NL1039752A - Verpakking voor taart. - Google Patents

Description

Verpakking voor taart.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een verpakking, meer in het bijzonder voor taart, omvattend een onderstuk en een bovenstuk, waarbij het onderstuk is voorzien van een bodemdeel en een vanaf het bodemdeel opstaande wand en waarbij het bovenstuk is voorzien van een afdekdeel en een vanaf het afdekdeel neergaande wand.

Een dergelijke verpakking is bekend.

De bekende verpakking is vervaardigd uit karton, waarbij de opstaande wand met het bodemdeel een hoek insluit van ongeveer 90 graden en de neergaande wand met het afdekdeel een hoek insluit van eveneens ongeveer 90 graden. Bij gebruik wordt het bovenstuk ofwel de deksel van de verpakking over het onderstuk ofwel de doos met daarin de taart geschoven.

De bekende verpakking heeft het bezwaar, dat het optillen van de deksel van de doos tamelijk moeizaam gaat. De opstaande wand van de doos ligt met het buitenvlak aan tegen het binnenvlak van de neergaande wand van de deksel. Tussen de vlakken is een slechts geringe ruimte, terwijl het kartonnen materiaal ervoor zorgt dat het oppervlak van de tegen elkaar aan liggende vlakken in enige mate ruw is, waardoor omhoog schuiven van de deksel van de doos af tamelijk moeizaam gaat. In de praktijk dient dit te gebeuren door licht opzij en heen en weer trekken en duwen van de wanden van de deksel ten opzichte van de wanden van de doos onder gelijktijdig, in stapjes, omhoog schuiven van de deksel, hetgeen over het algemeen alleen lukt door dit met kleine bewegingen te doen. Vaak is het bij deze bekende verpakking niet mogelijk om de deksel met een enkele beweging van de doos af te halen.

De uitvinding beoogt dit bezwaar van de bekende verpakking te ondervangen.

De verpakking volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat de opstaande wand met het bodemdeel een eerste hoek insluit die niet groter is dan 90 graden en over tenminste een gedeelte met het bodemdeel een tweede hoek insluit die kleiner is dan 90 graden, terwijl de neergaande wand met het afdekdeel een derde hoek insluit fl 7Q 7 R 9 die niet kleiner is dan 90 graden en over tenminste een gedeelte met het afdekdeel een vierde hoek insluit die groter is dan 90 graden, waarbij middelen zijn voorzien met behulp waarvan, wanneer het bovenstuk over het onderstuk is geschoven, de neergaande wand ten opzichte van de opstaande wand kan worden vastgezet.

Volgens een kenmerk van de verpakking volgens de uitvinding worden de middelen gevormd door een verbindingsmiddel dat is voorzien aan de neergaande wand en een daarmee samenwerkend verbindingsmiddel dat is voorzien aan de opstaande wand.

Volgens nog een kenmerk van de verpakking volgens de uitvinding worden de middelen gevormd door een aan de buitenzijde van de opstaande wand voorzien uitsteeksel dat bij plaatsing van het bovenstuk over het onderstuk bestemd is om in te steken in een in de neergaande wand voorziene sleuf, of, volgens een ander kenmerk, door een aan de binnenzijde van de opstaande wand voorzien uitsteeksel dat bij plaatsing van het bovenstuk over het onderstuk bestemd is om in te steken in een in de opstaande wand voorziene sleuf.

Volgens een verder kenmerk van de verpakking volgens de uitvinding is het uitsteeksel voorzien in het gedeelte van de opstaande wand dat in een hoek kleiner dan 90 graden op het bodemdeel aansluit, en is de sleuf voorzien in het gedeelte van de neergaande wand dat in een hoek groter dan 90 graden op het afdekdeel aansluit.

