BE1008496A3

BE1008496A3 - Flessenkrat.

Info

Publication number: BE1008496A3
Application number: BE9400626A
Authority: BE
Original assignee: Michiels Hugo
Priority date: 1994-07-05
Filing date: 1994-07-05
Publication date: 1996-05-07

Abstract

Flessenkrat, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een bodemplaat (2) en minstens twee plaatselijk hierop aangebrachte stapelgeleiders (3-4).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Flessenkrat. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een   fiessenkrat,   of in meer algemene bewoordingen een flessenhouder. 



  De uitvinding heeft tot doel een   flessenkrat   die verschillende praktische voordelen biedt in vergelijking tot de bekende fiessenkratten. 



  Hiertoe heeft de uitvinding een   flessenkrat   als voorwerp, die hoofdzakelijk bestaat uit een bodemplaat en minstens twee plaatselijk hierop aangebrachte stapelgeleiders. 



  Door het gebruik van plaatselijk aangebrachte stapelgeleiders ontstaat het voordeel dat de   flessenkrat   een eenvoudige opbouw verkrijgt, wat de materiaalkosten en de kosten voor het maken van matrijzen aanzienlijk kan verminderen. 



  Tevens is de   flessenkrat   volgens de uitvinding bijzonder geëigend om de klassieke niet-retourneerbare flessen in verpakking, waarmee de zogenaamde six-pack en kartonverpakkingen bedoeld worden, thans wel te retourneren in verpakking. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaan de stapelgeleiders uit holle rechtopstaande penvormige geleidingen die bij het stapelen minstens gedeeltelijk in elkaar passen. 



  Meer speciaal nog geniet het de voorkeur dat de stapelgeleiders over een zodanige lengte in elkaar passen dat de   flessenkratten   een verankerde stapeling in de hoogte toelaten voor verschillende onderlinge afstanden, waarbij 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 de afstand waarover zulke verankering bij het stapelen blijft bestaan, bij voorkeur minstens 5 cm bedraagt. 



  Volgens een bijzonder kenmerk van de uitvinding zal de   flessenkrat   worden voorzien van steunmiddelen om de   flessenkrat   te ondersteunen, die zodanig zijn aangebracht dat bij het op elkaar stapelen van meerdere van zulke fiessenkratten, elke krat gesteund kan worden door flessen die in de zieh eronder bevindende krat zijn aangebracht. 



  Hierdoor wordt het voordeel bekomen dat een zeer lichte konstruktie voor de   flessenkrat   mogelijk is, aangezien de flessen de last dragen van de zieh erboven bevindende gevulde fiessenkratten. 



  Een   flessenkrat   met de voorgaande kenmerken heeft ook het voordeel dat   eenzelfde   vorm van krat kan gebruikt worden voor verschillende hoogten en diameters van flessen, waarbij de stapeling zieh automatisch aanpast aan de hoogte van de flessen, evenwel zonder dat de verankering bij het stapelen verloren gaat. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een   flessenkrat   volgens de uitvinding in zijaanzicht weergeeft ; figuren 2 en 3 zichten weergeven volgens de pijlen F2 en F3 in figuur   1 ;   figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur   2 ;   figuren 5 en 6 twee wijzen van stapelen van de   flessenkrat   uit figuur 1 weergeven ; 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 figuur 7 nog een wijze van stapelen weergeeft. 



  Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 4 bestaat de flessenkrat 1 volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit een bodemplaat 2 en minstens twee plaatselijk hierop aangebrachte stapelgeleiders 3 en 4. 



  De bodemplaat 2 bestaat bij voorkeur uit een vlakke plaat die bij voorkeur langs haar omtrek is voorzien van een opstaande rand 5. 



  De stapelgeleiders 3-4 bestaan uit holle rechtopstaande penvormige geleidingen die bij het stapelen minstens gedeeltelijk in elkaar passen. 



  Zoals schematisch is weergegeven in figuur 4 kunnen de 
 EMI3.1 
 stapelgeleiders 3-4 van op elkaar geplaatste flessenkratten l een zodanige lengte A in elkaar passen dat de betreffende   flessenkratten   1 een verankerde stapeling in de hoogte toelaten voor verschillende onderlinge afstanden C. 



  De afstand D waarover een positieve verankering bij het stapelen blijft bestaan, bedraagt bij voorkeur minstens 5 
 EMI3.2 
 cm. 



  Hierbij geniet het de voorkeur dat de bovenste uiteinden 6 van de stapelgeleiders 3-4 bij het stapelen hoger kunnen reiken dan het steunvlak 7 voor de flessen 8, met andere woorden de bovenzijde van de bodemplaat 2, van een op de voornoemde   flessenkrat   1 geplaatste tweede   flessenkrat   1A. 



