NL1041558B1 - Subperiostaal implantaat en gebitsprothese - Google Patents

Subperiostaal implantaat en gebitsprothese Download PDF

Info

Publication number
NL1041558B1
NL1041558B1 NL1041558A NL1041558A NL1041558B1 NL 1041558 B1 NL1041558 B1 NL 1041558B1 NL 1041558 A NL1041558 A NL 1041558A NL 1041558 A NL1041558 A NL 1041558A NL 1041558 B1 NL1041558 B1 NL 1041558B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
jaw
molars
segments
dental prosthesis
implant
Prior art date
Application number
NL1041558A
Other languages
English (en)
Inventor
Yves Mommaerts Maurice
Original Assignee
Cadskills Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cadskills Bvba filed Critical Cadskills Bvba
Priority to NL1041558A priority Critical patent/NL1041558B1/nl
Priority to PCT/IB2016/000762 priority patent/WO2016198935A1/en
Priority to EP16741123.0A priority patent/EP3302345B1/en
Priority to US15/580,635 priority patent/US10449017B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1041558B1 publication Critical patent/NL1041558B1/nl
Priority to US16/659,384 priority patent/US20200046470A1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61CDENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
    • A61C8/00Means to be fixed to the jaw-bone for consolidating natural teeth or for fixing dental prostheses thereon; Dental implants; Implanting tools
    • A61C8/0018Means to be fixed to the jaw-bone for consolidating natural teeth or for fixing dental prostheses thereon; Dental implants; Implanting tools characterised by the shape
    • A61C8/0031Juxtaosseous implants, i.e. implants lying over the outer surface of the jaw bone
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61CDENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
    • A61C13/00Dental prostheses; Making same
    • A61C13/01Palates or other bases or supports for the artificial teeth; Making same
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61CDENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
    • A61C8/00Means to be fixed to the jaw-bone for consolidating natural teeth or for fixing dental prostheses thereon; Dental implants; Implanting tools
    • A61C8/0048Connecting the upper structure to the implant, e.g. bridging bars

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Orthopedic Medicine & Surgery (AREA)
  • Dental Prosthetics (AREA)

Abstract

Samenstel van - een kaakimplantaat voor orale subperiostale plaatsing over de kaakwal van de bovenkaak of de onderkaak van een patiënt, - een gebitsprothese en - steunen voor het steunen van de gebitsprothese op het kaakimplantaat, op afstand daarvan, welke steunen in het bijzonder kolommen of pijlers vormen, waarbij de gebitsprothese althans enige rechter kiezen (premolaren of molaren) en althans enige van de aan de linker zijde van de mediaanlijn gelegen tanden of kiezen omvat en/of althans enige linker kiezen (premolaren of molaren) omvat en althans enige van de aan de rechter zijde van de mediaanlijn gelegen tanden of kiezen omvat, waarbij het kaakimplantaat gedeeld is in segmenten die uitgevoerd zijn voor respectieve plaatsing op verschillende gebieden van de kaakwal, die in boogrichting van de kaakwal op afstand van elkaar gelegen zijn, en waarbij de gebitsprothese een brugdeel omvat dat buigstijf is onder de beoogde, optredende belastingen en een booglengte heeft die voldoende is om via de steunen de segmenten met elkaar te verbinden.