Volgens nog een kenmerk van de verpakking volgens de uitvinding zijn het bodemdeel en het afdekdeel meerhoekig, meer in het bijzonder is het bodemdeel rechthoekig en bestaan de opstaande wandgedeelten uit twee tegenover elkaar gelegen opstaande kopwanden en twee tegenover elkaar gelegen opstaande zijwanden, waarbij het afdekdeel rechthoekig is en neergaande wandgedeelten bestaan uit twee tegenover elkaar gelegen neergaande kopwanden en twee tegenover elkaar gelegen neergaande zijwanden, waarbij tenminste een opstaande zij- of kopwand een hoek insluit met het bodemdeel die kleiner is dan 90 graden en tenminste een neergaande zij- of kopwand een hoek met het afdekdeel insluit die groter is dan 90 graden.

Volgens een kenmerk van de verpakking volgens de uitvinding zijn het uitsteeksel en de sleuf in de wanden voorzien bij of ter plaatse van een aansluithoek.

Volgens nog een verder kenmerk van de verpakking volgens de uitvinding is de mate waarin de tweede hoek en de vierde hoek afwijken van een hoek van 90 graden gelijk, zodanig dat, wanneer het bovenstuk over het onderstuk wordt geplaatst, de opstaande wand met het buitenvlak aanligt tegen het binnenvlak van de neergaande wand.

Met de verpakking volgens de uitvinding wordt bereikt, dat met een plaatselijk licht opzij trekken van de neergaande wand ter plaatse van de sleuf deze sleuf van het uitsteeksel wordt afgetrokken, waarbij, met een daarna omhoog bewegen of kantelen van de neergaande wand ten opzichte van de opstaande wand een ruimte wordt verkregen tussen het binnenvlak van de neergaande wand en het buitenvlak van de opstaande wand, zodat een verder omhoog bewegen door het ontbreken van contact tussen deze vlakken niet meer wordt bemoeilijkt. Met een trek- en omhoog bewegen kan het bovenstuk ofwel de deksel met een enkele beweging van het onderstuk of de doos worden afgetild. Door middel van het aan de opstaande wand voorziene uitsteeksel en de daarmee samenwerkende sleuf voorzien in de neergaande wand wordt tegelijkertijd bereikt dat het bovenstuk op het onderstuk kan worden vastgezet.

Verdere kenmerken en bijzonderheden van de verpakking volgens de uitvinding zullen hierna worden beschreven aan de hand van de tekeningen van twee uitvoeringsvoorbeelden.

Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een verpakking voor taart volgens de bekende stand van de techniek.

De figuren 2a, 2b en 2c tonen zijaanzichten van een uitvoeringsvoorbeeld van een verpakking volgens de uitvinding.

De figuren 3 a, 3 b en 3 c tonen perspectivische aanzichten van een ander uitvoeringsvoorbeeld van een verpakking volgens de uitvinding

In figuur 1 is getoond een bekende verpakking voor taart of gebak, met een onderstuk 1 of wel bodem 1 en een bovenstuk 2 ofwel deksel 2, waarbij het onderstuk 1 is voorzien van een bodemdeel 3 en een vanaf het bodemdeel 3 opstaande wand 4. Het bovenstuk 2 is voorzien van een afdekdeel 5 en een vanaf het afdekdeel neergaande wand 6. De opstaande wand 4 en de neergaande wand 6 sluiten met het bodemdeel 3 respectievelijk het afdekdeel 5 een hoek A in van 90 graden. Het binnenvlak 7 van de neergaande wand 6 ligt bij een dichte verpakking over het gehele oppervlak aan tegen het buitenvlak 8 van de opstaande wand 4. Het van het onderstuk afschuiven van het bovenstuk dient bij deze bekende verpakking met kleine trek- en schuifbewegingen te gebeuren.