  Alhoewel het gebruik van meerdere stapelgeleiders niet uitgesloten is, zal de   flessenkrat   bij voorkeur slechts twee stapelgeleiders 3-4 bezitten, waardoor zij qua stapelmogelijkheden multifunktioneel kan blijven. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 De   fiessenkrat 1   vertoont bovendien bij voorkeur zodanige afmetingen dat een stapeling van meerdere van zulke   flessenkratten   1 mogelijk is volgens een metselverband. In het weergegeven voorbeeld vertoont de flessenkrat 1 hiertoe een lengte L die overeenstemt met tweemaal haar breedte B. 



  De stapelgeleiders 3 en 4 bevinden zieh bij voorkeur op de langssymmetrie-as 9 van de   flessenkrat   1 en respektievelijk op een afstand F van de respektievelijke korte zijden die   een   vierde bedraagt van de lengte L van de   flessenkrat   1. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm bezit de   flessenkrat   1 acht zittingen 10 voor flessen 8, namelijk twee rijen van vier zittingen, waardoor zij gemakkelijk kan worden getransporteerd. Om dit nog verder te vergemakkelijken is tussen de stapelgeleiders, in dit geval de twee stapelgeleiders 3 en 4, een handvat 11 aangebracht, dat gevormd is door een horizontale verbinding, die tevens een versterking vormt. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de flessenkrat 1 voorzien van steunmiddelen om deze   flessenkrat   1 te ondersteunen, die zodanig zijn aangebracht dat bij het op elkaar stapelen van meerdere van zulke   flessenkratten   1, elke   flessenkrat   1 gesteund kan worden door de flessen 8 die zieh in de zieh eronder bevindende   flessenkrat   1 bevinden, zoals afgebeeld in de figuren 5 en 6. Deze steunmiddelen worden in hoofdzaak gevormd door de onderzijde 12 van de bodemplaat 2, waarbij deze eventueel is voorzien van uitstulpende steunpunten 13 die zoals weergegeven in de figuren 1 tot 4 aangebracht zijn ter plaatse van de centers van de zittingen 10. 



  Daarnaast bevat de   flessenkrat   1 bij voorkeur ook nog steunmiddelen waardoor meerdere van zulke   flessenkratten   1 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 leeg stapelbaar zijn. Deze steunmiddelen bestaan in het weergegeven voorbeeld uit kragen 14 en 15 die bij het leeg op elkaar stapelen met elkaar samenwerken. 



  De kragen 14 bevinden zieh op een bepaalde hoogte aan de buitenzijde van de stapelgeleiders 3 en 4. Zij zijn gevormd doordat het bovenste gedeelte 16 van iedere stapelgeleider een kleinere diameter vertoont dan het onderste gedeelte 17. De kragen 15 worden gevormd door de onderranden van de stapelgeleiders 3 en 4. 



  Volgens een bijzonder kenmerk van de uitvinding bestaan de zijdelingse steunen voor de flessen 8, minstens aan de buitenzijde van de flesenkrat   1,   uit recht opstaande pennen 18. Hierdoor ontstaat het voordeel dat de   flessenkrat   1 de flessen 8 goed zichtbaar laat, zodanig dat er geen bijkomende bedrukking nodig is en de etiketten op de flessen zelf de reklame uitstralen. Centraal worden de flessen 8 zijdelings gesteund door de stapelgeleiders 3 en 4. 



  De bodemplaat 2 vertoont een opening 19 zodat geen vloeistof in de   flessenkrat   1 kan blijven staan. 



  De   flessenkrat   1 bestaat bij voorkeur uit kunststof en is bij voorkeur   ééndelig.   



  Aangezien, volgens de voorkeurdragende uitvoeringsvorm, telkens de flessen 8 de last dragen van de zieh erboven bevindende verpakte flessen 8, kan de   flessenkrat   1 worden vervaardigd met een lichte konstruktie. Dit biedt dan ook het voordeel dat milieuvriendelijke recycleerbare of gerecycleerde kunststoffen kunnen worden aangewend, zoals polyethyleen. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 Het gebruik van de   flessenkrat     1,   meer speciaal het stapelen ervan, kan eenvoudig uit de voorgaande beschrijving en de figuren 4 tot 6 worden afgeleid. 



  Figuren 5 en 6 maken duidelijk dat het gewicht gedragen wordt door de   flessen   8, doch dat het verankerd stapelen mogelijk blijft zelfs wanneer flessen 8 met verschillende hoogten voorkomen in de   flessenkratten   1. 