Description

Subperiosteal implantaat en qebitsprothese
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van een kaakimplantaat voor orale subperiostale plaatsing over de kaakwal van de bovenkaak of de onderkaak van een patiënt, van een gebitsprothese en van kolomvormige steunen voor het steunen van de gebitsprothese op het kaakimplantaat. De uitvinding heeft voorts betrekking op het plaatsen van een dergelijk samenstel.
Subperiostale implantaten worden toegepast in mond- kaak- en aangezichtsheelkunde, inbegrepen tandheelkunde, wanneer een patiënt lijdt aan gedeeltelijke of volledige edentulisme of vergaande botatrofie en een tandprothese moet gaan dragen. Het implantaat wordt met schroeven op het nog aanwezige kaakbot bevestigd, nadat het tandvlees en slijmvlies daarvan tijdelijk verwijderd is. Het implantaat vormt een endoprothese, waarop, via transmucosaleflransgingivale steunen, doorgaans in de vorm van kolommen of pijlers, de eigenlijke tand- of gebitsprothese, de exo-prothese, bevestigd wordt.
Subperiostale implantaten worden toegepast waar bottransplantatie, kaakwalverhoging of sinusverhoging niet mogelijk of niet wenselijk is.
Subperiostale kaakimplantaten worden vervaardigd als één geheel in een in bovenaanzicht U-vorm met een booglengte die afgestemd is op de te bieden steunlengte voor de tand- of gebitsprothese. Indien het gaat om gebitsprotheses die zich over een grote booglengte moeten uitstrekken, dus zowel rechter als linker kiezen omvatten, in het bijzonder grote rechter en grote linker kiezen omvatten, zal het kaakimplantaat, dat een dimensie heeft die overeenkomt met het aantal benodigde pijlers voor de exoprothese, eveneens een grote booglengte hebben,.
Het inbrengen van een dergelijk kaakimplantaat kan zeer lastig zijn, of zelfs onmogelijk, indien de mondopening van de patiënt beperkt is, bijvoorbeeld van nature, door een aangeboren afwijking, door veroudering, dan wel als gevolg van een trauma of als gevolg van kaakgewrichtspathologie. Een beperkte lipelasticiteit kan ook het inbrengen van het kaakimplantaat bemoeilijken. Indien het inbrengen nog wel lukt zal de fixatie van het implantaat eveneens lastig zijn, en mogelijk niet correct geschieden, met als gevolg dat het uiteindelijke resultaat tegenvalt en mogelijk verdere ingrepen of hersteloperaties nodig zijn.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Een doel van de uitvinding is een samenstel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen dat ook in voornoemde moeilijke omstandigheden makkelijk te plaatsen is.
Een doel van de uitvinding is een samenstel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen dat ook in voornoemde moeilijke omstandigheden op betrouwbare wijze te plaatsen is.
Een doel van de uitvinding is een samenstel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen dat ook in voornoemde moeilijke omstandigheden met overzicht te plaatsen is.
De uitvinding voorziet, vanuit één aspect, in een samenstel van -een kaakimplantaat voor orale subperiostale plaatsing over de kaakwal van de bovenkaak of de onderkaak van een patiënt, -een gebitsprothese en -steunen voor het steunen van de gebitsprothese op het kaakimplantaat, op afstand daarvan, welke steunen in het bijzonder kolommen of pijlers vormen, waarbij de gebitsprothese althans enige rechter kiezen (premolaren of molaren) en althans enige van de aan de linker zijde van de mediaanlijn gelegen tanden of kiezen omvat en/of althans enige linker kiezen (premolaren of molaren) omvat en althans enige van de aan de rechter zijde van de mediaanlijn gelegen tanden of kiezen omvat, waarbij het kaakimplantaat gedeeld is in segmenten die uitgevoerd zijn voor respectieve plaatsing op verschillende gebieden van de kaakwal, die in boogrichting van de kaakwal op afstand van elkaar gelegen zijn, en waarbij de gebitsprothese een brugdeel omvat dat buigstijf is onder de beoogde, optredende belastingen en een booglengte heeft die voldoende is om via de steunen de segmenten met elkaar te verbinden.
De segmenten hebben hierbij een grootte die rekening houdt met de beperkte mondopening en/of beperkte lipelasticiteit en die het toelaat om ze de een na de ander via de beperkte, bestaande mondopening in de mondholte te brengen. Aldaar kunnen ze, de een na de ander, met overzicht onder het tandvlees en andere weke delen, op het kaakbot gepositioneerd worden. Vervolgens kunnen zij met elkaar verbonden worden via de pijlers en het over de segmenten doorlopende brugdeel dat de steun vormt voor de gebitsprothese. Het brugdeel vormt hierbij een middel voor het althans tijdelijk stabiliseren van de segmenten van het kaakimplantaat, althans totdat de segmenten met osteosyntheseschroeven op het kaakbot gefixeerd worden/zijn. Het aanbrengen van die botschroeven kan eveneens met overzicht en op zekere wijze uitgevoerd worden.
