NL1039988C2 - Hulpleuning voor kinderen. - Google Patents

Hulpleuning voor kinderen. Download PDF

Info

Publication number
NL1039988C2
NL1039988C2 NL1039988A NL1039988A NL1039988C2 NL 1039988 C2 NL1039988 C2 NL 1039988C2 NL 1039988 A NL1039988 A NL 1039988A NL 1039988 A NL1039988 A NL 1039988A NL 1039988 C2 NL1039988 C2 NL 1039988C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
auxiliary
handrail
coupling member
railing
tensioning
Prior art date
Application number
NL1039988A
Other languages
English (en)
Inventor
Patrick Gerald Daniel Degenkamp
Original Assignee
Patrick Gerald Daniel Degenkamp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Patrick Gerald Daniel Degenkamp filed Critical Patrick Gerald Daniel Degenkamp
Priority to NL1039988A priority Critical patent/NL1039988C2/nl
Priority to EP14709422.1A priority patent/EP2943622B1/en
Priority to PCT/NL2014/000001 priority patent/WO2014109634A1/en
Priority to US14/759,568 priority patent/US20150345149A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1039988C2 publication Critical patent/NL1039988C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F11/00Stairways, ramps, or like structures; Balustrades; Handrails
    • E04F11/18Balustrades; Handrails
    • E04F11/1865Collapsible or portable balustrades
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F11/00Stairways, ramps, or like structures; Balustrades; Handrails
    • E04F11/18Balustrades; Handrails
    • E04F11/1802Handrails mounted on walls, e.g. on the wall side of stairs
    • E04F11/1808Handrail members; Connections between handrail members
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F11/00Stairways, ramps, or like structures; Balustrades; Handrails
    • E04F11/18Balustrades; Handrails
    • E04F11/1863Built-in aids for ascending or descending stairs

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Steps, Ramps, And Handrails (AREA)

