NL1039539C2 - Koppelsysteem voor het onderling koppelen van blokvormige en scheepsvormige drijflichamen. - Google Patents

Koppelsysteem voor het onderling koppelen van blokvormige en scheepsvormige drijflichamen. Download PDF

Info

Publication number
NL1039539C2
NL1039539C2 NL1039539A NL1039539A NL1039539C2 NL 1039539 C2 NL1039539 C2 NL 1039539C2 NL 1039539 A NL1039539 A NL 1039539A NL 1039539 A NL1039539 A NL 1039539A NL 1039539 C2 NL1039539 C2 NL 1039539C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
block
coupling
run
coupling piece
ramp
Prior art date
Application number
NL1039539A
Other languages
English (en)
Inventor
B Eng Wouter Hoek
Original Assignee
Hoek B Eng
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hoek B Eng filed Critical Hoek B Eng
Priority to NL1039539A priority Critical patent/NL1039539C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1039539C2 publication Critical patent/NL1039539C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B35/00Vessels or similar floating structures specially adapted for specific purposes and not otherwise provided for
    • B63B35/34Pontoons
    • B63B35/38Rigidly-interconnected pontoons

Description

KOPPELSYSTEEM VOOR HET ONDERLING KOPPELEN VAN BLOKVORMIGE EN SCHEEPSVORMIGE DRIJFLICHAMEN
Terrein van de uitvinding 5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een koppelsysteem voor het onderling koppelen van twee drijflichamen. Onder drijflichamen worden ondermeer verstaan blokvormige drijflichamen, scheepsvormige drijflichamen en drijflichamen met equipment, zoals een drijvende kraan. De uitvinding omvat daartoe tenminste één in of aan de wand van elk drijflichaam aangebrachte 10 verticaal georiënteerde koker, een koppelstuk waarmee de kokers verbonden worden en middelen om het koppelstuk met de kokers te vergrendelen.
Achtergrond van de uitvinding
Drijvende blokvormige constructie-elementen met voorzieningen om ze 15 onderling te koppelen om een drijvende samenstelling te vormen zijn bekend. Dergelijke samenstellingen worden bijvoorbeeld toegepast als drijvende werkvloer, aanlegplaats en transportmiddel, zowel op binnenwateren als buitengaats. De afmetingen van de afzonderlijke drijflichamen kunnen variëren. Veel toegepast worden drijflichamen die qua afmetingen en uitvoering ontleend 20 zijn aan standaard ladingcontainers, beter bekend als zeecontainers. Voor het hanteren, stouwen en transporteren van dergelijke drijflichamen kan gebruik gemaakt worden van dezelfde voorzieningen als voor zeecontainers.
Bekende koppelsystemen voor het onderling losmakelijk koppelen van drijflichamen van de onderhavige soort kunnen wel verdeeld worden in 25 koppelsystemen die gekenmerkt worden door een pen-gat mechanisme en koppelsystemen die een los koppelstuk omvatten. US4811681 strekt tot voorbeeld voor octrooischriften waarin pen-gat koppelsystemen geopenbaard worden. US4811681 toont een veerbelaste pen met, eveneens, veerbelaste middelen voor het vergrendelen van de pen in de in- en de uitgeschoven stand. 30 Gelijksoortige middelen zijn ook aangebracht in het constructiedeel dat de uitgeschoven pen ontvangt. De omtrek van de pen is daartoe voorzien van 1039539 2 uitsparingen. DE2725060 strekt tot voorbeeld voor octrooischriften die betrekking hebben op koppelsystemen die een los koppelstuk omvatten. DE2725060 beschrijft een koppelsysteem waarbij een wand van elk van twee te koppelen drijflichamen van een, in de werkstand beschouwd, verticaal 5 georiënteerde koker is voorzien. De wand van de koker omvat een uitsparing in de lengterichting. Deze uitsparing verbindt de holle ruimte van de koker met de buitenwereld. Nabij het dek is het uiteinde van de koker voorzien van een opening voor het ontvangen van een deel van een koppelstuk in de holle ruimte. Het getoonde koppelstuk omvat twee langwerpige staven die tenminste 10 over een deel van de lengte met elkaar verbonden zijn door een zogenoemd brugstuk.
