NL1043405B1 - Lamelleninrichting omvattende losmaakbare lamellen - Google Patents

Lamelleninrichting omvattende losmaakbare lamellen Download PDF

Info

Publication number
NL1043405B1
NL1043405B1 NL1043405A NL1043405A NL1043405B1 NL 1043405 B1 NL1043405 B1 NL 1043405B1 NL 1043405 A NL1043405 A NL 1043405A NL 1043405 A NL1043405 A NL 1043405A NL 1043405 B1 NL1043405 B1 NL 1043405B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
slat
carrier
base profile
slats
cover profiles
Prior art date
Application number
NL1043405A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1043405A (nl
Inventor
Carpentier Kristof
Original Assignee
Carpentier Hardwood Solutions Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Carpentier Hardwood Solutions Nv filed Critical Carpentier Hardwood Solutions Nv
Publication of NL1043405A publication Critical patent/NL1043405A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1043405B1 publication Critical patent/NL1043405B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B7/00Special arrangements or measures in connection with doors or windows
    • E06B7/02Special arrangements or measures in connection with doors or windows for providing ventilation, e.g. through double windows; Arrangement of ventilation roses
    • E06B7/08Louvre doors, windows or grilles
    • E06B7/084Louvre doors, windows or grilles with rotatable lamellae
    • E06B7/086Louvre doors, windows or grilles with rotatable lamellae interconnected for concurrent movement

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Specific Sealing Or Ventilating Devices For Doors And Windows (AREA)
  • Blinds (AREA)
  • Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)

Abstract

Lamelleninrichting omvattende meerdere lamellen, een eerste drager en een tweede drager, waarbij elk lamel een eerste einddeel met een as omvat en een tweede einddeel met een as omvat, waarbij de assen van de genoemde eerste einddelen en de tweede einddelen zich roteerbaar uitstrekken doorheen tegenover elkaar liggende openingen van respectievelijk de eerste drager en de tweede drager zodat de lamellen roteerbaar verbonden zijn met deze dragers en de lamelleninrichting omvormbaar is tussen minstens een gesloten stand, waarbij de lamellen samen een nagenoeg gesloten geheel voimen en een open stand waarbij er zich tussenruimtes uitstrekken tussen de opeenvolgende lamellen, waarbij elke drager omvat een basisprofiel en één of meerdere afdekprofielen die losmaakbaar verbindbaar zijn met het basisprofiel, waarbij het basisprofiel en de één of meerdere afdekprofielen samen de openingen vormen, zodat elke as losmaakbaar bevestigbaar is aan zijn respectievelijke drager

