NL1039487C2 - Inrichting voor het scheiden van bijmengsels. - Google Patents

Inrichting voor het scheiden van bijmengsels. Download PDF

Info

Publication number
NL1039487C2
NL1039487C2 NL1039487A NL1039487A NL1039487C2 NL 1039487 C2 NL1039487 C2 NL 1039487C2 NL 1039487 A NL1039487 A NL 1039487A NL 1039487 A NL1039487 A NL 1039487A NL 1039487 C2 NL1039487 C2 NL 1039487C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
admixtures
separating
bodies
transport
movement
Prior art date
Application number
NL1039487A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Marinus Zoeteweij
Original Assignee
Tummers Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=46051866&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL1039487(C2) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Tummers Beheer B V filed Critical Tummers Beheer B V
Priority to NL1039487A priority Critical patent/NL1039487C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1039487C2 publication Critical patent/NL1039487C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D33/00Accessories for digging harvesters
    • A01D33/08Special sorting and cleaning mechanisms
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23NMACHINES OR APPARATUS FOR TREATING HARVESTED FRUIT, VEGETABLES OR FLOWER BULBS IN BULK, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; PEELING VEGETABLES OR FRUIT IN BULK; APPARATUS FOR PREPARING ANIMAL FEEDING- STUFFS
    • A23N12/00Machines for cleaning, blanching, drying or roasting fruits or vegetables, e.g. coffee, cocoa, nuts
    • A23N12/005Machines for cleaning, blanching, drying or roasting fruits or vegetables, e.g. coffee, cocoa, nuts for dry-cleaning

Description

Titel:Inrichting voor het scheiden van bijmengsels.
De uitvinding betreft een werkwijze en een inrichting voor het scheiden van bijmengsels, zoals loof en loofresten, kluiten, stenen, klei, stengels e.d. in het 5 bijzonder voor aardappelverwerkingsmachines, waaronder ook aardappeloogstmachines, peenverwerkingsmachines e.d. De uitvinding beperkt zich niet strikt tot het verwijderen van bijmengsels bij of aan aardappelen, maar is ook inzetbaar bij het verwijderen van bijmengsels bij 10 of aan allerlei andere soorten produkten met een gewas, zoals dat bijvoorbeeld het geval is bij uien, bloembollen, peen, knolgewassen e.d.
Bovendien is onderhavige uitvinding inzetbaar bij het scheiden van diverse soorten niet-gewassen, zoals het 15 geval kan zijn bij het scheiden van verschillende soorten afval e.d..
In het vervolg zal voor de duidelijkheid en goed begrip uitgegaan worden van de toepassing van onderhavige uitvinding in de aardappelverwerkingsindustrie.
20 De betreffende scheidings/transportinrichting bestaat uit een aantal stalen en/of verrubberde rollichamen, die met evenwijdige assen naast elkaar zijn aangebracht, waartussen overwegend loodrecht op de transportrichting vibrerende trek/klemlichamen geplaatst zijn, die aan de 25 bovenkant een nagenoeg verticaal elastisch "opgooieffeet" teweeg brengen op het produkt en in mindere mate op het bijmengsel.
Vanzelfsprekend kunnen stalen, kunststoffen, al dan niet geribbeld of gegroefde rollichamen toegepast worden.
30 De werking van de inrichting wordt aldus verkregen door de meervoudige samenwerking tussen een roterend lichaam (rol) en een flexibel en indrukbaar lichaam, dat bij benadering een elliptische "stoot"-beweging maakt.
De vloeiende ellipsachtige stootbeweging wordt door een 35 viertal instelbare punten begrensd.
1039487 2
Doordat de vibrerende trek/klemlichamen de "wig"ruimten tussen de rollichamen afwisselend vernauwen en verwijden, worden de aardappels, die zich in de wig bevinden uit de wig naar boven en over het volgende rollichaam geduwd en 5 eventueel versterkt in de transportrichting (transport-aanzet of transportimpuls) geduwd kan worden, zeker als de bovenkant van de trek/klemlichamen afgeschuind zijn uitgevoerd.
De bijmengsels worden in het gebied van de wig wisselend 10 vastgeklemd en door de ruimte tussen de rollichamen heen met grote mate van zekerheid door de samenwerking tussen de transportrollen en de vibrerende trek/klemlichamen naar beneden bewogen en middels de zwaartekracht af gevoerd zonder verdere extra hulpmiddelen.
15 Doordat de vibrerende trek/klemlichamen aan de bovenkant een elastisch stotende werking kunnen hebben op de bolvormige elastisch-verende aardappels, werken deze ook mee om aangekleefde klei (het zogenaamd behang) aan de aardappels te verwijderen en af te voeren. Bovendien 20 helpt de stotende beweging mee om eventueel aan het produkt gekleefde bijmengsels van elkaar los te maken.