Aan bekende uitvoeringen van beide systemen kleven relatieve voor- en nadelen. Zo zijn de constructies voor pen-gat mechanismen complex, duur en gevoelig voor de effecten van zeewater en -lucht. De kans op verlies en het 15 gewicht worden als nadelen van losse koppelstukken beschouwd. Voor beide koppelsystemen geldt als nadeel, dat relatief hoge eisen worden gesteld aan de onderlinge positionering van de te koppelen drijflichamen, zowel in horizontale als verticale richting. Dit nadeel doet zich vooral gelden wanneer sprake is van deining en wind. In de praktijk worden de drijflichamen met behulp van een lier 20 of andersoortige werktuigen naar elkaar toe bewogen. De voor het koppelen vereiste exacte uitlijning geschiedt met behulp van mankracht en handgereedschap.
Het doel van de onderhavige uitvinding is om een koppelsysteem te verschaffen voor het onderling koppelen van drijflichamen, dat goedkoop te 25 vervaardigen is, duurzaam in gebruik is en dat minder hoge eisen stelt aan de nauwkeurigheid bij het onderling positioneren van te koppelen drijflichamen. In het vervolg wordt kortweg gesproken van drijflichamen, waaronder ondermeer verstaan worden blokvormige drijflichamen, scheepsvormige drijflichamen en drijflichamen met equipment, zoals een drijvende kraan.
30 3
Samenvatting van de uitvinding
Het koppelsysteem volgens de onderhavige uitvinding, voor het onderling koppelen van twee drijflichamen, dat tenminste één in of op de wand van elk drijflichaam aangebrachte in hoofdzaak rechthoekige, verticaal georiënteerde 5 koker en een koppelstuk omvat, waarbij de voorwand van elke koker in de lengterichting is voorzien van een uitsparing die de holle ruimte van de koker met de buitenwereld verbindt, en waarbij een uiteinde van elke koker een opening omvat voor het in de holle ruimte ontvangen van een deel van het koppelstuk, waartoe het koppelstuk twee langwerpige benen omvat, welke 10 benen in de respectievelijke lengterichtingen zijn verbonden door een brugstuk, wordt gekenmerkt doordat de wanden van elke koker een wigvormige holle ruimte omgeven, waarbij het schuine vlak van de wigvormige holle ruimte wordt begrensd door de voorwand, welke voorwand daartoe een scherpe hoek a vormt met de tegenoverliggende achterwand, en dat de door het brugstuk 15 verbonden benen van het koppelstuk taps toelopen onder een hoek p. Voor een deskundige is het onmiddellijk duidelijk, dat de koppeling tussen de twee drijflichamen tot stand gebracht wordt door het koppelstuk in een wijdbeense positie via de openingen en via de uitsparingen in de kokers te laten zakken, gezien vanaf het dek van een drijflichaam. Een eerste voordeel van een 20 dergelijk koppelsysteem is, dat de onderlinge positionering van de drijflichamen voor het aanbrengen van het koppelstuk relatief weinig precisie vergt, omdat relatief grote onderlinge afstanden gemakkelijk door het koppelstuk overbrugd kunnen worden. Dit geldt zowel voor de positionering in de hoogte als voor de positionering in richtingen respectievelijk dwars en haaks op de wanden van de 25 te koppelen drijflichamen. Een tweede voordeel is, dat een koker en een koppelstuk volgens de uitvinding constructief relatief eenvoudig zijn en mede daardoor relatief goedkoop te vervaardigen zijn. Een derde voordeel is, dat het koppelsysteem relatief ongevoelig is voor de invloeden van de omgeving.
