NL1041070A - Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen en het op steunen overzetten van pakketten afbouwmaterialen. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen en het op steunen overzetten van pakketten afbouwmaterialen. Download PDF

Info

Publication number
NL1041070A
NL1041070A NL1041070A NL1041070A NL1041070A NL 1041070 A NL1041070 A NL 1041070A NL 1041070 A NL1041070 A NL 1041070A NL 1041070 A NL1041070 A NL 1041070A NL 1041070 A NL1041070 A NL 1041070A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
package
vehicle
support
main
frame
Prior art date
Application number
NL1041070A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1041070B1 (nl
Inventor
Van Lit Adrianus
Deodorus Koopmans Cornelis
Original Assignee
Van Lit Adrianus
Materieeldienst Beverwijk B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Van Lit Adrianus, Materieeldienst Beverwijk B V filed Critical Van Lit Adrianus
Priority to NL1041070A priority Critical patent/NL1041070B1/nl
Priority to PCT/NL2015/000040 priority patent/WO2016085327A2/en
Publication of NL1041070A publication Critical patent/NL1041070A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1041070B1 publication Critical patent/NL1041070B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B3/00Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor
    • B62B3/04Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor involving means for grappling or securing in place objects to be carried; Loading or unloading equipment
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B3/00Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor
    • B62B3/10Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor characterised by supports specially adapted to objects of definite shape
    • B62B3/108Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor characterised by supports specially adapted to objects of definite shape the objects being plates, doors, panels, or the like
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B5/00Accessories or details specially adapted for hand carts
    • B62B5/0026Propulsion aids
    • B62B5/0033Electric motors
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66FHOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
    • B66F9/00Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes
    • B66F9/06Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes movable, with their loads, on wheels or the like, e.g. fork-lift trucks
    • B66F9/075Constructional features or details
    • B66F9/08Masts; Guides; Chains
    • B66F9/082Masts; Guides; Chains inclinable
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66FHOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
    • B66F9/00Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes
    • B66F9/06Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes movable, with their loads, on wheels or the like, e.g. fork-lift trucks
    • B66F9/075Constructional features or details
    • B66F9/08Masts; Guides; Chains
    • B66F9/10Masts; Guides; Chains movable in a horizontal direction relative to truck
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66FHOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
    • B66F9/00Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes
    • B66F9/06Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes movable, with their loads, on wheels or the like, e.g. fork-lift trucks
    • B66F9/075Constructional features or details
    • B66F9/12Platforms; Forks; Other load supporting or gripping members
    • B66F9/18Load gripping or retaining means
    • B66F9/183Coplanar side clamps
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B2203/00Grasping, holding, supporting the objects
    • B62B2203/07Comprising a moving platform or the like, e.g. for unloading
    • B62B2203/071Comprising a moving platform or the like, e.g. for unloading turning around a vertical pivot axis
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B2203/00Grasping, holding, supporting the objects
    • B62B2203/70Comprising means for facilitating loading or unloading

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Handcart (AREA)

