NL1042826B1 - Isolatiesamenstel onder een binnenruimte - Google Patents

Isolatiesamenstel onder een binnenruimte Download PDF

Info

Publication number
NL1042826B1
NL1042826B1 NL1042826A NL1042826A NL1042826B1 NL 1042826 B1 NL1042826 B1 NL 1042826B1 NL 1042826 A NL1042826 A NL 1042826A NL 1042826 A NL1042826 A NL 1042826A NL 1042826 B1 NL1042826 B1 NL 1042826B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
flow
gas
package
heat
cavity
Prior art date
Application number
NL1042826A
Other languages
English (en)
Inventor
Ing Franklin Hagg Drs
Original Assignee
Innovy
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Innovy filed Critical Innovy
Priority to NL1042826A priority Critical patent/NL1042826B1/nl
Priority to PL19726195.1T priority patent/PL3781877T3/pl
Priority to EP19726195.1A priority patent/EP3781877B1/en
Priority to NL2022979A priority patent/NL2022979B1/nl
Priority to PCT/NL2019/050235 priority patent/WO2019203651A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1042826B1 publication Critical patent/NL1042826B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/62Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor
    • E04B1/74Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls
    • E04B1/76Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls specifically with respect to heat only
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B5/00Floors; Floor construction with regard to insulation; Connections specially adapted therefor
    • E04B5/48Special adaptations of floors for incorporating ducts, e.g. for heating or ventilating
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F5/00Air-conditioning systems or apparatus not covered by F24F1/00 or F24F3/00, e.g. using solar heat or combined with household units such as an oven or water heater
    • F24F5/0046Air-conditioning systems or apparatus not covered by F24F1/00 or F24F3/00, e.g. using solar heat or combined with household units such as an oven or water heater using natural energy, e.g. solar energy, energy from the ground
    • F24F5/005Air-conditioning systems or apparatus not covered by F24F1/00 or F24F3/00, e.g. using solar heat or combined with household units such as an oven or water heater using natural energy, e.g. solar energy, energy from the ground using energy from the ground by air circulation, e.g. "Canadian well"
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F5/00Air-conditioning systems or apparatus not covered by F24F1/00 or F24F3/00, e.g. using solar heat or combined with household units such as an oven or water heater
    • F24F5/0075Systems using thermal walls, e.g. double window
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F7/00Ventilation
    • F24F7/007Ventilation with forced flow
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A30/00Adapting or protecting infrastructure or their operation
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B10/00Integration of renewable energy sources in buildings
    • Y02B10/40Geothermal heat-pumps
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B30/00Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]
    • Y02B30/54Free-cooling systems
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B30/00Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]
    • Y02B30/90Passive houses; Double facade technology

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Sustainable Development (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Sustainable Energy (AREA)
  • Acoustics & Sound (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Abstract

Een klimaatregelsysteem voor het regelen van een binnenruimte ten opzichte van een buitenruimte omvat een isolatiesamenstel dat een gasdichte kamer heeft met een onderwand, een bovenwand, en een omtrekswand. In de kamer is een voor een doorstromend gas een doorstroombare thermisch isolatiepakket aanwezig tussen een onderspouw en een bovenspouw. Verder omvat het systeem een circulatiepassage en een ventilator, welk circulatiepassage met de bovenspouw, de onderspouw, en het tussenliggende doorstroombaar thermisch isolatiepakket een open of gesloten gascircuit vormt. De ventilator is ingericht voor het bewerkstelligen van een bij circulatie door het gascircuit behorende verplaatsing van het doorstromende gas door het doorstroombaar thermisch isolatiepakket. De onderwand, bovenwand en het doorstroombaar isolatiepakket kunnen worden opgevouwen tot een gelaagd gestapeld foliepakket, dat bij demontage kan worden opgerold en bij montage kan worden ontrold en vervolgens bij bedrijf door de ventilator kan worden ontvouwen en buiten bedrijf zich door de zwaartekracht weer opvouwt.

