NL1039592C2

NL1039592C2 - Wegconstructie.

Info

Publication number: NL1039592C2
Application number: NL1039592A
Authority: NL
Inventors: Willem Carolus Boom
Original assignee: Amazone Holding B V
Priority date: 2012-05-10
Filing date: 2012-05-10
Publication date: 2013-11-12

Description

Wegconstructie

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een wegconstructie. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het maken van een 5 wegconstructie. Onder wegconstructie wordt mede verstaan een bedrijfsterrein.

Het is bekend om wegconstructies te maken met een aardebaan en daarop een verharding, welke verharding een funderingslaag omvat van secundaire grondstof, in het bijzonder van residu van afvalverwerkingsinstallaties (AVI). Dit voor grond- en wegenbouw geschikte materiaal is afkomstig van ruwe 10 bodemas van AVI’s, waaruit metalen zijn verwijderd, alsook een restant brandbaar materiaal. Voorts kan in een breekinstallatie verkleining van de deeltjes hebben plaatsgevonden. Dit voor grond- en wegenbouw geschikte materiaal kan zwart en zandachtig zijn. Het dient te voldoen aan BRL 2307 “AVI-bodemas voor ongebonden toepassing in grind- en wegenbouwkundige werken”. 15 Onder secundaire grondstof wordt verstaan een granulaire grondstof die een residu vormt van een eerder verbrandingsproces.

Op de funderingslaag van AVI-bodemas wordt de rest van de verharding aangebracht, voor autoverkeer doorgaans opgebouwd uit meerdere lagen, bijvoorbeeld een aantal opeenvolgende lagen (ondoorlatend) grind- of 20 steenslagasfaltbeton en een toplaag van zeer open asfaltbeton (ZOAB). Voor fietspaden kan volstaan worden met één (top)laag.

Tijdens de aanvoer, het aanbrengen van de funderingslaag en de periode tot het aanbrengen van de rest van de verhardingslaag/-lagen kan het materiaal van de funderingslaag vocht opnemen/bergen, in het bijzonder vocht 25 afkomstig van hemelwater. Op dat moment is dat niet bezwaarlijk. Het in de funderingslaag aanwezige vocht kan echter door metaalresten, in het bijzonder aluminiumresten, de vorming van gassen tot gevolg hebben. Hierdoor zal de fundering neigen naar een groter volume. Door de gassen wordt een grote plaatselijke opwaartse druk uitgeoefend op de bovenliggende lagen van de 30 verharding, die plaatselijk bol kan gaan staan en dan onderhevig is aan horizontale trekspanningen, die het bezwijken daarvan tot gevolg kan hebben. Dit is in de toplaag te zien door scheuren/craquelé in asfaltverhardingen en scheuren in betonverhardingen.

1 0 395 9 2 2

Deze beschadigingen treden vaak ai kort na de aanleg op en kunnen tot gevolg hebben dat de asfaltlagen van de verharding moeten worden verwijderd en opnieuw moeten worden aangebracht. Dit brengt hoge kosten met zich mee en verlengt de aanlegtijd aanzienlijk.

5 Een vergelijkbare schade kan optreden als gevolg van een korte hoge grondwaterstand, bijvoorbeeld in geval van een overstroming van het maaiveld. Dit kan vooral voorkomen bij wegen en terreinen in uiterwaarden.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

10

Een doel van de uitvinding is hierin verbetering te brengen.

Een doel van de uitvinding is een wegconstructie te verschaffen met een funderingslaag van secundaire grondstof, in het bijzonder van AVI’s afkomstig residu, in het bijzonder AVI-bodemas, met een verkleind risico op 15 beschadiging van de verharding onder invloed van gas of vocht aanwezig in het funderingsmateriaal.

Een doel van de uitvinding is een kostengunstige wegconstructie te verschaffen.

Een doel van de uitvinding is een voor wat materiaalgebruik 2o gunstige wegconstructie te verschaffen.

Voor het bereiken van althans één van deze doelen voorziet de uitvinding, vanuit één aspect, in een wegconstructie omvattend een aardebaan en een daarboven gelegen verharding, welke verharding een funderingslaag omvat van secundaire grondstof, in het bijzonder van van 25 afvalverbrandingsinstallaties afkomstig residu, en een daarboven gelegen, beton- en/of asfalthoudende, eventueel uit meerdere sublagen opgebouwde verhardingslaag, waarbij direct op de funderingslaag een in hoofdzaak horizontale richting fluïdum afvoerende laag is aangebracht. Hierdoor kan gas (of eventueel ook water) onder verhoogde druk naar boven uit de funderingslaag 30 van secundaire grondstof ontwijken en door de fluïdum afvoerende laag wegstromen. De verhardingslaag wordt daarmee op vergaande wijze vrij gehouden van plaatselijke opwaartse belastingen als gevolg van spanningsfluïdum in de funderingslaag.

