NL1040638C2 - Inrichting voor het snijden van steenstrip uit een steen, werkwijze voor het snijden van een steenstrip uit een steen. - Google Patents

Inrichting voor het snijden van steenstrip uit een steen, werkwijze voor het snijden van een steenstrip uit een steen. Download PDF

Info

Publication number
NL1040638C2
NL1040638C2 NL1040638A NL1040638A NL1040638C2 NL 1040638 C2 NL1040638 C2 NL 1040638C2 NL 1040638 A NL1040638 A NL 1040638A NL 1040638 A NL1040638 A NL 1040638A NL 1040638 C2 NL1040638 C2 NL 1040638C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
brick
strip
cutting
stone
transport
Prior art date
Application number
NL1040638A
Other languages
English (en)
Inventor
Miklos Bela Husek
Original Assignee
Gmv Gyártó-Szolgáltató És Forgalmazó Kft
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gmv Gyártó-Szolgáltató És Forgalmazó Kft filed Critical Gmv Gyártó-Szolgáltató És Forgalmazó Kft
Priority to NL1040638A priority Critical patent/NL1040638C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1040638C2 publication Critical patent/NL1040638C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28DWORKING STONE OR STONE-LIKE MATERIALS
    • B28D7/00Accessories specially adapted for use with machines or devices of the preceding groups
    • B28D7/04Accessories specially adapted for use with machines or devices of the preceding groups for supporting or holding work or conveying or discharging work
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23DPLANING; SLOTTING; SHEARING; BROACHING; SAWING; FILING; SCRAPING; LIKE OPERATIONS FOR WORKING METAL BY REMOVING MATERIAL, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23D47/00Sawing machines or sawing devices working with circular saw blades, characterised only by constructional features of particular parts
    • B23D47/04Sawing machines or sawing devices working with circular saw blades, characterised only by constructional features of particular parts of devices for feeding, positioning, clamping, or rotating work
    • B23D47/045Sawing machines or sawing devices working with circular saw blades, characterised only by constructional features of particular parts of devices for feeding, positioning, clamping, or rotating work feeding work into engagement with the saw blade

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Processing Of Stones Or Stones Resemblance Materials (AREA)

Description

Inrichting voor het snijden van steenstrip uit een steen, werkwijze voor het snijden van een steenstrip uit een steen.
De uitvinding betreft een inrichting voor het snijden van een steenstrip uit een steen, waarbij de inrichting een transportmiddel en een snijdinrichting voor het snijden langs een snijvlak bevat, waarbij in gebruik stenen op het transportmiddel liggen en langs en onder de snijdinrichting worden bewogen voor het afzagen van een steenstrip van een steen.
In het kader van de uitvinding worden onder ‘snijden’ verstaan het snijden in of van een deel van het materiaal. Zagen is een vorm van snijden.
De traditionele wijze van bouwen van woningen en andere gebouwen geschiedt nog steeds met steenachtige materialen. Sinds enige decennia is het in zwang om zowel interne als externe wanden en gevels gemaakt van andere materialen, zoals beton of staal, het uiterlijk van steenachtige producten te geven. Hiertoe worden de wanden voorzien van steenstrippen. Voor het maken van steenstrippen wordt van een steenachtig product, zoals een baksteen, een smal gedeelte, doorgaans 10-30 mm dik, afgezaagd.
In bekende inrichtingen bevat de inrichting een transportmiddel in de vorm van een lopende band. Op het transportmiddel worden stenen geplaatst. De stenen worden geplaatst in een houder, die voorkomt dat de steen te veel gaat bewegen. Het transportmiddel wordt onder een zaagblad bewogen waarbij het zaagblad ronddraait en in een richting langs de looprichting van het transportmiddel uitgelijnd is. Het zaagblad zaagt een strip van de steen af.
Bij gebruik van de bekende inrichting voor het snijden van steenstrip uit een steen treden een aantal problemen op.
Bij het zagen van de steenstrip treedt het geregeld op dat de steenstrip aan een uiteinde niet vlak is, maar een klein uitsteeksel, ook wel “neusje” genoemd, vertoont. Dergelijke steenstrippen zijn moeilijk of niet verwerkbaar.