Description

Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen en het op steunen overzetten van pakketten afbouwmaterialen
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het verplaatsen en het op steunen overzetten van pakketten afbouwmaterialen voor de opbouw van systeem- of scheidingswanden. Dergelijk wanden omvatten profielen voor het vormen van kolommen en boven- en onderregels in de wanden, isolatieplaten en afbouw- of wandplaten, doorgaans gipsplaten. Deze afbouwmaterialen worden in pakketvorm naar het werk gebracht. Pakketten afbouwmaterialen kunnen aldus de vorm hebben van een stapel afbouwplaten, in het bijzonder gipsplaten. Andere dergelijke pakketten kunnen bestaan uit een (verpakte) stapel isolatieplaten of een (plat) (verpakt) pakket profielen, ondersteund op balken. De pakketten zijn doorgaans langwerpig, en hebben doorgaans een breedte die groter is dan de hoogte.
Afbouwplaten, in het bijzonder gipsplaten worden gewoonlijk met een platenwagen vanaf een buitenterrein bij de bouw naar de plaats van het afbouwwerk overgebracht en het aldaar overgezet op steunen, ook wel bokken genoemd.
Het is bekend om langwerpige afbouwplaten naar het werk te transporteren met behulp van een verrijdbare platenkar, waarop de afbouwplaten met de korte eindranden rechtop ondersteund worden, en wel op een liggende steun en tegen een opstaande steun aan de langzijde van de platenkar. De platenkar heeft een achterste stel wielen en een voorste stel wielen, waarbij het voorste stel wielen door middel van een dissel stuurbaar is. Op het werk worden de afbouwplaten als groep, onder behoud van hun oriëntatie, overgezet op twee bokken die L-vormige steun bieden, namelijk een liggende steun voor de onderranden en een opstaande steun voor de vlakke zijde van een buitenste afbouwplaat van de groep. Daar de bokken de groep afbouwplaten zodanig moeten presenteren aan de afbouwwerklieden dat deze de afbouwplaten gemakkelijk van de groep kunnen afnemen, moeten de opstaande steunen aan de van het werk afgekeerde zijde van de groep afbouwplaten opgesteld zijn. De bokken moeten daartoe bij stilgezette platenkar onder de onderrand van de groep afbouwplaten worden geschoven, aan beide langeinden van de platenkar, vóór en achter de wielen van de platenkar. De daarvoor benodigde ruimte kan echter beperkt worden door de aanwezigheid van een muur en vooraan door de aanwezigheid van de dissel van de platenkar.
Voorts is uit onder meer EP 1.645.484 bekend een systeem met een platenkar en een verrijdbare bok, waarbij de platenkar een hoofdgestel en een de stapel platen dragend hulpgestel omvat. Het hulpgestel is kantelbaar om een as parallel aan de hoofdas van de platenkar, om de stapel naar een opstaande stand te kantelen voor passage door deuren en dergelijke. Het hulpgestel is voorts kantelbaar om een as dwars op de hoofdas met het oog op het overbrengen van de stapel platen naar de bok. Daarbij worden de aanvankelijk opstaande platensteunen van de bok naar een horizontale stand gebracht en onder het op het hulpgestel liggende platenpakket gebracht, aan weerszijden van het hulpgestel. Vervolgens worden hulpgestel en (de dan liggende) opstaande steunen van de bok tegelijk naar een opstaande stand gekanteld, waarbij de opstaande steunen van de bok zich dan aan de naar de kar gekeerde zijde van de stapel platen bevinden. Indien de bok bij een muur is opgesteld zal deze gekeerd moeten worden om een plaat af te kunnen nemen van het opstaande pakket.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Een doel van de uitvinding is een inrichting en/of werkwijze van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen waarmee een pakket afbouwmaterialen, in het bijzonder een stapel afbouwplaten, in het bijzonder gipsplaten, getransporteerd kan worden naar het werk en aldaar op ergonomisch voordelige wijze overgezet kan worden op één of meer gebruikelijke bokken met liggende en opstaande steunen. Met één of meer bokken wordt bedoeld een als één geheel hanteerbare bok of twee apart te hanteren bokken, die op een afstand van elkaar worden geplaatst.
Een doel van de uitvinding is een inrichting en/of werkwijze van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen waarmee een pakket afbouwmaterialen, in het bijzonder een stapel afbouwplaten, in het bijzonder gipsplaten, getransporteerd kan worden naar het werk en aldaar op eenvoudige wijze overgezet kan worden op één of meer gebruikelijke bokken met liggende en opstaande steunen.
Een doel van de uitvinding is een inrichting en/of werkwijze van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen waarmee een pakket afbouwmaterialen, in het bijzonder een stapel afbouwplaten, in het bijzonder gipsplaten, getransporteerd kan worden naar het werk en aldaar overgezet kan worden op één of meer bokken met liggende en opstaande steunen in een opstaande stand, bij voorkeur een opstaande stand met de langsrichting van de platen horizontaal.
Een doel van de uitvinding is een inrichting en/of werkwijze van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen waarmee een stapel afbouwplaten getransporteerd kan worden naar het werk en aldaar overgezet kan worden op één of meer bokken in een voor verdere hantering gunstige positie.
Voor het bereiken van althans één van deze doelen voorziet de uitvinding, vanuit één aspect, in een transportvoertuig, in het bijzonder een van een hoofdaandrijving voor voortbeweging voorzien transportvoertuig, voor het verplaatsen van een pakket afbouwmaterialen, in het bijzonder afbouwplaten, in het bijzonder gipsplaten, welk pakket in een dwarsdoorsnede een breedte heeft die groter is dan de hoogte, waarbij het voertuig omvat: -een hoofdgestel met een vooreind en een achtereind, welk hoofdgestel een zich tussen beide einden uitstrekkende horizontale hoofdhartlijn heeft; -een hulpgestel met een pakketsteun voorzien van een eerste steun voor het liggend steunen van het pakket aan een eerste hoofdzijde daarvan en van een tweede steun voor het steunen van een eerste smalle zijde van het pakket, welke, beschouwd in de dwarsdoorsnede, dwars op de eerste hoofdzijde staat, van het pakket; -waarbij het hulpgestel aan het vooreind of het achtereind beweegbaar verbonden is met het hoofdgestel voor relatieve oprichtende beweging van een liggende transportstand van de pakketsteun, waarin het pakket aan de eerste hoofdzijde door de eerste steun liggend ondersteund wordt, naar een opstaande overzetstand van de pakketsteun, waarin het pakket opstaand ondersteund wordt door althans de tweede steun aan de eerste smalle zijde, waarbij de pakketsteun in de opstaande overzetstand zodanig georiënteerd is dat de tweede steun onder een hoek staat ten opzichte van de hoofdhartlijn van het hoofdgestel die groter is dan 180 graden, bij voorkeur in het bereik van ongeveer 185-ongeveer 195 graden, bij voorkeur ongeveer 190 graden.
Hiermee kan het pakket afbouwmaterialen op het voertuig voorover worden gekanteld van een liggende naar een opstaande oriëntatie afgestemd op de oriëntatie van de pakketsteunen van de bok of bokken, waarvan de liggende steunen doorgaans onder een hoek van ongeveer 10 graden (met afwijkingen daarvan van in het bereik van ongeveer +5 graden tot -5 graden) ten opzichte van de horizontaal staan. De bokken kunnen met hun platen- of pakketsteunzijde naar de werkruimte gekeerd opgesteld worden bij een muur, omdat zij met het voertuig benaderd kunnen worden vanaf de werkruimte en het overzetten vanaf die zijde kan plaatsvinden. De bokken kunnen reeds van te voren zijn opgesteld. Conflicten van de bokken met een eventuele dissel van het voertuig worden voorkomen. De fysieke belasting voor werklieden kan hiermee aanzienlijk beperkt worden.
