlijn 4cj hangen, is dat door het gewicht van de planten 2 een horizontale trekkrachtvector ¥ in de teildraad & ont- staat, waardoor de trildraad, zonder additionele middelen, goed og trekspanning blijft, waardonr de trillingen effici- ent en effectief aan de cewasdraden 3 en de daaraan hangen- de planten 2 worden doorgegeven, zonder rendementsverlies als gevolg van een slapps trildrasd 6 of gedeelten daarvan,

Aldus wordt door de onderhavige uitvinding voorzien in een verbeterde uitvoering van een inrichting voor het telen van vruchtdvragende kasplanten, onvatiende een Lrillingsgenera-

tor Len behoeve van onderlince bestuiving van de kasplan- Len, waarin een substantieel betere en meer efficiënte overdracht en distributie van de mechanische trillingen aan de kasplanten wordt bereikt dan tot dusverre mogelijk was.

Door gebruikmaking van de omlopende trildraad {"omloop-

draad") is de snelheid van de trilling beter te beheersen en zijn het proces en het systeem stabieler, Door de gewaa- draadverlagers iets schuin aan te brengen wordt de tril- draad op (voor) spanning gehouden en kan esn groter aantal planrtenrijen door trillen worden bestoven, waardoor de kos-

Len van het hele systeem volgens de uitvinding zeer concur- rerend zijn en bet systeem bovendien als geheel trillings" arm werkt.

Claims (7)

CONCLUSIES

1. Inrichting voor het ftelen van vruchtdragende kasplan- ten, omvattende een ophangsysteem (1} dat is ingericht om plantdelen {2} zich naar boven toe te doen uitstrek- ken door deze te verbinden met horizontals gewasdraden {3} die ten minste deels zijn opgehangen aan in hoofd- zaak verticale gewasdraadverlagers (4), waarbij de inrichting ten minste sèn trillingsgenerator {5} omvat, en &én of meer daarmes verbonden trildraden (8) die zich in hoofdzaak dwars op de verticale gewas- draadverlagers uitstrekken en met althans een deel daarvan gekoppeld (4b) zijn, een en ander zodanig inge- richt dat tijdens bedrijf de ten minste ene Lrillings- generator gen trilling (Ta, 7b} induceert in de éen of meer trildraden, welke trilling vervolgens via de ge- wasdraadverlagers en de gewasdraden wordt overgedragen aan de daaraan opgehangen planten, en waarbij de één of mesr trildraden worden gevormd door een omlopende trildraad (6) waarvan beide horizon- tale gedeelten {6a, 6D} zich in hoofdzaak dwars op de vertivale gewasdraadverlagers uitstrekken russen twee, bij voorkeur in zekere mate roterende of scharnierende koppelorganen {8}, van welke omlopende trildraad beide uiteinden {6c) zijn verbonden met eenzelfde trillings- generator.

2. Inrichting volgens concliusie 1, waarbij de verticale cewasdraadveriagers om-en-om zijn gekoppeld met het ene horizontale gedeelte (6a) en het andere horizontale ge- deslte (tk) van de omlopende trildraad {©}.

il

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de tril- lingsgenerator en belde uiteinden van de omlopende trildraad zich bevinden op een localie (9) tussen beide koppelorganen.

4, Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de trii- lingsgenerator en beide uiteinden van de cmlopende trildraad zich in hoofdzaak bevinden op of nabij de lo- catie van één van beide koppelorganen.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de trillingsge- nerator functioneert als of deel uitmaakt van of direct is gekoppeld met het betreffende koppelorgaan.

6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verticale gewasdraadverlagers {4) zo met de trildraden (6a rasp. 6b} zijn verbonden dat de vertica- le gewasdraadverlagers in ruste enigszins schuin han- gen, met hun onderste verbindingspunit (4b) iets ver-r plaatst in de richting van de locatie van de trilmotor {5}, een en ander zo dat door de aldus enigszins schuin hangende verticale gewasdraadverlagers in combinatie met het gewicht van de aan de horizontale gewasdraden opgehangen planten een horizontale trekkracht (F)}) wordt uitgeoefend op het betreffende stuk trildraad {6a resp. ob} tussen dat onderste verbindingspunt en het verbin- dingspunt van de trildraad met de trilmoter.

7. Inrichting voigens een van de voorgaande conclusies, omvattende besturingsmiddelen die ervoor zijn ingericht om Le bewerkstelligen dat de én of meer trillingsgene- ratoren intermitterend kunnen werken,