Breuk van de steenstrip is ook een veel voorkomend euvel.
Het is een doel van de uitvinding een inrichting en werkwijze voor het snijden van een steenstrip uit een steen te verschaffen die een of meer van bovenstaande problemen verminderen.
Hiertoe is de inrichting volgens de werkwijze gekenmerkt doordat de inrichting aan beide zijden van het snijvlak flexibele aandrukmiddelen bevat, voor het aandrukken van stenen op het transportmiddel, en de inrichting middelen bevat voor het doen bewegen van de aandrukmiddelen met een snelheid bij benadering gelijk aan die van het transportmiddel.
De aandrukmiddelen drukken de stenen tegen het transportmiddel. De uitvinder heeft ingezien dat het neusje aan steenstrippen ontstaat omdat, vlak voor een steenstrip geheel is losgezaagd, de steenstrip geregeld losbreekt langs een breuklijn. Het gevolg is dat aan het uiteinde van de steenstrip een klein deel van rest van de steen onafgezaagd blijft. Dit vormt een neusje aan een kant van de steenstrip. Dit proces is in bestaande inrichting niet of nauwelijks te vermijden. Zou men zijdelings grote krachten op de steen plus strip gaan uitoefenen, dan zou dit breuk veroorzaken. De aandrukmiddelen, bij voorkeur in de vorm van aandrukriemen, van de inrichting volgens de uitvinding houden de steenstrip en de rest van de steen op de plaats vlak voor, tijdens en direct na het zagen, zonder dat er al te veel krachten op de steenstrip worden uitgeoefend. De snijdinrichting blijft ook als de steenstrip op het eind van de zaagsnede losbreekt zagen en, omdat door de aandrukmiddelen de steenstrip en de rest op hun plaats worden gehouden, wordt de steenstrip recht afgezaagd.
Bij voorkeur bevat het transportmiddel een transportband, bij voorkeur vervaardigd van flexibel materiaal. Hierdoor wordt de krachten die de aandrukmiddelen uitoefenen verdeeld over de steen en de steenstrip.
Bij voorkeur bevat de snijdinrichting een roterend zaagblad. Binnen het kader van de uitvinding kan de snijdinrichting ook een water- of lasersnijdinrichting zijn, maar geprefereerd is een snijdinrichting met een roterend zaagblad.
Bij voorkeur bevat het transportmiddel een inkeping waarin het zaagblad kan ronddraaien zonder in het transportmiddel te zagen en is het transportmiddel onder de inkeping voorzien van een verstevigingstuk, waarbij zich onder het verstevigingstuk een flexibel materiaal bevindt. Dit voorkomt of vermindert de kans dat de steen of delen van de steen weglopen tijdens het zagen.
In uitvoeringsvormen bevat het transportmiddel een lopende band, of een aantal achter elkaar geplaatste lopende banden, eventueel met tussenliggende spleten waar afVal door kan vallen. In verdere uitvoeringsvormen kan het transportmiddel ook een stelsel van ronddraaiende cilinders zijn, hetgeen men kan beschouwen als een groot aantal achter elkaar liggende kleine transportbanden.
Bij voorkeur bevat de inrichting na de snijdinrichtng een eerste en een tweede verdere naast elkaar opgestelde transportmiddel voor het verder transporteren van respectievelijk steenstrip en rest van de steen, waarbij de transportmiddelen transportvlakken bevatten en waarbij de transportvlakken van het eerste en tweede transportmiddel een onderlinge hoek vertonen van ten minste 15 graden waarbij het tweede transportvlak ten opzichte van het eerste transportvlak omlaag gericht is, en de inrichting voorzien is van een middel voor het doen omvallen van een steenstrip op het eerste transportmiddel.
De onderlinge hoek van de transportvlakken zorgt ervoor dat de rest van steen naar beneden toe wordt afgevoerd. Hierdoor is het mogelijk een rechtopstaande steenstrip te doen omvallen zodat het verder in vlakgelegen positie getransporteerd kan worden. Bij voorkeur valt de steenstrip dusdanig dat het snijvlak omhoog gericht is.