Description

Titel: Hulpleuning voor kinderen
BESCHRIJVING
5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting, omvattende een hulpleuning voor bijvoorbeeld kinderen, aan te brengen onder een bestaande hoofdleuning.
Een dergelijke inrichting is ondermeer bekend uit de Ameri-10 kaanse octrooischriften US5337528 en US6209854.
US5337528 toont een als hulpleuning voor kinderen bedoelde inrichting, aan te brengen onder een bestaande hoofdleuning, waarbij de hoofdleuning en hulpleuning op een afstand van el-15 kaar worden gehouden door afstandsorganen. De leuningen worden, naar elkaar toe, tegen de afstandsorganen aan getrokken door middel van een van een gesp voorziene band, die rondom het geheel wordt aangebracht. De band wordt op spanning gebracht door middel van een wig tussen het afstandsorgaan en 20 de hoofdleuning. Nadeel van deze configuratie is dat gebruik wordt gemaakt van een betrekkelijk lange spanband (namelijk een band geheel buitenom beide leuningen en het tussengelegen afstandsorgaan) waardoor de totale rek in deze (immers lange) band groot is en de bevestiging van de hulpleuning niet erg 25 betrouwbaar is.
US6209854 toont een configuratie waarin een hulpleuning via een aantal overbruggingsorganen met de hoofdleuning wordt verbonden. Elk overbruggingsorgaan omvat een bovenste koppel-30 orgaan voor het koppelen van het afstandsorgaan met de hoofdleuning, een afstandsorgaan voor het op afstand houden van de hulpleuning ten opzichte van de hoofdleuning, en een onderste koppelorgaan voor het koppelen van het afstandsorgaan met de hulpleuning. Het bovenste koppelorgaan wordt tegen de hoofd- 1039988 2 leuning geklemd door middel van "cable ties" (zie voor een begripsomschrijving http://en.wikipedia.org/wiki/Cable_tie en http://nl.wikipedia.org/wiki/Tie-wrap). Nadeel van deze constructie is dat dergelijke cable ties (NL: kabelbinders) in 5 de praktijk onaangenaam in het gebruik zijn doordat zij, in doorsnede gezien, smal en relatief hoog zijn en randen hebben die tamelijk scherp zijn. Wanneer een gebruiker van de hoofdleuning zijn/haar handen over de leuning laat glijden, vormen die kabelbinders -waarvan bij elk overbruggingsorgaan steeds 10 twee rondom de hoofdleuning moeten worden aangebracht(!)- steeds, bij elk overbruggingsorgaan weer, een zeer irritante onderbreking van die glijbeweging. Ook is het gebruik van kabelbinders visueel/esthetisch onaantrekkelijk. Een verder nadeel is dat de kabelbinders glad zijn aan de zijde van de 15 hoofdleuning, waardoor draaiing en verschuiving niet kan worden voorkomen, terwijl -door die niet te voorkomen draaiing en verschuiving, in combinatie met de scherpe randen van de kabelbinders, beschadiging van de (laklaag van de) hoofdleuning niet te vermijden is. Ten slotte is ook het verwijderen 20 van de hulpleuning door het lossnijden of -knippen van de kabelbinders bepaald niet zonder gevaar voor beschadiging van de (hoofd)trapleuning.
De onderhavige uitvinding beoogt een zowel esthetisch als 25 technisch verbeterde configuratie te bieden die de nadelen van beide hierboven behandelde configuraties ondervangt
De uitvinding omvat dus een inrichting, omvattende een hulpleuning voor bijvoorbeeld kinderen, aan te brengen onder een 30 bestaande hoofdleuning, welke inrichting voorts overbrug-gingsorganen omvat voor het losmakelijk verbinden van de hulpleuning met de hoofdleuning, waarbij de overbruggingsor-ganen elk een afstandsorgaan omvatten, een bovenste koppelor-gaan en een onderste koppelorgaan, waarbij het afstandsorgaan 3 is ingericht voor het op afstand houden van de hulpleuning ten opzichte van de hoofdleuning, het bovenste koppelorgaan voor het koppelen van het afstandsorgaan met de hoofdleuning en het onderste koppelorgaan voor het koppelen van het af-5 standsorgaan met de hulpleuning; waarbij het bovenste koppelorgaan een spanband omvat die door twee (zijn) verbindingspunten (of aangrijppunten) met het bovenste koppelorgaan is verbonden en die is ingericht om het bovenste koppelorgaan tegen de hoofdleuning te klemmen, 10 terwijl voorts is voorzien in een op weg/kracht-transformatie gebaseerde bandspaninrichting, ingericht om de spanband zodanig te spannen dat het bovenste koppelorgaan met kracht tegen de hoofdleuning wordt geklemd.