De elastisch stotende werking op andere produkten, zoals stenen, aarde ,loof e.d. is minimaal te noemen en worden derhalve minder of niet opgegooid, hetgeen op zich al een 25 laagscheiding veroorzaakt; in de onderste transportlaag verzamelen zich de stenen, aarde, loof e.d. en daarbovenop bevinden zich de aardappelen (het produkt).
Door de scheidingsinrichting in zijn geheel onder een hoek te plaatsen en dit kan voorover, achterover of 30 zijwaarts zijn, hoeven de transportrichting van het produkt én de transportrichting van het bijmengsel niet dezelfde te zijn.
35 3
Daar het "opgooieffect" (of "stuitereffect") op het produkt groter is dan op het bijmengsel, is het goed denkbaar dat het produkt tegen de draairichting van de rollichamen in en in tegenovergestelde richting van de 5 schuintestelling afgevoerd wordt, terwijl de bijmengsels met de draairichting mee ppgevoerd en tussen de rollichamen door afgevoerd worden.
Hierbij speelt de werking van de zwaartekracht op het doorgaans relatief zwaardere produkt ook een grote rol.
10 De vibrerende trek/klemlichamen zijn (al dan niet plaatselijk anders uitgevoerd) voorzien van rubber met een bepaalde flexibiliteit, indrukbaarheid en stroefheid; bijvoorbeeld een hol profiel van flexibel en indrukbaar rubber om bijvoorbeeld harde voorwerpen zoals stenen in 15 te klemmen en af te voeren.
Bepalend voor het instellen van de excentriciteiten (ofwel het instellen van de begrenzingspunten) en de hoogteuitslagen van de ellipsachtig bewegende trek/klemlichamen en voor het instellen van de 20 bewegingssnelheden van de trek/klemlichamen zijn de typen bijmengsels, de hardheid van de trek/klemlichamen en het soort te oogsten of te verwerken produkt e.e.a. zonder beschadigingen respectievelijk verminderingen van de kwaliteit van het produkt.
25 De eventueel boven het transport gelegen transportband met relatief lange vingers (schrapers, meenemers e.d.) kan zorgen voor een betere geforceerde doorvoer van de aardappels mits deze met de transportrichting meebeweegt en remt het transport af indien deze stilstaat of 30 langzamer draait dan de transportrollen, waarbij dan het scheidingsproces van loof en aardappels effectiever zou kunnen verlopen.
35 4
Diverse scheidingstechnieken voor het scheiden van loof stenen e.d. uit aardappels zijn reeds bekend, zoals bijvoorbeeld weergegeven in de octrooien onder de nummers 6B 2 145 612 A(PEARSON), EP 0730 399 (GRIMME),GB 762 571 5 EP 2 181 575 Al (GRIMME), DE 198 33 001 A 1 (GRIMME) , en FR 1.228.425 (LANZ)en diverse andere, waaronder de Dahlmann-scheidingsmachine.
Alle beogen transport én een scheidende werking te verkrijgen op basis van een tweetal samenwerkende IQ roterende lichamen.
Alle beogen een voortstuwing van aardappels, terwijl de bijmengsels er al dan niet gedwongen tussenuit gehaald worden middels een zogenaamde "werkspleet".
Bij alle worden het transporteren in de doorvoer-15 richting en het scheiden van bijmengsels apart bewerkstelligd en als zodanig ook apart geconstrueerd. De veelal toegepaste elastisch meegevende transport-rolvingers zorgen alléén voor de scheiding en dragen nauwelijks bij aan het transport in doorvoerrichting.
20 Bij alle wordt het transport in doorvoerrichting beïnvloed door middel van o.a. hoogteverschil.
Bij alle wordt voorbijgegaan aan het scheidend vermogen voor niet-gewassen zoals afval e.d..
Bij alle wordt geen aandacht geschonken aan het 25 verschil in opgooi-effect tussen produkt en bijmengsel.
Het schokkende transporteffect met behulp van het schokabsorberend effect voor een transportband is reeds in 1956 bekend (GS 762 571) en laat derhalve een verrubberde transportrol evenals een walsmantel van 30 elastisch meegevend materiaal alsmede een stalen (rvs) rol toe.
Onderhavige uitvinding beoogt een verbeterde werkwijze en inrichting te verschaffen voor het scheiden van bijmengsels, waarbij de maximale verstel- en 35 instelmogelijkheden voorhanden zijn om een optimale zuivering plaats te kunnen laten vinden, die beter kan 5 worden afgestemd op de omstandigheden, waaronder moet worden geoogst, dan wel op de diversiteiten van partijen aardappels, die verwerkt moeten worden in de aardappel-verwerkingsfabriek.