Bij voorkeur is de transportsnelheid van het eerst verdere transportmiddel groter dan die van het transportmiddel, bij voorkeur ten minste 40% hoger. Dit vereenvoudigt verdere behandeling van de steenstrippen zoals selectie en verpakking.
De inrichting bevat bij voorkeur verder een derde verder transportmiddel voor het ovememen van steenstrippen van het eerste verdere transportmiddel waarbij er tussen het eerste en derde transportmiddel een spleet bevindt welke instelbaar is.
Het verschaffen van een instelbare spleet tussen het eerste en derde transportmiddel maakt het mogelijk om breuk af te voeren. Door de spleet af te stellen op iets minder dan de helft van de lengte van een afgezaagde steenstrip vallen in gebruik steenstrippen die gebroken zijn in de spleet en kunnen als afVal worden afgevoerd.
Bij voorkeur is de transportsnelheid van het derde verdere transportmiddel hoger, bij voorkeur ten minste 40% hoger, dan die van het eerste verdere transportmiddel.
Bij voorkeur bevat de inrichting een controle-inrichting voor het controleren van steenstrippen op het eerste verder transportmiddel, waarbij de controle-inrichting ingericht is voor het afgeven van een controlesignaal en is de inrichting voorzien van een aansturing voor het instellen van de spleet tussen het eerste en het derde verdere transportmiddel, waarbij de aansturing een ingang heeft voor het controlesignaal en de grootte van de spleet dynamisch aangestuurd wordt door het controlesignaal.
De spleet zorgt ervoor dat gebroken steenstrippen als afval wegvallen en worden afgevoerd. Is echter een klein stuk van een steenstrip afgebroken dan is de lengte van de steenstrip niet veranderd. Door een controle-inrichting te gebruiken die een controlesignaal afgeeft en daarmee de spleetgrootte dynamisch te regelen kunnen dergelijke ondeugdelijk producten als afval worden geïdentificeerd en worden afgevoerd.
In uitvoeringsvormen bevat de controle-inrichting een camerasysteem voor het controleren van de vorm van de steen.
Deze en verdere aspecten van de uitvinding worden hier volgend beschreven en geïllustreerd aan de hand van de tekening:
De tekening toont:
Figuur 1 een probleem bij bekende inrichtingen voor het snijden van steenstrip uit een steen,
Figuren 2 tot en met 14 verschillende aanzichten van delen van een inrichting volgens de uitvinding in verschillende uitvoeringsvormen.
De figuren zijn voorbeeldfiguren, gelijke onderdelen worden in de regel met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.
Bekende inrichtingen bevatten een zaagblad en een transportmiddel voor het transporteren van stenen. Op het transportmiddel worden stenen geplaatst, de stenen zijn geplaatst in een houder, die voorkomt dat de steen te veel gaat bewegen. Het transportmiddel wordt onder het zaagblad bewogen waarbij het zaagblad ronddraait en in een richting langs de looprichting van het transportmiddel uitgelijnd is. Het zaagblad zaagt een strip van de steen af.
Figuur 1 illustreert een probleem bij de bekende inrichtingen. Het zaagblad zaagt een steenstrip 3B van een steen 3 af, zodat een rest 3 A overblijft. Vlak voor het einde van de steen worden door het zaagblad op een klein stuk steen relatief grote krachten uitgeoefend. Hierdoor kan een breuk in de steen ontstaan min of meer in de richting van de zaagsnede, maar slechts min of meer. In figuur 1 is een breuk getoond die in de rest indringt, Het gevolg is dat de steenstrip loskomt van de rest met medenemen van een deel van de rest van de steen. Dit verschijnsel wordt ook wel uitbreken van de steenstrip genoemd.