De fluïdum afvoerende laag kan een holle ruimte van ten minste 35 20%, bij voorkeur ten minste 25%, bezitten.

De fluïdum afvoerende laag kan gebonden zijn, in het bijzonder vervaardigd zijn van beton of asfaltbeton. Een nevenvoordeel hiervan is dat de 3 draag kracht van asfaltbeton in deze laag ten goede kan komen aan de draagkracht van de wegconstructie, waardoor de verhardingslaag, in het bijzonder de onder de toplaag gelegen tussenlaag en/of onderlaag daarvan, dunner kunnen worden ontworpen.

5 De fluïdum afvoerendelaag, kan aldus open asfaltbeton bevatten, in het bijzonder zoab zeer open asfaltbeton, in het bijzonder zowab (zeer open waterafvoerend asfaltbeton). Een alternatief is zob (zeer open beton).

Het van afvalverbrandingsinstallaties afkomstige residu bevat bij voorkeur gecertificeerde AVI-bodemas, bestaat bij voorkeur althans nagenoeg 10 geheel daaruit.

De onderzijde van de fluïdum afvoerende laag is bij voorkeur boven de gemiddeld hoogste GWS gelegen, bij voorkeur ongeveer 0,5 m of meer.

De verhardingslaag kan een boven de fluïdum afvoerende laag 15 gelegen vloeistofdichte sublaag bevatten, waardoor de holle ruimtes in de fluïdum afvoerende laag geheel beschikbaar blijven voor fluïdum uit de funderingslaag en in het bijzonder toestroming van water van bovenaf, zoals van hemelwater of bluswater, en daarmee de vorming van gassen in de fundering tijdens gebruik van de wegconstructie voorkomen.

20 Het ontwijken en afvoeren van de gassen kan worden bevorderd indien de fluïdum afvoerende laag onder afschot ligt.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het aanleggen van een weg, waarbij boven een aardebaan een funderingslaag van secundaire grondstof, in het bijzonder van van 25 afvalverbrandingsinstallaties afkomstig residu wordt aangebracht, en direct op de funderingslaag een in in hoofdzaak horizontale richting fluïdum afvoerende laag wordt aangebracht, en op de fluïdum afvoerende laag een beton- en/of asfalthoudende, eventueel uit meerdere sublagen opgebouwde verhardingslaag wordt aangebracht. In een uitvoering brengt men een funderingslaag van 3 o gecertificeerd AVI-bodemas aan.

In de werkwijze volgens de uitvinding is het niet bezwaarlijk dat voor of tijdens de aanleg hemelwater op het materiaal van de funderingslaag terecht komt. Na het toelaten van het hemelwater in de funderingslaag kan men de fluïdum afvoerende laag aanbrengen.

35 De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden 4 toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.

5 KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoering. Getoond wordt in:

Figuur 1 een schematische doorsnede door een wegconstructie ïo behorende tot de stand van de techniek; en

Figuur 2 een schematische doorsnede door een wegconstructie volgens de uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

15

De bekende wegconstructie 1, in dit geval voor een bedrijfsterrein, van figuur 1 omvat een aardebaan 2 en een daarop gelegen verharding 4. De verharding 4 bestaat hier uit een fundering 3 en een verhardingslaag 5. De fundering 3 bestaat uit gecertificeerd AVI-bodemas, dat een zwart, zandachtig 20 materiaal kan zijn.

Op de fundering 3 zijn tussenlagen 6a,b van steenslagasfaltbeton aangebracht, en daarop een toplaag 7 van dicht asfaltbeton. De lagen 6a,b en 7 kunnen respectievelijk een dikte hebben van 8 cm, 6 cm en 5 cm.

Als gevolg van de aanwezigheid van water in de fundering kan 25 door reactieprocessen met aanwezige metalen, in het bijzonder aluminium, gasvorming plaatsvinden en kan al na korte tijd in de fundering de grondspanning zodanig worden dat de gevormde gassen met hoge plaatselijke druk zullen willen ontwijken. Door de verhardingslaag 5 wordt dit verhinderd, waardoor de verhardingslaag bol zal gaan staan. De hierbij optredende 30 trekspanningen (A) kunnen tot gevolg hebben dat het asfaltbeton in althans laag 7 scheurt (8a) en kraters of trechters 9 gevormd worden.. De scheuren kunnen zich uitbreiden tot in de lagen 6a,b (zie 8b), waardoor het gas kan ontwijken. De opwaartse kracht kan dan worden opgeheven, maar de scheuren blijven achter. Indien de scheuren zich niet doorzetten tot in de fundering 3 blijft de boiling, 35 waardoor het wegdek niet glad genoeg is voor verkeer en voorts een potentieel risico op later bezwijken van de verhardingslaag 5 bestaat.