Description

Figure NL1042826B1_D0001
© 1042826 © B1 OCTROOI (2?) Aanvraagnummer: 1042826 © Aanvraag ingediend: 18 april 2018 © Int. Cl.:
E04B 1/76 (2018.01) E04B 5/48 (2018.01) F24F 5/00 (2019.01) (© Afsplitsing van aanvraag , ingediend © Voorrang:
© Aanvraag ingeschreven:
oktober 2019 © Aanvraag gepubliceerd:
© Octrooi verleend:
oktober 2019 © Octrooischrift uitgegeven:
oktober 2019
Octrooihouder(s): Innovy te Heiloo © Uitvinder(s):
drs. Ing. Franklin Hagg te Heiloo © Gemachtigde:
Ir. J.C. Volmer c.s. te Rijswijk
54) Isolatiesamenstel ondereen binnenruimte © Een klimaatregelsysteem voor het regelen van een binnenruimte ten opzichte van een buitenruimte omvat een isolatiesamenstel dat een gasdichte kamer heeft met een onderwand, een bovenwand, en een omtrekswand. In de kamer is een voor een doorstromend gas een doorstroombare thermisch isolatiepakket aanwezig tussen een onderspouw en een bovenspouw. Verder omvat het systeem een circulatiepassage en een ventilator, welk circulatiepassage met de bovenspouw, de onderspouw, en het tussenliggende doorstroombaar thermisch isolatiepakket een open of gesloten gascircuit vormt. De ventilator is ingericht voor het bewerkstelligen van een bij circulatie door het gascircuit behorende verplaatsing van het doorstromende gas door het doorstroombaar thermisch isolatiepakket. De onderwand, bovenwand en het doorstroombaar isolatiepakket kunnen worden opgevouwen tot een gelaagd gestapeld foliepakket, dat bij demontage kan worden opgerold en bij montage kan worden ontrold en vervolgens bij bedrijf door de ventilator kan worden ontvouwen en buiten bedrijf zich door de zwaartekracht weer opvouwt.
NL B1 1042826
Figure NL1042826B1_D0002
Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.
- 1 [Korte aanduiding: Isolatiesamenstel onder een binnenruimte
De onderhavige uitvinding betreft een doorstroombaar isolatiesamenstel dat grotendeels in een (kruip)ruimte onder een vloer van een binnenruimte is gelegen.
Een bekend doorstroombaar isolatiesamenstel, zoals beschreven door Hagg in NL 1042468, blokkeert geleidingswarmte in een doorstroombare isolatiesamenstel, door een doorstromend medium tegen de warmtestroom in te laten stromen en daarmee de geleidingswarmte blokkeert en recupereert. Deze warmte kan middels een warmtewisselaar of warmtepomp weer worden teruggewonnen door deze warmte nuttig te gebruiken voor verwarming of koeling. Voordeel van dit systeem is, dat alleen energie nodig is om de recuperatieverliezen en de ventilatieverliezen te compenseren en er zowel bij verwarming als bij koeling weinig geleidingsverliezen zijn. Vanwege de afmetingen is het echter voor gebruik onder een vloer moeilijk om dit systeem onder de vloer te plaatsen en is het na de plaatsing vanwege ruimtegebrek moeilijker om onderhoudswerkzaamheden onder de vloer uit te voeren.
De onderhavige uitvinding heeft deze nadelen niet en wordt het systeem eenvoudig van een oprolbaar foliepakket gemaakt, dat onder de vloer kan worden uitgerold en worden opgeblazen door het aanwezige ventilatie systeem. Mochten er onder de vloer werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, dan kan de ventilator worden uitgezet en vouwt het foliepakket, vanwege de zwaartekracht, overdruk boven het pakket of onderdruk in het pakket, zich weer op om toegang te maken voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Een extra voordeel is dat het pakket met een groot oppervlak contact maakt met de onderliggende bodem en kan er met de grond onder de bodem nuttige warmte worden uitgewisseld. Vanwege de positieve temperatuurgradiënt onder de vloer treedt er thermische stratificatie op en ontstaat er geen thermische turbulentie, waardoor de doorstroming in het isolatiesamenstel laminair blijft, wat nodig is voor de blokkering en de recuperatie.
Het systeem volgens de uitvinding omvat daartoe:
- een in de (kruip)ruimte onder de vloer van de binnenruimte op te stellen isolatiesamenstel, dat bij het in het bedrijf zijn, in opgeblazen toestand, een gasdichte kamer heeft met een onderwand, op afstand daarvan een bovenwand, en een omtrekswand, waarbij in de gasdichte kamer een voor een gasvormig doorstroommedium doorstroombare thermisch isolatiepakket aanwezig is, die met de onderwand een onderspouw en met de bovenwand een bovenspouw begrenst, welke onderspouw en bovenspouw door het doorstroombare thermisch isolatiepakket van elkaar gescheiden zijn,
- een circulatiepassage en een ventilator voor het gasvormige doorstroommedium, welk circulatiepassage met de bovenspouw, de onderspouw, en de tussenliggende voor
-2een gasvormig doorstroommedium doorstroombare thermisch isolatiepakket een gascircuit vormt,
- waarbij het gascircuit is gevuld met een doorstroomgas, bij voorbeeld met lucht of indien het gascircuit gesloten is met een beter isolerend gas,
- waarbij het thermische isolatiepakket bestaat uit tenminste twee geperforeerde folies, welke tevens voorzien zijn van een dunne laag, welke warmtestraling reflecteert,
- waarbij de bovenwand, onderwand en het isolatiepakket opgevouwen een gestapeld gelaagd pakket vormt, welke, bij het in bedrijf gaan, zich boven op de bodem van de (kruip)ruimte, zich als een luchtmatras ontvouwt met de druk van de ventilator en buiten bedrijf zich door de zwaartekracht zich weer opvouwt en welke eveneens voor montage en/of demontage opgerold en ontrold kan worden,
- waarbij de ventilator voor het gasvormige doorstroommedium is ingericht voor bewerkstelligen van een bij circulatie door het gascircuit behorende verplaatsing van het gasvormige doorstroommedium door het doorstroombare thermisch isolatiepakket.
Om gebruik te maken van een blokkerende en recupererende gaslaag zijn er meerdere folies nodig, welke een binnen en een buitenspouw vormen en een doorstroombare ruimte omsluiten, waarin de blokkering en de recuperatie plaats vindt. Omdat de bovenspouw warmer is dan de onderspouw treedt er temperatuurstratificatie op, zodat er in deze ruimte, zoals in NL 1042468, geen poreus isolatiemateriaal nodig is om thermische- en stromingsturbulentie te voorkomen, welke het blokkeringseffect kunnen tegengaan. Dit maakt het isolatiepakket zeer goedkoop, opvouwbaar en oprolbaar, wat een enorme besparing in materiaalkosten en installatiekosten oplevert. Omdat het pakket de gehele (kruip)ruimte onder de vloer van de binnenruimte kan opvullen, kan de dikte zeer groot worden en daarmee het Peclet getal, dat de mate van de blokkering bepaald, zodat zeer goede isolatie kan worden verkregen met Rc waarden groter dan 20 Km2/W. Door de folies in het pakket van een dunne metaal laag te voorzien wordt ook de warmtestraling tegen gehouden. Voor het verkrijgen van een doorstroombaar isolatiesamenstel, worden in onderhavige uitvinding de folies tussen de boven en de onderspouw geperforeerd. Voor de circulatiepassage van het doorstromend gas wordt het in een opening van een van de spouwen gepompt, stroomt vervolgens door de geperforeerde folies naar de tegenoverliggende spouw, om daar door een opening weer weg te stromen. Het gas kan van een ventilator komen van het