Dat gedeelte, in figuur 1 met N voor neus aangeduid, wordt niet afgezaagd. De steen wordt niet zijdelings vastgeklemd, omdat dat het risico geeft dat het zaagblad vastloopt en/of het risico op totale breuk aanzienlijk verhoogt. Het gevolg is dat vlak voor het einde van het zagen de steenstrip opzij wijkt en de neus N aan de steenstrip bevestigd blijft. Dergelijke steenstrippen zijn niet of nauwelijks bruikbaar. Hoewel het vaak slechts een geringe afwijking in grootte van enige millimeters is en zich bovendien aan de niet zichtbare zijde van een steenstrip bevindt, is de neus duidelijk zichtbaar indien men een dergelijke steenstrip gaat lijmen. De betreffende steenstrip gaat uitsteken buiten het vlak gevormd door steenstrippen zonder neus en dit is voor het menselijke oog een zeer opvallende afwijking.
Figuur 2 illustreert een inrichting volgens de uitvinding. De inrichting volgens de uitvinding bevat aan weerszijde van de snijdinrichting 1 een aandrukmiddel, in dit voorbeeld bevattende aandrukriemen 4A en 4B. De aandrukriemen drukken een steen 3 tegen een transportmiddel 2. In dit voorbeeld bevat het transportmiddel een flexibele transportband 2. De riemen 4A en 4B bewegen met nagenoeg dezelfde snelheid als de transportband 2. Omdat de riemen zo bewegen is er vrijwel geen frictie tussen de stenen en transportband 2 en riemen 4A en 4B. De cirkelzaag zaagt van de steen een steenstrip af. Het eindproduct, de steenstrip, en het restproduct, het andere gedeelte van de steen, worden tijdens de zaagactie vertikaal ingeklemd tussen de drukriemen 4A, 4B en de transportband 2, aan beide zijden van het cirkelzaagblad. De aandrukriemen doen tevens functie als transportsysteem.
Als hierboven uitgelegd, bestaat de kans dat de steen, en dan vooral bij het bereiken van het einde van het snijdtraject, gaat uitbreken, met een neusje of het snijvlak als gevolg. Hoe hoger de temperaturen tijdens het snijden des te groter is in het algemeen de kans hierop. Hogere temperaturen treden op bij de hardere en in het algemeen duurdere steentypes, hetgeen het probleem nog vergroot. De drukriemen 4A, 4B verhinderen het uitbreken van de steenstrip of rest van de steen omdat beide delen verticaal worden ingeklemd door met het transportmiddel meebewegende aandrukmiddelen. Zelfs indien de steenstrip uitbreekt dan nog zal wordt de steenstrip op zijn plaats gehouden zodat het zaagblad alsnog het neusje van de steenstrip afhaalt. Hierdoor wordt een hogere kwaliteit behaald.
De inrichting volgens de uitvinding stelt geen eisen aan de lengte- of breedte maten van de steen en biedt derhalve een grote flexibiliteit. Bij voorkeur bevat de inrichting een stelmiddel voor het stellen van de afstand tussen de aandrukmiddelen en het transportmiddel opdat het eenvoudig geschikt te maken is voor alle afmetingen van Belgisch kleinformaat tot Russisch grootformaat. De afstand tussen de stenen is vrij te kiezen. Vooral voor hardere stenen kan het een voordeel zijn omdat naarmate de steen harder is het zaagblad zich moet strekken na een zaagactie.
In uitvoeringsvormen kan zowel aan de rechter- als aan de linkerkant van een steen een steenstrip worden afgezaagd.
In figuur 2 wordt een deel van een inrichting volgens de uitvinding in perspectivisch aanzicht getoond, in figuur 3 in bovenaanzicht, in figuur 4 in zijaanzicht, en in figuur 5 in achteraanzicht.
Figuur 6 toont een detail van een transportband 2. De transportband 2 bevat een sleuf of inkeping 5 voor het zaagblad. Aan de tegenoverliggende zijde is de transportband voorzien van een verstevigingstuk 6 waarbij zich onder het verstevigingstuk een flexibel materiaal 7 bevindt.
In de inkeping 5 waarin kan het zaagblad ronddraaien zonder in het transportmiddel te zagen en is het transportmiddel onder de inkeping voorzien van een verstevigingstuk. Het verstevigingstuk 6 en het flexibele materiaal 7 zorgen voor stevigheid en zoigen ervoor dat de steen niet kan gaan wandelen op de transportband.