In een voorkeursuitvoering wordt het koppelsysteem volgens de 30 uitvinding gekenmerkt doordat hoek p in hoofdzaak gelijk is aan twee maal hoek 4 a. Hierdoor wordt de onderlinge bewegingsvrijheid van de gekoppelde drijflichamen tot een minimum beperkt.
Het onderhavige koppelsysteem wordt verder gekenmerkt doordat het koppelsysteem vergrendelmiddelen omvat voor het borgen van het koppelstuk 5 aan beide door het koppelstuk gekoppelde kokers, waarbij de vergrendelmiddelen tevens dienen voor de onderlinge fijn-positionering van de kokers en de daaraan verbonden respectievelijke drijflichamen en welke vergrendelmiddelen tevens dienen voor het onderling klemmend houden van de kokers en de respectievelijke drijflichamen.
10 Het in één handeling borgen van het koppelstuk met de kokers en het fijn-positioneren en klemmend houden van de kokers met de daaraan verbonden respectievelijke drijflichamen door de vergrendelmiddelen dient het gebruiksgemak van het koppelsysteem.
Volgens de onderhavige uitvinding omvatten de vergrendelmiddelen 15 eerste en tweede samenwerkende oploopblokken, waartoe deze oploopblokken zijn voorzien van een schuin naar een uiteinde aflopend contactvlak, waarbij het eerste oploopblok bevestigd is op het open uiteinde van elke koker en waarbij het tweede oploopblok in radiale richting verschuifbaar is bevestigd op een uiteinde van het koppelstuk, zodanig dat bij een verschuiving van het tweede 20 oploopblok in de richting van het eerste oploopblok, het schuine contactvlak van het tweede oploopblok oploopt tegen het schuine contactvlak van het eerste oploopblok, welke samenwerking van het eerste en het tweede oploopblok resulteert in een verplaatsing van het koppelstuk ten opzichte van de koker in de lengterichting, waarbij een been van het koppelstuk in de holle ruimte van de 25 koker gedwongen wordt. Een eerste voordeel van het vergrendelmechanisme volgens de uitvinding is, dat het borgen van het koppelstuk aan de koker gepaard gaat met een beweging van het koppelstuk ten opzichte van de koker, die er toe leidt dat de drijflichamen in het horizontale vlak naar elkaar toe getrokken worden. Tweede en derde voordelen van een dergelijk 30 vergrendelmechanisme is, dat de genoemde onderdelen goedkoop te vervaardigen zijn en robuust in gebruik zijn.
5
Voor hét verschuiven van het tweede oploopblok is het voordelig dat de vergrendelmiddelen een derde oploopblok omvatten, dat middels verplaatsingsmiddelen in de lengterichting verplaatsbaar is bevestigd op het uiteinde van het koppelstuk en welk derde oploopblok samenwerkt met het 5 tweede oploopblok, waartoe het derde oploopblok is voorzien van een naar een uiteinde schuin aflopend contactvlak en het tweede oploopblok is voorzien van een tweede, naar een tweede uiteinde schuin aflopend contactvlak, zodanig dat een verplaatsing van het derde oploopblok in de lengterichting van het koppelstuk door de samenwerkende tweede en derde oploopblokken resulteert 10 in een radiale verplaatsing van het tweede oploopblok ten opzichte van de lengte-as van het koppelstuk.
Om het koppelstuk simultaan aan beide kokers te kunnen borgen wordt het koppelsysteem voorts gekenmerkt, doordat het derde oploopblok is voorzien van een tweede, naar een tweede uiteinde schuin aflopend 15 contactvlak, welk derde oploopblok samenwerkt met een vierde oploopblok dat daartoe eveneens is voorzien van een naar een uiteinde schuin aflopend contactvlak, zodanig dat een verplaatsing van het derde oploopblok resulteert een gelijktijdige radiale verplaatsing van het tweede en het vierde oploopblok in tegengestelde richtingen.