-3ventilatiesysteem dat in de binnenruimte gebruikt wordt en kan het gas in dit geval lucht nuttig worden gebruikt voor de ventilatie van de binnenruimte. In dit geval wordt de ventilatielucht omgeleid om het door het isolatiesamenstel te laten stromen, waardoor het isolatiesamenstel zonder veel extra kosten ordes beter isoleert. In een andere uitvoeringsvorm wordt het gas van de circulatieventilator van een lucht-water of een lucht-lucht warmtepomp omgeleid. In dat geval haalt de warmtepomp de warmte uit het doorstroomgas, wat vervolgens weer wordt opgewarmd in het doorstroombare isolatiesamenstel middels het contact met de grond onder de vloer van de binnenruimte en waarna het aldus in een gesloten circulatie weer naar de warmtepomp terug stroomt. Als de binnenruimte moet worden verwarmd, warmt de warmtepomp met de opgenomen warmte een verwarmingssysteem op, zoals bijvoorbeeld een vloerverwarming. Moet de binnenruimte worden gekoeld dan wordt de warmte afgegeven aan bijvoorbeeld een boiler of een ander systeem dat moet worden verwarmd of dat warmte opslaat.
Ook de richting van de circulatie is afhankelijk van het gewenste klimaat in de binnenruimte. Moet de binnenruimte worden verwarmd, dan stroomt het afgekoelde gas naar de onderspouw, waarbij het warmte uit de grond van de bodem onder de (kruip)ruimte onttrekt en stroomt het opgewarmd door de recuperatie in het doorstroombaar isolatiepakket naar de bovenspouw. Moet de binnenruimte worden gekoeld, dan stroomt het afgekoeld gas van de warmtepomp naar de bovenspouw en stroomt het opgewarmd naar de onderspouw, waar het gas zijn warmte afgeeft aan de grond en wordt het vervolgens weer verder afgekoeld in de warmtepomp. In alle gevallen is de isolatie van het isolatiepakket zeer goed en stroomt er zeer weinig warmte van de vloer naar de grond en andersom en is er maar een zeer kleine warmtepomp nodig, ordes kleiner dan nu nodig is voor huidige klimaatsystemen met een warmtepomp, waar de stroming van de circulatieventilator niet wordt gebruikt voor een betere isolatie van een doorstroombaar isolatiepakket en is er ook geen buitenunit nodig om de warmte uit de buitenlucht te halen.
De blokkering van de warmte treedt op, door het doorstromend gas door een doorstroombare isolatiewand sneller te laten stromen dan de diffusiesnelheid. De warmte of koude kan dan niet tegen de stroming in stroomopwaarts stromen en wordt dan geblokkeerd en gerecupereerd. Is de gasstroming van warm naar koud dan treedt er een warmtefront op, welke koude blokkeert en is de stroming van koud naar warm, dan treedt er een koufront op, welke warmte blokkeert. Het is wel zo dat in geval van een koufront het doorstromende gas wordt opgewarmd, wat warmte-energie kost en ingeval van een warmtefront deze warmte naar buiten toe verloren gaat. Om dit te beperken is het zaak om de hoeveelheid doorstromend gas zo klein mogelijk te houden, door alleen al aanwezige circulaties, zoals ventilatie of luchtcirculaties van warmtepompen te gebruiken of door de warmte te recupereren met bijvoorbeeld een warmtepomp.
-4Het blokkerend effect kan worden verstoord door thermische en of convectieve turbulentie en is het noodzakelijk, dat de stroming laminair wordt gehouden. Onderhavige uitvinding heeft het voordeel, dat de doorstroombare isolatiewand kleine doorstroomopeningen heeft en dat vanwege het grote wandoppervlak de doorstroomsnelheid zeer laag is, waardoor de stroming laminair is en ook de drukval gering is. Tevens is door de thermische stratificatie thermische turbulentie (thermiek) niet mogelijk. Voorwaarde is wel dat in het isolatiepakket de bovenkant warm is en de onderkant kouder, hetgeen bij een (kruip)ruimte onder de binnenruimte het geval is.
De warmtesnelheid is een diffuse grootheid, welke afhangt van de gemiddelde weglengte en de snelheid van de moleculen in een medium en kan worden bepaald uit het Pecletgetal Pe, welke groter is dan 1 als de convectieve stroming groter is dan de diffuse stroming. Pe = v I p Cp/λ, waarbij v = mediumsnelheid loodrecht op het oppervlak van de doorstroombare isolatielaag, I = weglengte door de doorstroombare isolatiepakket en dus de laagdikte van het pakket, p = de dichtheid van het doorstromende medium, Cp = de warmtecapaciteit van het doorstromende medium en λ = de warmtegeleidingscoëfficiënt van het doorstromende medium. Afhankelijk van de dikte van de doorstroombare isolatielaag gaat het bijvoorbeeld bij lucht om doorstroomsnelheden van 0,05 - 4 mm/s en dus 0,05 - 4 liter/s per m2 isolatieoppervlak. Bijvoorbeeld bij water gaat het afhankelijk van de dikte van de doorstroombare (isolatie)materiaal om 0,001-10 pm/s en dus om 0,001 - 10 milliliter/s per m2 (isolatie)oppervlak.
In een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding wordt er door een ventilator via een buis buitenlucht in de onderspouw van het isolatiesamenstel gepompt. Deze lucht warmt door de recuperatie in het doorstroombare isolatiepakket op en stroomt via de bovenspouw opgewarmd naar de binnenruimte als verse ventilatielucht. Wordt de gebruikte ventilatielucht afgevoerd dan kan de warmte welke in de ventilatielucht zit worden teruggewonnen met een kleine warmtepomp, zodat er zo goed als geen warmte verloren gaat ten koste van wat stroomverbruik van de kleine warmtepomp en de ventilator. Dit stroomverbruik is slechts een klein deel van wat zonder verwarming wordt gebruikt en dus een enorme besparing op energiekosten. Bij een Rc waarde van 20 Km2/W, een grondtemperatuur van 10 °C en een vloertemperatuur van 20 °C gaat er bij een vloeroppervlak van bijvoorbeeld 60 m2 slechts 30 W verloren. Bij een ventilatie van 40 m3/uur moet de lucht bij een buitentemperatuur van 0°C met 267 W worden opgewarmd en is dit met het verlies van de vloer ca 297 W en is er met een COP van 5 slechts een elektrisch vermogen van 59 W nodig om de warmte van de vloer en de ventilatie terug te winnen.