Description

i PoE INL LameHenmrichting omvattende Josmaakhare lamellen Deze uitvinding betreft een lamelleninrichting omvattende meerdere langwerpige lamellen en omvattende een eerste drager en een tweede drager die zich tegenover elkaar uitstrekken, waarbij elk lamel cen eerste cinddeel met cen as Omval en een tegenover dit eerste einddeel gelegen tweede einddeel met een as omvat, waarbij deze assen zich uitstrekken volgens de lengterichting van bet lamel en waarbij de dragers openingen omvatten die toegang verschaffen tot één of meerdere opnsemruimtes van de respectievelijke dragers, waarbij de assen van de eerste cinddelen en de assen van de tweede einddelen zich roteerbaar uitstrekken doorheen tegenover elkaar liggende openingen van respectievelijk de eerste drager en de twoede drager zodat de lamellen roteerbaar verbonden zijn met deze dragers rondom IS rotatieassen die zich uistrekken volgens de lengterichting van deze lamellen en die zich nagenoeg evenwijdig aan elkaar uitstrekken en de lamelleninrichting omvormbaar is tussen minstens een gesloten stand, waarbij de lamellen samen cen nagenoeg gesloten geheel vormen en een open stand waarbij er zich tussenruimtes uitstrekken tussen de opcenvolgende lamellen en waarbij elke drager omvat een basisprofiel en één of meerdere afdekprofielen die losmaakbaar verbindbaar zijn met het basisprofiel, waarbij het basisprofiel en de óón of meerdere afdekprolielen samen de openingen en de één of meerdere opneemruimtes vormen, zodat elk lamel losmaakbaar bevestigbaar is aan de eerste en de tweede drager, door het verbinden van de respectievelijke afdekprofielen met de respectievelijke basisprofielen en zo de assen op te nemen in de respectievelijke openingen en opncemruinties.
Een dergelijke lamelleninrichting wordt weergegeven in US 2011/0126464. De lamelleninrichtng kan bijvoorbeeld zijn een Jamellendek, cen shulier voor een raam of cen deur, een raamluik, cen shutterpaneel, cen luifel, enz.
Dergelijke lamelleninrichtingen bevinden zich vaak buiten en worden dus blootgesteld aan de weersomstandigheden.
Lamelleninrichtingen worden vooral gebruikt als afschermingvoor de zon, gezien men door de rotatie van de lamellen ervoor kan kiezen hoeveel zonlicht zich doorheen de lamelleninrichting kan begeven. Door de lamellen te roteren, kan lichtinval, stralingswarmte en ventilatie naar de ruimte die zich naast de lamellen uitstrekt, geregeld worden.
De lamellen zelf kunnen hoofdzakelijk vervaardigd zijn uit hout, houlcomposiet, kunststof, metaal, enz, Daar lamelleninrichtingen vaak geplaatst worden in tuinen, parken of dergelijke, is het gewenst dal ze passen in een groene omgeving. Onderdelen vervaardigd ut hout worden vaak als passend en esthetisch ervaren in 16 een groene omgeving. Een nadeel bij de bestaande lamelleninrichtingen is dat het niet eenvoudig is om dergelijke lamelleninrichtngen te vervaardigen. Gezien lamelleninrichtingen vaak een groot volume innemen, worden deze vaak ter plaatse opgebouwd, De lamellen moeten roteerbaar opgesteld worden, wat enige expertise vergt. Ook worden deze lamellen vaak afzonderlijk bevestigd aan de dragers, wat omslachtig is en ook enige expertise vergt. Dit betekent dat het voor een leek niet altijd mogelijk is om een dergelijke lamellenimrichting op te bouwen, waardoor men beroep moet doen op een vakman, Gezien een lamelleninrichting zich vaak buiten bevindt, wordt deze blomgesteld aan het weer. Dit betekent dan ook dat, afhankelijk van de éen of meerdere materialen waaruit de lamellen vervaardigd zijn, de lamellen na cen bepaalde tijd slijtage gaan vertonen, beschadigd raken, enz. Lamelleninrichtingen omvattende lamellen die hoofdzakelijk uit hout vervaardigd zijn gevoelig aan rotten, waardoor het na verloop van tijd nodig ken zijn om óín of meerdere lamellen ie gaan vervangen. Het bijkomende probleem bij de bestaande lamelleninrichtingen is dat het niet eenvoudig is om één of meerdere lamellen te gaan vervangen. Wanneer er bijvoorbeeld slechts gén lamel beschadigd is, kan men niet zomaar dit lamel gaan vervangen. Vaak moet men de volledige lamellenimichting (gedeeltelijk) uit elkaar gaan halen. Hetvervangen van lamellen is dus omslachtig en vergt enige expertise, waardoor men meestal een vakman moet inschakelen. Het is dan ook een doel van de uitvinding om een lamelleninrichting te vervaardigen die eenvoudiger op te bouwen is en waarvan het eenvoudiger is om één of meerdere lamellen te vervangen. Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een lamelleninrichting zoals weergegeven in de eerste paragraaf waarbij de lamelleninrichting minstens twee tegenover elkaar gelegen houders omvat, waarbij de dragers bevestigd zijn aan de respectievelijke houders en waarbij elke houder een uitsparing. omvat en de dragers zijn opgenomen in de respectievelijke uitsparing. Elke houder is hier opgebouwd uit minstens twee met delen, zijnde het basisprofiel IS en minstens één afdekprofiel, waarbij deze delen losmaakbaar verbindbaar zijn. Bovendien vormen deze delen samen de openingen en de opneemruimtes. Met andere woorden, de openingen waardoorheen de genoemde assen zich uitstrekken in respectievelijke opneemruimtes, worden hier gevormd door het verbinden van het basisprofiel en de één of meerdere afdekprofielen. Dit betekent dat deze openingen en opneemruimtes het verwijderen van de assen, dus het losmaken van de assen van de dragers, niet hinderen wanneer het respectievelijke afdekprofiel losgemaakt is van het basisprofiel, waardoor men eenvoudig de assen kan gaan losmaken van de dragers en dit enkel door het respectievelijke afdekprofiel los te maken van bet basisprofiel waarmee het verbonden is.