15 Het gebruik van een (vlakke) spanband is op zich bekend uit US5337528, echter wordt door de onderhavige uitvinding voorzien in het opheffen van het nadeel van de wijze waarop die spanband in US5337528 wordt gebruikt (namelijk een tamelijk lange spanband geheel rondom beide leuningen en het tussenge-20 legen afstandsorgaan), door gebruik te maken van een spanband die volgens de uitvinding door middel van twee verbindingspunten met het bovenste (nabij de hoofdleuning gelegen) koppelorgaan is verbonden en daardoor aanzienlijk korter en daardoor veel "rekvaster" is dan de (immers helemaal rond-25 gaande) spanband uit US5337528.
De door twee verbindingspunten met het bovenste koppelorgaan verbonden spanband is vervaardigd van een materiaal met een hoge treksterkte en geringe rek. Bijvoorbeeld kan een span-30 bandmateriaal worden gebruikt zoals wordt gebruikt in de transportsector voor het vastzetten van ladingen, bijvoorbeeld vervaardigd van polyester bandweefsel. De Engelse benaming voor dit soort spanbanden is "tie down straps", "tie downs" of "lashing straps". Echter kan ook heel goed gebruik 4 worden gemaakt van een eenvoudiger, enkelvoudige (niet-geweven) vlakke spanband, bijvoorbeeld vervaardigd door spuitgieten.
5 Bij voorkeur wordt voorzien in een antisliplaag tussen de spanband en de hoofdleuning. Als de spanband van polyester wordt gebruikt, kan een bandweefsel worden gebruikt waarin, aan de zijde van de hoofdleuning, rubber- of elastomeervezel is ingevlochten. Als een (bijvoorbeeld gespuitgiete) enkel-10 voudige spanband wordt gebruikt kan de antisliplaag hetzij los van de spanband worden aangebracht, hetzij daaraan bevestigd, bijvoorbeeld door klikverbindingen of door gebruikmaking van 2k-spuitgieten, waardoor de antisliplaag één geheel vormt met de spanband.
15
Door middel van de op weg/kracht-transformatie gebaseerde bandspaninrichting kan een gebruiker/installateur de spanband goed aantrekken (een grotere en beter te doseren kracht uitoefenen bij gelijkblijvende mechanische arbeid), waardoor die 20 spanband, via zijn verbindingspunten met het bovenste koppel-orgaan, het bovenste koppelorgaan met de juiste kracht tegen de hoofdleuning trekt en de spanband (en daarmee het verbindingsstuk) bovendien niet langs de hoofdleuning gaat verschuiven en/of om de hoofdleuning (vooral als die een ronde 25 doorsnede heeft) roteren. Doordat de bandspaninrichting gebruikmaakt van weg/kracht-transformatie -een algemeen werktuigkundig principe- kan de spankracht uitstekend worden ingesteld en desgewenst nagesteld (nagetrokken). Doordat gebruik wordt gemaakt van een op weg/kracht-transformatie geba-30 seerde bandspaninrichting, waardoor een relatief grote spankracht kan worden gegenereerd, kan ook goed gebruik worden gemaakt van (ten opzichte van "cable ties" etc.) relatief brede spanbanden, die een relatief groot wrijvingsoppervlak ten opzichte van (het oppervlak van) de hoofdleuning hebben, 5 terwijl de oppervlaktedruk, als gevolg van de relatief grote spankracht, ruim voldoende is om de spanbanden een goede "grip" op het oppervlak van de hoofdleuning te geven, zonder dat dat leidt tot beschadiging van de (lak van de) hoofdleu-5 ning als gevolg van een (te) grote oppervlaktebelasting.
