NL1040156C2 - Doosvormige houder uit kunststof voor fruit. - Google Patents

Description

Doosvormige houder uit kunststof voor fruit.

De uitvinding heeft betrekking op een doosvormige houder voor fruit uit kunststof bevattende opstaande randen en een bodemdeel voorzien van een profiel.

Fruit wordt vervoerd in houders, ook wel bakjes genoemd. Deze houders zijn gewoonlijk van kunststof vervaardigd. Uit het Franse octrooischrift FR2812616 is een houder uit kunststof bekend die opstaande randen en een bodemdeel bevat waarbij het bodemdeel van een profiel voorzien is. In FR2812616 is het bodemdeel van geulen voorzien voor het doen afvloeien van water.

Fruit kan tijdens vervoer beschadigd worden. Beschadigingen kunnen allerlei vormen aannemen. Iedere zichtbare afwijking van een ideale aanblik wordt snel als beschadiging aangemerkt, waardoor ofwel het fruit wordt afgekeurd ofwel het fruit in een lagere kwaliteitsklasse wordt ingedeeld, met een overeenkomstige lage prijs.

De houder kan op verschillende wijzen invloed hebben op de kwaliteit van het fruit. Indien de houder. Breuk van de houder kan beschadiging tot gevolg hebben. Ook een knik in de houder of scherpe rand kan beschadiging tot gevolg hebben.

Het is een doel van de uitvinding een houder te verschaffen die de kans op beschadiging van het fruit verkleint.

Hiertoe is de houder volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het bodemdeel en/of een opstaande rand voorzien is van een profiel bevattende parallel aan elkaar verlopende ribbels doorlopend op het bodemdeel van opstaande rand tot opstaande rand en dwars op de opstaande randen en/of op de opstaande rand vanaf het bodemdeel tot een bovenrand van de opstaande rand waarbij de ribbels een hoogte uitsteken boven een buitenzijde van het bodemdeel en/of opstaande rand en de ribbels een gekromd uiteinde vertonen met een gemiddelde straal waarbij het patroon van de ribbels zich herhaalt met een herhalingsafstand, waarbij de hoogte kleiner is dan de straal, de hoogte gelegen is tussen 1,5 en 8 mm, bij voorkeur tussen 1,5 en 4, en de verhouding tussen de herhalingsafstand en de hoogte gelegen is tussen 2 en 6, bij voorkeur tussen 3 en 5.

De uit de bodem of ópstaande rand uitstekende ribbels verschaffen aan het fruit een verende ondergrond of een verende, ondersteunende zijwand. De gekromde uiteinden voorkomen dat de ribbels een impressie maken in het fruit. De verhouding tussen de herhalingsafstand en de hoogte verschaffen een goede verende werking over het hele patroon. De ribbels lopen door van zijde tot zijde of vanaf het bodemdeel tot aan de rand. Dit verschaft stevigheid aan het bakje. In de gekozen verhouding tussen herhalingspatroon en hoogte is deze stevigheid verder vergroot.

De constructie van opstaande ribbels, dus naar binnen gerichte ribbels volgens de uitvinding, verstevigt de houder en maakt het mogelijk dat een dunner kunststofinateriaal wordt gebruikt. Ten opzichte van bestaande houders is een gewichtsbesparing van enige tientallen procenten mogelijk.

Bij voorkeur is de straal gelegen tussen de 2,5 en 5 mm.

Bij voorkeur zijn ribbels voorzien in het bodemdeel en in de opstaande randen waarbij de ribbels doorlopen van bodemdeel in de opstaande randen. Dit zorgt voor een versteviging van de opstaande randen en beschermt het fruit verder.

Bij voorkeur vertonen de ribbels in de hoeken van de houder een L-vormig profiel. Dit verstevigt de houder in de hoeken.

Bij voorkeur is het houdermateriaal in het bodemdeel dikker dan het houdermateriaal in de opstaande zijden. Hierdoor is een verdere gewichtsbesparing mogelijk.