Wanneer één lamel dus beschadigd is, hoeft men dus niet de volledige lamelleninrichting uit elkaar te halen, maar hoeft men enkel bij elke drager één afdekprofiel los te maken van het basisprofiel. Men kan de dragers zo gaan uitvoeren dat dit eenvoudig uit te voeren is door een leek. Zo kan de verbinding tussen het afdekprofiel en het basisprofiel bijvoorbeeld een klikverbinding zijn of een schroefverbinding, enz. Ook het opbouwen van een dergelijke lamelleninrichting kanhier eenvoudig plaatsvinden. Zo kan men de genoemde assen eenvoudig gaan opnemen in het respectievelijke basisprofiel en de respectievelijke één of meerdere afdekprofielen gaan bevestigen aan dit basisprofiel. Bij de bestaande lamelleninrichtingen zijn de assen enkel uithaalbaar volgens een richting volgens de Totatieas en dit door de opening ie verschuiven volgens de rotatieas weg van de assen. Hier moet men dus de volledige drager gaan verschuiven. Bij de lamelleninrichting volgens de uitvinding hoeft men enkel het respectievelijke afdekprofie! los te maken en kan men de as dan gaan verplaatsen volgens cen richting die een hoek maakt met de rotatieas.
De dragers zijn bij voorkeur langwerpig en zijn bij voorkeur evenwijdig aan elkaar opgesteld. De rotatieassen strekken zich bij voorkeur nagenoeg loodrecht uit op de dragers.
iS Ds assen zijn bijvoorbeeld met behulp van cen tussenstuk, zoals een rubberen ring, opgenomen in de openingen zodanig dat er nagenoeg geen speling is tussen de assen en de openingen en de assen zo mooi roteerbaar zijn rondom de rotatieassen. Wanneer de lamelleninrichting relatief veel lamellen omvat, bijvoorbeeld meer dan S lamellen, is het interessant om voor elke drager meerdere atdekproficlen te voorzien. Dit om de opbouw van de lamelleninrichting en het vervangen van één lamel te vereenvoudigen. Men kan hier namelijk reeds één of meerdere lamellen gaan bevestigen aan de dragers en dit door het opnemen van de assen in de basisprofielen van de dragers en het vormen van de respectievelijke openingen en de respectievelijke opneemruimtes door het bevestigen van de respectievelijke afdekproficlen aan de basisprofielen, en dit terwijl de openingen en opneemruimies van de nog te verbinden lamellen nog niet gevormd zijn. Bij het vervangen van een lamel, moet men hier slechts de afdekprofielen gaan verwijderen die de opnsemmimies en openingen vormen van het te vervangen lamel, waardoor opneemruimtes en openingen van één of meerdere andere lamellen aanwezig blijventijdens het vervangen van het lamel en het risico kleiner is dat lamellen, die niet moeten loskomen van de dragers, gaan loskomen van de dragers. Bij voorkeur ondergaat elk lamel van de lamelleninrichting steeds dezelfde rotatie. S Dit kan bijvoorbeeld met behulp van een rotatie-element zoals bijvoorbeeld een aanstuurprofiel waarmee alle lamellen verbonden zijn en dat verplaatsbaar is en zo de rotatie van alle lamellen gelijktijdig aanstuurt. De lamelleninrichting omvat minstens twee tegenover elkaar gelegen houders, 19 waarbij de dragers bevestigd zijn aan de respectievelijke houders. Deze houders kunnen esthetisch zijn afgewerkt en kunnen bijvoorbeeld deel uitmaken van cen houten omranding die de lamellen omhult. Elke houder omvat een uitsparing en de dragers zijn opgenomen in de respectievelijke uitsparing. De zichtbaarheid van de dragers is hier beperkt, waardoor een dergelijke lamelleninrichting esthetisch kan worden uitgevoerd. Ook is een dergelijke lamelleninrichting geschikt voor inbouw doeleinden. Zo kunnen de houders bijvoorbeeld deel uitmaken van een raamkader zodat de dragers dan ingebouwd zijn in het raamkader. Zo kan men dan een raamkader bij de productie voorzien van de genoemde uitsparingen of later voorzien van de genoemde uitsparingen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het basisprofiel van elke drager een wand met uitsparingen, waarbij deze uitsparingen uitmonden in éénzelfde rand van de wand en waarbij de uitsparmgen van beide dragers zich tegenover elkaar uitstrekken, waarbij, wanneer de één of meerdere afdekprofielen verbonden zijn met bet basisprofiel, de één of meerdere afdekprofielen van elke drager de genoemde rand afdekken en zo samen met de uitsparingen de genoemde openingen vormen. Hier kan men dan eenvoudig de respectievelijke assen gaan aanbrengen in de uitsparingen wanneer het basisprofiel nog niet verbonden is met een respectievelijk afdekprofiel, gezien deze uitsparingen uitmonden in de genoemde rand en deze rand dan niet afgedekt is door het afdekprofiel en dus de uitsparing eenvoudig vanaf deze rand bereikbaar is. Doordat de as zich, voordat het genoemde afdekprofiel verbondenis met het basisprofiel, zich reeds in een uitsparing bevindt, wordt de as ook goed ter plekke gehouden voor en tijdens het verbinden van het afdekprofiel met het basisprofiel. Ook het terug verwijderen van de assen van de één of meerdere lamellen die men wenst te verwijderen/vervangen, verloopt hier zeer eenvoudig en dit doordat, met behulp van deze uitsparingen en door de oriëntatie van deze uitsparingen, men ervoor kan zorgen dat de assen die niet verwijderd moeten worden ter hoogte van het verwijderde afdekprofiel, in de uitsparingen blijven en men eenvoudig de assen die wel verwijderd moeten worden, kan uithalen uit deze uitsparingen en dit volgens een richting naar de genoemde rand toe.