De uitvinding maakt het mogelijk om een kaakimplantaat, zij het in segmenten, voor een zich over een aanzienlijke booglengte uitstrekkende gebitsprothese toch, en op zekere wijze, in een beperkt toegankelijke mondholte aan te brengen. De gebitsprothese kan een zodanige booglengte hebben, dat deze rechter molaren en/of linker molaren omvat, in het bijzonder tweede molaren en meer in het bijzonder derde molaren.
Althans enige van de segmenten kunnen elk een gebogen plaatvormig lichaam vormen dat in dwarsdoorsnede, in op de kaakwal geplaatste toestand dwars op de kaakwal, naar de kaakwal toe concaaf gevormd is, zoals J-, L- of U-vormig is, zoals in een soort van hele of halve zadelvorm, waarbij het lichaam in of nabij een eerste gedeelte dat de basis daarvan vormt, in het bijzonder de basis van de J. L of U vormt, voorzien is van één of meer, met het lichaam als één geheel gevormde steungebieden voor de (kolomvormige) steunen. Het betreffende lichaam kan voorzien zijn van gaten voor botschroeven en van botweefsel-doorgroeigaten.
De stabiliteit van de segmenten kan worden bevorderd indien het brugdeel en althans één van de segmenten ingericht zijn voor onderlinge verbinding door middel van twee of meer van voornoemde steunen. In een verdere uitvoering hiervan zijn het brugdeel en elk van de segmenten ingericht voor onderlinge verbinding door middel van twee of meer van voornoemde steunen.
Afhankelijk van de gewenste ingreep kan althans één van de segmenten uitgevoerd zijn voor plaatsing op de kaakwal ter plaatse van snij-en/of hoektanden en de gebitsprothese daarbij horende snij- en/of hoektanden omvat.
In een uitvoering zijn de segmenten uitgevoerd voor plaatsing op de kaakwal met onderlinge tussenafstanden. Hierdoor wordt meer ruimte verschaft bij het op de kaakwal plaatsen van een volgend segment.
Indien de afstand tussen bovenkaakwal en onderkaakwal voldoende is dan kan de gebitsprothese uitgevoerd zijn als tweedelige suprastructuur, waarbij de gebitsprothese een doorlopend brugdeel en een op het brugdeel te bevestigen doorlopend gebitsdeel omvat, welk gebitsdeel de kiezen en eventueel snij/hoektanden omvat. Het brugdeel vormt dan een retentief deel van een tweede structuur die als zichtbaar gebitsdeel dan op eenvoudige wijze in en uit de mond kan genomen en dan bijvoorbeeld gereinigd kan worden.
Indien de beethoogte gering is kan het voordelig zijn om de exoprothese in hoofdzaak uit te voeren als ééndelige suprastructuur, waarbij de gebitsprothese een doorlopend brugdeel en een daarmee één geheel vormend gebitsdeel omvat, welk gebitsdeel de kiezen en eventueel snij/hoektanden omvat.
Voor bevordering van de stabiliteit is de verbinding tussen het brugdeel en de kolomvormige steunen onder de beoogde gebruiksomstandigheden hoekstijf, alsook de verbinding tussen elk implantaatsegment en de betreffende kolomvormige steunen onder de beoogde gebruiksomstandigheden hoekstijf is.
In een uitvoering is het kaakimplantaat uitgevoerd voor plaatsing op de kaakwal van de onderkaak. Daarbij kan althans één segment voorzien zijn van een extensie met gaten voor bevestiging op het corpus mandibulae en/of van een extensie met gaten voor bevestiging op de ramus ascendens mandibulae, boven het trigonum retromolare richting processus coronoideus, of lateraal van de opstijgende tak van de onderkaak, dorsaal uitbreidend.
In een andere uitvoering is het kaakimplantaat uitgevoerd voor plaatsing op de kaakwal van de bovenkaak. Daarbij kan althans één segment voorzien zijn van een extensie met gaten voor bevestiging op het bot naast de apertura piriformis en/of van een extensie met gaten voor bevestiging op het jukbeen of de zygoma pijler.
Deze extensies vergroten de dimensies van het implantaat, hetgeen niet bezwaarlijk is vanwege de deling in segmenten, waardoor voldoende ruimte aanwezig is voor het aanbrengen. Schroeffixatie in het bot via in de openingen van het implantaat kan via intraorale of extraorale (doorheen de huid) toegang.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het in de mond van een patiënt plaatsen van een gebitsprothese welke althans enige rechter kiezen (premolaren of molaren) en althans enige van de aan de linker zijde van de mediaanlijn gelegen tanden of kiezen omvat en/of althans enige linker kiezen (premolaren of molaren) omvat en althans enige van de aan de rechter zijde van de mediaanlijn gelegen tanden of kiezen omvat, waarbij de gebitsprothese een als één geheel gevormd brugdeel en een gebitsdeel omvat, waarbij een uit segmenten opgebouwd implantaat gemaakt wordt, met althans een segment voor het rechter kiesgebied en/of althans een segment voor het linker kiesgebied, de segmenten worden voorzien van steunen, in het bijzonder kolom- of pijlervormige steunen, voor steun van de gebitsprothese, en de segmenten na elkaar op de daarvoor bestemde gebieden op de daartoe in voldoende mate blootgelegde kaakwal worden geplaatst , althans het brugdeel op de steunen wordt bevestigd om een verbindingsbrug te vormen tussen de geplaatste segmenten, de segmenten op vast kaakmateriaal worden bevestigd, in het bijzonder door middel van botschroeven, het tandvlees weer wordt teruggelegd, over de segmenten heen, en wordt gehecht,