  Figuur 7 verduidelijkt een aantal stapelmogelijkheden. 



  Hierbij is het duidelijk dat wanneer de   flessenkratten   1 in verschillende richtingen   l over   elkaar geplaatst worden, bijvoorbeeld wanneer op de getekende   flessenkratten   1 een   flessenkrat   1A wordt geplaatst zoals aangeduid in de figuur, als het ware in metselverband, een zeer stabiele verankering wordt bekomen. 



  Het is duidelijk dat een   flessenkrat   1 volgens de voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding ook het voordeel biedt dat zij draagbaar is met   een   hand. Bovendien kunnen de stapelgeleiders 3-4 dienst doen als centreergeleidingen bij het volautomatisch vullen. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke   flessenkrat   kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding, zoals gedefinieerd in de bijgaande konklusies, te treden.

Claims

Konklusies. l.-Fiessenkrat, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een bodemplaat (2) en minstens twee plaatselijk hierop aangebrachte stapelgeleiders (3-4).

2. - FIessenkrat volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de zijdelingse steunen voor de flessen (8) minstens aan de buitenzijde van de flessenkrat (1) bestaan uit rechtopstaande pennen (18).

3. - FIessenkrat volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de stapelgeleiders (3-4) bestaan uit holle rechtopstaande penvormige geleidingen die bij het stapelen minstens gedeeltelijk in elkaar passen.

4.- Flessenkrat volgens konklusie 3, daardoor gekenmerkt dat de stapelgeleiders (3-4) over een zodanige lengte (A) in elkaar passen dat de flessenkratten (1) een verankerde stapeling in de hoogte toelaten voor verschillende onderlinge afstanden (C).

5.- Flessenkrat volgens konklusie 4, daardoor gekenmerkt dat de afstand (D) waarover een verankering bij het stapelen blijft bestaan minstens 5 cm bedraagt.

6.- Flessenkrat volgens een der konklusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de bovenste uiteinden (6) van de stapelgeleiders (3-4) van een flessenkrat (1) bij het EMI7.1 stapelen hoger reiken dan het steunvlak (7) voor de flessen (8) van een op voornoemde flessenkrat (1) geplaatste tweede flessenkrat (lA). <Desc/Clms Page number 8>

7.- Flessenkrat volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij precies twee stapelgeleiders (3-4) vertoont.

8.- Flessenkrat volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij voorzien is van steunmiddelen om de flessenkrat (1) te ondersteunen die zodanig zijn aangebracht dat bij het op elkaar stapelen van meerdere van zulke flessenkratten (1), elke flessenkrat (1) gesteund kan worden door flessen (8) die zieh in de zieh eronder EMI8.1 bevindende flessenkrat (1) zijn aangebracht.

9. volgens konklusie 8, daardoor gekenmerkt dat de steunmiddelen gevormd worden door de onderzijde van de bodemplaat (2), waarbij deze van uitstekende steunpunten (13) is voorzien ter plaatse van de centers van de zittingen (10) van de flessen (8).

10. - FIessenkrat volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij steunmiddelen bezit waardoor EMI8.2 meerdere van zulke flessenkratten (1) leeg stapelbaar zijn.

11. volgens konklusie 10, daardooor gekenmerkt dat de steunmiddelen die toelaten dat de flessenkratten (1) leeg stapelbaar zijn, bestaan uit kragen (14-15) aan de stapelgeleiders (3-4) die bij het leeg op elkaar stapelen met elkaar samenwerken.

12. - FIessenkrat volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij afmetingen (L-B) vertoont die een stapeling in metselverband toelaten.

13. - FIessenkrat volgens konklusie 12, daardoor gekenmerkt dat zij een lengte (L) vertoont die overeenstemt met twee maal haar breedte (B). <Desc/Clms Page number 9> 14. - FIessenkrat volgens konklusie 13, daardoor gekenmerkt dat zij precies twee stapelgeleiders (3-4) bezit ; dat beide stapelgeleiders (3-4) zieh op de langssymmetrie-as (9) van de flessenkrat (1) bevinden ; en dat de stapelgeleiders (3-4) zieh respektievelijk op een afstand (E) van de respektievelijke korte zijden van de stapelkrat (1) EMI9.1 bevinden die overeenstemt met 1/4 van de lengte (L) van de flessenkrat (1).

15. volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij precies acht zittingen (10) voor flessen (8) bezit, namelijk twee rijen van vier zittingen (10).

16.- Flessenkrat volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat tussen de stapelgeleiders (3-4) een handvat (11) is aangebracht.

17.- Flessenkrat volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat uit recycleerbare of gerecycleerde kunststof.