De uitvinding biedt tevens het volgende voordeel:
Statistisch gezien breekt tussen de 5 en 30% van stenen of strippen tijdens het zagen. Hoewel de uitvinding het percentage omlaag brengt zal breuk nog steeds optreden. Breuk die ontstaat tijdens het zagen wordt door de meedraaiende drukmiddelen, in voorbeelden zijn dat V-snaren, naar beneden gehouden en blijft weg bij de snijelementen van het zaagblad. Breuk kan niet langer klem komen te zitten tussen de flens van het zaagblad en wanden van een houder voor een steen omdat er geen houder voor de steen is want de steen wordt vertikaal geklemd.
Bij voorkeur vindt klemming plaats door: a. een niet al te hard V-snaarmateriaal te kiezen voor de drukriemen, dat zich enigszins laat indrukken (bijvoorbeeld Shore 65) b. een rubbersoort te kiezen voor de transportband band die ook licht indrukbaar is; c. een veerelement te voorzien aan de actuator van het bovenliggend drukriemdraaier, waardoor de drukriem kan wijken (naar boven) in geval van een onvoorziene inklemming.
Figuur 7 illustreert een aspect van geprefereerde uitvoeringsvormen van de uitvinding. Na het transportmiddel worden de steenstrip en de rest van de steen verder afgevoerd door een eerste en een tweede verder transportmiddel 10 respectievelijk 11. Deze transportmiddelen zijn bij voorkeur in de vorm van een transportband die aan een kant een neusvorm vertoont. Een dergelijke band wordt hier verder ook wel neusband genoemd.
De neusband 11 voor het reststuk 3 A staat schuin naar beneden gericht waarbij de onderlinge hoek van de transportvlakken van het eerste en tweede verdere transportmiddel 10, respectievelijk 11 bij voorkeur ten minste 15 graden bedraagt, en bijvoorbeeld tussen de 17 en 23 graden gelegen is. Dat heeft als gevolg dat het reststuk 3 A vrij snel verdwijnt onder het niveau van de steenstrip 3B. De afgezaagde steenstrip 3B zal kunnen blijven staan of om kunnen vallen, maar dan altijd aan de niet reststuk-zijde door het gebrek aan steun. Indien de strip nog staat wordt de strip bij voorkeur zijdelings omgeblazen met een luchtstoot of met een roterende rubberen flap omgestoten. Bij voorkeur gebeurt dit in het midden boven van de steenstrip om rotatie te voorkomen. Daarna kan het liggende eindproduct met het snijvlak boven geïnspecteerd worden.
Bij voorkeur is de transportsnelheid van het eerste verdere transportmiddel hoger dan, bij meeste voorkeur meer dan 40% hoger dan, de transportsnelheid van het transportmiddel. Hierdoor ontstaat ruimte tussen de steenstrippen, hetgeen verdere verwerking vereenvoudigt. In figuur 9 is ook de lengte van de steenstrippen aangeduid door de dubbele pijl L. Bij voorkeur is de aandrijving van het eerste en tweede verdere transportmiddel 10,11 gecombineerd. In dat geval bewegen beide genoemde transportmiddelen even snel.
De inrichting bevat in uitvoeringsvormen een derde verder transportmiddel 12 voor het ovememen van steenstrippen van het eerste verder transportmiddel. Na de neusband 10 wordt de strip op in dit voorbeeld naar een aangedreven rollentransporteur 12 gevoerd (hierna genoemd “harmonicaband”). Deze heeft een dynamisch instelbare afstand G tot de keerrol van de neusband 10. De voorinstelling wordt bepaald door de lengte L van de strip en is steeds de halve lengte minus een kleine afstand, bijvoorbeeld 5 of 10% van de lengte L. Gebroken steenstrippen zullen door het gat G vallen. Bij voorkeur is de afstand dynamisch instelbaar.
De inrichting volgens een geprefereerde uitvoeringsvorm bevat een camera CAM.