Doordat bij het plaatsen van het brugdeel van de gebitsprothese, dan wel de gehele gebitsprothese, de segmenten nog niet op het kaakbot gefixeerd zijn wordt de precieze bevestiging van het brugdeel etc. op de steunen vergemakkelijkt en bevorderd. De segmenten hebben dan nog enige vrijheid om zich te voegen naar de door het brugdeel aan de steunen, zoals kolommen, opgelegde oriëntatie.
In een eerste uitvoering wordt een gebitsprothese geplaatst dat een als één geheel gevormd brugdeel en een daarop te bevestigen gebitsdeel omvat, waarbij eerst het brugdeel op de steunen van alle segmenten wordt bevestigd en vervolgens het gebitsdeel op het brugdeel bevestigd wordt.
In een tweede uitvoering wordt een gebitsprothese geplaatst dat een brugdeel en een daarmee één geheel vormend gebitsdeel omvat, zodat met plaatsing van het brugdeel tevens het gebitsdeel wordt geplaatst.
In een verdere ontwikkeling wordt tevens een segment voor een gebied van snij- en/of hoektanden geplaatst.
In een verdere ontwikkeling worden de segmenten op tussenafstanden van elkaar geplaatst.
In een uitvoering wordt de (precisie)verbinding tussen brugdeel en steunen gerealiseerd met een schroeffixatie in of op kolommen of pijlers aanwezig op het betreffende subperiostale implantaatsegment In een andere uitvoering worden andere precisie attachments gebruikt, zoals tong-in-groeve, Dalbo, Locators, railmechanismen en verbindingen gekend zoals in de houtconstructie.
In een andere uitvoering worden genoemde precisieverbindingen gerealiseerd in de 3Dprint/CNC connecties tussen de subperiostale segmenten op kamhoogte.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een subperiostaal implantaat voor plaatsing op de kaakwal van een onderkaak of bovenkaak, waarbij het implantaat in kaakwalrichting gedeeld is in segmenten, in het bijzonder kennelijk geschikt en bestemd voor een samenstel volgens de uitvinding.
Opgemerkt wordt dat het in het nieuwheidsrapport genoemde US octrooi 4.741.698 een subperiostaal implantaat in verschillende uitvoeringen toont, met drie basiscomponenten, te weten een gebitsprothese, een losneembare staaf voor ondersteuning van de gebitsprothese en een frame voor ondersteuning van de losneembare staaf. Het kennelijk, volgens de beschrijving, enkelvoudige frame wordt bevestigd op de betreffende kaak.
De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de begeleidende tekeningen weergegeven voorbeelduitvoering. Getoond wordt in:
Figuur 1A een onderaanzicht op een kaakimplantaat volgens de uitvinding geplaatst op een bovenkaak;
Figuur 1B een verticale dwarsdoorsnede door het implantaat van figuur 1, volgens vlak 1B;
Figuur 1C een zijaanzicht op een samenstel volgens de uitvinding met een segment van het kaakimplantaat volgens figuur 1A;
Figuur 2A een schuin boven/vooraanzicht op een samenstel volgens de uitvinding geplaatst op een onderkaak;
Figuur 2B een verticale dwarsdoorsnede door een segment van het implantaat van het samenstel van figuur 2A, volgens vlak 2B;
Figuur 2C een bovenaanzicht op een brugdeel van een tweedelige gebitsprothese voor een enigszins van figuur 2A afwijkend samenstel volgens de uitvinding voor een onderkaak, zoals in figuur 2D; en
Figuur 2D een zijaanzicht op een samenstel volgens de uitvinding voor een onderkaak.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
In figuur 1A is afgebeeld een segmenten gedeeld kaakimplantaat 1 volgens de uitvinding, geplaatst tegen de kaakwal van de bovenkaak. Om reden van illustratieve aard zijn de implantaatsegmenten 1a,b enigszins uitgevouwen getoond. De implantaatsegmenten 1a,b zijn elk gevormd door een respectief lichaam 2a,b dat telkens op zich als één geheel gevormd is van titanium of tantalium, dan wel van een legering daarvan.
De lichamen 2a,b zijn, zoals te zien in de dwarsdoorsnede van figuur 1B, flauw U-vormig met een gedeelte 3 dat aanligt op de top van de kaakwal en als één geheel daarmee gevormde gedeelten 4a, 4b die aanliggen tegen respectievelijk de palatinale (gehemelte) zijden en de buccale (wang) en labiale (lip) zijden van de kaakwal. De lichamen 2a,b zijn frame- of roostervormig, met hoofdstaven 5, 5a, 5b, die omlopend zijn, en hulpstaven 6. De staven 5a en 5b zijn bestemd om aan te liggen tegen respectievelijke palatinale zijden van de kaakwal. Tussen de staven 5,5a,5b en de staven 6 zijn doorgroeigaten 10 open gelaten. Steungebieden 8 met in dit geval daarmee hoekstijf verbonden, meegevormde kolomvormige verhogingen 9 voor nog niet (zie figuur 1C) weergegeven exo-prothese zijn omgeven door gaten 10 en zijn met de rest van het lichaam verbonden enkel door de staven 6. Elke kolom 9 heeft derhalve een eigen steungebied 8.