Deze en verdere aspecten van de uitvinding worden hier volgend beschreven en geïllustreerd aan de hand van de tekening:

In de tekening toont:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van houder volgens de uitvinding;

Figuur 2 een detail van de houder van figuur 1;

Figuren 3, 4 en 5 verdere uitvoeringsvormen van een houder volgens de uitvinding;

Figuur 6 een doorsnede van een houder volgens de uitvinding;

Figuren 7 en 8 doorsneden van een patroon van ribbels voor een uitvoeringsvorm van een houder volgens de uitvinding;

Figuur 9 in grafiekvorm de verhouding tussen hoogte en herhalingsafstand en straal en herhalingsafstand;

Figuur 10 de beschermende werking van een houder volgens de uitvinding.

De figuren zijn niet op schaal getekend, gelijke onderdelen worden in de regel met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een houder volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een detail van de houder van figuur 1. De houder, ook wel bakje genoemd, bevat ribbels die in dit uitvoeringsvoorbeeld doorlopen over de bodem en beide opstaande randen. De houder bevat een profiel met ribbels 4. De ribbels zijn binnenwaarts gericht. Zij steken uit boven een buitenzijde bodemdeel en/of opstaande rand. De ribbels vertonen een rond uiteinde.

Figuren 3, 4 en 5 tonen verdere voorbeelden van een houder volgens de uitvinding.

In figuur 3 bevat de houder 1 een bodemdeel 2 met een patroon met opstaande ribbels 4 en bevat opstaande kanten 3 zonder ribbels. In figuur 4 bevatten de opstaande randen ribbels en is de bodem vlak.

In figuur 5 bevatten zowel het bodemdeel als de opstaander randen ribbels. In de hoeken van de houder bevatten de ribbels 4 in het bodemdeel een L-vormig profiel 6. Dit L-vormige profiel verstevigt de houder in de hoeken.

Figuur 6 toont een doorsnede van een houder volgens de uitvinding. Het materiaal van de opstaande randen 3 heeft een dikte dl, het materiaal van het bodemdeel 2 heeft een dikte d2. Bij voorkeur is d2 groter, bijvoorbeeld tussen de 5 en 15%, dan dikte dl. De opstaande randen 3 maken een hoek α met een lijn dwars op het bodemdeel, welke hoek gelegen is tussen de 0 en 20 graden. Bij voorkeur zijn de zijkanten 3 en het bodemdeel 2 verbonden door een tussenstuk dat een afgeronde vorm vertoont met een straal R1 gelegen tussen de 6 en 12 mm.

Figuur 7 toont in doorsnede een bodemdeel 2 van een uitvoeringsvorm van een houder volgens de uitvinding. Het bodemdeel bevat ribben 4. De ribben 4 steken een hoogte H uit boven de onderzijde van het bodemdeel, waarbij de onderzijde het aanligvlak vormt in geval een houder wordt neergezet op een vlakke ondergrond. De naar het fruit, d.w.z. naar de binnenzijde van de houder gerichte uiteinden van de ribben 4 vertonen een gebogen vorm met een gemiddelde straal R2. Het patroon van ribben herhaalt zich met een herhalingsafstand, de zogeheten pitch, P. De straal R is groter dan de hoogte H en de hoogte H is gelegen tussen 1,5 en 8 mm, bij voorkeur tussen 1,5 en 4, en de verhouding tussen de herhalingsafstand P en de hoogte H gelegen is tussen 2 en 6, bij voorkeur tussen 3 en 5. Figuur 8 toont een bovenaanzicht van een opstaande rand 3 voorzien van ribbels 4 die binnenwaarts gewend zijn. De ribbels vertonen een straal R2.

Figuur 9 toont in grafïekvorm een tweetal voorbeelden. De horizontale as geeft de pitch P en de verticale as de hoogte en de straal. In deze voorbeelden zijn de pitch P 8 mm, met een straal R2 van 3 en een hoogte H van 2 mm, en een pitch P van 10 mm met een straal R2 van 4 mm en een hoogte H van 2,5 mm.