In figuur 2 is getoond een uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding. In figuur 2b is getoond een onderstuk 1 met een bodemdeel 3 dat rechthoekig is en met opstaande wandgedeelten 4, die bestaan uit twee tegenover elkaar gelegen opstaande kopwanden 4a en 4b en twee tegenover elkaar gelegen opstaande zijwanden 4c, 4d, waarvan alleen de zijwand 4c op de tekening is te zien. Het afdekdeel 5 is eveneens rechthoekig en de neergaande wandgedeelten 6 bestaan uit twee tegenover elkaar gelegen neergaande kopwanden 6a en 6b en twee tegenover elkaar gelegen neergaande zijwanden 6c, 6d, waarvan alleen de zijwand 6c is te zien. Zoals is te zien op de tekening sluit de opstaande kopwand 4a met het bodemdeel 3 een eerste hoek I in die niet groter is dan 90 graden, terwijl de opstaande kopwand 4b een hoek II met het bodemdeel 3 insluit die kleiner is dan 90 graden. De neergaande kopwand 6a sluit met het afdekdeel 5 een derde hoek III in die niet kleiner is dan 90 graden, terwijl de neergaande kopwand 6b een hoek IV met het afdekdeel 5 insluit die groter is dan 90 graden. De mate waarin de tweede hoek II en de vierde hoek IV afwijken van een hoek van 90 graden is gelijk, zodanig dat, wanneer het bovenstuk 2 over het onderstuk 1 wordt geplaatst, de opstaande wand 4 met het buitenvlak 8 aanligt tegen het binnenvlak 7 van de neergaande wand 6. De hoeken zijn bij voorkeur gelegen tussen tussen 70 en 90 graden respectievelijk 90 en 110 graden, maar daartoe niet beperkt. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de hoeken II en IV ongeveer 80 respectievelijk 100 graden.

Figuur 2c toont het bovenstuk 2 op het onderstuk 1 geschoven. De buitenzijde 8 van de opstaande kopwand 4b is voorzien van een uitsteeksel 9 dat bij plaatsing van het bovenstuk over het onderstuk insteekt in een in de neergaande wand 6b voorziene sleuf 10 (alleen met een pijl 10 aangegeven in de tekening). Een omhoog bewegen van de neergaande wand 6 ten opzichte van de opstaande wand 4 wordt hiermee verhinderd. Ook is mogelijk een uitvoering waarbij het uitsteeksel aan de binnenzijde 7 van de opstaande wand is voorzien en dat bij plaatsing van het bovenstuk 2 over het onderstuk 1 in kan steken in een in de opstaande wand 4 voorziene sleuf. Het uitsteeksel 9 omvat een hoek 13 door middel waarvan dit kan haken aan een rand van de sleuf 10.

In figuur 3 is getoond een andere uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding. Te zien is in figuur 3b een onderstuk 1 met een rechthoekig bodemdeel 3 met twee tegenover elkaar gelegen opstaande kopwanden 4a en 4b en twee tegenover elkaar gelegen opstaande zijwanden 4c en 4d. Het afdekdeel 5 is eveneens rechthoekig met twee tegenover elkaar gelegen neergaande kopwanden 6a en 6b en twee tegenover elkaar gelegen neergaande zijwanden 6c en 6d. Zoals is te zien op de tekening sluiten alle opstaande kop- en zijwanden 4a-4d met het bodemdeel 3 een hoek V in die kleiner is dan 90 graden, terwijl alle neergaande kop- en zijwanden 6a-6d met het afdekdeel 5 een hoek VI insluiten die groter is dan 90 graden. Ook hier is de mate waarin de hoeken V en VI afwijken van een hoek van 90 graden gelijk, zodanig dat, wanneer het bovenstuk 2 over het onderstuk 1 wordt geplaatst, de opstaande wanden 4a-4d met het buitenvlak 8 aanliggen tegen het binnenvlak 7 van de neergaande wanden 6a-6d.

In de getoonde voorbeelden heeft het bodemdeel 3 een lengte en een breedte, respectievelijk tussen de opstaande kopse wanden 4a, 4b en de opstaande zijwanden 4c, 4d, waarbij de opstaande wanden 4 aan de van het bodemdeel 3 afgekeerde zijde een opening 14 vormen waarvan de lengte:breedte kleiner is dan de verhouding lengte:breedte van het bodemdeel 3, terwijl het afdekdeel 5 een lengte en een breedte heeft, respectievelijk tussen de neergaande kopse wanden 6a, 6b en de neergaande zijwanden 6c, 6d, waarbij de neergaande wanden 6 aan de van het afdekdeel 5 afgekeerde zijde een opening 15 vormen waarvan de lengte:breedte groter is dan de verhouding lengte :breedte van het afdekdeel 5.