In een eenvoudige uitvoering is het hulpgestel om een dwars op de hoofdhartlijn staande dwarshartlijn kantelbaar verbonden met het hoofdgestel, bij voorkeur nabij het vooreind daarvan, voor het uitvoeren van voornoemde beweging van de liggende transportstand naar de opstaande overzetstand.
Voor het gemakkelijk bewegen van het hulpgestel van de transportstand naar de overzetstand kan een eerste aandrijving aanwezig zijn op het voertuig.
Het voertuig kan voorzien zijn van een derde steun voor het steunen van het pakket in de overzetstand van het hulpgestel aan een tweede hoofdzijde van het pakket die tegengesteld is aan de door de eerste steun aangegrepen eerste hoofdzijde van het pakket. Hierdoor wordt het pakket stabiel gehouden tijdens het voorover kantelen van het pakket. De stabiliteit van het pakket wordt daarbij bevorderd indien de derde steun plaatsbaar is voor het aangrijpen van de tweede hoofdzijde nabij een aan de eerste smalle zijde tegengestelde tweede smalle zijde van het pakket.
In een uitvoering is de derde steun meervoudig, met derde steundelen, waarbij de onderlinge afstand van de derde steundelen, beschouwd in een richting parallel aan de tweede smalle zijde van het pakket, instelbaar is. Hiermee kan worden afgestemd op de dimensies van het pakket, in het bijzonder een pakket afbouwplaten, om een zo gunstig mogelijke plaats van aangrijping tussen derde steun en pakket te kunnen realiseren.
De derde steun kan op losmaakbare wijze bevestigbaar zijn op het hulpgestel, in het bijzonder pakketsteun, zodat deze slechts indien nodig aanwezig is in een werkstand en wanneer niet nodig geen belemmering vormt voor andere handelingen met het voertuig en/of pakket.
Voor het overzetten van het pakket op de één of meer bokken kan het gunstig zijn indien de tweede steun in althans de overzetstand verplaatsbaar is tussen een eerste stand en een lagere tweede stand. Men kan het pakket dan met overzicht laten zakken op de één of meerdere bokken, eventueel een bok in stand wijzigen voordat die het gewicht van het pakket overneemt. Hierbij is het voordelig indien het hulpgestel op en neer verplaatsbaar is ten opzichte van althans een deel van het hoofdgestel, bij voorkeur met een tweede aandrijving.
In een uitvoering is de tweede steun meervoudig met meerdere tweede steundelen, waarbij de onderlinge afstand van de tweede steundelen, beschouwd in een richting parallel aan de eerste smalle zijde of rand van het pakket, instelbaar is. Hiermee kan worden afgestemd op de dimensies van het pakket, om een zo gunstig mogelijke plaats van aangrijping tussen tweede steun en pakket te kunnen realiseren. De instelbaarheid kan daarbij zodanig zijn dat het pakket, in het bijzonder een pakket gipsplaten, met het zwaartepunt althans nagenoeg in het midden van het voertuig ligt, waardoor de manoeuvreerbaarheid en stabiliteit wordt bevorderd.
De tweede steun kan verplaatsbaar zijn tussen een opgeslagen stand en een de eerste smalle zijde of rand aangrijpende stand, zodat deze geen belemmering vormt voor andere handelingen met het voertuig en/of pakket.
In een verdere ontwikkeling van het voertuig volgens de uitvinding is de pakketsteun om een verticale hartlijn verdraaibaar ten opzichte van het hoofdgestel van een verplaatsingstand, waarin de eerste steun het pakket met een horizontale pakketrichting parallel aan de hoofdhartlijn houdt, en een tussenstand, waarin de eerste steun het pakket met die pakketrichting dwars op de hoofdhartlijn houdt. Een pakket langwerpige afbouwplaten kan daardoor met de korte zijde voorlopend op het voertuig worden verreden naar het werk, en aldaar, met de hoofdhartlijn van het voertuig dwars op de bok(ken) staand, worden verdraaid naar een dwarsstand en in die dwarsstand worden overgezet op de bok(ken). De afbouwplaten staan dan met hun lengte horizontaal op de bok(ken). Het voertuig, in het bijzonder het hulpgestel, kan voor de verdraaiing voorzien zijn van een derde aandrijving, in het bijzonder een cilinder, zoals een hydraulische cilinder.
In een verdere ontwikkeling van het voertuig volgens de uitvinding is de pakketsteun beweegbaar ten opzichte van het hoofdgestel voor een horizontale verplaatsing, in het bijzonder verschuiving, van de pakketsteun, in het bijzonder eerste steun ten opzichte van het hoofdgestel in een richting parallel aan de hoofdhartlijn. Hierdoor kan het pakket, in het bijzonder pakket afbouwplaten, en daarmee het zwaartepunt daarvan, dichter bij de bok(ken worden geschoven zonder het voertuig te hoeven verplaatsen. Voor deze verplaatsing kan het voertuig, in het bijzonder het hulpgestel, voorzien zijn van een vierde aandrijving, in het bijzonder een cilinder, zoals een hydraulische cilinder. In een compacte uitvoering zijn de derde en vierde aandrijving in serie opgesteld, bij voorkeur voor een opeenvolgende werking.
De derde en vierde aandrijving kunnen een eerste cilinder en een tweede cilinder omvatten, waarbij de eerste cilinder werkzaam is voor de horizontale verplaatsing en de tweede cilinder voor de verdraaiing, waarbij, bij voorkeur, de tweede cilinder met één eind bevestigd is op het beweegbare deel van de eerste cilinder, in het bijzonder op het eind van de zuigerstang daarvan. De tweede cilinder kan daarbij met het andere eind bevestigd zijn op de pakketsteun op een plaats op horizontale afstand van de verticale hartlijn.
Eventueel kan op het voertuig, aan het eind tegengesteld aan het eind waar het’overzetten plaatsvindt, een ballast worden voorzien voor het voorkomen van een oplichten van het voertuig aldaar als gevolg van een verplaatsing van het zwaartepunt van het pakket ten opzichte van het hoofdgestel.
In een eenvoudige uitvoering heeft het hulpgestel een basisgestel, dat beweegbaar, in het bijzonder kantelbaar verbonden is met het hoofdgestel en dat de eerste steun draagt, waarbij de pakketsteun om een verticale hartlijn verdraaibaar is verbonden met het basisgestel en/of horizontaal verschuifbaar verbonden is met het basisgestel voor voornoemde verdraaiing respectievelijk horizontale verplaatsing ten opzichte van het hoofdgestel. De voor de verdraaibaarheid en schuifbaarheid van de pakketsteun benodigde onderdelen kunnen daardoor apart zijn van de voor de kantelbaarheid van het hulpgestel benodigde onderdelen. De pakketsteun volgt wel de kantelbeweging van het hulpgestel als geheel.
Ter bevordering van de stabiliteit van het voertuig tijdens het overzetten kan het voertuig voorzien zijn van een stempel, bij voorkeur aan het vooreind, voor het op een ondergrond steunen van het voertuig tijdens de beweging van het hulpgestel van de transportstand naar de overzetstand, waarbij het voertuig bij voorkeur voorzien is van een vijfde aandrijving voor het in en uit een actieve stand brengen van de stempel.
Het transportvoertuig volgens de uitvinding kan uitgevoerd zijn als verrijdbare kar, met rupsbanden of bij voorkeur met wielen.
Aan het achtereind van het hoofdgestel kan het voertuig zijn voorzien van een dissel, welke verbonden is met een van één of meer van de wielen voorzien draaistel. Ook aan het vooreind kan het voertuig voorzien zijn van een van één of meer van de wielen voorzien draaistel, bij voorkeur gekoppeld met het draaistel van het achtereind. De aandrijving voor het voertuig is bij voorkeur werkzaam op de aan het vooreind gelegen wielen.