Bijvoorbeeld omvat de bandspaninrichting een knevelorgaan (berustend op weg/kracht-transformatie door hefboomwerking) of -bij voorkeur- een schroefspanorgaan (berustend op 10 weg/kracht-transformatie door een schroef/spindel) of een ander bandspanorgaan dat gebruikmaakt van weg/kracht-transformatie waardoor de klemkracht (van de spanband op de leuning) uitstekend is in te stellen en desgewenst na te stellen. Door toepassing van een dergelijke, op weg/kracht-15 transformatie gebaseerde bandspaninrichting wordt bereikt dat de spanband eenvoudig, door elke gebruiker en op doeltreffende wijze, op de juiste spanning kan worden gebracht en gehouden (door af en toe naspannen, hetgeen tijdens intensief gebruik doorgaans nodig zal zijn). Een dergelijke, op 20 weg/kracht-transformatie gebaseerde spaninrichting is niet bekend uit bijvoorbeeld US6209854, waarin gebruik wordt gemaakt van "cable ties", die -behalve de reeds eerder genoemde nadelen- niet doeltreffend op de juiste klemspanning kunnen worden gebracht en gehouden. Dergelijke "cable ties" zijn im-25 mers bedoeld om bundels kabels etc. bijeen te houden en in de praktijk niet echt geschikt voor het onderhavige doel, waar in verband met de veiligheid van kinderen een goede en blijvend betrouwbare verbinding tussen de hoofd- en kinderleuning vereist is.
30
Het overbruggingsorgaan is behalve als verbinding tussen hoofd- en hulpleuning, bij voorkeur ook ingericht voor het op afstand houden van de hulpleuning ten opzichte van een ach- 6 tergelegen wand of steunlichaam. Op zich is deze optie bekend uit het eerdergenoemde octrooischrift US6209854.
Het onderste koppelorgaan is bij voorkeur ingericht om de 5 hulpleuning vanaf de onderzijde te benaderen (te koppelen), waardoor de gebruiker van de hulpleuning -het kind- geriefelijk zijn/haar handen over de bovenzijde van die hulpleuning kan laten glijden. Op zich is deze optie bekend uit het octrooischrift US5853166. Het onderste koppelorgaan is bij 10 voorkeur ingericht om de hulpleuning in hoofdzaak geheel te omsluiten.
De hulpleuning kan één of meer hulpleuningdelen omvatten, ingericht om samen te werken met één of meer koppelstukken voor 15 het onderling verbinden van hulpleuningdelen die dan tezamen een complete en continu doorlopende hulpleuning vormen. De complete hulpleuning kan rechte en/of gekromde hulpleuningdelen omvatten die tezamen een continu doorlopende hulpleuning vormen. De hulpleuning en de koppelstukken zijn bij voorkeur 20 zo ingericht dat elk koppelstuk in een holte in het betreffende uiteinde van de hulpleuning kan worden gestoken en daarin in hoofdzaak wordt opgenomen. De dwarsdoorsnede van de hulpleuning is bij voorkeur in hoofdzaak rond.
25 Hierna zal de uitvinding nader worden besproken aan de hand van enige uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar enkele figuren.
Figuur 1 toont in perspectief een voorkeursuitvoering een 30 inrichting volgens de uitvinding;
Figuur 2 toont een overbruggingsorgaan incl. spanband van de inrichting getoond in figuur 1; 7
Figuur 3 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een uit delen bestaande hulpleuning.
De figuren 1-3 tonen, geheel of meer in detail, een in-5 richting 1, omvattende een hulpleuning 2 voor bijvoorbeeld kinderen, aan te brengen onder een bestaande hoofdleuning 3, waarbij de hulpleuning één of meer hulpleuningdelen omvat en de inrichting voorts overbruggingsorganen 4 omvat voor het losmakelijk verbinden van de hulpleuning 2 met de hoofdleu-10 ning 3.
De overbruggingsorganen 4 omvatten elk een afstandsorgaan 5, een bovenste koppelorgaan 6 en een onderste koppelorgaan 7, waarbij het afstandsorgaan 5 is ingericht voor het op afstand 15 houden van de hulpleuning 2 ten opzichte van de hoofdleuning 3, het bovenste koppelorgaan 6 voor het koppelen van het af-standsorgaan 5 met de hoofdleuning 3 en het onderste koppelorgaan 7 voor het koppelen van het afstandsorgaan 5 met de hulpleuning 2. De organen 5, 6 en 7 kunnen goed uit één stuk 20 worden gefabriceerd, bijvoorbeeld door spuitgieten.
Het bovenste koppelorgaan 6 van elk afstandsorgaan 5 omvat een spanband 8 die door twee verbindingspunten 9 en 10 met het bovenste koppelorgaan 6 is verbonden en die is ingericht 25 om het bovenste koppelorgaan 6 tegen de hoofdleuning te klemmen 3.