De lichamen 2a,b zijn voorts voorzien van meegevormde bevestigingslippen 11 en 12, die voorzien zijn van gaten 13 voor osteosynthese-schroeven 14. De lippen 11 zijn bestemd voor bevestiging op zygoma pijlers, de lippen 12 voor bevestiging op het bot naast de apertura piriformis.
Voorafgaande aan het plaatsen van de segmenten 1a,b is de kaakwal blootgelegd door middel van enkele insnijdingen in het tandvlees. De segmenten 1a,b zijn daarna, ondanks de aanwezigheid van de vrij lange extensies 11 en 12, op beheerste wijze, na elkaar in de mond van de patiënt gebracht, en op de juiste plek geplaatst op de bovenkaakwal. De segmenten 1a,b kunnen dan indien gewenst met een paar tijdelijke schroeven voorlopig op hun plaats worden gehouden. Deze schroeven hoeven maar op een paar plaatsen aangebracht te worden en kunnen korter zijn dan de uiteindelijk te plaatsen osteosyntheseschroeven.
Dan kan de gebitsprothese 20 worden geplaatst. In figuur 1C is deze in hoofdzaak ééndelig, met een basisdeel 20a van metaal dat een in tandboogrichting/kaakwalrichting doorlopend, buigstijf brugdeel vormt en een daarop gemodelleerd gebitsdeel 20b in polymeer of PMMA met molaren 21, premolaren 22, cuspidaten 23 en tanden 24. De gebitsprothese omvat kiezen en sterkt zich uit aan beide zijden van het mediale vlak M. Het brugdeel 20a is voorzien van gaten 27 voor nauwpassende opname van de uiteinden van kolommen 9, en het gebitsdeel 20b is voorzien van gaten 25 voor toegang van schroeven 26 waarvan de schroefdraad ineengrijpt met de schroefdraad in de kolommen 9. De kop van de schroef 26 past in het gat 25, waarbij in de bodem van het gat 25 een opening naar het gat 27 is voor passende doorvoer van de schroefschacht. Door de schroeven 26 wordt een hoekstijve verbinding van brugdeel 20a met segmenten 1a,b gerealiseerd. De gaten 25 worden later gevuld met een geschikt vulmiddel.
Het brugdeel 20a verbindt dan de beide segmenten 1a,b op stijve wijze, waarbij de stabiliteit van de segmenten wordt bevorderd, hetgeen gunstig is voor het daarna fixeren van de segmenten.
Vervolgens worden de segmenten 1a,b met osteosyntheseschroeven 14 op de labiale/buccale zijde van de bovenkaakwal definitief gefixeerd, op onderlinge tussenafstand, en tevens met de osteosyntheseschroeven 14 bevestigd op de zygoma pijler en op het bot naast de apertura piriformis. Het tandvlees wordt weer teruggelegd, om de kolommen 9 en over het implantaat heen, en gehecht. De kolommen 9 reiken tot boven het tandvlees.
In figuur 2A is een subperiostaal kaakimplantaat 101 geplaatst tegen de onderkaak. Het implantaat 101 is opgebouwd uit drie segmenten 101a-c, die elk gevormd zijn door een respectief lichaam 102a-c dat telkens als één geheel gevormd is van titanium of tantalium, dan wel van een legering daarvan.
Elk lichaam 102a-c is, zoals te zien in de dwarsdoorsnede van figuur 2B voor segment 101c, U-vormig met een gedeelte 103 dat aanligt op de top van de kaakwal en twee als één geheel daarmee gevormde afhangende gedeelten 104a,b die respectievelijk aanliggen tegen de labiale en linguale zijden van de kaakwal dan wel, voor segmenten 101a,b, tegen de buccale en linguale zijden van de linker en rechter kaakwal. De lichamen 102a-c zijn roostervormig, met doorgroeigaten 110 en schroefgaten 113 voor osteosynthese-schroeven 114 en met steungebieden 108 met meegevormde kolommen 109 voor een exo-prothese in de vorm van gebitsprothese 120.
De segmenten 101a,b zijn voorts voorzien van meegevormde bevestigingslippen 112a,b die voorzien zijn van gaten 113 voor osteosynthese-schroeven 114. De lippen 112a,b zijn bestemd voor bevestiging op de laterale zijde van de ramus ascendens mandibulae.
De segmenten 101a,b zijn ondanks de vrij lange extensies 112a,b op beheerste wijze, na elkaar in de mond van de patiënt gebracht en op de juiste plaats op de kaakwal geplaatst. De segmenten 101a,b konden dan indien gewenst met een paar tijdelijke schroeven voorlopig op hun plaats worden gehouden. Nadat zulks voor beide, na elkaar, was gedaan is het segment 101c, eventueel ook met een tijdelijke schroef, geplaatst om de situatie van figuur 2A te realiseren, waarin de segmenten op onderlinge tussenafstanden gelegen zijn.