Voor bediening van de genoemde aandrijvingen kan een afstandsbediening zijn voorzien, bij voorkeur nabij of op een vrij eind van de dissel.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een samenstel van een kar volgens de uitvinding en één of meerdere bokken voor ontvangst van het pakket van het hulpgestel van het voertuig, waarbij de één of meerdere bokken voorzien zijn van ligsteunen voor het steunen van de eerste smalle zijde van het pakket en van opstaande steunen voor het steunen van de tweede hoofdzijde van het pakket.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het verplaatsen van een pakket afbouwmaterialen, in het bijzonder een stapel afbouwplaten, in het bijzonder gipsplaten, naar een werk, waarbij het pakket plat liggend, op een eerste hoofdzijde gesteund, in een verplaatsingsstand, op een transportvoertuig, in het bijzonder langwerpig voertuig, in het bijzonder kar, naar het werk wordt verplaatst, en aldaar wordt overgezet op één of meerdere bokken, welke één of meerdere bokken voorzien zijn van ligsteunen voor het steunen van een eerste smalle zijde van het pakket en van opstaande steunen voor het steunen van een tweede hoofdzijde van het pakket om het pakket in een opstaande stand te steunen, waarbij het voertuig wordt geplaatst vóór de één of meerdere bokken, tegenover de opstaande steunen daarvan, het pakket in een door de verticaal gaande kantelbeweging wordt overgebracht van een liggende naar een opstaande overzetstand, in opwaartse richting voorover hellend naar de één of meerdere bokken toe en wordt neergezet met de eerste smalle zijde op de ligsteunen van de één of meerdere bokken en met een aan de eerste hoofdzijde tegengestelde tweede hoofdzijde tegen de opstaande steunen van de één of meerdere bokken.
In een uitvoering is het pakket langwerpig en wordt het pakket in de verplaatsingsstand liggend naar het werk verplaatst met de langste dimensie in rijrichting.
In een verdere ontwikkeling, waarin het voertuig een hoofdhartlijn heeft die een vooreind en een achtereind van het voertuig verbindt, welke hoofdhartlijn parallel is aan de normale verplaatsingsrichting of rijrichting van het voertuig, vindt de kantelbeweging plaats om een as die dwars op de hoofdhartlijn staat, derhalve aan een langseind van het voertuig, bij voorkeur een tijdens verplaatsing voorste eind van het voertuig.
In een uitvoering wordt het pakket bij het werk van de verplaatsingsstand om een verticale hartlijn verdraaid naar een tussenstand dwars op de verplaatsingsstand.
In een uitvoering wordt het pakket tijdens de kantelbeweging aan de eerste smalle zijde of rand gesteund vanuit het voertuig en/of aan de tweede hoofdzijde, nabij de aan de eerste tegengestelde tweede smalle zijde of rand van het pakket gesteund.
Voorafgaande aan het uitvoeren van de kantelbeweging kan het pakket naar voren worden opgeschoven, richting één of meerdere bokken, ter bevordering van het overzetproces. Indien het pakket aan voornoemde verdraaiing in het horizontale vlak wordt onderworpen kan de stap van het verdraaien om de verticale hartlijn uitgevoerd worden na het naar voren schuiven van het pakket.
In een uitvoering, waarbij het voertuig een hoofdhartlijn heeft die een vooreind en een achtereind van het voertuig verbindt, welke hoofdhartlijn parallel is aan de normale rijrichting of verplaatsingsrichting van het voertuig, worden voorafgaande aan het overzetten van het pakket op de één of meerdere bokken het voertuig met de hoofdhartlijn dwars op de één of meerdere bokken gepositioneerd. Het voertuig kan in een richting dwars op de bokken tot vóór de bokken worden gereden, hetgeen met overzicht kan gebeuren.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het verplaatsen van een pakket langwerpige afbouwmaterialen, in het bijzonder afbouwplaten, zoals gipsplaten, naar een werk, waarbij het pakket op een langwerpig transportvoertuig naar het werk wordt verplaatst, en aldaar wordt overgezet op één of meerdere bokken, waarbij het voertuig een door wielen gesteund hoofdgestel en een door het hoofdgestel gesteunde pakketsteun omvat, waarbij het pakket op de pakketsteun steunend naar het werk wordt gereden, in een verplaatsingsstand in een oriëntatie met de langsrichting parallel aan de verplaatsingsrichting, en waarbij bij aankomst op het werk, in het bijzonder bij de één of meerdere bokken, de pakketsteun ten opzichte van het hoofdgestel om een verticale hartlijn verdraaid wordt naar een tussenstand dwars op de verplaatsingsstand. Hiermee kan het platenpakket in een voor opslag op bokken en/of het oppakken van de afbouwplaten door werklieden gunstige stand worden gebracht. Het achterlopende eind van het voertuig, waar zich een dissel kan bevinden, vormt dan geen hindernis.
Zoals in het voorgaande besproken kan in de verplaatsingsstand het pakket, in het bijzonder pakket afbouwplaten, plat liggen op de pakketsteun.
In een uitvoering, waarin het pakket, in het bijzonder pakket afbouwplaten, in de verplaatsingsstand liggend of opstaand kan zijn, wordt gebruik gemaakt van één of meerdere bokken die voorzien zijn van steunen voor het steunen van een eerste smalle zijde van het pakket en voor het steunen van een hoofdzijde van het pakket om het pakket in een opstaande stand te steunen. De afbouwplaten worden dan in een gunstige opstaande positie met de langsas horizontaal opgesteld voor verdere hantering/verwerking.
In het geval van liggend transport op de pakketsteun wordt in een uitvoering de pakketsteun tijdens het overzetten van het pakket van het voertuig naar de één of meerdere bokken gekanteld om een as parallel aan de langsrichting van het pakket in de tussenstand, naar een opstaande stand afgestemd op de oriëntatie van de steunen van de één of meerdere bokken.
Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een kar waarin de pakketsteun deel uitmaakt van een hulpgestel, dat een basisgestel omvat dat voor de kantelbeweging verdraaibaar verbonden is met het hoofdgestel, waarbij de pakketsteun om een verticale hartlijn verdraaibaar verbonden is met het basisgestel.
In overeenstemming met zojuist hiervoor besproken aspect voorziet de uitvinding in een transportvoertuig voor het verplaatsen van een langwerpig pakket langwerpige afbouwmaterialen, in het bijzonder afbouwplaten, in het bijzonder gipsplaten, welk pakket in een dwarsdoorsnede een breedte heeft die groter is dan de hoogte, omvattend: -een hoofdgestel met een vooreind en een achtereind, welk hoofdgestel een zich tussen beide einden uitstrekkende horizontale hoofdhartlijn heeft welke parallel is aan de normale verplaatsingsrichting van het voertuig,; -een hulpgestel met een pakketsteun voor het steunen van het pakket in een verplaatsingsstand in een oriëntatie met de langsrichting parallel aan de hoofdhartlijn; -waarbij de pakketsteun van het hulpgestel om een verticale hartlijn verdraaibaar is ten opzichte van het hoofdgestel voor een verdraaiing van de pakketsteun van de verplaatsingstand naar een tussenstand, waarin het pakket met de langsrichting dwars op de hoofd hartlijn staat.
De pakketsteun kan hierbij een eerste steun omvatten voor het in de verplaatsingsstand plat liggend steunen van het pakket, in het bijzonder pakket afbouwplaten, op een eerste hoofdzijde daarvan, en bij voorkeur een tweede steun omvatten voor het steunen van een eerste smalle zijde van het pakket.
De hoofdzijde bepaalt de breedte en de smalle zijde de hoogte van het pakket.
Het hulpgestel met pakketsteun kan kantelbaar zijn ten opzichte van het hoofdgestel om een horizontale hartlijn, in het bijzonder om een as dwars op de hoofdhartlijn. De pakketsteun kan hierbij deel uitmaken van een hulpgestel, dat een basisgestel omvat dat voor de kantelbeweging verdraaibaar verbonden is met het hoofdgestel, waarbij de pakketsteun om een verticale hartlijn verdraaibaar verbonden is met het basisgestel.
De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoering. Getoond wordt in:
Figuren 1A-C respectievelijk een zijaanzicht, een bovenaanzicht en een eindaanzicht op een voorbeelduitvoering van een platenkar volgens de uitvinding;
Figuur 2 de platenkar van de figuren 1A-C voorzien van een pakket afbouwplaten;
Figuren 3A-G opeenvolgende stappen in het overbrengen van het pakket afbouwplaten van de platenkar van de voorgaande figuren op een paar bokken; en