Voorts is voorzien in een op weg/kracht-transformatie gebaseerde bandspaninrichting 11, ingericht om de spanband 8 zo-30 danig te spannen dat het bovenste koppelorgaan 6 met kracht tegen de hoofdleuning 3 wordt geklemd. Door middel van de op weg/kracht-transformatie gebaseerde bandspaninrichting 11 kan een gebruiker/installateur de spanband 8 goed aantrekken, waardoor die spanband 8, via zijn verbindingspunten 9 en 10 8 met het bovenste koppelorgaan 6, het bovenste koppelorgaan 6 met de juiste kracht tegen de hoofdleuning 3 trekt en de spanband 8 (en daarmee het verbindingsstuk 5) bovendien niet langs de hoofdleuning 3 gaat verschuiven en/of om de hoofd-5 leuning 3 (vooral als die een ronde doorsnede heeft) roteren. Doordat de bandspaninrichting 11 gebruikmaakt van weg/kracht-transformatie -een algemeen werktuigkundig principe- is de spankracht relatief groot en kan ook uitstekend worden ingesteld (immers geeft een relatief grote wegverandering steeds 10 een relatief geringe toe- of afname van de kracht) en desgewenst nagesteld (nagetrokken).
De breedte van de spanband 8 ligt bij voorkeur tussen 10 en 30 mm en de dikte tussen 1 en 2 mm.
15
De in figuur 2 getoonde bandspaninrichting 11 is uitgevoerd als een schroefspanorgaan omvattende een schroefspindel 12 die van onderaf naar boven steekt en is voorzien van bijvoorbeeld een binnenzeskant 12', waardoor de spindel 12 kan wor-20 den geroteerd. Om de spindel 12 is een spindelmoer 13 aangebracht, die deel uitmaakt of verbonden is met een uiteinde van de spanband 8. De spanband 8 is met het bovenste koppelorgaan 6 verbonden via een verbindingsas 9 waar de spanband overheen wordt gevoerd en tegenaan gedrukt, en is met zijn 25 andere uiteinde met een verbindingsas 10 verbonden. Beide verbindingsassen 9 en 10 steken in of door de wand van het bovenste koppelorgaan 6, waardoor de spanband 8 het bovenste koppelorgaan 6 direct tegen de (nabijgelegen) hoofdleuning 3 aan drukt en er daardoor een solide en betrouwbare verbinding 30 wordt gevormd tussen het bovenste koppelorgaan 6 en de hoofdleuning, hetgeen de (kind)veiligheid aanmerkelijk vergroot.
De bandspaninrichting 11 zou ook bijvoorbeeld een (eveneens op weg/kracht-transformatie gebaseerd) knevelorgaan kunnen 9 omvatten. Zo nodig kan voorzien worden in een (niet expliciet getoonde) antisliplaag tussen de spanband 8 en de hoofdleuning 3.
5 Het afstandsorgaan 5 is behalve als verbinding tussen hoofdleuning 3 en de hulpleuning 2, bij voorkeur bovendien ingericht, door middel van een achtersteun 14, voor het op afstand houden van de hulpleuning 2 ten opzichte van een ach-tergelegen wand of steunlichaam (niet getoond). De achter-10 steun 14 kan voorzien zijn van een stootdop 15. Ook kan de achtersteun 14 zijn voorzien van een schroefgat (niet getoond) waarmee de achtersteun 14 -indien gewenst- aan de wand of het steunlichaam kan worden vastgeschroefd.
15 Het onderste koppelorgaan 7 is ingericht om de hulpleuning 2 vanaf de onderzijde te benaderen, zodat de onderste koppelor-ganen 7 zo min mogelijk hinder veroorzaken. De onderste kop-pelorganen zijn ingericht om, uit hoofde van de veiligheid, de hulpleuning 2 in hoofdzaak geheel te omsluiten, waardoor 20 de kinderhanden bij regelmatige afstanden nog wat extra "grip" ondervinden.
Figuur 3 toont een uitvoeringsvoorbeeld waarbij de hulpleuning 2 twee of meer hulpleuningdelen 2' omvat, ingericht om 25 samen te werken met één of meer koppelstukken 16 voor het onderling verbinden van de hulpleuningdelen die tezamen een complete en continu doorlopende -namelijk door ringvormige ruggen 17 aan de buitenzijde van de koppelstukken 16- hulpleuning 2 vormen. De complete hulpleuning 2 kan rechte en/of 30 gekromde hulpleuningdelen 2' omvatten die tezamen een continu doorlopende hulpleuning 2 vormen. De hulpleuning 2 en de koppelstukken 16 zijn, zoals figuur 4 toont, bij voorkeur zo ingericht dat elk koppelstuk 16 in een (al dan niet doorlopende) holte 18 in het betreffende uiteinde van de hulpleuning 2 10 kan worden gestoken en daarin in hoofdzaak wordt opgenomen.
De dwarsdoorsnede van de hulpleuning 2 is bij voorkeur in hoofdzaak rond. Het koppelstuk 16 kan eventueel deel uitmaken van het onderste koppelorgaan 7 van het overbruggingsorgaan 5 4.
1039988