De verpakking volgens de uitvinding wordt bij voorkeur vervaardigd uit karton.

Zoals in figuur 3c is te zien kan het bovenstuk 2 eenvoudig van het onderstuk 1 worden afgetild. Met een met de hand plaatselijk licht opzij trekken van de neergaande kopwand 6b ter plaatse van de sleuf 10 wordt de sleuf van het uitsteeksel 9 afgetrokken, waarbij, met een daarna omhoog bewegen of kantelen van de neergaande kopwand 6b ten opzichte van de opstaande kopwand 4b een ruimte 16 wordt verkregen tussen het binnenvlak 7 van de neergaande wand 6b en het buitenvlak 8 van de opstaande wand 4b, zodat een verder omhoog bewegen door het ontbreken van contact tussen deze vlakken niet meer wordt bemoeilijkt. Vervolgens kan een, in dit uitvoeringsvoorbeeld aan de tegenovergelegen opstaande kopwand 4a eveneens voorzien, uitsteeksel 9 eveneens op gelijke wijze uit de in de neergaande kopwand 6a voorziene sleuf 10 worden bewogen, waarna het bovenstuk 2 van het onderstuk 1 kan worden afgehaald.

Bij een doelmatige uitvoeringsvorm is de verpakking van karton en is deze vierkant of rechthoekig van vorm. Bij een verdere doelmatige uitvoeringsvorm zijn de bovenbeschreven sleuf- en uitsteekselverbinding voorzien in alle vier wanden van de verpakking, meer in het bijzonder voorzien bij de aansluithoeken van de op elkaar aansluitende vier wandgedeelten. Hiermee wordt een optimale losneembare bevestiging van het bovenstuk op het onderstuk verkregen. Bij een bijvoorbeeld uit karton vervaardigde verpakking zal ter plaatse van een vouwlijn in bijvoorbeeld het onderstuk een perforatie zijn voorzien voor de vorming van de sleuf, terwijl bij de corresponderende vouwlijn in het bovenstuk door een gedeeltelijk uitstansen uit het karton het uisteeksel 9 (figuur 3b) kan zijn gevormd.

In figuur 3 is alleen een uitsteeksel- en sleufVerbinding voorzien bij de twee aansluithoeken 17,18 in de voorste zijwanden 19, 20. Ook is mogelijk om de uitsteeksel- en sleufVerbinding aan de voorzijde achterwege te laten en deze alleen te voorzien in de zijwanden aan de achterzijde bij de aansluithoeken 21, 22. De voorzijde kan tegen omhoog bewegen worden vastgezet door middel van een plakband of sticker met reclametekst.

De uitvinding is niet beperkt tot de gegeven uitvoeringsvoorbeelden zoals getoond en beschreven. Variaties daarop zijn mogelijk binnen de door de conclusies beschreven uitvinding. Zo zijn andere losneembare verbindingen denkbaar tussen het bovenstuk en het onderstuk dan die door middel van een uitsteeksel en een sleuf, zoals bijvoorbeeld een klittenbandverbinding of een kleefverbinding tussen de neergaande en opgaande wanden. Ook is denkbaar een verpakking die niet vierkant of rechthoekig is, maar een rond afdekdeel respectievelijk bodemdeel omvat en rondom lopende wanden met een ten opzichte van het afdekdeel en het bodemdeel hellend verloop.

Verder is de toepassing van de verpakking niet beperkt tot taart of gebak, maar kan deze voor diverse levensmiddelen worden gebruikt. Te denken is daarbij aan de verpakking voor snacks of maaltijden bestemd om te worden uitgedeeld tijdens trein- of vliegreizen. 039752

Claims (17)

1. Verpakking, meer in het bijzonder voor taart of gebak, omvattend een onderstuk en een bovenstuk, waarbij het onderstuk is voorzien van een bodemdeel en een vanaf het bodemdeel op staande wand en waarbij het bovenstuk is voorzien van een afdekdeel en een vanaf het afdekdeel neergaande wand, met het kenmerk, dat de opstaande wand met het bodemdeel een eerste hoek insluit die niet groter is dan 90 graden en over tenminste een gedeelte met het bodemdeel een tweede hoek insluit die kleiner is dan 90 graden, terwijl de neergaande wand met het afdekdeel een derde hoek insluit die niet kleiner is dan 90 graden en over tenminste een gedeelte met het afdekdeel een vierde hoek insluit die groter is dan 90 graden, waarbij middelen zijn voorzien met behulp waarvan, wanneer het bovenstuk over het onderstuk is geschoven, een omhoog bewegen van de neergaande wand ten opzichte van de opstaande wand kan worden verhinderd.