20 Voor de werking van de vergrendelmiddelen is het voordelig dat een contactvlak van een oploopblok is voorzien van een kunststof of metalen bekleding met gunstige glij-eigenschappen.
Vanwege de sterkte-eigenschappen is het een voordeel dat de benen van het koppelstuk en/of de voorwand van de koker zijn/is samengesteld uit 25 standaard platbulb stafstaalprofiel.
Korte beschrijving van de tekeningen
De uitvinding wordt in het navolgende toegelicht aan de hand van een zestal figuren. Hierin toont: 30 - figuur 1 schematisch een vooraanzicht van één van twee kokers van het koppelsysteem; 6 - figuur 2 schematisch een aanzicht op de doorsnede A - A’ van één koker van het koppelsysteem; - figuur 3 schematisch een bovenaanzicht van één koker van het koppelsysteem; 5 - figuur 4 schematisch een zijaanzicht van het koppelstuk; - figuur 5 schematisch een bovendoorzicht van het deel B van het koppelstuk; - figuur 6 schematisch een aanzicht op de doorsnede C - C’ van het koppelstuk.
10
Uitvoerinqsvoorbeeld van een koppelsysteem volgens de uitvinding
De uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld nader toegelicht worden aan de hand van één, in zes figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van het koppelsysteem voor het onderling koppelen van twee drijflichamen. Hierin tonen 15 figuur 1 en figuur 2 schematisch respectievelijk een vooraanzicht en een aanzicht op de doorsnede A - A’ van één van twee langwerpige, bij voorkeur identieke en in hoofdzaak rechthoekige kokers 1 en 1’. Kortheidshalve is de tweede koker 1’ niet in tekening weergegeven. De kokers 1 en 1’ zijn op bekende wijze, in een vërticale oriëntatie op of in de wand van twee bekende te 20 koppelen blokvormige drijflichamen bevestigd, bijvoorbeeld door een lasverbinding.
De voorwand 11 van de koker 1, 1 ’ is in de lengterichting voorzien van een uitsparing 12. De uitsparing 12 verbindt de holle ruimte van de koker 1,1’ met de buitenwereld. Een uiteinde van de koker 1,1’ omvat een opening 13 25 voor het ontvangen van een deel van het koppelstuk 2 (figuur 4). De opening 13 is daartoe voorzien van geleideplaten 14 en 14’ (figuur 3). Figuur 2 laat zien, dat de koker 1,1’ een wigvormige holle ruimte omsluit. Het schuine vlak van de wig wordt begrensd door de voorwand 11 die een scherpe hoek a maakt met de achterwand 15 van de koker 1, 1’. De voorwand 11 van de koker 1, 1’ 30 volgens de uitvinding is bij voorkeur samengesteld uit twee standaard platbulb stafstaalprofielen 16 en 16’ vanwege de sterkte eigenschappen.
7
Het koppelstuk 2 (figuur 4) omvat twee langwerpige benen 21 en 21’, welke onderling verbonden zijn door een brugstuk 22. De benen 21 en 21’ strekken zich uit in radiale richting buiten het oppervlak van het brugstuk 22. In de dwarsdoorsnede beschouwd vormen de benen 21 en 21’ samen met het 5 brugstuk 22 aldus een halter, zoals wordt verduidelijkt door figuur 5. De benen 21 en 21’ lopen taps toe onder een hoek p. Volgens de uitvinding geldt, dat hoek p in hoofdzaak gelijk is aan twee maal hoek a. Het koppelstuk 2 is volgens de uitvinding bij voorkeur samengesteld uit vier standaard platbulb stafstaalprofielen.
10 Voor het tot stand brengen van een koppeling tussen twee drijflichamen, welke daartoe met bijvoorbeeld een lier in een gewenste onderlinge positie zijn gebracht en welke elk volgens de uitvinding zijn voorzien van tenminste één koker 1,1’, wordt het wijdbeense uiteinde van koppelstuk 2 boven de opening 13 van elk der kokers 1 en 1’ gebracht, waarna de benen 21 en 21’ in de 15 respectievelijke holle ruimten van de koker 1,1’ geschoven worden. Voor de deskundige is het direct duidelijk, dat het koppelsysteem volgens de uitvinding een relatief grote speling toestaat tussen de posities van de twee te koppelen drijflichamen. Deze speling heeft zowel betrekking op de onderlinge positie in het verticale vlak als op die in het horizontale vlak.