Figuren 4A-E respectievelijk een zijaanzicht, drie opeenvolgende stadia in gebruik en een eindaanzicht op een alternatieve voorbeelduitvoering van een platenkar volgens de uitvinding
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Het in de figuren 1A-C weergegeven transportvoertuig is uitgevoerd als platenkar 1 en is bestemd en ontworpen voor het transport van een stapel afbouwplaten, in het bijzonder gipsplaten voor systeemwanden, van een opslag of aanvoer, zoals vrachtwagen, naar de plaats van afbouw, het werk waar de platen gemonteerd worden voor het vormen van een scheidingswand in een gebouw.
De platenkar 1 heeft een vooreind en een achtereind en een deze met elkaar verbindende denkbeeldige hoofdhartlijn M, en omvat een langwerpig hoofdgestel 2, waarop twee draaistellen 3a,3b zijn gemonteerd met wielen 4. Een dissel 5 is bevestigd aan het achtereind gelegen draaistel 3a, voor manipulatie daarvan. Op het uiteinde van de dissel 5 bevindt zich een bedieningseenheid 12, van waaraf zich bedieningsleidingen uitstrekken, door het inwendige van de buis van de dissel 5 heen naar de te bedienen componenten op de platenkar 1. De beide draaistellen 3a,3b zijn met elkaar verbonden door een koppelstang 6 voor gelijktijdige tegengestelde verdraaiing ter verbetering van de manoeuvreerbaarheid van de platenkar 1.
Het hoofdgestel 2 omvat een bovendeel 7 met een paar langsliggers 7a en dwarsliggers 7b, zie ook figuur 3G. Nabij het achtereind van de platenkar 1 is op het hoofdgestel 2 een ballast 8 bevestigd. Aan het vooreind van de langsliggers 7a zijn platen 9 bevestigd, voor het houden van scharnieren 10a,b. Het bovendeel 7 omvat kolomgedeelten 17a, die op en neer verschuifbaar zijn op kolomgedeelten 17b, die vast zijn met benedendeel 70 van hoofdgestel 2. De draaistellen 3a,b zijn bevestigd op het benedendeel 70. Voor het ten opzichte van het benedendeel 70 heffen en neerlaten van het bovendeel 7 is een hydraulische cilinder 18 voorzien.
Op het benedendeel 70 van het hoofdgestel 2 is verder, vooraan, een stempel 19 aangebracht, welke door een hydraulische cilinder 13 (vijfde aandrijving) op en neer verplaatsbaar is en aandrukbaar is tegen een ondergrond.
Op het benedendeel 70 van het hoofdgestel 2 zijn aangebracht een electromotor 11 met differentieel voor aandrijving van de wielen 4 op draaistel 3b en een hydromotor 14 voor de hydraulische cilinders 13, 18 en (nog te bespreken) 23a,b, alsmede, indien aanwezig, voor de cilinders 125 en 126, nog nader te bespreken. Een accu 50 zorgt voor de voeding.
Het bovendeel 7 van het hoofdgestel 2 ondersteunt een hulpgestel 20, dat ter plaatse van de scharnieren 10a,b om as Y scharnierbaar verbonden is met het hoofdgestel 2. Het hulpgestel 20 omvat een basisdeel 21 en een daarop ondersteunde pakketsteun of platensteun 22. De pakketsteun 22 omvat een H-vormig kokerstel 22a en een daarop bevestigd stel dwarskokers 22b, op het bovenvlak waarvan houten latten zijn bevestigd die aldus een eerste steun 28 vormen voor bijvoorbeeld een afbouwplatenpakket, voor een hoofdzijde daarvan.
Voor het uitvoeren van de rotatie van het hulpgestel 20 om as Y, richtingen A, zijn twee hydraulische cilinders 23a,b (eerste aandrijving) voorzien. Deze zijn met één eind bevestigd aan het benedendeel 70 van het hoofdgestel 2, op een niveau beneden de langsliggers 7a, en met het andere eind bevestigd aan het basisdeel 21.
De pakketsteun 22 is in langsrichting X verschuifbaar (richtingen B) ten opzichte van het basisdeel 21. Voorts is de pakketsteun 22 ter plaatse van scharnier 24 verdraaibaar ten opzichte van basisdeel 21, om een as Z (richtingen C) die loodrecht staat op het hoofdvlak van de pakketsteun 22, in de in figuur 1A weergegeven liggende stand de verticale hartlijn Z. Het scharnier 24 tussen basisdeel en pakketsteun is daarbij in X richting verplaatsbaar aangebracht, op een slede 71 die geleid is door langsliggers 21a,b van basisdeel 21. Voor het vrijgeven voor verschuiving van de slede 71 met pakketsteun respectievelijk blokkeren tegen verschuiving is een grendel 25 voorzien. Voor het vrijgeven voor verdraaiing van de pakketsteun om as Z respectievelijk blokkeren tegen verdraaiing is een grendel 26 voorzien.
De pakketsteun 22 omvat voorts een tweede steun in de vorm van L-vormige tweede steunen of steundelen 27 , die met één been 27a reiken in één eind van dwarskokers 22b van pakketsteun 22. De tweede steunen 27 zijn in twee standen vast te leggen aan de dwarskokers 22b, namelijk een platte stand, waarin het been 27a geheel in de dwarskoker 22b is opgenomen, en een opstaande actieve stand, waarin het andere been 27b omhoog reikt en het eerstgenoemde been uitgeschoven is uit de koker 22b, over een instelbare afstand. De instelling kan zodanig zijn dat de pakketsteunvlakken van de tweede benen 27b op een horizontale afstand S (zie figuur 1B) tot een verticaal langsvlak (M, zie figuur 1B) dat het zwaartepunt van de platenkar 1 bevat van een halve pakketbreedte gelegen is, bij een gipsplaatbreedte van 1.20 m dus 0.6 m.
Op de platenkar is voorts een derde steun in de vorm van U-vormige derde steunen of steundelen 29 aanwezig, welke steundelen op verwijderbare wijze met één been 29a in het andere eind van dwarskokers 22b in te schuiven zijn, om met de bodem 29b van de U omhoog te reiken en met het andere been 29c weer parallel aan het eerstgenoemde been te reiken. De positie van het andere been 29c langs de bodem van de U is instelbaar. In figuren 1B en 1C zijn deze steunen gestreept weergegeven.
De platenkar 1 kan ingezet worden voor het transport van een pakket afbouwmaterialen naar een afbouwwerk en het aldaar op bokken overzetten van het pakket. Het betreft vooral een pakket langwerpige afbouwplaten, gipsplaten, die doorgaans 1.20 m (breedte) bij 2.40 m (lengte) zijn, waarbij de pakkethoogte bijvoorbeeld 30 cm is, bij 20 platen met 1,5 cm dikte. Een pakket kan ook bestaan uit een door folie omgeven pakket van bijvoorbeeld drie in langsrichting naast elkaar gelegen stapels isolatieplaten, elk van 0,6 m hoog, 1 m breed en 1 m lang, derhalve met een pakketlengte van 3 m.
In gebruik wordt in dit voorbeeld een platenpakket P plat, liggend, op de platenkar 1 geplaatst, zie figuur 2, waarbij de onderste, eerste hoofdzijde Pa van het pakket P ligt op de eerste steun 28 van pakketsteun 22. De langszijden P1 en P2 zijn parallel aan X. De L-vormige tweede steunen 27 zijn vóór het plaatsen van het pakket P op de platenkar 1 uitgeschoven uit de dwarskokers 22b, opwaarts gekanteld en dan met de benen 27b opstaand ingesteld op een halve pakket- of plaatbreedte vanaf middenvlak M, zodat de eerste smalle zijde of rand van het platenpakket P aanligt tegen de tweede steun (opstaande benen 27b van pakketsteun 22 . Het platenpakket P is dan goed uitgericht en ligt met het zwaartepunt eveneens in het vlak M. De steunen 29 zijn nog buiten gebruik.
De platenkar 1 wordt in die toestand naar het werk gereden, volgens normale verplaatsingsrichting X, parallel aan de hoofdhartlijn, door bediening van de electromotor 11, vanaf bedieningseenheid 12 op dissel 5. Aangekomen in de werkruimte wordt de platenkar 1 tot vóór twee op korte afstand voor een muur geplaatste bokken 40 (fig. 3D e.v.) gereden, met het vooreind bij de bokken 40, de langsrichting van de platenkar dwars op de denkbeeldige lijn die de bokken met elkaar verbindt..
Dan wordt grendel 25 bediend (gedeactiveerd) en vervolgens de pakketsteun 22 met daarop liggend platenpakket P naar voren (richting X1) geschoven, figuur 3A. De grendel 25 wordt dan weer geactiveerd.
Vervolgens wordt grendel 26 bediend (gedeactiveerd), waarna de pakketsteun 22 met platenpakket P om as Z wordt verdraaid, over 90 graden, richting C1, naar de stand van figuur 3B. De grendel 26 wordt dan weer geactiveerd.