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen worden gevormd door een verbindingsmiddel dat is voorzien aan de neergaande wand en een daarmee samenwerkend verbindingsmiddel dat is voorzien aan de opstaande wand.

3. Verpakking volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de middelen worden gevormd door een aan de buitenzijde van de opstaande wand voorzien uitsteeksel dat bij plaatsing van het bovenstuk over het onderstuk bestemd is om in te steken in een in de neergaande wand voorziene sleuf.

4. Verpakking volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de middelen worden gevormd door een aan de binnenzijde van de neergaande wand voorzien uitsteeksel dat bij plaatsing van het bovenstuk over het onderstuk bestemd is om in te steken in een in de opstaande wand voorziene sleuf.

5. Verpakking volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het uitsteeksel is voorzien in het gedeelte van de opstaande wand dat in een hoek kleiner dan 90 graden op het bodemdeel aansluit, en dat de sleuf is voorzien in het gedeelte van de neergaande wand dat in een hoek groter dan 90 graden op het afdekdeel aansluit. 039752

6. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het uitsteeksel een hoek omvat waarmee dit kan haken achter een rand van de sleuf.

7. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bodemdeel en het afdekdeel meerhoekig zijn en de opstaande respectievelijk neergaande wanden uit in aansluithoeken op elkaar aansluitende wandgedeelten bestaan.

8. Verpakking volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het uitsteeksel en de sleuf in de wanden zijn voorzien bij of ter plaatse van een aansluithoek.

9. Verpakking volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat het bodemdeel rechthoekig is en de opstaande wandgedeelten bestaan uit twee tegenover elkaar gelegen opstaande kopwanden en twee tegenover elkaar gelegen opstaande zijwanden, waarbij het afdekdeel rechthoekig is en de neergaande wandgedeelten bestaan uit twee tegenover elkaar gelegen neergaande kopwanden en twee tegenover elkaar gelegen neergaande zijwanden, waarbij tenminste een opstaande zij- of kopwand een hoek insluit met het bodemdeel die kleiner is dan 90 graden en tenminste een neergaande zij- of kopwand een hoek met het afdekdeel insluit die groter is dan 90 graden.

10. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede hoek tussen 70 en 90 graden is gelegen.

11. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede hoek 80 graden is.

12. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vierde hoek tussen 90 en 110 graden is gelegen.

13. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vierde hoek 100 graden is.

14. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de mate waarin de tweede hoek en de vierde hoek afwijken van een hoek van 90 graden gelijk is, zodanig dat, wanneer het bovenstuk over het onderstuk wordt geplaatst, de opstaande wand met het buitenvlak aanligt tegen het binnenvlak van de neergaande wand.

15. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bodemdeel een lengte en een breedte heeft, respectievelijk tussen de opstaande kopse wanden en de opstaande zijwanden, waarbij de opstaande wanden aan de van het bodemdeel afgekeerde zijde een opening vormen waarvan de lengte:breedte kleiner is dan de verhouding lengte:breedte van het bodemdeel, terwijl het afdekdeel een lengte en een breedte heeft, respectievelijk tussen de neergaande kopse wanden en de neergaande zijwanden, waarbij de neergaande wanden aan de van het afdekdeel afgekeerde zijde een opening vormen waarvan de lengte:breedte groter is dan de verhouding lengte:breedte van het afdekdeel.

16. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies , met het kenmerk, dat de deze bestaat uit karton.

17. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies , met het kenmerk, dat de deze is voorzien van een venster. 1039752