20 Voor het vergrendelen van de koppeling tussen twee drijflichamen is het koppelsysteem voorzien van vergrendelmiddelen voor het borgen van het koppelstuk 2 aan beide door het koppelstuk gekoppelde kokers 1 en 1’, waarbij de vergrendelmiddelen tevens dienen voor de onderlinge fijn-positionering van de kokers en de daaraan verbonden respectievelijke drijflichamen en het 25 klemmend houden daarvan. Daartoe is het uiteinde van de koker 1,1’ nabij de opening 13 voorzien van een eerste oploopblok 17 met een schuin aflopend contactvlak 18. Het spitse uiteinde van het koppelstuk 2 is voorzien van een behuizing 23 met een open kamer met daarin verschuifbaar opgenomen één met het eerste oploopblok 17 samenwerkend tweede oploopblok 24 (figuur 6). 30 In een gekoppelde toestand resulteert een radiale verschuiving van het tweede oploopblok 24 ten opzichte van de lengte-as van het koppelstuk 2, waarbij het 8 schuin aflopende contactvlak 25 van het tweede oploopblok 24 oploopt tegen het schuin aflopende contactvlak 18 van het eerste oploopblok 17, in een verplaatsing van het koppelstuk 2 ten opzichte van de koker 1 in de lengterichting, waarbij het been 21 van het koppelstuk 2 in de holle ruimte 5 gedwongen wordt. Een doeltreffende manier om het tweede oploopblok 24 te verschuiven bestaat hieruit, dat de vergrendelmiddelen een derde oploopblok 26 omvatten, welk derde oploopblok 26 middels verplaatsingsmiddelen 27 in de lengterichting van het koppelstuk 2 verplaatsbaar is bevestigd in de behuizing 23 op het uiteinde van het koppelstuk 2 en welk derde oploopblok 26 10 samenwerkt met het tweede oploopblok 24, waartoe het derde oploopblok 26 is voorzien van een eerste, naar een eerste uiteinde schuin aflopend contactvlak 28 en het tweede oploopblok 24 is voorzien van een tweede, naar een tweede uiteinde schuin aflopend contactvlak 29, zodanig dat een verplaatsing, door de verplaatsingsmiddelen 27, van het derde oploopblok 26 in de lengterichting van 15 het koppelstuk 2 middels de samenwerkende tweede en derde oploopblokken 24 en 26 resulteert in een radiale verplaatsing van het tweede oploopblok 24 ten opzichte van de lengte-as van het koppelstuk 2.
Voor de vergrendeling van het koppelstuk 2 aan de tweede koker 1’ is het koppelstuk 2 voorzien van een vierde oploopblok 24’ dat bij voorkeur 20 identiek is aan het tweede oploopblok 24. Voor het in één handeling verplaatsen van het tweede en vierde oploopblok 24 en 24’ door de verplaatsingsmiddelen 27 is het derde oploopblok 26 voorzien van een naar een tweede uiteinde schuin aflopend tweede contactvlak 28’, welk derde oploopblok 26 samenwerkt met het vierde oploopblok 24’, zodanig dat een 25 verplaatsing van het derde oploopblok 26 in de lengterichting van het koppelstuk 2 resulteert een gelijktijdige radiale verplaatsing van het tweede en het vierde oploopblok 24 en 24’ in onderling tegengestelde richtingen. Het tweede en vierde oploopblok 24 en 24’ zijn daarbij onderling gekoppeld door een trekveer 30.
30 Bij wijze van vporbeeld kunnen de verplaatsingsmiddelen 27 een draaibaar aan het dak van de behuizing 23 bevestigde drukbout omvatten, 9 waarbij het derde oploopblok 26 is voorzien van een met de drukbout samenwerkend tapgat.