5 Hierbij hebben vorm, grootte, gewicht, wrijvingskracht en elasticiteit(stuitereffeet) een grote invloed.
Hiertoe wordt volgens onderhavige uitvinding een wisselende verkleraming op de te verwijderen bijmengsels uitgeoefend.
10 Daartoe worden de spleetruimten tussen de transportdoor-voerrollen, middels de ellipsachtige beweging van de trek/klemlichamen, veelvuldig translerend verkleind en vergroot, zodanig dat de te scheiden bijmengsels tussen de getransporteerde produkten in verticale zin met vergrote 15 zekerheid ertussenuit getrokken worden.
In het navolgende zal de uitvinding als voorbeeld nader worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen, zoals weergegeven in Fig.1 tot en met Fig.3 De uitvinding is niet beperkt tot het in de tekeningen 20 weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeeld, dat op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kan worden gevarieerd. Uitdrukkelijk zij derhalve vermeld, dat andere uitvoeringsvormen dan onder Fig.1 tot en met Fig.3 25 weergegeven, gebaseerd op de principes van de uitvinding tot de onderhavige uitvinding behoren.
Hierbij valt expliciet te denken aan de scheiding van niet-gewassen, zoals afval e.d., maar ook aan andere transportrichtingen dan haaks op de rollen met de 30 draairichting van de rollen mee, 6 zoals:
Haaks op de rollen tegen de draairichting van de rollen in door de inrichting in zijn geheel achterover te plaatsen.
5 Evenwijdig aan de rollen met de inrichting in zijn geheel onder een hoek geplaatst en eventueel daarbij transportsporen aangebracht.
Verdere bijzonderheden en voordelen volgens eveneens uit onderstaande beschrijvingen en tekeningen.
10 Fig.1 toont een zijaanzicht op de horizontale principe-opstelling van de inrichting voor het scheiden van bijmengsels.
Fig.2 toont een over het midden versprongen doorsnede van de inrichting uit Fig.1.
15 Fig.3 toont een dwarsdoorsnede over de inrichting ter plaatse van een tweetal bij elkaar liggende rollichamen.
Fig.1 toont een zijaanzicht op de horizontale principe-opstelling van de inrichting 1 voor het scheiden 20 van bijmengsels. Vanuit het grondframe 2 worden vanuit de daarop geplaatste aandrijving 3 middels kettingen 4 en 5 de excenters 6 en 7 gelijkmatig en synchroon aangedreven. Middels de excenters 6 en 7 worden de stoterstangen 8 en 9 schommelend heen en weer bewogen, omdat deze draaibaar en 25 in hoogte verstelbaar ook gekoppeld zijn met het draaipunt 10, waarin de in lengte verstelbare schommelstang 11 eveneens gekoppeld is. De schommelstang 11 komt aan weerszijde van de inrichting 1 voor en zijn beiden als zodanig ook gekoppeld aan de schommelstoel 12, die ter 30 plaatse van zijn sleufbevestigingen 13 aan het grondframe 2 in hoogte verstelbaar is, zodat de schuinteligging van de schommelassen 11 ingesteld kan worden.
7
De stoterstangen 8 en 9 zijn in hoogte verstelbaar star gekoppeld (en in detail niet nader aangegeven) met de j stotertafel 14, die de bewegingen van de stoterstang 9 ter plaatse van het tafelkoppelpunt 15 exact overbrengen naar 5 het tafelkoppelpunt 16, dat eveneens als tafelkoppelpunt 15 in hoogte verstelbaar gekoppeld zit aan respectievelijk de stoterstangen 8 en 9, zodat de stoterstangen 8 en 9 volkomen synchroon lopen. De door de stoterstangen 8 en 9 opgelegde beweging van de stotertafel 14 gelijkt op een 10 ellipsbeweging met: a) een stootlengte overeenkomstig de lange-as van een ellips en bepaald door de excentriciteit van de excenterassen 6 en 7.
b) een dwarsverplaatsing overeenkomstig de korte-as van 15 een ellips en bepaald door de instelbare hoogte, waarop de schommelassen 11 qp de stoterstangen 8 en 9 bevestigd zijn.
c) een ligging ten opzichte van het vaste grondframe 2 en derhalve ook ten opzichte van de aan-het- 20 grondframe-gekoppelde rollenpartij 17, die schematisch weergegeven is door de denkbeeldige opleggingen 18 en 19. De hierbij bedoelde ligging is in te stellen door de gelagerde excenterkettingwielen 20 en 21 ten opzichte van het grondframe 2 25 horizontaal te verplaatsen.