In een tweede uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding is de circulatie van het doorstromende gas gesloten en wordt het gas middels een ventilator uit het verdamperdeel van een warmtepomp gezogen en afgekoeld naar de onderspouw getransporteerd. Vandaar stroomt, het opgewarmd door het contact met de grond, naar het doorstroombare
-5isolatiepakket, waarin het door de recuperatie met de geleidingswarmte verder opwarmt. Aangekomen in de bovenspouw wordt het gas weer naar het verdamperdeel van de warmtepomp getransporteerd, waar de opgenomen warmte weer wordt onttrokken en waarna de circulatie gesloten is en opnieuw begint. De warmtepomp brengt de opgenomen warmte naar het condensordeel, waar deze warmte op een hogere temperatuur kan worden geleverd aan een verwarmingssysteem, zoals een vloerverwarming, heteluchtverwarming, boiler of andere verwarming of warmteopslag. Aldus levert de warmtepomp netto warmte-energie uit de grond onder de binnenruimte en wordt de geleidingswarmte, welke door de vloer verloren zou gaan volledig gerecupereerd. Wordt de ventilatie van de binnenruimte bijvoorbeeld door een balansventilator verzorgd dan is er bij een balansrendement van 70% bij 40m3/uur slechts 80 W nodig en blijft er bij een warmtepompvermogen van 297 W nog 217 W over om de rest van de binnenruimte te verwarmen, wat bij toepassing van een goede muur- en raamisolatie en de interne warmteproductie van o.a. mensen en apparatuur ruim voldoende is. Ook dan is er slechts 59 W aan elektrische energie nodig voor een kleine en goedkope warmtepomp, terwijl het doorstroombare isolatiepakket ook slechts een kleine investering vergt. Gedurende het stookseizoen daalt de temperatuur van de grond, vanwege de grote warmte inhoud en de kleine opname, met slecht 1 K en kan deze in de zomer ruimschoots weer tot op het oorspronkelijke niveau worden verhoogd. Moet de binnenruimte worden gekoeld dan wordt de richting van het doorstromende ga omgedraaid en wordt de vloer van de binnenruimte gekoeld en de grond onder de binnenruimte opgewarmd. De warmte, welke in het condensordeel van de warmtepomp vrij komt, kan worden gebruikt voor heet water, warmteopslag of andere nuttige toepassingen.
In een derde uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding is aan de onderkant van het foliepakket een extra folie aangebracht, waardoor er een derde spouw ontstaat, waardoor een ander medium kan stromen, dat warmte uitwisselt met het circulerende doorstromende gas in de onderspouw. Dit andere medium kan bijvoorbeeld grondwater zijn, dat indien de binnenruimte verwarmd moet worden, voor extra warmte kan zorgen en als er koeling nodig is voor extra koeling. Doordat de warmtepomp uit het grondwater meer warmte kan onttrekken, kan de circulatie worden vergroot en gaat het geleidingswarmteverlies door het doorstroombare isolatiepakket zo goed als naar nul, terwijl dan de warmtepomp de verwarming en de koeling van het gehele gebouw inclusief de binnenruimte boven (kruip)ruimte kan verzorgen.
Om te voorkomen dat de ruimtes tussen de folies dichtgedrukt worden, wordt het uitvouwen van de folies, net als in een luchtmatras, beperkt door draden met de juiste lengte tussen de folies aan te brengen. In een tweede uitvoeringsvorm worden de folies in een versprongen verband lokaal aan elkaar verbonden met bijvoorbeeld puntlassen of lijmverbindingen, waardoor er bij het ontvouwen kussentjes ontstaan, welke zich tot een bepaalde dikte kunnen ontvouwen, zoals bij een luchtmatras. Aan de randen van het
-6isolatiepakket moeten alle folies aan de omtrek volledig luchtdicht met elkaar worden verbonden, zoals bij een luchtmatras.
Verdere voordelen en kenmerken van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de bijgevoegde figuren, waarin:
Fig. 1 een schematische doorsnede toont van een doorstroombaar isolatiesamenstel volgens onderhavige uitvinding;
Fig. 2 een schematische doorsnede toont van een tweede toepassing van een doorstroombaar isolatiesamenstel volgens onderhavige uitvinding;
Fig. 3 een schematische doorsnede toont van een derde toepassing van een doorstroombaar isolatiesamenstel volgens onderhavige uitvinding;
Fig. 4 een schematische doorsnede toont van een detail van een uitvoeringsvorm van een doorstroombaar isolatiesamenstel volgens onderhavige uitvinding;
Fig. 5 een schematische doorsnede toont van een detail van een tweede uitvoeringsvorm van een doorstroombaar isolatiesamenstel volgens onderhavige uitvinding;
In fig. 1 is een schematische doorsnede van een doorstroombaar isolatiesamenstel volgens onderhavige uitvinding getoond. Het doorstroombare isolatiesamenstel bestaat uit een doorstroombaar isolatiepaket 1, welke tussen een onderwand 2 en een tegenoverliggende bovenwand 3 zit van een gesloten doorstroombare ruimte 4, welke door het isolatiepakket 1 gesplitst wordt in een onderspouw 5 en een bovenspouw 6. Na het uitvouwen zit de bovenwand 3 onder of tegen de vloer 7 van de binnenruimte 8 en ligt de onderwand 2 op de grond 14 van de bodem van de (kruip)ruimte onder de vloer 7 . Het doorstroombare isolatiesamenstel moet zodanig onder de binnenruimte 7 worden aangebracht, opdat er geen doorstromend gas buiten het doorstroombare isolatiepakket 1 om kan stromen, wat wordt verkregen door de omtreksrand 23, waarin de onderwand 2, de bovenrand 3 en het isolatiepakket 1 met elkaar zijn verbonden met een lijm of lasverbinding. In een onderopening 9 kan het doorstromende gas afhankelijk van de druk op het doorstromende gas naar binnen of naar buiten stromen in of uit de onderspouw 5. In de bovenopening 10 kan het doorstromende gas afhankelijk van de druk naar buiten of naar binnen stromen in of uit de bovenspouw 6. Het doorstromende gas stroomt dan door het doorstroombare isolatiepaket 1. Als het Pe getal van het doorstromende gas, dat door het doorstroombare isolatiepaket 1 stroomt groter wordt, wordt de stroming van de geleidingswarmte meer geblokkeerd en wordt de effectieve geleidingscoëfficiënt kleiner en de isolatie van het doorstroombare isolatiepaket 1 beter. Het isolatiepakket 1 bestaat uit geperforeerde folies 11, welke zijn voorzien van een warmtestraling reflecterende metaalfolie zoals bijvoorbeeld geplastificeerd aluminium. Voor een goede stromingsverdeling over het oppervlak van de doorstroombare isolatiewand 1 moet de drukval over het doorstroombare