Hierna wordt nader toegelicht hoe de vergrendelmiddelen volgens de uitvinding drie functies combineren. In de eerste plaats zorgen de 5 vergrendelmiddelen voor een borging van het koppelstuk 2 aan de respectievelijke kokers 1 en 1’, waardoor een onbedoelde ontkoppeling van de door het koppelsysteem gekoppelde drijflichamen effectief voorkomen wordt. In de tweede plaats verzorgen de vergrendelmiddelen volgens de uitvinding een onderlinge fijn-positionering van de kokers 1 en 1’ en de daarmee verbonden 10 respectievelijke drijflichamen in zowel de horizontale als de verticale richting. De fijn-positionering in de horizontale richting wordt gerealiseerd doordat de drijflichamen door de samenwerking tussen de taps toelopende benen 21, 21’ van het koppelstuk 2 met de schuine voorwand 11 van elk van de kokers 1 en 1’ er toe leidt, dat de drijflichamen meer naar elkaar toe getrokken worden 15 naarmate het koppelstuk 2 verder in koker 1,1’ gedwongen wordt door het bedienen van de vergrendelmiddelen. Deze actie leidt tegelijkertijd tot een onderlinge fijn-positionering in de verticale richting. In de derde plaats resulteert de bediening van de vergrendelmiddelen middels de verplaatsingsmiddelen 27 uiteindelijk in een onderlinge klemming van de kokers 1 en 1’ door het 20 koppelstuk 2. Het relatief grote contactvlak tussen de benen 21, 21’ van het koppelstuk en de respectievelijke voorwanden 11 van elk van de kokers 1 en 1 ’ heeft als voordeel, dat relatief hoge krachten door het koppelsysteem opgevangen kunnen worden, zonder dat bijzondere eisen hoeven te worden gesteld aan de sterkte van de materialen waaruit het koppelsysteem is 25 vervaardigd.
Ter verbetering van de glij-eigenschappen zijn de contactvlakken 25, 28, 25’ en 28’ van de oploopblokken 24, 26 en 24’ en van de benen 21,21’ en/of de voorwand 11 bij voorkeur voorzien van een daartoe geschikte kunststof of metalen bekleding. In de voorkeursuitvoering is het dak van de behuizing 23, 30 welk dak tevens de verplaatsingsmiddelen 27 omvat, een losneembaar onderdeel van de behuizing 23.
10
De uitvinding, d.w.z. een koppelsysteem voor het koppelen van twee blokvormige drijflichamen door de samenwerking tussen tenminste één in of op de wand van elk drijflichaam aangebrachte, in hoofdzaak rechthoekige, verticaal georiënteerde kokers 1, en 1’ en een koppelstuk 2 en met 5 vergrendelmiddelen voor het borgen van het koppelstuk 2 en het fijn-positioneren en klemmend houden van de drijflichamen, doordat de koker 1,1’ is voorzien van een voorwand 11 met een uitsparing 12 en die onder een hoek a staat met de achterwand 15 en het koppelstuk 2 twee taps toelopende benen 21 en 21’ onder een hoek (3 omvat, welke onderling verbonden zijn door een 10 brugstuk 22 en met vergrendelmiddelen in de vorm van onderling samenwerkende oploopblokken 17, 24, 26 en 24’, en met verplaatsingsmiddelen 27 waarmee het koppelstuk 2 met de kokers 1 en 1’ geborgd wordt en waarmee met dezelfde handeling het koppelstuk 2 in de lengterichting ten opzichte van de kokers 1 en 1’ verplaatst wordt, is hier 15 toegelicht aan de hand van één, met behulp van zes figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Het spreekt voor zich dat dezelfde voordelen op een, in wezen zelfde manier bereikt kunnen worden door een andere, maar in de kern gelijksoortige belichaming van de uitvindingsgedachte. Zo kunnen de kokers 1 en 1’ en/of het koppelstuk 2 door extrusie verkregen onderdelen omvatten, in 20 plaats van de hier geopenbaarde lassamenstelling(-en). Evenzo kunnen de verplaatsingsmiddelen 27 van de vergrendelmiddelen bestaan uit twee excentrisch om een draaibare as geplaatste schijven.
De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op twee drijflichamen welke het hier beschreven koppelsysteem omvatten.
25 1039539