In dit voorbeeld is de te plaatsen gebitsprothese 120 net zoals in figuur 1C ééndelig, dat wil zeggen dat brugdeel 120a en gebitsdeel 120b één geheel met elkaar vormen en dus als eenheid worden geplaatst. De gebitsprothese 120 omvat kiezen en strekt zich uit aan beide zijden van het mediale vlak M. Het gebitsdeel 120b met de kiezen en de tanden is van polymeer of PMMA. In het metalen brugdeel 120a zijn neerwaarts gerichte gaten of opneemruimtes 127 aanwezig voor nauw passende opname van de kolommen 109. Tijdens het op de kolommen 109 plaatsen van de gebitsprothese kunnen de gaten 127, indien nodig, de kolommen 109 en daarmee de stijf met de kolommen verbonden segmenten richten. In de bovenzijde van de gebitsprothese 120 zijn gaten of opneemruimtes 125 aangebracht, waarin schroeven 126 worden gestoken en via een gat in de bodem van die gaten in de kolommen 109 kunnen worden geschroefd om de het brugdeel 120a en daarmee de gebitsprothese 120 en de segmenten aan elkaar te fixeren.
Door de schroeven 126 wordt ook nu een hoekstijve verbinding van brugdeel 120a met de segmenten 101a, 101b en 101c gerealiseerd. De gaten 125 worden later gevuld met een geschikt vulmiddel.
Het brugdeel 120a verbindt de drie segmenten 101a,b,c dan op stijve wijze, waarbij de stabiliteit van de op de kaakwal geplaatste segmenten wordt bevorderd, althans totdat deze in alle gaten 113 met osteosyntheseschroeven 114 op de laterale zijde van de ramus ascendens mandibulae en op de kaakwal gefixeerd zijn. Daarna kan het tandvlees weer worden herplaatst en worden gehecht.
In de figuren 2C en 2D is de uitvoering enigszins anders. Het segment 101c strekt zich verder langs de kaakwal uit naar de linker zijde. De extensie of lip 112a’ strekt zich ver uit langs de laterale zijde van de ramus ascendens mandibulae, dorsaal uitbreidend. Voorts is hier de gebitsprothese 120’ tweedelig, met een apart brugdeel 120a’ en een apart gebitsdeel 120b, na elkaar te plaatsen. Zoals ook in bovenaanzicht van figuur 2C te zien is, is het brugdeel 120a’ aan de zijde van het gebitsdeel 120b’ voorzien van twee soorten gaten, namelijk gaten of opneemruimtes 125’ voor schroeven 126’ waarmee het brugdeel 120a’ op de kolommen 109’ vastgeschroefd kan worden, en gaten 134 voor schroeven 133 waarmee het gebitsdeel 120b’ vastgeschroefd kan worden op het brugdeel 120a’.
De wijze van plaatsing is grotendeels overeenkomstig het samenstel van figuur 2A, echter wordt nu pas nadat het brugdeel 120a zelf is gefixeerd op de kolommen 109’ en de segmenten op de kaakwal zijn gefixeerd met osteosyntheseschroeven 114, het gebitsdeel 120b’ met behulp van de schroeven 133, die in gaten/opneemruimtes 132 in gebitsdeel 120b’ gestoken kunnen worden voor schroefaangrijping in gaten 134 op het brugdeel 120a’ bevestigd, op losmaakbare wijze.
Na verloop van tijd raken de implantaatsegmenten vergroeid met botvlies en met tandvlees. Tot die tijd zorgt het brugdeel voor stabilisatie van de segmenten.
In een uitvoering is elk segment voorzien om ideaal gepositioneerd te worden door middel van de precisie verbinding tussen de subperiostale segmenten en de suprastructuur, die de segmenten in hun ideale configuratie vis a vis elkaar en vis a vis het kaakbot ruimtelijk definiëren.
Het vervaardigen van de implantaten volgens de uitvinding kan als volgt plaatsvinden. De patiënt behoeft een exo-prothese, maar heeft vanwege atrofisch kaakbot onvoldoende materiaal voor bevestiging en verankering van endosseuse implantaten. Botreconstructie met eigen of andermans bot of met kunstbot is niet mogelijk, bottransplantatie evenmin. In zo’n geval kan gebruik van een subperiostaal implantaat uitkomst bieden.
Van de betreffende kaak of het betreffende kaakdeel van de patiënt wordt een driedimensionaal beeld gemaakt zodat de specifieke contouren en toestand van het kaakbot bekend worden. Dit wordt gedaan met behulp van een 3D scanner, in het bijzonder CT, meer in het bijzonder een CBCT scanner.
Het 3D beeld wordt opgeslagen en beschikbaar gesteld aan een ontwerper van subperiostale implantaten. De ontwerper ontwerpt met behulp van een CAD programma een optimale uitvoering van het subperiostale implantaat voor de patiënt. Daarbij bepaalt de ontwerper ook de plaatsen van bevestiging met schroeven en de deling in segmenten.
Het ontwerp wordt vastgelegd in een ontwerpbestand dat geschikt is voor aansturing van een 3D printer. De 3D printer is ingericht voor het printen van medische implantaten van biocompatibele materialen, zoals titanium of tantalium of legeringen daarvan.
Het besturingssysteem van de 3D printer leest het ontwerpbestand en laat de 3D printer de lichamen printen die overeenkomt met het ontwerp. De verkregen lichamen vormen dan samen het uit segmenten opgebouwde subperiostale implantaat. Indien nodig kunnen de implantaatsegmenten of -lichamen verder worden afgewerkt (zoals afwerken schroefdraad), bijvoorbeeld in een CNC proces.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeurs^uitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties duidelijk zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims (24)