-7isolatiepakket 1 minstens 15 maal groter zijn dan de drukval over de spouwen 5 en 6, wat kan worden ingesteld met de keuze van de poriën in de geperforeerde folies 11 van het doorstroombare isolatiepakket 1 en/of de grootte van de spouwen 5 en 6. De stroming van het doorstromende gas wordt aangegeven met een stroomlijn 12 in de vorm van een stippellijn, welke is aangegeven in de verwarmingstoestand en welke in de koelingstoestand andersom staat. De stroming kan daarom afhankelijk van het gewenste klimaat in de binnenruimte 8 zowel naar boven als naar onder zijn. In, voor of achter de openingen 9 en 10 kan apparatuur geplaatst worden om het doorstromend gas voor of na te behandelen, zoals pompen, ventilatoren, filters, gasabsorbers, bevochtigers, ontvochtigers, enz, zodat het doorstromende gas nuttig kan worden gebruikt en het doorstroombare isolatiepakket 1 en de spouwen 5 en 6 niet vervuilen of verstoppen. Tevens kan daardoor het isolatiesamenstel lokaal worden gebruikt en is er geen ingewikkeld buizensysteem nodig naar bijvoorbeeld een centrale ventilator.
In fig. 2 is schematische doorsnede van een tweede uitvoeringsvorm volgens onderhavige uitvinding getoond. Het doorstroombare isolatiesamenstel bestaat uit een doorstroombaar isolatiepaket 1, welke tussen een onderwand 2 en een tegenoverliggende bovenwand 3 zit van een gesloten doorstroombare ruimte 4, welke door het isolatiepakket 1 gesplitst wordt in een onderspouw 5 en een bovenspouw 6. Na het uitvouwen zit de bovenwand 3 onder of tegen de vloer 7 van de binnenruimte 8 en ligt de onderwand 2 op de grond 14 van de bodem onder van de (kruip)ruimte onder de vloer 7 van de binnenruimte 8 . Het doorstroombare isolatiesamenstel moet zodanig onder de binnenruimte 8 worden aangebracht, opdat er geen doorstromend gas buiten het doorstroombare isolatiepakket 1 om kan stromen wat wordt verkregen door de omtreksrand 23, waarin de onderwand 2, de bovenrand 3 en het isolatiepakket 1 met elkaar zijn verbonden met een lijm of lasverbinding. In een onderopening 9 kan het doorstromende gas afhankelijk van de druk op het doorstromende gas naar binnen of naar buiten stromen in of uit de onderspouw 5. In de bovenopening 10 kan het doorstromende gas afhankelijk van de druk naar buiten of naar binnen stromen in of uit de bovenspouw 6. Het doorstromende gas stroomt dan door het doorstroombare isolatiepaket 1. Als het Pe getal van het doorstromende gas, dat door het doorstroombare isolatiepaket 1 stroomt groter wordt, wordt de stroming van de geleidingswarmte meer geblokkeerd en wordt de effectieve geleidingscoëfficiënt kleiner en de isolatie van het doorstroombare isolatiepaket 1 beter. Het isolatiepakket 1 bestaat uit geperforeerde folies 11, welke zijn voorzien van een warmtestraling reflecterende metaalfolie zoals bijvoorbeeld geplastificeerd aluminium. Voor een goede stromingsverdeling over het oppervlak van de doorstroombare isolatiewand 1 moet de drukval over het doorstroombare isolatiepakket 1 minstens 15 maal groter zijn dan de drukval over de spouwen 5 en 6, wat kan worden ingesteld met de keuze van de poriën in de geperforeerde folies 11 van het doorstroombare isolatiepakket 1 en/of de grootte van de spouwen 5 en 6. De stroming van
-8het doorstromende gas wordt aangegeven met een stroomlijn 12 in de vorm van een stippellijn, welke is aangegeven in de verwarmingstoestand en welke in de koelingstoestand andersom staat. De stroming kan daarom afhankelijk van het gewenste klimaat in de binnenruimte 8 zowel naar boven als naar onder zijn. Het doorstroombare isolatiesamenstel is verbonden met het verdamperdeel van een warmtepomp15 en wisselt daarmee warmte uit. Moet de binnenruimte 8 worden verwarmt dan drukt de ventilator 13 het gekoelde doorstromende gas van de verdamper naar de onderspouw 5 en neemt het warmte uit de grond 14 van de bodem onder de (kruip)ruimte onder de vloer 7 van de binnenruimte 8 op. Vervolgens gaat het door het doorstroombare isolatiepakket 1 naar de bovenspouw 6 en wordt het door recuperatie van de geleidingswarmte dat door het pakket 1 naar onder wil stromen verder opgewarmd. Vervolgens stroomt het via de bovenspouw 6 weer naar de verdamper van de warmtepomp 15, waar het verder zodanig wordt afgekoeld, opdat het kouder is dan de temperatuur van de grond 14 en waarna de gesloten cyclus zich weer herhaalt. In de onderspouw 5 is het aldus kouder dan de grond 14 en kan er alleen warmte van de grond 14 naar de onderspouw 5 stromen en is de stroming van de geleidingswarmte van de vloer 7 naar de grond 14 volledig geblokkeerd.
Aldus wordt de luchtcirculatie van de luchtwarmtepomp 15 gebruikt om de isolatie van het isolatiepakket 1 van de binnenruimte 8 aanzienlijk te verbeteren, heeft de warmtepomp 15 geen buitenunit met filter en ventilator nodig en haalt het extra warmte uit de grond 14. De door de warmtepomp opgenomen warmte wordt middels de condensor volgens de aangegeven stroomlijnen 16 afgegeven aan een niet getekend verwarmingssysteem, zoals bijvoorbeeld een vloerverwarming, heteluchtverwarming, boiler of andere warmteopslag of verwarming.
Moet de binnenruimte 8 worden gekoeld dan drukt de ventilator 13 het gekoelde doorstromende gas van de verdamper naar de bovenspouw 6 en neemt het warmte uit de vloer 7 op, welke daardoor wordt gekoeld. Vervolgens gaat het door het doorstroombare isolatiepakket 1 naar de onderspouw 6 en wordt het door de geleidingswarmte dat door het pakket 1 naar onder wil stromen verder opgewarmd. Vervolgens stroomt het naar de onderspouw 5 waar het zijn warmte aan de grond 14 afgeeft en stroomt het daarna naar de verdamper van de warmtepomp 15, waar het verder wordt afgekoeld en waarna de gesloten cyclus zich weer herhaalt.
De door de warmtepomp 15 opgenomen warmte wordt middels de condensor volgens de aangegeven stroomlijnen 16 afgegeven aan een niet getekend verwarmingssysteem, zoals bijvoorbeeld een boiler of andere warmteopslag.
In fig. 3 is een schematische doorsnede van een doorstroombaar isolatiesamenstel van een derde uitvoeringsvorm volgens onderhavige uitvinding getoond.
Het doorstroombare isolatiesamenstel bestaat uit een doorstroombaar isolatiepaket 1, welke tussen een onderwand 2 en een tegenoverliggende bovenwand 3 zit van een gesloten