De camera CAM kan - a. vele gebroken delen vaststellen, deze moeten uitgescheiden worden; - b. een breuk in de strip vaststellen zonder dat deze in meerdere delen is, de strip dient uitgescheiden te worden; - c. een strip met afgebroken hoek vaststellen, deze moet worden uitgescheiden; - d. een volledige strip vaststellen, deze kan door naar de verpakking.
Indien de camera modus 25a vaststelt, zullen de gebroken delen wegvallen naar een afVoerband, die eronder is gepositioneerd.
In geval van modus b. en c. wordt de voorste rol van de harmonicaband nog voordat de steenstrip de spleet G bereikt het gat G vergroot, bijvoorbeeld 1 tot 2 cm meer dan de lengte L, om het gat voldoende groot te maken voor een natuurlijke val naar de afVoerband. De voorinstelling wordt hierna weer terug in stelling gebracht.
Indien modus d. wordt geconstateerd, blijft de voorinstelling van de harmonicaband gehandhaafd: de strip vervolgt zijn weg op de harmonicaband 12 omdat het gat niet groot genoeg is om deze ook te doen laten vallen. Met 13 is het instelbare gedeelte van de band 12 aangeduid. Met 14 de aansturing hiervan. Als voorbeeld is in figuur 7 een situatie geschetst waarin camera CAM een videosignaal V naar een central processing unit CPU stuurt. Hierin wordt het beeld geanalyseerd en wordt de modus vastgesteld. Afhankelijk van de modus wordt de besturing 14 aangestuurd. Figuur 7 geeft een perspectivisch aanzicht, figuur 8 een bovenaanzicht, figuur 9 een zijaanzicht en figuur 10 een achteraanzicht.
Het zal duidelijk zijn dat in het kader van de uitvinding vele variaties mogelijk zijn. In het voorbeeld wordt de steenstrip aan een zijde afgezaagd, het is mogelijk het reststuk direct door te voeren naar een tweede installatie, die een verdere steenstrip afsnijdt aan de andere kant. Met name als de camera ook gebruikt wordt voor het controleren van de toestand van het reststuk kan dit nuttig zijn. De camera is in staat om te zien dat dit reststuk gebroken is of niet. Met die informatie kan een tweede dynamische harmonicarollenband horizontaal na de neusband 11 voor het reststuk geplaatst worden om gebroken delen door te kunnen laten vallen naar dezelfde afVoerband. De niet gebroken reststukken kunnen via een transportband eenvoudig op een rij geplaatst worden en worden toegevoerd aan een tweede inrichting volgens de uitvinding, die dan aan de tegenovergelegen zijde een steenstrip afsnijdt.
In plaats van een camera kan men ook fotocellen of zelfs een röntgenapparaat gebruiken om de toestand van een steenstrip of reststuk te beoordelen.
Figuren 11 tot en met 14 illustreren een geprefereerde uitvoeringsvorm van de uitvinding, hierboven al in het kort vermeld. In uitvoeringsvormen bevat de inrichting een middel om de steenstrip 3B te doen omvallen op het eerste verder transportmiddel 10. Omdat de transportvlakken van het eerste 10 en tweede 11 verdere transportmiddel, in dit voorbeeld gevormd door transportbanden, een hoek maken van bij voorkeur meer dan 15 graden, zakt reststeen 3 A weg onder steenstrip 3B. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt een roterende cilinder 15 met rubberen uitsteekjes gebruikt om de steenstrip aan te raken in het midden van de steenstrip. Dit doet de steenstrip omvallen op transportband 10 en wel met de gezaagde zijde naar boven. Figuren 11 tot en met 14 tonen dit vanuit verschillende aanzichten. Figuur 14 toont verder, in de inzet, dat band 10 voorzien is van een keerrol 16 met kleine diameter, hetgeen deze band ter plekke van de overgang tussen band 2 en band 10 de vorm van een neus geeft.