1. Samenstel van -een kaakimplantaat voor orale subperiostale plaatsing over de kaakwal van de bovenkaak of de onderkaak van een patiënt, -een gebitsprothese en -steunen voor het steunen van de gebitsprothese op het kaakimplantaat, op afstand daarvan, welke steunen in het bijzonder kolommen of pijlers vormen, waarbij de gebitsprothese althans enige rechter kiezen (premolaren of molaren) en althans enige van de aan de linker zijde van de mediaanlijn gelegen tanden of kiezen omvat en/of althans enige linker kiezen (premolaren of molaren) en althans enige van de aan de rechter zijde van de mediaanlijn gelegen tanden of kiezen omvat, waarbij het kaakimplantaat gedeeld is in segmenten die uitgevoerd zijn voor respectieve plaatsing op verschillende gebieden van de kaakwal, die in boogrichting van de kaakwal op afstand van elkaar gelegen zijn, en waarbij de gebitsprothese een brugdeel omvat dat buigstijf is onder de beoogde, optredende belastingen en een booglengte heeft die voldoende is om via de steunen de segmenten met elkaar te verbinden.
2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de gebitsprothese rechter grote kiezen en/of linker grote kiezen omvat.
3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het brugdeel en althans één van de segmenten ingericht zijn voor onderlinge verbinding door middel van twee of meer voornoemde steunen.
4. Samenstel volgens conclusie 3, waarbij het brugdeel en elk van de segmenten ingericht zijn voor onderlinge verbinding door middel van twee of meer voornoemde steunen.
5. Samenstel volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, waarbij althans één van de segmenten uitgevoerd is voor plaatsing op de kaakwal ter plaatse van snij-en/of hoektanden en de gebitsprothese daarbij horende snij- en/of hoektanden omvat.
6. Samenstel volgens één de voorgaande conclusies, waarbij de segmenten uitgevoerd zijn voor plaatsing op de kaakwal met onderlinge tussenafstanden.
7. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de gebitsprothese een doorlopend brugdeel en een op het brugdeel te bevestigen doorlopend gebitsdeel omvat, welk gebitsdeel de kiezen en eventueel snij/hoektanden omvat.
8. Samenstel volgens één der conclusies 1-6, waarbij de gebitsprothese een doorlopend brugdeel en een daarmee één geheel vormend gebitsdeel omvat, welk gebitsdeel de kiezen en eventueel snij/hoektanden omvat.
9. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de verbinding tussen het brugdeel en de kolomvormige steunen onder de beoogde gebruiksomstandigheden hoekstijf is.
10. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de verbinding tussen elk implantaatsegment en de betreffende kolomvormige steunen onder de beoogde gebruiksomstandigheden hoekstijf is.
11. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het kaakimplantaat uitgevoerd is voor plaatsing op de kaakwal van de onderkaak.
12. Samenstel volgens conclusie 11, waarbij althans één segment voorzien is van een extensie met gaten voor bevestiging op het corpus mandibulae en/of van een extensie met gaten voor bevestiging op de ramus ascendens mandibulae, boven het trigonum retromolare richting processus coronoideus, of lateraal van de opstijgende tak van de onderkaak, dorsaal uitbreidend.
13. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het kaakimplantaat uitgevoerd is voor plaatsing op de kaakwal van de bovenkaak.
14. Samenstel volgens conclusie 13, waarbij althans één segment voorzien is van een extensie met gaten voor bevestiging op het bot naast de apertura piriformis en/of van een extensie met gaten voor bevestiging op voor bevestiging op het jukbeen of de zygoma pijler.
15. Werkwijze voor het in de mond van een patiënt plaatsen van een gebitsprothese welke althans enige rechter kiezen (premolaren of molaren) en althans enige van de aan de linker zijde van de mediaanlijn gelegen tanden of kiezen omvat en/of althans enige linker kiezen (premolaren of molaren) omvat en althans enige van de aan de rechter zijde van de mediaanlijn gelegen tanden of kiezen omvat, waarbij de gebitsprothese een als één geheel gevormd brugdeel en een gebitsdeel omvat, waarbij een uit segmenten opgebouwd implantaat gemaakt wordt, met althans een segment voor het rechter kiesgebied en/of althans een segment voor het linker kiesgebied, de segmenten worden voorzien van steunen, in het bijzonder kolom- of pijlervormige steunen, voor steun van de gebitsprothese, en de segmenten na elkaar op de daarvoor bestemde gebieden op de daartoe in voldoende mate blootgelegde kaakwal worden geplaatst , althans het brugdeel op de steunen wordt bevestigd om een verbindingsbrug te vormen tussen de geplaatste segmenten, de segmenten op vast kaakmateriaal worden bevestigd, in het bijzonder door middel van botschroeven, het tandvlees weer wordt teruggelegd, over de segmenten heen, en wordt gehecht.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij een gebitsprothese geplaatst wordt dat een als één geheel gevormd brugdeel en een daarop te bevestigen gebitsdeel omvat, waarbij eerst het brugdeel op de kolomvormige steunen van alle segmenten wordt bevestigd en vervolgens het gebitsdeel op het brugdeel bevestigd wordt.
17. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij een gebitsprothese geplaatst wordt dat een brugdeel en een daarmee één geheel vormend gebitsdeel omvat, zodat met plaatsing van het brugdeel tevens het gebitsdeel wordt geplaatst.
18. Werkwijze volgens conclusie 15, 16 of 17, waarbij tevens een segment voor een gebied van snij- en/of hoektanden wordt geplaatst.
19. Werkwijze volgens één der conclusies 15-18, waarbij de segmenten op tussenafstanden van elkaar worden geplaatst.
20. Werkwijze volgens één der conclusies 15-19, waarbij de gebitsprothese tevens een rechter verstandskies en/of een linker verstandskies omvat.
21. Subperiostaal implantaat voor plaatsing op de kaakwal van een onderkaak of bovenkaak, waarbij het implantaat in kaakwalrichting gedeeld is in segmenten.
22. Subperiostaal implantaat volgens conclusie 21, kennelijk geschikt en bestemd voor een samenstel volgens één der conclusies 1-14.
23. Samenstel voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
24. Werkwijze voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
NL1041558A 2015-06-08 2015-11-06 Subperiostaal implantaat en gebitsprothese NL1041558B1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1041558A NL1041558B1 (nl) 2015-11-06 2015-11-06 Subperiostaal implantaat en gebitsprothese
PCT/IB2016/000762 WO2016198935A1 (en) 2015-06-08 2016-06-06 Subperiosteal jaw implant
EP16741123.0A EP3302345B1 (en) 2015-06-08 2016-06-06 Subperiosteal jaw implant
US15/580,635 US10449017B2 (en) 2015-06-08 2016-06-06 Subperiosteal jaw implant
US16/659,384 US20200046470A1 (en) 2015-06-08 2019-10-21 Subperiosteal jaw implant