-9doorstroombare ruimte 4, welke door het isolatiepakket 1 gesplitst wordt in een onderspouw 5 en een bovenspouw 6. Tussen de onderspouw 5 en de onderwand 2 zit een extra scheidingswand 20, welke met de onderwand 2 een extra spouw 21 vormt, waarin een extra medium stroomt om warmte mee uit te wisselen, zoals bijvoorbeeld grondwater, wat met een niet getoonde pomp door de extra spouw 21 wordt gepompt. Na het uitvouwen zit de bovenwand 3 onder of tegen de vloer 7 van de binnenruimte 8 en ligt de onderwand 2 op de grond 14 van de bodem van de (kruip)ruimte onder de vloer 7 Van de binnenruimte 8 . Het doorstroombare isolatiesamenstel moet zodanig onder de binnenruimte 7 worden aangebracht, opdat er geen doorstromend gas buiten het doorstroombare isolatiepakket 1 om kan stromen, wat wordt verkregen door de omtreksrand 23, waarin de onderwand 2, de bovenrand 3 en het isolatiepakket 1 met elkaar zijn verbonden met een lijm of lasverbinding. In een onderopening 9 kan het doorstromende gas afhankelijk van de druk op het doorstromende gas naar binnen of naar buiten stromen in of uit de onderspouw 5. In de bovenopening 10 kan het doorstromende gas afhankelijk van de druk naar buiten of naar binnen stromen in of uit de bovenspouw 6. Het doorstromende gas stroomt dan door het doorstroombare isolatiepaket 1. Als het Pe getal van het doorstromende gas, dat door het doorstroombare isolatiepaket 1 stroomt groter wordt, wordt de stroming van de geleidingswarmte meer geblokkeerd en wordt de effectieve geleidingscoëfficiënt kleiner en de isolatie van het doorstroombare isolatiepaket 1 beter. Het isolatiepakket 1 bestaat uit geperforeerde folies 11, welke zijn voorzien van een warmtestraling reflecterende metaalfolie zoals bijvoorbeeld geplastificeerd aluminium. Voor een goede stromingsverdeling over het oppervlak van de doorstroombare isolatiewand 1 moet de drukval over het doorstroombare isolatiepakket 1 minstens 15 maal groter zijn dan de drukval over de spouwen 5 en 6, wat kan worden ingesteld met de keuze van de poriën in de geperforeerde folies 11 van het doorstroombare isolatiepakket 1 en/of de grootte van de spouwen 5 en 6. De stroming van het doorstromende gas wordt aangegeven met een stroomlijn 12 in de vorm van een stippellijn, welke is aangegeven in de verwarmingstoestand en welke in de koelingstoestand andersom staat. De stroming kan daarom afhankelijk van het gewenste klimaat in de binnenruimte 8 zowel naar boven als naar onder zijn. Het doorstroombare isolatiesamenstel is verbonden met de verdamper van een warmtepomp 15 en wisselt daarmee warmte uit. Moet de binnenruimte 8 worden verwarmt dan drukt de ventilator 13 het gekoelde doorstromende gas van de verdamper naar de onderspouw 5 en wisselt het warmte uit met het extra medium in de extra spouw 21, zoals bijvoorbeeld grondwater aangegeven met de stroomlijn 22 in de extra spouw 21 en eventueel ook nog met de grond 14 onder de bodem van de (kruip)ruimte onder de vloer 7 van de binnenruimte 8. Vervolgens gaat het door het doorstroombare isolatiepakket 1 naar de bovenspouw 6 en wordt het door de geleidingswarmte dat door het pakket 1 naar onder wil stromen verder opgewarmd. Vervolgens stroomt het via de bovenspouw 6 weer naar het verdamperdeel van de
- 10warmtepomp 15, waar het verder zodanig wordt afgekoeld, opdat het kouder is dan de temperatuur van de extra spouw 21 waarna de gesloten cyclus zich weer herhaalt. In de onderspouw 5 is het aldus kouder dan de extra spouw 21 en kan er alleen warmte van de extra spouw 21 naar onderspouw 5 stromen en is de stroming van de geleidingswarmte van de vloer 7 naar de extra spouw 21 volledig geblokkeerd.
Aldus wordt de luchtcirculatie van de luchtwarmtepomp 15 gebruikt om de isolatie van het isolatiepakket 1 van de binnenruimte 8 aanzienlijk te verbeteren, heeft de warmtepomp 15 geen buitenunit met filter en ventilator nodig en haalt het extra warmte uit het extra medium in de extra spouw 21 en eventueel ook uit de grond 14.
De door de warmtepomp opgenomen warmte wordt middels de condensor volgens de aangegeven stroomlijnen 16 afgegeven aan een niet getekend verwarmingssysteem, zoals bijvoorbeeld een vloerverwarming, boiler of warmteopslag.
Moet de binnenruimte 8 worden gekoeld dan drukt de ventilator 13 het gekoelde doorstromende gas van het verdamperdeel van de warmtepomp 15 naar de bovenspouw 6 en neemt het warmte uit de vloer 7 op, welke daardoor wordt gekoeld. Vervolgens gaat het door het doorstroombare isolatiepakket 1 naar de onderspouw 5 en wordt het door de geleidingswarmte dat door het pakket 1 naar onder wil stromen verder opgewarmd. Vervolgens stroomt het via de onderspouw 5 waar het zijn warmte aan de extra spouw 21 en eventueel de grond 14 afgeeft en stroomt het naar de verdamper van de warmtepomp 15, waar het verder wordt afgekoeld en waarna de gesloten cyclus zich weer herhaalt.
De door de warmtepomp 15 opgenomen warmte wordt dan middels de condensor afgegeven aan een verwarmingssysteem, zoals bijvoorbeeld een boiler of andere warmteopslag.
In fig. 4 is een schematische doorsnede van een detail van een uitvoeringsvorm van een doorstroombaar isolatiesamenstel volgens onderhavige uitvinding getoond. De onderwand 2, de bovenwand 3 en de geperforeerde folies 11 van het isolatiepakket 1 worden met de draden 17 ten opzichte van elkaar op afstand gehouden als de gesloten doorstroombare ruimte 4 door de circulatieventilator door het oppompen wordt uitgevouwen. Aan de rand van het isolatiepakket 1 worden de onderwand 2, de bovenwand 3 en de geperforeerde folies 11 luchtdicht met een lijm- of lasverbinding 23 luchtdicht met elkaar verbonden.
In fig. 5 is een schematische doorsnede van een detail van een tweede uitvoeringsvorm van een doorstroombaar isolatiesamenstel volgens onderhavige uitvinding getoond. De onderwand 2, de bovenwand 3 en de geperforeerde folies 11 van het isolatiepakket 1 worden in steensverband met puntlassen of puntlijmverbindingen 18 aan elkaar verbonden. De in het aanzicht niet zichtbare onderliggende verbindingen 19 zijn met dunne lijnen getekend. De ruimtes tussen de wanden 2 en 3 en de geperforeerde folies 11 worden door de circulatieventilator opgeblazen en ten opzichte van elkaar op beperkte afstand gehouden als in een luchtmatras door de puntlas of puntlijmverbindingen 18 en 19.
- 11 Aan de rand van het isolatiepakket 1 worden de onderwand 2, de bovenwand 3 en de geperforeerde folies 11 luchtdicht met lijm- of lasverbinding 23 met elkaar verbonden.