Figuur 10 illustreert het effect van de uitvinding. Een stuk fruit F ligt op de ribbels 4. De ribbels 4 buigen onder het gewicht van het stuk fruit F enigszins door en vormen aldus een verende ondergrond. Zowel bewegingen en schokken op en neer als dwars op de ribbels 4, in de figuur 10 aangegeven door dubbele pijlen, kunnen door de verende en schokdempende werking van de opstaande ribbels worden opgevangen. Het stuk fruit F ligt op een ronde ondergrond. Een profiel waarbij het stuk fruit aanligt tegen een rand met een kleine straal geeft al heel snel, zelfs bij afwezigheid van beweging, een impressie van de rand in het fruit. Deze impressie is zichtbaar bij oppakken van het fruit en doet afbreuk aan de aanblik van het fruit. Een groef of kleine opstaande rand in een vlakke ondergrond geeft bij zacht fruit snel een impressie. Afkeuring of afwaardering van het fruit kan een gevolg zijn. De ribbels 4 van de houder volgens de uitvinding veroorzaken dit probleem niet of in ieder geval in veel mindere mate. De hoogte H is gelegen tussen 1,5 en 8 mm, bij voorkeur tussen 1,5 en 4, en de verhouding tussen pitch P en hoogte H tussen de 2 en 6, bij voorkeur tussen 3 en 5. Is de hoogte H te klein dan is het schokdempende effect gering, is de hoogte H te hoog, dan wordt de bodem relatief slapper. Is de verhouding tussen pitch P en de hoogte H te klein, dan staan de ribbels te dicht op elkaar en neemt het schokdempende effect af. Is de verhouding groter, dan kan het fruit op de onderkant van de bodem komen te liggen.

Bij een rechthoekige houder met een lange en korte zijde verlopen de ribbels bij voorkeur parallel aan de korte zijde. Dit heeft het hoogste effect op de versteviging en schokdemping. Bij voorkeur verlopen de ribbels in een rechte lijn en strekken zij zich recht op de opstaande randen uit.

Kort samengevat kan de uitvinding als volgt worden omschreven:

Een doosvormige houder (1) voor fruit uit kunststof bevat opstaande randen (3) en/of een bodemdeel (2) voorzien van een profiel. Het profiel bevat parallel aan elkaar verlopende ribbels (4) doorlopend op het bodemdeel van opstaande rand tot opstaande rand en dwars op de opstaande randen en/of ribbels op een opstaande rand vanaf het bodemdeel tot een bovenkant van een opstaande rand. De ribbels (4) steken een hoogte (H) uit boven het een buitenzijde van het bodemdeel (2) en/of opstaande rand (3) en de ribbels vertonen een gekromd uiteinde met een gemiddelde straal (R2) waarbij het patroon van de ribbels zich herhaalt met een herhalingsafstand (P), waarbij de hoogte (H) kleiner is dan de straal (R2) , de hoogte (H) gelegen is tussen 1,5 en 8 mm, en de verhouding tussen de herhalingsafstand (P) en de hoogte (H) gelegen is tussen 2 en 6.

Het zal duidelijk zijn dat in het kader van de uitvinding vele variaties mogelijk zijn en de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven gegeven voorbeelden.

Claims (5)

1. Doosvormige houder (1) voor fruit uit kunststof bevattende opstaande randen (3) en een bodemdeel (2) voorzien van een profiel, met het kenmerk dat, het bodemdeel (2) en/of een opstaande rand (3) voorzien is van een profiel bevattende parallel aan elkaar verlopende ribbels (4) doorlopend op het bodemdeel (2) van opstaande rand tot opstaande rand en dwars op de opstaande randen en/of in de opstaande rand (3) vanaf het bodemdeel (2) tot een bovenrand van de opstaande rand (3) waarbij de ribbels (4) een hoogte (H) uitsteken boven een buitenzijde van het bodemdeel (2) en/of opstaande rand (3) en de ribbels (4) een gekromd uiteinde vertonen met een gemiddelde straal (R2) waarbij het patroon van de ribbels zich herhaalt met een herhalingsafstand (P), waarbij de hoogte (H) kleiner is dan de straal (R2) , de hoogte (H) gelegen is tussen 1,5 en 8 mm, en de verhouding tussen de herhalingsafstand (P) en de hoogte (H) gelegen is tussen 2 en 6.

2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat is de straal (R2) gelegen tussen de 2,5 en 5 mm.

3. Houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de ribbels (3) zich zowel in het bodemdeel (2) als in de opstaande rand (3) bevinden en doorlopen vanuit het bodemdeel in de opstaande randen.

4. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het houdermateriaal in het bodemdeel dikker is dan het houdermateriaal in de opstaande zijden.

5. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ribbels (4) in de hoeken van de houder (1) een L-vormig profiel (6) vertonen.