Claims (14)

1. Een inrichting voor het snijden van een steenstrip (3B) uit een steen (3), waarbij de inrichting een transportmiddel (2) en een snijdinrichting (1) voor het snijden langs een snijvlak bevat, waarbij in gebruik stenen (3) op het transportmiddel (2) liggen en langs en onder de snijdinrichting (1) worden bewogen voor het afzagen van een steenstrip van een steen, met het kenmerk, dat de inrichting aan beide zijden van het snijvlak flexibele aandrukmiddelen (4A, 4B) bevat, voor het aandrukken van stenen op het transportmiddel, en de inrichting middelen bevat voor het doen bewegen van de aandrukmiddelen met een snelheid bij benadering gelijk aan die van het transportmiddel.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het transportmiddel een transportband bevat.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de transportband is vervaardigd van flexibel materiaal.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de snijdinrichting een in bedrijf roterend zaagblad bevat.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting na de snijdinrichting een eerste (10) en een tweede (11) verdere naast elkaar opgestelde transportmiddel bevat voor het verder transporteren van respectievelijk steenstrip (3B) en rest (3A) van de steen, waarbij de eerste en tweede verdere transportmiddelen (10,11) transportvlakken bevatten en waarbij de transportvlakken van het eerste en tweede verdere transportmiddel een onderlinge hoek vertonen van ten minste 15 graden waarbij het tweede transportvlak ten opzichte van het eerste transportvlak omlaag gericht is, en de inrichting voorzien is van een middel (15) voor het doen omvallen van een steenstrip (3B) op het eerste verdere transportmiddel (10).
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting na de snijdinrichtng een eerste en een tweede verdere naast elkaar opgestelde transportmiddel voor het verder transporteren van respectievelijk steenstrip en rest van de steen, bevat, waarbij de transportsnelheid van het eerste verdere transportmiddel (10) groter dan die van het transportmiddel (2).
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de transportsnelheid van het eerste verdere transportmiddel ten minst 40% groter is dan die van het transportmiddel (2).
8. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de inrichting een gezamenlijke aandrijving voor het eerste en tweede verdere transportmiddel bevat.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting verder een derde verder transportmiddel (12) bevat voor het ovememen van steenstrippen (3B) van het eerste verdere transportmiddel (10) waarbij ertussen het eerste en derde transportmiddel een spleet (G) bevindt welke instelbaar is.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de transportsnelheid van het derde verdere transportmiddel (12) hoger is dan de transportsnelheid van het eerste verdere transportmiddel (10).
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de inrichting een controle-inrichting (CAM) voor het controleren van steenstrippen (3B) op het eerste verdere transportmiddel (10), waarbij de controle-inrichting ingericht is voor het afgeven van een controlesignaal (V,S) en is de inrichting voorzien van een aansturing voor het instellen van de spleet (G) tussen het eerste (10) en het derde (12) verdere transportmiddel, waarbij de aansturing een ingang heeft voor het controlesignaal en de grootte van de spleet dynamisch aangestuurd wordt door het controlesignaal.
12. Werkwijze voor het vervaardigen van steenstrip uit een steen, waarbij de steenstrip waarbij stenen (3) op een transportmiddel (2) geplaatst worden en langs en onder de snijdinnchting (1) worden bewogen voor het afzagen van een steenstrip (3B) van een steen (3), met het kenmerk, dat de steen aan beide zijden van het snijvlak geklemd wordt door flexibele aandrukmiddelen (4A, 4B), voor het aandrukken van stenen op het transportmiddel, en de aandrukmiddelen met een snelheid bij benadering gelijk aan die van het transportmiddel bewogen worden.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk dat na het snijden de reststeen ten opzichte van de steenstrip omlaag bewogen wordt en de steenstrip wordt omgetikt op een lopende band met de gesneden zijde boven.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk dat een camera gebruikt wordt voor het inspecteren van de steenstrip.