Claims (12)

  1. CONCLUSIES
    1. Klimaatregelsysteem voor het regelen van een binnenruimte ten opzichte van een bodem en/of buitenruimte,
    Met het kenmerk dat bijvoorbeeld een binnenruimte (8) van een gebouw ten opzichte van de bodem (14) of buitenomgeving, welk systeem omvat:
    - een tussen de binnenruimte (8) en de bodem (14) op te stellen isolatiesamenstel (1,2,3,4,5,6) dat een gasdichte kamer heeft met een onderwand (5), op afstand daarvan een bovenwand (6), waarbij in de gasdichte kamer een voor een doorstromend gas doorstroombare thermisch isolatiepakket (1) aanwezig is dat met de onderwand een onderspouw (3) en met de bovenwand een bovenspouw (6) begrenst, welke onderspouw en bovenspouw door de doorstroombare thermisch isolatiepakket (1) van elkaar gescheiden zijn,
    - een circulatiepassage (12) en een ventilator (13) voor het doorstromend gas, welk circulatiepassage met de bovenspouw, de onderspouw, en de tussenliggende voor een doorstromend gas doorstroombare thermisch isolatiepakket een gascircuit vormt,
    - waarbij het gascircuit is gevuld met een doorstromend gas (12), bij voorkeur met lucht en indien gesloten met een gas anders dan lucht, bijvoorbeeld met kooldioxide gas,
    - waarbij de ventilator (13) voor het doorstromend gas is ingericht voor bewerkstelligen van een bij circulatie door het gascircuit behorende verplaatsing van het doorstromende gas door het doorstroombare thermisch isolatiepakket (1),
    - waarbij het samenstel van de onderwand, bovenwand en het doorstroombaar isolatiepakket opvouwbaar is tot een laag opgestapelde folies en ook oprolbaar is.
  2. 2 Systeem volgens conclusie 1, waarbij het samenstel van de onderwand, bovenwand en het doorstroombaar isolatiepakket op- en uitvouwbaar is van een gelaagd en gestapeld pakket en ook op- en ontrolbaar is,
  3. 3 Systeem volgens conclusie 1 en 2, waarbij het samenstel wordt ontvouwen door de circulatieventilator en zich weer opvouwt als deze uitgezet wordt door overdruk boven, onderdruk in of de zwaartekracht op het pakket,
  4. 4 Systeem volgens conclusie 1 - 3, waarbij het doorstroombare isolatiepakket uit tenminste twee geperforeerde folies bestaat,
  5. 5 Systeem volgens conclusie 1-4, waarbij ventilatielucht van of naar de binnenruimte door het isolatiesamenstel stroomt,
  6. 6 Systeem volgens conclusie 1-4, waarbij het doorstromende gas in een gesloten circuit door het verdamperdeel van een warmtepomp (15) stroomt en daarmee warmte uitwisselt,
  7. 7. Systeem volgens conclusie 1-6, waarbij de grond onder de bodem van de (kruip)ruimte onder de vloer van de binnenruimte, warmte uitwisselt met het doorstromende gas (12),
  8. 8. Systeem volgens conclusie 1-7, waarbij een extra medium (22) warmte uitwisselt met het doorstromende gas (12) tussen de onderspouw en een extraspouw, waar een extra medium bij voorkeur in tegenstroom door stroomt,
  9. 9. Systeem volgens conclusie 1 - 8, waarbij het gas anders is dan lucht.
  10. 10. Systeem volgens conclusie 1 - 9, waarbij het gas kooldioxide is.
  11. 11. Systeem volgens een van de conclusies 1-10, waarbij de voor het doorstromend gas doorstroombare thermisch isolatiepakket (1) is vervaardigd uit geperforeerde folies (11) en voorzien zijn van een laag, welke warmtestraling reflecteert,
  12. 12. Systeem volgens een van de conclusies 1-11, waarbij de doorstroombare thermisch isolatiepakket (1) en de circulatieventilator zijn ingericht om een Peclet getal Pe groter dan 1, bij voorkeur groter dan 3, te bewerkstelligen, waarbij het Pe getal wordt bepaald uit de snelheid van het dóórstromend gas v, de dikte van het doorstroombare isolatiepakket, de soortelijke warmte Cp, de soortelijke massa pg, de warmtegeleidingscoëfficiënt Ag van het doorstroommedium:
    Pe = v I Cp pg /Ag
    Figure NL1042826B1_C0001
NL1042826A 2018-04-18 2018-04-18 Isolatiesamenstel onder een binnenruimte NL1042826B1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1042826A NL1042826B1 (nl) 2018-04-18 2018-04-18 Isolatiesamenstel onder een binnenruimte
PL19726195.1T PL3781877T3 (pl) 2018-04-18 2019-04-18 Regulacja warunków klimatycznych w pomieszczeniach w przestrzeni wewnętrznej za pomocą zespołu izolującego umieszczonego pod podłogą
EP19726195.1A EP3781877B1 (en) 2018-04-18 2019-04-18 Control of the indoor climate in an inner space using an insulation assembly arranged under the floor
NL2022979A NL2022979B1 (nl) 2018-04-18 2019-04-18 Regeling van het binnenklimaat in een binnenruimte met een onder de vloer opgesteld isolatiesamenstel
PCT/NL2019/050235 WO2019203651A1 (en) 2018-04-18 2019-04-18 Control of the indoor climate in an inner space using an insulation assembly arranged under the floor