Verder bij voorkeur strekken deze uitsparingen zich nagenoeg uit volgens een vlak dat zich loodrecht uitstrekt op de rotatieassen. De openingen strekken zich dan ook uit volgens dit vlak, waardoor de assen zich zeer eenvoudig roteerbaar kunnen uitstrekken doorheen deze openingen rondom de genoemde rotatieassen.
Ook verder bij voorkeur is elk basisprofiel een nagenoeg U-vormig profiel met twee opstaande zijwanden en een bodemwand die de zijwanden met elkaar verbindt, waarbij de bodemwand zich nagenoeg evenwijdig uitstrekt aan de rotatieassen, de zijwanden zich nagenoeg loodrecht uitstrekken op de rotatieassen en één van de genoemde zijwanden naar binnen gericht is en de genoemde wand met uitsparingen is, en waarbij de genoemde rand zich tegenover de bodemwand uitstrekt en de één of meerdere afdekprofielen zich tegenover de bodemwand uitstrekken en de zijwanden met elkaar verbinden. Gezien de drager hier cen bodemwand, zijwanden en één of meerdere afdekprofielen omvat, zitten de assen hier goed opgenomen in de respectievelijke opncemruimtes. Hier kan het U-vormig profiel zo zijn uitgevoerd dat dit profiel een goot omvat die zich nagenoeg uitstrekt over de volledige lengte van de drager, die zijdelings begrensd is door de zijwanden en die onderaan begrensd is door de bodemwand, zodat er slechts één opneemruimte gevormd wordt door de één of meerdere afdekprofielen te verbinden met het basisprofiel. Dit laat een eenvoudige opbouw van de drager toe. Wanneer de lamelleninrichting een buitenomranding omvat, zoals een houten kader, kan de zijwand van elke drager, die zich tegenover denaar binnen gerichte zijwand uitstrekt, dus de maar buiten gerichte zijwand, verbonden zijn met deze buitenomranding. Dan kan de naar buiten gerichte zijwand bijvoorbeeld voorzien zijn van schroefopeningen waardoorheen men schroeven kan aanbrengen zodat men eenvoudig de drager kan schroeven op de buitenomranding. Verder bij voorkeur strekken deze schroefopeningen zich uit ter hoogte van de uitsparingen zodat men eenvoudig schroeven doorheen de uitsparingen kan gaan aanbrengen in de schroefopeningen en zo de naar binnen gerichte zijwand het verbinden van het basisprofiel met de omranding niet hindert.
Nog meer bij voorkeur omvatten de één of meerdere afdekprofielen een wand die zich tegenover de bodemwand van het basisprofiel uitstrekt, wanneer de één of meerdere afdekprofielen verbonden zijn met het basisprofiel. Verder kunnen deze één of meerdere afdekprofielen dan verbindingselementen, zoals klikverbindingselementen, omvatten die overgaan in deze wand, om de één of meerdere afdekproficlen losmaakbaar te verbinden met het basisprofiel. Een dergelijke drager kan in gebruik bijvoorbeeld een dwarsdoorsnede hebben met een rechthoekige buitenomtrek, In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de éón of meerdere afdekprofielen klikbaar of klembaar verbindbaar met het basisprofiel. Dit laat een eenvoudige verbinding toe tussen cen genoemd afdekprofiel en het basisprofiel, die, Indien nodig, terug eenvoudig los te maken is.
Verder bij voorkeur, in de uitvoeringsvorm waarbij het basisprofiel het genoemde U-vormige profiel omvat, omvatten de één of meerdere afdekprofielen verbindingselementen die klembaar opneembaar tussen de genoemde zijwanden van het basisprofiel, ter verbinding van de één of meerdere afdekprofielen met het basisprofiel. Zo kan elk genoemd afdekprofiel dan cen genoemde wand omvatten en uitstekende elementen, die de verbindingselementen vormen en klikbaar opneembaar zijn tussen de genoemde zijwanden. Een dergelijke drager kan in gebruik bijvoorbeeld een dwarsdoorsnede hebben met een rechthoekige buitenomtrek.
In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de genoemde einddelen aparte eenheden en omvat elk lamel een langwerpig lameldeel en de genoemde einddelen, waarbij de einddelen losmaakbaar verbindbaar zijn met een respectievelijk uiteinde van het lameldeel.
Het lameldeel kan hier bijvoorbeeld een plank of een balk zijn vervaardigd uit hout.
De einddelen kunnen hier vervaardigd zijn uit een sterker en weersbestendiger materiaal zoals metaal of kunststof, waarbij dit materiaal bij voorkeur ook geschikter is om de rotatie van de assen in de openingen mogelijk te maken.
Hierdoor wordt verzekerd dat na verloop van tijd de assen niet gaan wegrotten en de lamellen niet gaan loskomen van de dragers wanneer dit niet gewenst is.
Gezien de einddelen losmaakbaar verbindbaar zijn, kan men er hier voor kiezen, wanneer er schade is aan een lamel, niet het volledige lamel te gaan vervangen, maar slechts het beschadigde deel van het lamel.