In een volgende stap wordt vanaf de bedieningseenheid 12 de hefcilinder 18 (tweede aandrijving) geactiveerd, waardoor het bovendeel 7 van het hoofdgestel 2 en het hulpgestel 20 omhoog worden verplaatst, richting D1, zie figuur 3C.
Dan worden de derde steunen 29 geplaatst, door de benen 29a daarvan in de dwarskokers 22b te schuiven. De benen 29c worden in aangrijping met het bovenvlak, tweede hoofdzijde, van het platenpakket P gebracht en dan in die stand vastgezet., zie ook figuur 3C.
De platenkar 1 wordt dan op de juiste positie vóór de schematisch weergegeven bokken 40 gebracht, waarna vanaf de bedieningseenheid 12 de cilinder 13 wordt bediend om de stempel 19 tegen de vloer aan te drukken, zie ook figuur 3C (merk op dat in de voorgaande figuren de stempel 19 ook al uitegzet is afgebeeld, maar dat is daar nog niet het geval). De stempel 19 wordt zodanig aangedrukt, dat het gewicht van de platenkar 1 aldaar grotendeels wordt overgenomen en de wielen 4 van draaistel 3b ontlast worden. Hierdoor wordt voorkomen dat de wielassen en de aandrijving 11 worden overbelast.
De platenkar 1 is dan gereed voor het overzetten van het platenpakket op bokken 40a,b. De bokken 40a,b, zie figuur 3E) bezitten liggende steunvlakken 41a,b en opstaande steunvlakken 42a,b, die onder een hoek van 90 graden staan met de liggende steunvlakken. In plaats van twee bokken 40a,b kan ook een als één geheel hanteerbare bok worden gebruikt, bijvoorbeeld met één liggend steunvlak voor het over een voldoende lengte steunen van een onderrand van een platenpakket.
Dan worden vanaf de bedieningseenheid 12 de cilinders 23a,b bediend, waardoor het hulpgestel 20 om as Y zal gaan roteren, in een kantelbeweging A1, figuur 3D, naar een verticale stand en daar voorbij, naar een doorgekantelde stand, onder een hoek ongeveer overeenkomend met de hoek van de opstaande steunen 42a,b, figuren 3E en 3F . Deze hoek kan 190 graden zijn ten opzichte van de uitgangsstand van het platenpakket.
In deze kantelbeweging vindt het platenpakket P stabiele steun op de (aanvankelijk) eerste steun 28, de tweede steunen 27 en na het door de verticaal heen gaan ook de derde steunen 29. Stabiliteit van de platenkar 1 wordt verzekerd door de ballast 8 en door de stempel 19.
Vervolgens wordt vanaf de bedieningseenheid 12 de cilinder 18 bediend voor het laten zakken, richting D2, van het samenstel van bovendeel 7 van hoofdgestel en het hulpgestel 20, en daarmee de tweede steun 27 en daarmee het platenpakket P, totdat dit op de liggende steunen 41a,b rust, figuur 3F. Wanneer het platenpakket P op stabiele wijze op de bokken 40 rust, kan men de derde steunen 29 verwijderen, de stempel 19 heffen en de platenkar terugrijden, waarbij de tweede steunen 27 vanwege de schuine stand zonder probleem naar achter kunnen worden bewogen, figuur 3G. Een extra neerlaatbeweging in richting D2 van het hulpgestel 20 is dan niet nodig. Men kan alternatief ook de neerlaatbeweging na contact van het platenpakket P met de liggende steunen 41a,b doorzetten tot de geheel neergelaten uitgangsstand, wanneer de derde steunen met hun benen 29a daarbij vrij uitschuifbaar zijn uit de dwarskokers 22b.
De pakketsteun 22 kan weer terug worden verdraaid, richting C2, naar een oriëntatie in lijn met de langsrichting van de platenkar 1 en weer worden teruggeschoven in de richting X, een en ander met bediening van de grendels 25,26. De platenkar 1 is nu weer gereed om een volgend platenpakket op te halen.
De fysieke belasting voor werklieden is met de uitvinding tot een minimum beperkt. In het geval waarin ook de verschuiving en verdraaiing van de pakketsteun met aandrijvingen plaatsvindt hoeft een werkman de afbouwplaten tijdens het overzetten zelfs helemaal geen bijzondere kracht uit te oefenen. De uitvinding leent zich voor een afbouwproces waarin op een werkvloer eerst de voor systeemwanden benodigde profielen, isolatieplaten en gipsplaten naar de werkvloer worden gebracht en -met geringe fysieke inzet-opgesteld worden op bokken, en pas dan de profielen worden gesteld en de isolatie en gipsplaten worden aangebracht.
In de figuren 4A-E is een alternatieve uitvoering 101 van een platenkar volgens de uitvinding weergegeven, waarin voorzien is in een aandrijving voor de horizontale verplaatsing in de richtingen X van de pakketsteun 122 ten opzichte van het basisdeel 121 en in een aandrijving voor de verdraaiing in richtingen C van de pakketsteun ten opzichte van het basisdeel 121. Deze aandrijvingen vervangen de door grendels 25 en 26 vrij te geven en weer te blokkeren handbediende schuif- en draaibewegingen.
De ballast 108 is gedeeld (108a, 108b) om ruimte te verschaffen aan een door de voornoemde hydromotor (14) te bedienen cilinder 125. De cilinder 125 (vierde aandrijving) is bevestigd op dwarsbalk 121c en reikt daardoorheen met een zuigerstang 160. Aan het eind van de zuigerstang 160 is een dwarsplaat 161 bevestigd. Op een plaats boven het eind van de zuigerstang 160 is een langsbalk 162 bevestigd, die terug reikt over de zuigerstang 160 en over de dwarsbalk 121c. Aan het einde van deze langsbalk 162 is een dwarsstrip 163 bevestigd, waarop het eind van een cilinder 126 (derde aandrijving) is bevestigd. De cilinder 126 heeft zuigerstang 167.
Op de dwarsplaat 161 is scharnier 124 bevestigd, welke de verbinding vormt tussen het basisdeel 121 en de pakketsteun 122. Het scharnier 124 omvat een as 164, en een daarmee rotatievast verbonden plaat 165, bevestigd aan de onderzijde van pakketsteun 122, en een radiaal daarvanaf reikende arm 166, die scharnierbaar verbonden is met het eind van de zuigerstang 167.
Het scharnier 124 is ondersteund op een slede 171, die in richtingen X verschuifbaar geleid is in twee langsbalken 121 a,b van basisdeel 121.
In bedrijf wordt vanaf de bediening 12 op de dissel 5 eerst de cilinder 125 geactiveerd, waardoor de zuigerstang 161 uitgezet wordt en de wagen 170 met scharnier 124 in richting X1 (fig. 4B) wordt verschoven, geleid door langsbalken 121a,b van het basisdeel 121. Wanneer de wagen 170 tegen een daarvoor voorziene slagbegrenzer aankomt wordt de cilinder 125 in de bereikte toestand gehouden en wordt vervolgens, automatisch of door bediening van de bedieningseenheid 12, de cilinder 126 geactiveerd. Hierdoor wordt de zuigerstang 167 daarvan uitgezet, richting K (fig. 4C). Door de scharnierbevestiging van de cilinder 126 bij 163 kan het eind van de zuigerstang 167 de cirkelbaan L van arm 166 volgen, zie figuur 4C, zodat de arm 166 over 90 graden worden verdraaid, richting L, naar de stand van figuur 4D. Ook deze verplaatsing is begrensd door een slagbegrenzer.
Door de rotatievaste verbinding van pakketsteun 122 met de arm 166 is dan ook de pakketsteun 122 een kwartslag gedraaid, richting C1, teneinde de stand van figuur 3C in te nemen. De druk op de cilinders 125 en 126 blijft gehandhaafd zodat de pakketsteun 122 in de verkregen positie blijft.
In figuur 4E is in vooraanzicht de bereikte stand weergegeven. In figuren 4A en 4E is te zien dat de pakketsteun 122 vanwege de over de dwarsbalk 121c reikende cilinder 126 en langsbalk 162 relatief hoger ligt dan pakketsteun 22 ten opzichte van basisdeel 21 in het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld, maar dat zal geen bezwaar voor de stabiliteit geven, omdat het zwaartepunt van de pakketsteun met daarop geplaatst pakket samenvalt of op zijn minst dichtbij de scharnierhartlijn Y zal liggen.
In plaats van cilinders 125 en/of 126 kunnen andere geschikte derde en vierde aandrijvingen zijn voorzien, bijvoorbeeld in de vorm van een tandheugel of worm en respectievelijk een daarmee samenwerkend tandwiel of wormwiel, bekrachtigd door een electromotor.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties duidelijk zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims (38)