Claims (12)

1. Inrichting (1), omvattende een hulpleuning (2), aan te brengen onder een bestaande hoofdleuning (3), welke in- 5 richting voorts overbruggingsorganen (4) omvat voor het losmakelijk verbinden van de hulpleuning met de hoofdleuning; waarbij de overbruggingsorganen elk een afstandsorgaan (5) omvatten, een bovenste koppelorgaan (6) en een onder- 10 ste koppelorgaan (7), waarbij het afstandsorgaan is inge richt voor het op afstand houden van de hulpleuning ten opzichte van de hoofdleuning, het bovenste koppelorgaan voor het koppelen van het afstandsorgaan met de hoofdleuning en het onderste koppelorgaan voor het koppelen van 15 het afstandsorgaan met de hulpleuning; en waarbij het bovenste koppelorgaan een spanband (8) omvat die door twee verbindingspunten (9,10) met het bovenste koppelorgaan is verbonden en die is ingericht om het bovenste koppelorgaan tegen de hoofdleuning te klemmen, 20 terwijl voorts is voorzien in een op weg/kracht- transformatie gebaseerde bandspaninrichting (11), ingericht om de spanband zodanig te spannen dat het bovenste koppelorgaan met kracht tegen de hoofdleuning wordt geklemd. 25
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de breedte van de spanband ligt tussen 10 en 30 mm en de dikte tussen 1 en 2 mm.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de op weg/kracht-transformatie gebaseerde bandspaninrichting een schroefspanorgaan (12,13) omvat. 10 3 9 9 88
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de op weg/kracht-transformatie gebaseerde bandspaninrichting een knevelorgaan omvat.
5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij is voorzien in een antisliplaag tussen de spanband en de hoofdleuning.
6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, 10 waarbij is voorzien in een achtersteun (14) voor het op afstand houden van de hulpleuning ten opzichte van een achtergelegen wand of steunlichaam.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, 15 waarbij het onderste koppelorgaan (7) is ingericht om de hulpleuning vanaf de onderzijde te benaderen.
8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het onderste koppelorgaan is ingericht om de 20 hulpleuning in hoofdzaak geheel te omsluiten.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de hulpleuning (2) één of meer hulpleuningdelen (2') omvat, ingericht om samen te werken met één of meer 25 koppelstukken (16) voor het onderling verbinden van hulp leuningdelen die tezamen een complete en continu doorlopende hulpleuning vormen.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de complete hulp- 30 leuning rechte en/of gekromde hulpleuningdelen omvat die tezamen een continu doorlopende hulpleuning vormen.
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, waarbij de hulpleuning en de koppelstukken zo zijn ingericht dat elk kop pelstuk in een holte (18) in het betreffende uiteinde van de hulpleuning kan worden gestoken en daarin in hoofdzaak wordt opgenomen.
12. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de dwarsdoorsnede van de hulpleuning in hoofdzaak rond is. 1039988
NL1039988A 2013-01-08 2013-01-08 Hulpleuning voor kinderen. NL1039988C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1039988A NL1039988C2 (nl) 2013-01-08 2013-01-08 Hulpleuning voor kinderen.
EP14709422.1A EP2943622B1 (en) 2013-01-08 2014-01-06 Child assist handrail
PCT/NL2014/000001 WO2014109634A1 (en) 2013-01-08 2014-01-06 Child assist handrail
US14/759,568 US20150345149A1 (en) 2013-01-08 2014-01-06 Child assist handrail