Wanneer bijvoorbeeld het lameldeel aan vervanging toe is, kan men het lamel losmaken van de dragers, de emddelen gaan losmaken van het lameldeel en een nieuw lameldeel gaan bevestigen aan de oude einddelen en dit dan gaan bevestigen aan de dragers.
Verder bij voorkeur is het lameldeel plankvormig en uit hout vervaardigd.
Ook verder bij voorkeur is elk einddeel vastgeschroefd op het lameldeel.
De einddelen kunnen hiervoor schroefopeningen omvatten.
Nog meer bij voorkeur is de genoemde uitsparing breder dan de drager en is de drager zo opgesteld in de uitsparing dat de één of meerdere afdekprofielen losmaakbaar zijn van het basisprofiel.
Verder bij voorkeur omvat de lamelleninrichting dan een uitneembaar sluitstuk voor het opvullen van de ruimte tussen de drager en de houder.
Dit laat een eenvoudige opbouw van de lamelleninrichting toe en laat ook een eenvoudige vervanging van de lamellen toe.
Door te werken met een sluitstuk wordt de genoemde ruimte visueel afgeschermd en ook afgeschermd van stof en regen.
De lamelleninrichting kan hier zeer esthetisch worden uitgevoerd, gezien hier enkel de houders en de lamellen hier goed zichtbaar zijn.
Men kan de einddelen hier bovendien zo gaan uitwerken dat nagenoeg enkel delameldelen zichtbaar zijn. Wanneer deze lameldelen dan houten planken zijn en de houders deel uitmaken van een houten omkadering of van een raamkader, is een dergelijke lamellenimrichting zeer esthetisch.
De breedte is hier een richting die zich loodrecht uitstrekt op de rotatieassen. Wanneer de drager langwerpig is uitgevoerd, is de uitsparing bij voorkeur ook langwerpig uitgevoerd en is de drager voorzien om zich uit te strekken volgens de lengterichting van de uitsparing. De breedte strekt zich hier dan ook bij voorkeur loodrecht uit op deze lengterichting.
De genoemde houders maken bij voorkeur deel uit van een omranding. Deze omranding kan een houten omkadering zijn. Dit is bijvoorbeeld vaak zo bij lamellendaken of luifels die men verbindt met ramen. Echter deze omkadering kan ook een raamkader zijn of een ander onderdeel dat men van roteerbare lamellen wenst te voorzien.
Bij voorkeur, wanneer de lamelleninrichting genoemde houders omvat, omvat het basisprofiel schroefopeningen, waardoorheen schroeven aanbrengbaar zijn ter bevestiging van de dragers aan de houders.
In een specifieke uitvoeringsvorm omvat de lamelleninrichting een rotatie-clement voor het aansturen van de rotatie van alle lamellen tezamen, waarbij elk tweede einddeel verbonden is met dit rotatie-element. Dit laat toe om alle lamellen eenvoudig samen te gaan roteren. Dit rolatie-element kan bijvoorbeeld een profiel zijn dat verbonden is met de tweede cinddelen, waarbij dit profiel handmatig verplaatsbaar is. Dit rotatie-element kan ook met behulp van een motor verplaatsbaar zijn.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hiernavolgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een lamelleninrichting volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen enbijzonderheden van deze lamelleninrichting aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octroairechten. ln deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij - Figuur 1 cen perspectiefvoorstelling is van een lamelleninrichting volgens de uitvinding; - Figuur 2 cen opengewerkt perspectief is van de lamelleninrichting weergegeven in figuur 1; - Figuur 3 cen detailweergave is van een doorsnede van de lamelleninrichting ter hoogte van de verbinding van een lamel met de eerste drager en de verbinding van de eerste drager met de eerste houder; - Figuur 4 een perspectiefvoorstelling is van een afdekprofiel; - Figuur 5 een perspectiefvoorstelling is van het basisprofiel; - Figuur 6 cen dwarsdoorsnede weergeeft van het afdekprofiel weergegeven in figuur 4; - Figuur 7 cen dwarsdoorsnede weergeeft van het basisprofiel weergegeven in figuur 5; - Figuur 8 een perspectiefvoorstelling is van een tweede einddeel; - Figuur 9 cen perspectiefvoorstelling is van een eerste einddeel.
De lamelleninrichting (1) zoals weergegeven in de figuren omvat een omhullend rechthoekig kader (14) vervaardigd uit hout. Twee langwerpige lamellen (2), twee dragers (3a, 3b), waarmee de lamellen (2) losmaakbaar verbonden zijn met het omhullende kader (14), en een rotatieprofiel (17) dat verbonden is met de twee lamellen (2).
Het kader (14) bestaat uit 4 balken die met elkaar verbonden zijn met behulp van schroeven. In gebruik vormen deze 4 balken een onderbalk, een bovenbalk, een eerste zijbalk (13a) en een tweede zijbalk (13b). De eerste drager (3a) is verbondenmet de eerste zijbalk (13a) en de tweede drager (3b) is verbonden met de tweede zijbalk (13b). De dragers (3a, 3b} zijn langwerpig en strekken zich uit volgens de lengterichting van hun respectievelijke zijbalken (13a, 13b). De dragers (3a, 3b) strekken zich tegenover elkaar uit en strekken zich evenwijdig aan elkaar uit.