In de in figuur 2 weergegeven voorbeelduitvoering van een 5 wegconstructie 10 volgens de uitvinding omvat de verhardingslaag 15 tussen de toplaag 17 van dicht asfaltbeton en de fundering 3 en de fundering 3 van gecertificeerd AVI-bodemas twee tussenlagen 16a,b van steenslagasfaltbeton Tussen de fundering 3 en de tussenlaag 16a is een laag 20 van zowab 5 aangebracht. Deze vormt als het ware een expansievat voor de gassen en eventueel ook het spanningswater die uit de fundering wil ontwijken. De laag 20 vormt een bergings- en afvoerlaag voor de gassen en eventueel spanningswater, die in de richting B en in hoofdzaak horizontaal kunnen ontwijken, richting C, naar een locatie waar deze vrij kunnen uitstromen. De 10 lagen 16a,b van de verhardingslaag 15 kunnen als gevolg van de draagkracht van de laag zowab 20 in vergelijking met de laag 5 van figuur 1 dunner worden uitgevoerd. De laag 20 kan bijvoorbeeld voor 50% draagkracht worden meegenomen in het ontwerp, en als deze laag 5 cm dik zou zijn, dan zou de laag 16a dan op 6 cm dikte en de laag 16b op 5,6 cm dikte kunnen worden 15 ontworpen.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties duidelijk zijn die vallen onder de geest en 20 de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

1039592

Claims

1. Wegconstructie omvattend een aardebaan en een daarboven en een daarboven gelegen verharding, welke verharding een funderingslaag omvat van secundaire grondstof, in het bijzonder van van afvalverbrandingsinstallaties afkomstig residu, en een daarboven gelegen, beton- en/of asfalthoudende, 5 eventueel uit meerdere sublagen opgebouwde verhardingslaag, waarbij direct op de funderingslaag een in hoofdzaak in horizontale richting fluïdum afvoerende laag is aangebracht.

2. Wegconstructie volgens conclusie 1, waarbij de fluïdum afvoerende laag een holle ruimte van ten minste 20%, bij voorkeur ten minste 10 25%, bezit.

3. Wegconstructie volgens conclusie 1 of 2, waarbij de fluïdum afvoerende laag asfaltbeton bevat.

4. Wegconstructie volgens conclusie 2 of 3, waarbij de fluïdum afvoerende laag open asfaltbeton bevat.

5. Wegconstructie volgens conclusie 4, waarbij de fluïdum afvoerende laag zoab of zowab bevat.

6. Wegconstructie volgens conclusie 4, waarbij de fluïdum afvoerende laag zob bevat.

7. Wegconstructie volgens één der voorgaande conclusies, waarbij 20 het van afvalverbrandingsinstallaties afkomstige residu gecertificeerde AVI- bodemas bevat, bij voorkeur althans nagenoeg geheel daaruit bestaat.

8. Wegconstructie volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de onderzijde van de fluïdum afvoerende laag boven de gemiddeld hoogste GWS gelegen is, bij voorkeur ongeveer 0,5 m of meer.

9. Wegconstructie volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de verhardingslaag een vloeistofdichte sublaag bevat.

10. Wegconstructie volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de fluïdum afvoerende laag onder afschot ligt.

11. Werkwijze voor het aanleggen van een weg, waarbij boven een 30 aardebaan een funderingslaag van secundaire grondstof, in het bijzonder van van afvalverbrandingsinstallaties afkomstig residu wordt aangebracht, en direct 1039592 op de funderingslaag een in hoofdzaak in horizontale richting fluïdum afvoerende laag is aangebracht, en op de fluïdum afvoerende laag een beton- en/of asfalthoudende, eventueel uit meerdere sublagen opgebouwde verhardingslaag wordt aangebracht.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij men een funderingslaag van gecertificeerd AVI-bodemas aanbrengt.

13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, waarbij men na het aanbrengen van de funderingslaag hemelwater toelaat tot die laag.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij men na het toelaten van io het hemelwater in de funderingslaag de fluïdum afvoerende laag aanbrengt.

15. Wegconstructie voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

16. Werkwijze voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde 15 beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1039592