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1039988 2013-01-08
NL1039988A NL1039988C2 (nl) 2013-01-08 2013-01-08 Hulpleuning voor kinderen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1039988C2 true NL1039988C2 (nl) 2014-07-09

Family

ID=50241492

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1039988A NL1039988C2 (nl) 2013-01-08 2013-01-08 Hulpleuning voor kinderen.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20150345149A1 (nl)
EP (1) EP2943622B1 (nl)
NL (1) NL1039988C2 (nl)
WO (1) WO2014109634A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2019221597A1 (en) 2018-05-14 2019-11-21 Mippaa Holding B.V. Auxiliary handrail and method for attaching it

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1042342B1 (nl) * 2017-04-14 2018-10-24 Mippaa Holding B V Hulpleuning voor wand- en spijlmontage

Family Cites Families (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1147625A (en) * 1915-03-27 1915-07-20 John A Eikelberger Piston-ring compressor.
US3005242A (en) * 1958-11-19 1961-10-24 Marvin H Roberts Stair railing
US3133463A (en) * 1960-12-27 1964-05-19 Ryan Aeronautical Co Synchro adjustment tool
US3910558A (en) * 1974-02-13 1975-10-07 Kinedyne Corp Heavy duty winch for cargo tie-down
JPS5417029Y2 (nl) * 1974-05-13 1979-07-02
CH619196A5 (nl) * 1976-12-21 1980-09-15 Zysset & Co Ag K
US4532833A (en) * 1984-01-24 1985-08-06 Downs Edgar S Strap-type wrench for removing rotatable closures or similar members
DE3919399C1 (en) * 1989-06-14 1990-09-20 Friedr. Gustav Theis Kaltwalzwerke Gmbh, 4650 Gelsenkirchen, De Tensioning device for cargo strap - has bolt acting on clamping saddle and pushing it downwards
US5337528A (en) 1992-12-02 1994-08-16 Frank Jaworski Child assist rail and support system
IT229625Y1 (it) * 1993-02-09 1999-01-29 Bocchi Srl Struttura di corrimano maniglione o simile
US5657968A (en) * 1996-01-02 1997-08-19 Marsden; Jeff Adjustable stair railing
US5853166A (en) 1997-08-05 1998-12-29 Koza; Kim J. Handrail assembly for children
US6209854B1 (en) 1998-10-23 2001-04-03 Mark A. Sedlack Suspended stair railing for children
US6789450B1 (en) * 2001-07-11 2004-09-14 Leon Helfet Manually operated strap wrench for turning generally cylindrical objects
US7032355B1 (en) * 2002-08-16 2006-04-25 Gyure Jan C Child's handrail
US20050193872A1 (en) * 2003-11-19 2005-09-08 Wyman Marc R. System and method for attaching balusters
US20060118773A1 (en) * 2004-12-07 2006-06-08 Hull Anthony A Handrail for toddlers
FR2917317B1 (fr) * 2007-06-12 2009-09-18 Facom Soc Par Actions Simplifi Cle a sangle perfectionnee pour l'entrainement d'un objet de forme generale cylinfrique.
DE202012008913U1 (de) * 2012-09-15 2012-11-27 Bernd Benninghoff Werkzeuglose Regal-Verbindungstechnik mit Hilfe von integrierten Spanngurten
US20140097394A1 (en) * 2012-10-09 2014-04-10 Ming-Fang Hsieh Handrail Assembly

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2019221597A1 (en) 2018-05-14 2019-11-21 Mippaa Holding B.V. Auxiliary handrail and method for attaching it

Also Published As

Publication number Publication date
US20150345149A1 (en) 2015-12-03
EP2943622A1 (en) 2015-11-18
EP2943622B1 (en) 2019-07-03
WO2014109634A1 (en) 2014-07-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9888745B2 (en) Ice crampon with improved longitudinal adjustment
KR101744357B1 (ko) 벨트 길이 조절구
NL1039988C2 (nl) Hulpleuning voor kinderen.
US10493355B2 (en) Carrying ski equipment
MX2014013114A (es) Sistema de abrazaderas para cuerdas.
FR3067942A1 (fr) Harnais d'encordement
US20070089823A1 (en) Tire chain
US20150320147A1 (en) Strap adjuster device
FR2999091B1 (fr) Dispositif de freinage pour ski de randonnee a cale de montee reglable integree
US9409056B2 (en) Goggles comprising adjustable nose bridge
FR3055809A1 (fr) Harnais equipe de points de connexion ergonomiques
US20120159744A1 (en) Strap divider
MA39994A (fr) Élément de garniture pour un véhicule
US11583039B2 (en) Device for adjusting and clamping a strap
EP3517791B1 (en) Clamping device, clamping system with clamping device and control wire loop, artifical tree system comprising such clampnig system
FR2896429A1 (fr) Dispositif de retenue d'une chaussure sur une raquette a neige
JP2008500215A (ja) サイドケースのための保持装置を備えた自動二輪車
FR2674803A1 (fr) Dispositif d'adaptation d'une ceinture de securite a des passagers de petite taille.
EP2572758A2 (fr) Harnais d'encordement comportant un anneau d'accrochage fixe à la ceinture
FR3067765B1 (fr) Dispositif de blocage de deux elements allonges
KR101812073B1 (ko) 차량용 스노우 체인
KR101778262B1 (ko) 스노우 타이어 커버
EP4311449A1 (fr) Système de réglage de sangle
CA2968166A1 (fr) Dispositif amovible pour eliminer la boucle des lacets et pour bloquer les lacets
FR2710164A1 (fr) Dispositif de fixation de chaînes de lunettes.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160201