Claims (10)

1. Koppelsysteem voor het onderling koppelen van twee drijflichamen, welk koppelsysteem tenminste één in of op de wand van elk drijflichaam aangebrachte, in hoofdzaak rechthoekige, verticaal georiënteerde koker (1, 5 1’) en een koppelstuk (2) omvat, waarbij de voorwand (11) van elke koker (1, 1’) in de lengterichting is voorzien van een uitsparing (12) die de holle ruimte van de koker (1, 1’) met de buitenwereld verbindt, en waarbij een . uiteinde van elke koker (1, 1’) een opening (13) omvat voor het in de holle ruimte ontvangen van een deel van het koppelstuk (2), waartoe het 10 koppelstuk (2) twee langwerpige benen (21, 21’) omvat, welke benen (21, 21’) in de respectievelijke lengterichtingen zijn verbonden door een brugstuk (22), met het kenmerk, dat de wanden van elke koker (1, 1’) een wigvormige holle ruimte omgeven, waarbij het schuine vlak van de wigvormige holle ruimte wordt begrensd door de voorwand (11), welke 15 voorwand (11) daartoe een scherpe hoek a vormt met de tegenoverliggende achterwand (15), en dat de door het brugstuk (22) verbonden benen (21, 21’) van het koppelstuk 2 taps toelopen onder een hoek (3.
2. Koppelsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat hoek (3 in hoofdzaak gelijk is aan twee maal hoek a.
3. Koppelsysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het koppelsysteem vergrendelmiddelen omvat voor het borgen van het 25 koppelstuk (2) aan beide door het koppelstuk gekoppelde kokers (1, 1’), welke vergrendelmiddelen tevens dienen voor de onderlinge fijn-positionering van de kokers en de drijflichamen waarvan de respectievelijke kokers (1, 1’) onderdeel vormen en welke vergrendelmiddelen tevens dienen voor het onderling klemmend houden van de kokers en de 30 respectievelijke drijflichamen. 1039539
4. Koppelsysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de vergrendelmiddelen eerste en tweede samenwerkende oploopblokken (17, 24) omvatten, waartoe deze oploopblokken (17, 24) elk zijn voorzien van een schuin naar een uiteinde aflopende contactvlak (18, 25), waarbij het 5 eerste oploopblok (17) bevestigd is op het open uiteinde (13) van elke koker (1, 1’) en waarbij het tweede oploopblok (24) in radiale richting verschuifbaar is bevestigd in een behuizing (23) op een uiteinde van het koppelstuk (2), zodanig dat bij een verschuiving van het tweede oploopblok (24) in de richting van het eerste oploopblok (17), het schuine contactvlak 10 (25) van het tweede oploopblok (24) oploopt tegen het schuine contactvlak (18) van het eerste oploopblok (17), welke samenwerking van het eerste en het tweede oploopblok (17, 24) resulteert in een verplaatsing van het koppelstuk 2 ten opzichte van de koker (1, 1’) in de lengterichting, waarbij een been (21, 21’) van het koppelstuk (2) in de holle ruimte van de koker (1, 15 1 ’) gedwongen wordt.
5. Koppelsysteem volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de vergrendelmiddelen een derde oploopblok (26) omvatten, welk derde oploopblok (26) middels verplaatsingsmiddelen (27) in de lengterichting 20 verplaatsbaar is bevestigd in de behuizing (23) op het uiteinde van het koppelstuk (2) en welk derde oploopblok (26) samenwerkt met het tweede oploopblok (24), waartoe het derde oploopblok (26) is voorzien van een naar een uiteinde schuin aflopend contactvlak (28) en het tweede oploopblok is voorzien van een tweede, naar een tweede uiteinde schuin 25 aflopend contactvlak (29), zodanig dat een verplaatsing van het derde . oploopblok (26) in de lengterichting van het koppelstuk (2) door de samenwerkende tweede en derde oploopblokken (24, 26) resulteert in een radiale verplaatsing van het tweede oploopblok (24) ten opzichte van de lengte-as van het koppelstuk 2. 30
6. Koppelsysteem volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het derde oploopblok (26) is voorzien van een tweede, naar een tweede uiteinde schuin aflopend contactvlak (28’), welk derde oploopblok (26) samenwerkt met een vierde oploopblok (24’) dat daartoe eveneens is voorzien van een 5 naar een uiteinde schuin aflopend contactvlak (29’), zodanig dat een verplaatsing van het derde oploopblok (26) in de lengterichting van het koppelstuk 2 resulteert een gelijktijdige radiale verplaatsing van het tweede (24) en het vierde oploopblok (24’), in onderling tegengestelde richtingen.
7. Koppelsysteem volgens één der conclusies 3-6, met het kenmerk, dat een tenminste één der contactvlakken (18, 25, 28, 29, 25’, 28’, 29’) van een oploopblok (17, 24, 26, 24’) is voorzien van een kunststof of metalen bekleding met gunstige glij-eigenschappen.
8. Koppelsysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de benen (21, 21’) van het koppelstuk 2 zijn samengesteld uit standaard platbulb stafstaal.
9. Koppelsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de 20 voorwand (11) van de koker (1, 1’) is samengesteld uit standaard platbulb stafstaal.
10. Samenstel van twee drijflichamen, met het kenmerk, dat de drijflichamen zijn gekoppeld door een koppelsysteem volgens één der 25 conclusies 1 - 9. 1039539
NL1039539A 2012-04-16 2012-04-16 Koppelsysteem voor het onderling koppelen van blokvormige en scheepsvormige drijflichamen. NL1039539C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1039539A NL1039539C2 (nl) 2012-04-16 2012-04-16 Koppelsysteem voor het onderling koppelen van blokvormige en scheepsvormige drijflichamen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1039539A NL1039539C2 (nl) 2012-04-16 2012-04-16 Koppelsysteem voor het onderling koppelen van blokvormige en scheepsvormige drijflichamen.
NL1039539 2012-04-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1039539C2 true NL1039539C2 (nl) 2013-10-17