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1042826A NL1042826B1 (nl) 2018-04-18 2018-04-18 Isolatiesamenstel onder een binnenruimte

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1042826B1 true NL1042826B1 (nl) 2019-10-24

Family

ID=62528799

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1042826A NL1042826B1 (nl) 2018-04-18 2018-04-18 Isolatiesamenstel onder een binnenruimte
NL2022979A NL2022979B1 (nl) 2018-04-18 2019-04-18 Regeling van het binnenklimaat in een binnenruimte met een onder de vloer opgesteld isolatiesamenstel

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2022979A NL2022979B1 (nl) 2018-04-18 2019-04-18 Regeling van het binnenklimaat in een binnenruimte met een onder de vloer opgesteld isolatiesamenstel

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP3781877B1 (nl)
NL (2) NL1042826B1 (nl)
PL (1) PL3781877T3 (nl)
WO (1) WO2019203651A1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3811239A (en) * 1970-03-19 1974-05-21 O Becker Insulating flexible composite element
US4346132A (en) * 1979-03-16 1982-08-24 Cheng Chen Yen Cellular air bag insulation and insulator
EP0130957A2 (en) * 1983-06-30 1985-01-09 Profoment Utvecklings Ab Foundation for cellarless houses

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT405310B (de) * 1996-07-10 1999-07-26 Voest Alpine Mach Const Bauelement zur wärmedämmung, -isolierung und/oder -regulierung von gebäudehüllen
NL1042468B1 (nl) 2017-07-19 2019-02-12 Innovy Klimaatregelsysteem met een doorstroombaar isolatiesamenstel

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3811239A (en) * 1970-03-19 1974-05-21 O Becker Insulating flexible composite element
US4346132A (en) * 1979-03-16 1982-08-24 Cheng Chen Yen Cellular air bag insulation and insulator
EP0130957A2 (en) * 1983-06-30 1985-01-09 Profoment Utvecklings Ab Foundation for cellarless houses

Also Published As

Publication number Publication date
NL2022979B1 (nl) 2021-12-14
EP3781877A1 (en) 2021-02-24
NL2022979A (nl) 2019-10-23
EP3781877B1 (en) 2022-03-23
PL3781877T3 (pl) 2022-08-29
WO2019203651A1 (en) 2019-10-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3987786A (en) Method and apparatus for collecting, storing and transmitting solar heat
US3236294A (en) Basementless solar home
US3894685A (en) Solar heating system
US3946720A (en) Solar heat collector
CN107709890A (zh) 对加热、通风和空调系统的改进
CN104976704A (zh) 二次热回收新风处理装置的工作方法
CN105180388B (zh) 垂直式双季用热管热回收机组
US3946944A (en) Method of heating a building structure with solar heat
CN109373481A (zh) 一种人体优先受用的炕体通风空调及采暖系统
CN105423457A (zh) 空调系统
NL1042468B1 (nl) Klimaatregelsysteem met een doorstroombaar isolatiesamenstel
NL1042826B1 (nl) Isolatiesamenstel onder een binnenruimte
NO774152L (no) Innretning til overfoering av varme.
US20110168165A1 (en) Free-convection, passive, solar-collection, control apparatus and method
US20020160331A1 (en) Heated industrial curtain
CN207600270U (zh) 无动力热管散热系统及室内温度调节系统
NL2001599C2 (nl) Warmteterugwininstallatie met toevoer van zonne-energie.
JP2015222154A (ja) 熱輻射ブロック及び熱輻射システム
EP0128188A1 (en) VENTILATION SYSTEM.
CN207146498U (zh) 一种太阳能、空气能双源合一供暖与制冷设备
CN205619612U (zh) 一种可以制冷的水地暖系统
JP4886641B2 (ja) 農業用ハウスの暖房方法
KR101656731B1 (ko) 지열을 이용한 전열교환 환기시스템
JP3478715B2 (ja) 冷熱温熱同時蓄熱システム
US20140209090A1 (en) Air panel technology and method of use thereof