Elk lamel (2) bestaat uit volgende onderdelen: een lameldeel (12), zijnde een houten plank (12), een eerste en een tweede einddeel (4a, 4b) die elk verbonden zijn met een respectievelijk uiteinde van de houten plank (12) en schroeven waarmee de einddelen {4a, 4b) verbonden zijn met de houten plank (12). De einddelen (4a, 4b) omvatten elk een as (5) die zich uitstrekt volgens de lengterichting van de houten plank (12) wanneer de einddelen (4a, 4b) bevestigd zijn aan de houten plank (12). De einddelen (4a, 4b) omvatten elk twee schroefopeningen (15) waardoorheen de bovengenoemde schroeven aanbrengbaar zijn ter bevestiging van de einddelen (4a, 4b) aan de houten plank (12).
De eerste en de tweede drager (3a, 3b) zijn identiek en zijn uit twee onderdelen opgebouwd. Zo omvatten ze namelijk een basisprofiel (7) en één afdekprofiel (8). Het basisprofiel (7) is een nagenoeg U-vormig profiel (7). Dit is goed zichtbaar in figuur 7. Dit basisprofiel (7) omvat een eerste zijwand (9a), cen tweede zijwand (90) en een bodemwand (9b) die de zijwanden (9a, 9¢) met elkaar verbindt, De eerste zijwand (9a) omvat twee uitsparingen (10) die uitmonden in een rand van de eerste zijwand {9a) die zich tegenover de bodemwand (9b) uitstrekt. De tweede zijwand (9c) ligt tegen zijn respectievelijke zijbalk (13a, 135) aan. De tweede zijwand (9c} omvat twee schroefopeningen waardoorheen een schroef (16) brengbaar is. Deze schroefopeningen bevinden zich tegenover de uitsparingen (10) zodanig dat men eenvoudig een schroef (16) kan aanbrengen doorheen de schroefopeningen om elke drager (3a, 3b) te bevestigen aan zijn respectievelijk zijbalk (13a, 135), en dit zonder dat de eerste zijwand (9a) het schroeven hindert. Figuren 2 en 3 geven duidelijk weer hoe de eerste drager (3a) verbonden is met de eerste zijbalk (13a) en dit door zen schroef (16) aan te brengen doorheen de tweede zijwand (9¢) van het basisprofiel (7) van de eerste drager (3a). Het afdekprofiel (8) omvat cen plaatvormige wand (11) en twee uitstekende elementen (19) waarmee het afdekprofiel (8) klikbaar verbindbaaris met het basisprofiel (7) en dit door de uitstekende elementen (19) te klemmen tussen de verste en de tweede zijwand (Ba, 9¢) van het basisprofiel (7). Door het atdekelement (8) te verbinden met het basisprofiel (7) worden twee openingen gevormd die begrensd worden door de twee uitsparingen (10) en het afdekprofiel (8) en wordt ook een opneemruimte (6) gevormd die toegankelijk is doorheen de openingen, De assen (5) strekken zich in gebruik uit doorheen de respectievelijke openingen en zo verder in de opneemruimtes (6). De assen (5) strekken zich roteerbaar uit doorheen deze openingen rondom rotatieassen (A) die zich uitstrekken volgen de lengterichting van de lamellen (2), zodat elk lamel (2) roteerbaar is rondom een rotaticas (A) die zich uitstrekt volgens de lengterichting. Hier zijn er dus twee rolatieassen (A) die zich evenwijdig en op cen afstand van elkaar uitstrekken zodat de lamellen {2) roteerbaar zijn tussen een gesloten stand, waarbij de lamellen {2} samen een afsluitend geheel vormen en een open stand waarbij de lamellen (2) zich op een afstand van elkaar uitstrekken en lussenruimtes aanwezig zijn. De assen (5) strekken zich met behulp van een tussenstuk (18) uit in de openingen zodat er nagenoeg geen speling is tussen de assen (5) en de openingen en de rotatie van de lamellen (2) goed nitvoerbaar is, Het tweede einddeel (4b) omvat een bijkomende opening (20) waarmee het tweede einddeel (4b) verbindbaar is met het rotatieprofiel (17). Met behulp van di rotatieprofiel (17) wordt de rotatie van de lamellen (2) steeds gelijktijdig uitgevoerd zodat de lamellen (2) steeds dezelfde rotatie ondergaan en men dos eenvoudig de lamelleninrichting (1) in zijn gesloten stand en in zijn open stand kan brengen.
De opbouw van deze lamellentorichting (1) is eenvoudig, Hier kan men bijvoorbeeld eerst het omhullende kader (14) vormen. Dan kan men de dragers (3a, 3b) gaan verbinden met hun respectievelijke zijbalk (13a, 13b) en dit door schroeven (16) aan te brengen doorheen de schroefopeningen van de tweede zijwand (Yc) van het basisprofiel (7) van de respectievelijke drager (3a, 3b). Indien de einddelen (4a, 4b) nog niet verbonden zijn met hun respectievelijke lameldeel (12), bevestigd men eerst de einddelen (4a, 4b) aan hun respectievelijke lameldeel (12) met behulp vanschroeven.
Daarna kan men de assen (5), samen met hun tussenstukken (18), gaan inbrengen in de uitsparingen (10) van het respectievelijke basisprofiel (7) en dit door vanaf de genoemde rand van de eerste zijwand (9a) de assen (5) met tussenstuk (18) te gaan aanbrengen in de uitsparingen (10). Dan bevestigt men de afdekprofielen (8) aan de respectievelijke basisprofielen (7). Het rotatieprofiel (17) bevestigt men tenslotte aan de tweede einddelen (4b). Wanneer een lamel (2) beschadigd is, bijvoorbeeld wanneer een lameldeel (12) tekenen van rot vertoont, maakt men hier eenvoudig de afdekprofielen (8) los van de IO respectievelijke basisprofielen (7) en haalt men de assen (5) terug uit de uitsparingen (10). Men neemt dan een nieuw lamel (2), of men maakt de einddelen (4a, 4b) los van het beschadigde lameldeel (12) indien men de einddelen (4a, 4b) wil recupereren en verbinden met een nieuw lameldeel (12). Het niet-beschadigde lamel {2} positioneert men dan in de uitsparingen (10). Daarna verbindt men de afdekprofielen (8) opnieuw met hun respectievelijke basisprofielen (7).