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1041558A NL1041558B1 (nl) 2015-11-06 2015-11-06 Subperiostaal implantaat en gebitsprothese

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1041558B1 true NL1041558B1 (nl) 2017-05-24

Family

ID=55273428

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1041558A NL1041558B1 (nl) 2015-06-08 2015-11-06 Subperiostaal implantaat en gebitsprothese

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1041558B1 (nl)

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1020439B (de) * 1953-11-25 1957-12-05 Heraeus Gmbh W C Zur Befestigung von Zahnprothesen dienendes subperiostales Implantat
US3577853A (en) * 1969-07-22 1971-05-11 Harold D Roberts Dental implant and method of mounting the same
US3908269A (en) * 1973-12-20 1975-09-30 Fred A Christenot Implant denture framework
DE3302758A1 (de) * 1982-01-29 1983-08-11 Robert 4000 Liège Streel Implantat und unterstruktur fuer eine prothetische anordnung in zahnlosen bereichen des unterkiefers
US4741698A (en) * 1986-04-08 1988-05-03 Andrews Ceramic Laboratory, Inc. Subperiosteal impant with detachable bar and method for its implanting
US4756690A (en) * 1986-12-05 1988-07-12 Roberts Harold D Support frame for upper dentures, and method
JP2007215911A (ja) * 2006-02-20 2007-08-30 Platon Japan:Kk 人工歯根連結保持プレート
US20140248583A1 (en) * 2013-03-04 2014-09-04 EdMiDent, LLC Support mechanism
CA2915531A1 (en) * 2013-07-01 2015-01-08 Manuel Angel MARTINEZ NAVARRO System for securing a dental prosthesis

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1020439B (de) * 1953-11-25 1957-12-05 Heraeus Gmbh W C Zur Befestigung von Zahnprothesen dienendes subperiostales Implantat
US3577853A (en) * 1969-07-22 1971-05-11 Harold D Roberts Dental implant and method of mounting the same
US3908269A (en) * 1973-12-20 1975-09-30 Fred A Christenot Implant denture framework
DE3302758A1 (de) * 1982-01-29 1983-08-11 Robert 4000 Liège Streel Implantat und unterstruktur fuer eine prothetische anordnung in zahnlosen bereichen des unterkiefers
US4741698A (en) * 1986-04-08 1988-05-03 Andrews Ceramic Laboratory, Inc. Subperiosteal impant with detachable bar and method for its implanting
US4756690A (en) * 1986-12-05 1988-07-12 Roberts Harold D Support frame for upper dentures, and method
JP2007215911A (ja) * 2006-02-20 2007-08-30 Platon Japan:Kk 人工歯根連結保持プレート
US20140248583A1 (en) * 2013-03-04 2014-09-04 EdMiDent, LLC Support mechanism
CA2915531A1 (en) * 2013-07-01 2015-01-08 Manuel Angel MARTINEZ NAVARRO System for securing a dental prosthesis

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20200046470A1 (en) Subperiosteal jaw implant
You et al. Treatment of ankylosed maxillary central incisors by segmental osteotomy with autogenous bone graft
Bousquet et al. Relocation of infrapositioned ankylosed teeth: description of orthodontic bone stretching and case series
Noh et al. Prosthetic rehabilitation of a cleidocranial dysplasia patient with vertical maxillofacial deficiency: a clinical report
ES2392303B1 (es) Método para la elaboración de una férula de corrección dental y férula así obtenida
Stacchi et al. Relocation of a malpositioned maxillary implant with piezoelectric osteotomies: a case report
NL1041558B1 (nl) Subperiostaal implantaat en gebitsprothese
Amm Three-year follow-up of a patient with hemifacial microsomia treated with distraction osteogenesis, temporary anchorage devices, and orthodontics
Kokai et al. Comprehensive treatment approach for bilateral cleft lip and palate in an adult with premaxillary osteotomy, tooth autotransplantation, and 2-jaw surgery
Gurgel et al. Mini-implants as provisional anchorage for the replacement of missing anterior teeth: a clinical report
Nocini et al. A customized distraction device for alveolar ridge augmentation and alignment of ankylosed teeth.
WO2017174403A1 (en) Dental implant plate
Triplett et al. Dental and Craniomaxillofacial Implant Surgery
Maheshwari et al. Comparative evaluation of displacement and stress distribution pattern during mandibular arch distalization with extra and inter-radicular mini-implants: a three-dimensional finite element study
Hinds Alveolar ridge development with forced eruption and distraction of retained natural dentition
Alleman et al. Width and transverse problems
Jaiswal Transverse maxillary deficiency correction using MARPE
Cunha et al. Segmental osteotomy for the correction of a malpositioned single implant: An 8-year follow-up.
NL1041343B1 (nl) Subperiostaal kaakimplantaat
Puricelli et al. Partial maxillary osteotomy following an unsuccessful forced eruption of an impacted maxillary canine: 10 year follow-up. Review and case report
Varinauskas et al. Influence of cantilever length on stress distribution in peri-implant bone with full dental arch on four implants concept
Ammoury et al. Three-dimensional surgical management of a patient with Pruzansky I hemifacial microsomia and severe facial asymmetry: A 4-year follow-up
Tetsch et al. Implant Therapy for Solitary and Multiple Dental Ageneses
Drew et al. Prosthetic Rehabilitation of the Cleft Alveolar Gap
Paul et al. Prosthodontic Rehabilitation Using Pterygoid Implant