1. Transportvoertuig, in het bijzonder een van een hoofdaandrijving voor voortbeweging voorzien transportvoertuig, voor het verplaatsen van een pakket afbouwmaterialen, in het bijzonder afbouwplaten, in het bijzonder langwerpige afbouwplaten, in het bijzonder gipsplaten, welk pakket in een dwarsdoorsnede een breedte heeft die groter is dan de hoogte, waarbij het voertuig omvat: -een hoofdgestel met een vooreind en een achtereind, welk hoofdgestel een zich tussen beide einden uitstrekkende horizontale hoofdhartlijn heeft; -een hulpgestel met een pakketsteun voorzien van een eerste steun voor het liggend steunen van het pakket aan een eerste hoofdzijde daarvan en van een tweede steun voor het steunen van een eerste smalle zijde van het pakket, welke, beschouwd in de dwarsdoorsnede, dwars op de eerste hoofdzijde staat, van het pakket; -waarbij het hulpgestel aan het vooreind of het achtereind beweegbaar verbonden is met het hoofdgestel voor relatieve oprichtende beweging van een liggende transportstand van de pakketsteun, waarin het pakket aan de eerste hoofdzijde door de eerste steun liggend ondersteund wordt, naar een opstaande overzetstand van de pakketsteun, waarin het pakket opstaand ondersteund wordt door althans de tweede steun aan de eerste smalle zijde, waarbij de pakketsteun in de opstaande overzetstand zodanig georiënteerd is dat de tweede steun onder een hoek staat ten opzichte van de hoofdhartlijn van het hoofdgestel die groter is dan 180 graden, bij voorkeur in het bereik van ongeveer 185-ongeveer 195 graden, bij voorkeur ongeveer 190 graden.
2. Voertuig volgens conclusie 1, waarbij het hulpgestel om een dwars op de hoofdhartlijn staande dwarshartlijn kantelbaar verbonden is met het hoofdgestel, bij voorkeur nabij het vooreind daarvan, voor het uitvoeren van voornoemde beweging van de liggende transportstand naar de opstaande overzetstand.
3. Voertuig volgens conclusie 1 of 2, omvattend een eerste aandrijving voor het bewegen van het hulpgestel van de transportstand naar de overzetstand.
4. Voertuig volgens conclusie 1, 2 of 3, voorzien van een derde steun voor het steunen van het pakket in de overzetstand van het hulpgestel aan een tweede hoofdzijde van het pakket die tegengesteld is aan de door de eerste steunen aangegrepen eerste hoofdzijde van het pakket.
5. Voertuig volgens conclusie 4, waarbij de derde steun plaatsbaar is voor het aangrijpen van de tweede hoofdzijde nabij een aan de eerste smalle zijde tegengestelde tweede smalle zijde van het pakket.
6. Voertuig volgens conclusie 4 of 5, waarbij de derde steun meervoudig is met derde steundelen, waarbij de onderlinge afstand van de derde steundelen, beschouwd in een richting parallel aan de tweede smalle zijde van het pakket, instelbaar is.
7. Voertuig volgens conclusie 4, 5 of 6, waarbij de derde steun op losmaakbare wijze bevestigbaar is op het hulpgestel, in het bijzonder pakketsteun.
8. Voertuig volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de tweede steun in althans de overzetstand verplaatsbaar is tussen een eerste stand en een lagere tweede stand.
9. Voertuig volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het hulpgestel op en neer verplaatsbaar is ten opzichte van althans een deel van het hoofdgestel.
10. Voertuig volgens conclusie 9, voorzien van een tweede aandrijving voor het op en neer verplaatsen van het hulpgestel ten opzichte van althans een deel van het hoofdgestel.
11. Voertuig volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de tweede steun meervoudig is met tweede steundelen, waarbij de onderlinge afstand van de tweede steundelen, beschouwd in een richting parallel aan de eerste smalle zijde van het pakket, instelbaar is.
12. Voertuig volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de tweede steun verplaatsbaar is tussen een opgeslagen stand en een de eerste smalle zijde aangrijpende stand.
13. Voertuig volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de pakketsteun om een verticale hartlijn verdraaibaar is ten opzichte van het hoofdgestel van een verplaatsingstand, waarin de eerste steun het pakket met een horizontale pakketrichting parallel aan de hoofdhartlijn houdt, en een tussenstand, waarin de eerste steun het pakket met die pakketrichting dwars op de hoofdhartlijn houdt.
14. Voertuig volgens conclusie 13, voorzien van een derde aandrijving voor genoemde verdraaiing van de pakketsteun.
15. Voertuig volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de pakketsteun beweegbaar is ten opzichte van het hoofdgestel voor een horizontale verplaatsing, in het bijzonder verschuiving, van de pakketsteun, in het bijzonder eerste steun, ten opzichte van het hoofdgestel in een richting parallel aan de hoofdhartlijn.
16. Voertuig volgens conclusie 15, voorzien van een vierde aandrijving voor genoemde horizontale verplaatsing van de pakketsteun.
17. Voertuig volgens conclusies 14 en 16, waarbij de derde en vierde aandrijving in serie opgesteld zijn, bij voorkeur voor een opeenvolgende werking.
18. Voertuig volgens conclusie 17, waarbij de derde en vierde aandrijving een eerste cilinder en een tweede cilinder omvatten, waarbij de eerste cilinder werkzaam is voor de horizontale verplaatsing en de tweede cilinder voor de verdraaiing, waarbij, bij voorkeur, de tweede cilinder met één eind bevestigd is op het beweegbare deel van de eerste cilinder, in het bijzonder op het eind van de zuigerstang daarvan, waarbij, bij voorkeur, de tweede cilinder met het andere eind bevestigd is op de pakketsteun op een plaats op horizontale afstand van de verticale hartlijn.
19. Voertuig volgens conclusie 14 of 16, waarbij de derde en/of vierde aandrijving een tandheugel of worm en respectievelijk een daarmee samenwerkend tandwiel of wormwiel omvat.
20. Voertuig volgens één der conclusies 13-19 , waarbij het hulpgestel een basisgestel heeft, dat beweegbaar, in het bijzonder kantelbaar verbonden is met het hoofdgestel en dat de pakketsteun draagt, waarbij de pakketsteun om de verticale hartlijn verdraaibaar is verbonden met het basisgestel en/of horizontaal verschuifbaar verbonden is met het basisgestel voor voornoemde verdraaiing respectievelijk horizontale verplaatsing ten opzichte van het hoofdgestel.
21. Voertuig volgens één der voorgaande conclusies, voorzien van een stempel, bij voorkeur aan het vooreind van het hoofdgestel, voor het op een ondergrond steunen van het voertuig tijdens de beweging van het hulpgestel van de transportstand naar de overzetstand, waarbij het voertuig bij voorkeur voorzien is van een vijfde aandrijving voor het in en uit een actieve stand brengen van de stempel.
22. Voertuig volgens één der voorgaande conclusies, uitgevoerd als kar waarin het hoofdgestel ondersteund is op wielen.
23. Voertuig volgens één der voorgaande conclusies, aan het achtereind van het hoofdgestel voorzien van een dissel, welke verbonden is met een van één of meer wielen voorzien draaistel.
24. Voertuig volgens conclusie 23, aan het vooreind voorzien van een van één of meer van wielen voorzien draaistel, bij voorkeur voor sturing gekoppeld met het draaistel van het achtereind.
25. Voertuig volgens één der voorgaande conclusies, met een afstandsbediening voor de betreffende hoofdaandrijving, eerste, tweede, derde, vierde en/of vijfde aandrijving.
26. Samenstel van een voertuig volgens één der voorgaande conclusies en één of meerdere bokken voor ontvangst van het pakket afbouwmaterialen van de pakketsteun van het voertuig, waarbij de één of meerdere bokken voorzien zijn van ligsteunen voor het steunen van de eerste smalle zijde van het pakket en van opstaande steunen voor het steunen van de tweede hoofdzijde van het pakket.
27. Werkwijze voor het verplaatsen van een pakket afbouwmaterialen, in het bijzonder afbouwplaten, in het bijzonder gipsplaten, welk pakket in een dwarsdoorsnede een breedte heeft die groter is dan de hoogte, waarbij het pakket plat liggend, op een eerste hoofdzijde gesteund, in een verplaatsingsstand, op een transportvoertuig, in het bijzonder langwerpig voertuig, in het bijzonder kar, naar het werk wordt verplaatst, en aldaar wordt overgezet op één of meerdere bokken, welke één of meerdere bokken voorzien zijn van ligsteunen voor het steunen van een eerste smalle zijde van het pakket en van opstaande steunen voor het steunen van een tweede hoofdzijde van het pakket, om het pakket in een opstaande stand te steunen, waarbij het voertuig wordt geplaatst vóór de één of meerdere bokken, tegenover de opstaande steunen daarvan, het pakket in een door de verticaal gaande kantelbeweging wordt overgebracht van een liggende naar een opstaande overzetstand, in opwaartse richting voorover hellend naar de één of meerdere bokken toe en wordt neergezet met de eerste smalle zijde op de ligsteunen van de één of meerdere bokken en met een aan de eerste hoofdzijde tegengestelde tweede hoofdzijde tegen de opstaande steunen van de één of meerdere bokken.
28. Werkwijze volgens conclusie 27, waarbij het pakket langwerpig is en het pakket in de verplaatsingsstand liggend naar het werk wordt verplaatst met de langste dimensie in rijrichting.
29. Werkwijze volgens conclusie 27 of 28, waarin het voertuig een hoofdhartlijn heeft die een vooreind en een achtereind van het voertuig verbindt, welke hoofdhartlijn parallel is aan de normale verplaatsingsrichting of rijrichting van het voertuig, waarbij de kantelbeweging plaatsvindt om een hartlijn die dwars op de hoofdhartlijn staat, derhalve aan een langseind van het voertuig, bij voorkeur een tijdens verplaatsing voorste eind van het voertuig.
30. Werkwijze volgens conclusie 28 of 29, waarbij het pakket bij het werk van de verplaatsingsstand om een verticale hartlijn verdraaid wordt naar een tussenstand dwars op de verplaatsingsstand.
31. Werkwijze volgens één der conclusies 27-30, waarbij het pakket tijdens de kantelbeweging aan de eerste smalle zijde wordt gesteund vanuit het voertuig.
32. Werkwijze volgens één der conclusies 27-31, waarbij het pakket tijdens de kantelbeweging aan de tweede hoofdzijde, nabij de aan de eerste smalle zijde tegengestelde tweede smalle zijde van het pakket wordt gesteund.
33. Werkwijze volgens één der conclusies 27-32, waarbij voorafgaande aan het uitvoeren van de kantelbeweging het pakket naar voren wordt opgeschoven, richting één of meerdere bokken.
34. Werkwijze volgens conclusie 30 en volgens conclusie 33 waarbij de stap van het verdraaien om de verticale hartlijn uitgevoerd wordt na het naar voren schuiven van het pakket.
35. Werkwijze volgens één der conclusies 27-34, waarbij het voertuig een hoofdhartlijn heeft die een vooreind en een achtereind van het voertuig verbindt, welke hoofdhartlijn parallel is aan de normale rijrichting of verplaatsingsrichting van het voertuig, waarbij voorafgaande aan het overzetten van het pakket op de één of meerdere bokken het voertuig met de hoofdhartlijn dwars op de één of meerdere bokken wordt gepositioneerd.
36. Werkwijze volgens één der conclusies 27-35, waarbij gebruik wordt gemaakt van een transportvoertuig volgens één der conclusies 1-26.
37. Voertuig voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
38. Werkwijze voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
NL1041070A 2014-11-27 2014-11-27 Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen en het op steunen overzetten van pakketten afbouwmaterialen. NL1041070B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1041070A NL1041070B1 (nl) 2014-11-27 2014-11-27 Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen en het op steunen overzetten van pakketten afbouwmaterialen.
PCT/NL2015/000040 WO2016085327A2 (en) 2014-11-27 2015-11-27 Apparatus and process for moving packages of finishing materials and transferring the packages to supports