Claims (14)

Conclusies
1. Lamelleninrichting (1) omvattende meerdere langwerpige lamellen (2) en omvattende een eerste drager (3a) en een tweede drager (3b) die zich tegenover elkaar uitstrekken, waarbij elk lamel (2) een eerste einddeel (4a) met een as (5) omvat en een tegenover dit eerste einddeel (4a) gelegen tweede einddeel (4b) met een as (5) omvat, waarbij deze assen (5) zich uitstrekken volgens de lengterichting van het lamel (2) en waarbij de dragers (3a, 3b) openingen omvatten die toegang verschaffen tot één of meerdere opneemruimtes (0) van de respectievelijke dragers (3a, 3b), waarbij de assen (5) van de eerste einddelen (4a) en de assen (5) van de tweede einddelen (4b) zich roteerbaar uitstrekken doorheen tegenover elkaar liggende openingen van respectievelijk de eerste drager (3a) en de tweede drager (3b) zodat de lamellen (2) roteerbaar verbonden zijn met deze dragers (3a, 3b) rondom rotatieassen (A) die zich uitstrekken volgens de lengterichting van deze lamellen (2) en die zich nagenoeg evenwijdig aan elkaar uitstrekken en de lamelleninrichting (1) omvormbaar is tussen minstens een gesloten stand, waarbij de lamellen (2) samen een nagenoeg gesloten geheel vormen en een open stand waarbij er zich tussenruimtes uitstrekken tussen de opeenvolgende lamellen (2), waarbij elke drager (3a, 3b) omvat een basisprofiel (7) en één of meerdere afdekprofielen (8) die losmaakbaar verbindbaar zijn met het basisprofiel (7), waarbij het basisprofiel (7) en de één of meerdere afdekprofielen (8) samen de openingen en de één of meerdere opneemruimtes (6) vormen, zodat elk lamel (2) losmaakbaar bevestigbaar is aan de eerste en de tweede drager (3a, 3b), door het verbinden van de respectievelijke afdekprofielen (8) met de respectievelijke basisprofielen (7) en zo de assen (5) op te nemen in de respectievelijke openingen en opneemruimtes (6), met het kenmerk dat de lamelleninrichting (1) minstens twee tegenover elkaar gelegen houders (13a, 13b) omvat, waarbij de dragers (3a, 3b) bevestigd zijn aan de respectievelijke houders (13a, 13b) en waarbij elke houder (13a, 13b)
een uitsparing omvat en de dragers (3a, 3b) zijn opgenomen in de respectievelijke uitsparing.
2. Lamelleninrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het basisprofiel (7) van elke drager (3a, 3b) een wand (9a) met uitsparingen (10) omvat, waarbij deze uitsparingen (10) uitmonden in éénzelfde rand van de wand (9a) en waarbij de uitsparingen (10) van beide dragers (3a, 3b) zich tegenover elkaar uitstrekken, en dat, wanneer de één of meerdere afdekprofielen (8) verbonden zijn met het basisprofiel (7), de één of meerdere afdekprofielen (8) van elke drager (3a, 3b) de genoemde rand afdekken, en zo samen met de uitsparingen (10) de genoemde openingen vormen.
3. Lamelleninrichting (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk dat deze uitsparingen (10) zich nagenoeg uitstrekken volgens een vlak dat zich loodrecht uitstrekt op de rotatieassen (A).
4. Lamelleninrichting (1) volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat elk basisprofiel (7) een nagenoeg U-vormig profiel (7) is met twee opstaande zijwanden (9a, 9c) en een bodemwand (9b) die de zijwanden (9a, 9c) met elkaar verbindt, waarbij de bodemwand (9b) zich nagenoeg evenwijdig uitstrekt aan de rotatieassen (A), de zijwanden (9a, 9c) zich nagenoeg loodrecht uitstrekken op de rotatieassen (A) en één van de genoemde zijwanden (9a, 9c) naar binnen gericht is en de genoemde wand (9a) met uitsparingen (10) is, en dat de genoemde rand zich tegenover de bodemwand (9b) uitstrekt en de één of meerdere afdekprofielen (8) zich tegenover de bodemwand (9b) uitstrekken en de zijwanden (9a, 9c) met elkaar verbinden.
5. Lamelleninrichting (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de één of meerdere afdekprofielen (8) een wand (11) omvatten die zich tegenover de bodemwand (9b) van het basisprofiel (7) uitstrekt, wanneer de één of meerdere afdekprofielen (8) verbonden zijn met het basisprofiel (7).
6. Lamelleninrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de één of meerdere afdekprofielen (8) klikbaar of klembaar verbindbaar zijn met het basisprofiel (7).
7. Lamelleninrichting (1) volgens conclusie 4 of 5 en volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de één of meerdere afdekprofielen (8) verbindingselementen (19) omvatten die klembaar opneembaar zijn tussen de genoemde zijwanden (9a, 9c) van het basisprofiel (7), ter verbinding van de één of meerdere afdekprofielen (8) met het basisprofiel (7).
8. Lamelleninrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde einddelen (4a, 4b) aparte eenheden zijn en elk lamel (2) een langwerpig lameldeel (12) en de genoemde einddelen (4a, 4b) omvat, waarbij de einddelen (4a, 4b) losmaakbaar verbindbaar zijn met een respectievelijk uiteinde van het lameldeel (12).
9. Lamelleninrichting (1) volgens conclusie 8, met het kenmerk dat het lameldeel (12) plankvormig is en bij voorkeur uit hout vervaardigd is.
10. Lamelleninrichting (1) volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk dat elk einddeel (4a, 4b) vastgeschroefd is op het lameldeel (12).
11. Lamelleninrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde uitsparing breder is dan de drager (3a, 3b) en dat de drager (3a, 3b) zo opgesteld is in de uitsparing dat de één of meerdere afdekprofielen (8) losmaakbaar zijn van het basisprofiel (7), en dat bij voorkeur de lamelleninrichting (1) een uitneembaar sluitstuk omvat voor het opvullen van de ruimte tussen de drager (3a, 3b) en de houder (13a, 13b).
12. Lamelleninrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde houders (13a, 13b) deel uitmaken van een omranding (14).
13. Lamelleninrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het basisprofiel (7) schroefopeningen omvat, waardoorheen schroeven (16) aanbrengbaar zijn ter bevestiging van de dragers (3a, 3b) aan de respectievelijke houders (13a, 13b).
14. Lamelleninrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de lamelleninrichting (1) een rotatie-element (17) omvat voor het aansturen van de rotatie van alle lamellen (2) tezamen, waarbij elk tweede einddeel (4b) verbonden is met dit rotatie-element (17).
NL1043405A 2018-10-15 2019-10-04 Lamelleninrichting omvattende losmaakbare lamellen NL1043405B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185702A BE1026705B1 (nl) 2018-10-15 2018-10-15 Lamelleninrichting omvattende losmaakbare lamellen