Family

ID=46319825

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1039539A NL1039539C2 (nl) 2012-04-16 2012-04-16 Koppelsysteem voor het onderling koppelen van blokvormige en scheepsvormige drijflichamen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1039539C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CZ309234B6 (cs) * 2021-04-08 2022-06-08 Lodě Helios s.r.o. Spojovací zařízení

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2605733A (en) * 1949-09-23 1952-08-05 Wallace W Smith Sectional barge
US3805721A (en) * 1972-06-26 1974-04-23 Robishaw Eng Inc Float connection apparatus
FR2335717A1 (fr) * 1975-12-19 1977-07-15 Breheret Et Cie Sarl Ateliers Dispositif de jonction de pontons et d'elements flottants similaires
DE2725060A1 (de) * 1977-06-03 1978-12-14 Wolfgang Rzehulka Zusammensetzbarer ponton zum transport von guetern an land, auf see und von see an land
FR2854368A1 (fr) * 2003-05-02 2004-11-05 Frederic Desbouit Dispositif permettant d'assembler des pontons entre-eux, afin qu'ils puissent constituer une plate-forme. ce dispositif est constitue de trois parties : une male et deux femelles

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2605733A (en) * 1949-09-23 1952-08-05 Wallace W Smith Sectional barge
US3805721A (en) * 1972-06-26 1974-04-23 Robishaw Eng Inc Float connection apparatus
FR2335717A1 (fr) * 1975-12-19 1977-07-15 Breheret Et Cie Sarl Ateliers Dispositif de jonction de pontons et d'elements flottants similaires
DE2725060A1 (de) * 1977-06-03 1978-12-14 Wolfgang Rzehulka Zusammensetzbarer ponton zum transport von guetern an land, auf see und von see an land
FR2854368A1 (fr) * 2003-05-02 2004-11-05 Frederic Desbouit Dispositif permettant d'assembler des pontons entre-eux, afin qu'ils puissent constituer une plate-forme. ce dispositif est constitue de trois parties : une male et deux femelles

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CZ309234B6 (cs) * 2021-04-08 2022-06-08 Lodě Helios s.r.o. Spojovací zařízení

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8167153B1 (en) Hoist platform and scaffolding attachment means
NL1039539C2 (nl) Koppelsysteem voor het onderling koppelen van blokvormige en scheepsvormige drijflichamen.
DE102011011603A1 (de) Lastaufnahmemittel zum Anheben von schweren Komponenten oder Anlageteilen, insbesondere von Offshore-Anlagen
KR20150138256A (ko) 해양 설비 또는 선박을 위한 스키딩 시스템
CA2695182A1 (en) Jacking system
CA2584967A1 (en) Fork positioner
US9701286B2 (en) Swing-down jack with plurality of detent locks
ES2227270T3 (es) Dispositivo para la manipulacion de mercancias..
CN204138302U (zh) 货叉
US20070056922A1 (en) Multi-configuration crane
US20090013617A1 (en) Undercarriage for a telescopic frame
SE467932B (sv) Byggsats foer byggande av en bro samt broelement, vagn och stoedbenpar ingaaende daeri
US10041296B2 (en) Aerial-ladder truck with bed extensions
NL2016049B1 (en) Barrier element for bounding a carriageway.
EP3077273B1 (en) Trailer with a width-adjustable chassis for transporting a boat
EP3363717B1 (en) Cargo trailer
DE3723455A1 (de) Gabelhochhubwagen
FI97253C (fi) Syöttöpalkki kallioporakonetta varten
WO1990003915A1 (de) Vorrichtung für ein schiff zum anbordnehmen und ausbringen von schwimm- oder tauchobjekten, insbesondere von booten
EP1849678A3 (de) Eisenbahn-Kesselwagen
IES20180317A2 (en) Lifting beam for the lifting of goods with a crane
CN211001710U (zh) 护栏的收放装置及收放护栏
WO2016146334A1 (de) Hubvorrichtung für ein u-boot
EP3323479B1 (en) Platform with support system configured to move the platform
DE60202418T3 (de) Auslegerbefestigungsstruktur eines Ladefahrzeugs

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160501