NL1040638A 2014-01-29 2014-01-29 Inrichting voor het snijden van steenstrip uit een steen, werkwijze voor het snijden van een steenstrip uit een steen. NL1040638C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1040638A NL1040638C2 (nl) 2014-01-29 2014-01-29 Inrichting voor het snijden van steenstrip uit een steen, werkwijze voor het snijden van een steenstrip uit een steen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1040638 2014-01-29
NL1040638A NL1040638C2 (nl) 2014-01-29 2014-01-29 Inrichting voor het snijden van steenstrip uit een steen, werkwijze voor het snijden van een steenstrip uit een steen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1040638C2 true NL1040638C2 (nl) 2015-08-06

Family

ID=50239876

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1040638A NL1040638C2 (nl) 2014-01-29 2014-01-29 Inrichting voor het snijden van steenstrip uit een steen, werkwijze voor het snijden van een steenstrip uit een steen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1040638C2 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3724439A (en) * 1967-12-15 1973-04-03 Arvonia Buckingham Slate Co In Apparatus for trimming slate
US3918210A (en) * 1972-09-05 1975-11-11 Christensen Diamond Prod Co Apparatus for milling faces of masonry blocks
DE4436152C1 (de) * 1994-10-11 1996-04-04 Keller Gmbh Maschine zum seitlichen Ziegel(formling)-Bearbeiten
EP1050388A2 (de) * 1999-05-07 2000-11-08 IMA Maschinenfabriken Klessmann GmbH Kantenbearbeitungsmaschine mit Werkstücktransportkette
US20030235478A1 (en) * 2002-06-20 2003-12-25 Stoscher Dennis C. Apparatus and method for shaping an edge of a tile
US7056188B1 (en) * 2002-07-29 2006-06-06 Robinson Brick Company Rock saw
US7628677B1 (en) * 2007-05-15 2009-12-08 Branton H T Automated insulation milling machine

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3724439A (en) * 1967-12-15 1973-04-03 Arvonia Buckingham Slate Co In Apparatus for trimming slate
US3918210A (en) * 1972-09-05 1975-11-11 Christensen Diamond Prod Co Apparatus for milling faces of masonry blocks
DE4436152C1 (de) * 1994-10-11 1996-04-04 Keller Gmbh Maschine zum seitlichen Ziegel(formling)-Bearbeiten
EP1050388A2 (de) * 1999-05-07 2000-11-08 IMA Maschinenfabriken Klessmann GmbH Kantenbearbeitungsmaschine mit Werkstücktransportkette
US20030235478A1 (en) * 2002-06-20 2003-12-25 Stoscher Dennis C. Apparatus and method for shaping an edge of a tile
US7056188B1 (en) * 2002-07-29 2006-06-06 Robinson Brick Company Rock saw
US7628677B1 (en) * 2007-05-15 2009-12-08 Branton H T Automated insulation milling machine

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2491129C2 (ru) Измельчитель для получения частиц из ленточного материала
TWI525053B (zh) The cutting method of the glass plate and the cutting device of the glass plate
CA2920213A1 (en) Firewood processors
NL1040638C2 (nl) Inrichting voor het snijden van steenstrip uit een steen, werkwijze voor het snijden van een steenstrip uit een steen.
ITMI20020267A0 (it) Macchina automatica per la lavorazione di materiali in lastra in particolare lastre di vetro
EP0018925A1 (fr) Rompeuse pour la découpe de travers dans des plateaux en verre
US817382A (en) Wood-cutting machine.
NL2006487C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van speciale formaten metselstenen of metselsteenvormelingen, resp. metselsteenverbanden.
JPH04311439A (ja) 袋切裂き装置
EP3683172B1 (en) Machine for the optical separation of waste
US1538066A (en) Pulpwood-chipping machine
US20180105383A1 (en) Diverter conveyor
US5758634A (en) Concrete shearing method
US7513016B2 (en) Inclined milling machine
KR101824914B1 (ko) 선형 못 제조기의 제동장치
US744244A (en) Apparatus for breaking tile strips.
US3306147A (en) Rubber slab cutter
JP2796964B2 (ja) 押出機におけるゴムシート状材料の供給方法
US744245A (en) Method of breaking tile strips.
US145720A (en) Improvement in nail-separating devices
JP5085103B2 (ja) 粉砕装置
JP6067839B2 (ja) 被印刷基材用切断装置
US3776378A (en) Log sorter
US160838A (en) Improvement in machines for sawing laths
US219483A (en) Improvement in feeding apparatus for nail-machines

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190201