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1043405A NL1043405A (nl) 2020-05-29
NL1043405B1 true NL1043405B1 (nl) 2020-07-14

Family

ID=63914738

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1043405A NL1043405B1 (nl) 2018-10-15 2019-10-04 Lamelleninrichting omvattende losmaakbare lamellen

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1026705B1 (nl)
NL (1) NL1043405B1 (nl)

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9017185U1 (de) * 1990-12-20 1991-03-07 Chen, Chih-Tsung, Lu Kang, Changhua Verstellbare Jalousie
WO2010134985A2 (en) * 2009-05-21 2010-11-25 Global Precision Products Llc Interior plantation window shutter
TW201327115A (zh) * 2011-12-22 2013-07-01 Hon Hai Prec Ind Co Ltd 阻流窗
FR2986819B1 (fr) * 2012-02-09 2015-01-09 Laurent Chevillard Dispositif de liaison entre lame et ossature en vue de la realisation d'un panneau a lames orientables et panneau obtenu

Also Published As

Publication number Publication date
NL1043405A (nl) 2020-05-29
BE1026705B1 (nl) 2020-05-18
BE1026705A1 (nl) 2020-05-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6675534B2 (en) Shutter with push/pull control for shutter blades
JP6141294B2 (ja) 試料観察デバイス
US20110162808A1 (en) Orientable panel of a roofing device
BE1021848B1 (nl) Lamellendak
US6807783B2 (en) Window frame molding system
NL1043405B1 (nl) Lamelleninrichting omvattende losmaakbare lamellen
US6854211B1 (en) Removable louver and tilt control
US3148479A (en) Window greenhouse and components therefor
EP3262248B1 (en) Slat roof and method for adapting a slat roof
US12006693B2 (en) Heater slat, slat roof comprising the same and method for manufacturing the same
US6341447B1 (en) Half circle window shutter/blind
CN110158868A (zh) 绿色建筑的天窗结构以及绿色建筑
NL8901989A (nl) Omzetbaar en omkeerbaar zonne-afdak of -plafond.
NL9100897A (nl) Ventilatierooster met scharnierbare regelklep.
US20040068936A1 (en) Prefabricated slatted closure
US20180209212A1 (en) Slat with pressure contact part and blind using same
US157194A (en) Improvement in screen window-blinds
BE1025687A1 (nl) Poort omvattende één of meerdere invulelementen
CN211549532U (zh) 一种方便开关的百叶窗
NL9301553A (nl) Profielsysteem voor kozijnen van vensters, deuren, wanden, roosters en dergelijke, universeel basisprofiel van het systeem en werkwijze voor toepassing van het systeem.
BE1029721B1 (nl) Lamellendak, terrasoverkapping omvattende hetzelfde, en een set onderdelen en een werkwijze voor het opbouwen daarvan
BE1030926B1 (nl) Een terrasoverkapping
BE1028221B1 (nl) Een set profielen voor het opbouwen van een overkapping
WO2022264128A1 (en) Fencing and shade roofing system
SK9752001A3 (en) Mosquito net