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1041070A NL1041070B1 (nl) 2014-11-27 2014-11-27 Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen en het op steunen overzetten van pakketten afbouwmaterialen.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1041070A true NL1041070A (nl) 2016-08-17
NL1041070B1 NL1041070B1 (nl) 2017-01-23

Family

ID=52745907

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1041070A NL1041070B1 (nl) 2014-11-27 2014-11-27 Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen en het op steunen overzetten van pakketten afbouwmaterialen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1041070B1 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113336136A (zh) * 2021-06-29 2021-09-03 中国长江电力股份有限公司 用于水电站桥机吊钩护具的拆装及搬运装置及其操作方法
CN116201324A (zh) * 2023-04-28 2023-06-02 山西建筑工程集团有限公司 一种建筑施工用的挂网装置

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1819777U (de) * 1960-06-29 1960-10-13 Steinbock G M B H Gabelstapler.
US3923167A (en) * 1974-05-09 1975-12-02 Ranzel Blankenbeckler Door hanging device
WO2000009381A2 (en) * 1998-08-14 2000-02-24 Echternacht James E Improvements to a carriage for a construction panel
EP1645484A2 (en) * 2004-10-06 2006-04-12 MountIT A/S A set of elements for handling construction boards, such as plaster boards
US20080273953A1 (en) * 2007-05-01 2008-11-06 Depaul Construction Company Modular wall transport device
US7448606B1 (en) * 2003-12-04 2008-11-11 Innovative Tools & Technologies, Inc. Large automotive panel paint rack

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1819777U (de) * 1960-06-29 1960-10-13 Steinbock G M B H Gabelstapler.
US3923167A (en) * 1974-05-09 1975-12-02 Ranzel Blankenbeckler Door hanging device
WO2000009381A2 (en) * 1998-08-14 2000-02-24 Echternacht James E Improvements to a carriage for a construction panel
US7448606B1 (en) * 2003-12-04 2008-11-11 Innovative Tools & Technologies, Inc. Large automotive panel paint rack
EP1645484A2 (en) * 2004-10-06 2006-04-12 MountIT A/S A set of elements for handling construction boards, such as plaster boards
US20080273953A1 (en) * 2007-05-01 2008-11-06 Depaul Construction Company Modular wall transport device

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113336136A (zh) * 2021-06-29 2021-09-03 中国长江电力股份有限公司 用于水电站桥机吊钩护具的拆装及搬运装置及其操作方法
CN116201324A (zh) * 2023-04-28 2023-06-02 山西建筑工程集团有限公司 一种建筑施工用的挂网装置
CN116201324B (zh) * 2023-04-28 2023-07-14 山西建筑工程集团有限公司 一种建筑施工用的挂网装置

Also Published As

Publication number Publication date
NL1041070B1 (nl) 2017-01-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP5020129B2 (ja) コンベヤ上への車両移載装置
US20060196376A1 (en) Apparatus for picking up and conveying sheet-like products accommodated in a storage unit
NL2004526C2 (nl) Duw-trek inrichting, heftruck en werkwijze voor het verplaatsen van goederen.
CN104355122A (zh) 一种升降滚床输送机
NL1041070B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen en het op steunen overzetten van pakketten afbouwmaterialen.
JP2006225100A (ja) 搬送補助装置およびこの搬送補助装置を備えた搬送装置
JP2018202603A (ja) 工作機械のためのパレット切替システム
CN102910558A (zh) 全自动卸货机
US7500683B2 (en) Filing cabinet dolly
WO2005051813A1 (en) Loading device comprising an auxiliary transport means
KR20160063830A (ko) 자동 이송대차
US20160280246A1 (en) Hand Dolly with Electric Scissor Lift
KR101406690B1 (ko) 판재 이송용 대차
NL1041866B1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verplaatsen en het op steunen overzetten van pakketten afbouwmaterialen
US3672526A (en) Front and side loading attachment for lifting trucks
CN202953786U (zh) 全自动卸货机
US20140205404A1 (en) Half-tilt bed unloading system
NL1031702C1 (nl) Werktuig en werkwijze voor het transformeren van de transportinrichting ten behoeve van een eenvoudiger ontstapeluitgangspunt.
CN116238618A (zh) 一种基于agv移动机器人的仓储物流搬运装置
US2548806A (en) Load lifting and transporting apparatus
US20100003116A1 (en) Transport vehicle for raising and transporting ULDs and cargo pallets
CN105502002A (zh) 法兰自动叠装装置
NL2003884C2 (en) Method, rack and cart for vertically arranging plasterboard panels for use at a workplace.
CN210339333U (zh) 一种桥面便捷式运输装置
US2681712A (en) Lift-truck