Op de ellipsachtig bewegende stotertafel 14 zijn op gelijke horizontale afstanden en over de werkzame breedte van de inrichting 1 uitstrekkende losneembare stotersteunen 22 aangebracht weertegen en waarop de trek/klemlichamen 23 30 aangebracht zijn. De trek/klemlichamen 23 kunnen in diverse samenstellingen uitgevoerd zijn, zoals in de inleiding aangegeven is, waardoor natuurlijke bijmengsels, maar ook onsamendrukbare voorwerpen, zoals stenen e.d. afgevoerd kunnen worden. Onder de diverse samenstellingen van de 35 trek/klemlichamen 23 behoren bijvoorbeeld ook de uitvoeringen uit een hol rubber profiel e.d..
8
De rollenpartij 17 bestaat in Fig.1, als voorbeeld, uit een zevental identieke over de werkzame breedte van de inrichting 1 uitstrekkende rollen 24, die allen eenzelfde draairichting 25 en een eenzelfde toerental hebben. De 5 bovenkanten van de verrubberde, dan wel de gladstalen rollen 24 zijn doorgaans op gelijke hoogte of zijn hoger of lager afgesteld dan de hoogste stoterstanden van de verrubberde trek/klemlichamen 23. Proefondervindelijk kan deze hoogte bepaald worden.
10 Zodra de ellipsachtige beweging in de neerwaartse richting gaat, dan bewegen de trek/klemlichaam 23 zich zo dicht mogelijk richting de rollichamen 24, zodat verklemming optreedt op de in Fig.1 niet nader aangegeven tussengekomen bijmengsels.
15 Aan de onderzijde van de doorgaans rondom egaal verrubberde rollichamen 24 en/of in volledig staal uitgevoerde rollichamen 24, kunnen afschrapers 29 tegen de rollichamen 24 aangebracht worden om aankoeken zo veel mogelijk te voorkomen.
20 In Fig.1 is verder de horizontale transportrichting 26 van de aardappels weergegeven, alsmede mogelijk toegepaste rubberen flappen of flexibele vingers 27, die aan een zijde ingeklemd zijn in over de volle breedte van de inrichting 1 aangebrachte houders 28.
25 Middels de terugverende flappen of vingers wordt het transport van bijmengsels meer bemoeilijkt, terwijl het transport van rondachtige produkten, zoals aardappels, vlotter kan gaan.
Om een nog vlotter transport te verkrijgen, kan de gehele 30 inrichting 1 onder een hoek 30 voorover geplaatst worden middels de in hoogte verstelbare machinevoeten 30.
Een andere werkwijze is om de gehele inrichting 1 onder een hoek achterover te plaatsen terwijl de draairichting 25 van de rollichamen 24 behouden blijft; hierbij ontstaat dan de 35 situatie, dat de opgooiende beweging van de klem/treklichamen 23 én de zwaartekrachtwerking op het 9 produkt, de transportrichting 26 van het produkt omkeert van richting en van grootte.
Verder kunnen de rollichamen 24 rondom egaal verrubberd zijn met een kwaliteit en hardheid, die de stroefheid en de 5 elasticiteit ten goede komt.
Fig.2 toont een over het midden 31 versprongen doorsnede van de inrichting 1 uit Fig.1.
Aan de rechterzijde is de electromotoraandrijving 3 zichtbaar, van waaruit middels het kettingwiel 32 het 10 triplekettingwiel 33 aangedreven wordt. Het triplekettingwiel 33,voorzien van een gelagerd excenter 6, is gemonteerd op een dwars over de inrichting 1 verlopende eerste aandrijfas 34, welke dubbelgelagerd uitgevoerd is op het grondframe 2 middels de lagers 35 en 36. Op de eerste 15 aandrijfas 34 is eenzelfde excenter 37 als de excenters 6 en 7 aangebracht met daaropdraaiend eenzelfde gelagerde stoterstang 38, zoals stoterstang 8 en 9.
Verder zijn in Fig.2 zichtbaar gemaakt: het tafelkqppelpunt 16, alsmede het identieke tafelkoppelpunt 39, de 20 stotertafel 14, stotersteunen 22 en de middels, aan de linkerkant over het midden 31, de bevestigingen 40 losneembare trek/klemlichamen 23 en aan de rechterkant over het midden 31 rollichaam 24, waarvan de hoogste lijn 41 onder de hoogste stand van de rand van een trek/klemlichaam 25 23 getekend staat.
Fig.3 toont een dwarsdoorsnede over de inrichting 1 ter plaatse van een tweetal bij elkaar liggende rollichamen 24. De rollichamen 24 draaien identiek en in dezelfde draairichtingen 42 overeenkomstig de transportrichting 26 30 van de aardappels 43, waarvan de laagdikte enigszins bepaald wordt door de schematisch weergegeven buigzame flap 27.
De flap 27 kan ook uit niet nader aangegeven vingers bestaan, die evenals een flap eraan meewerken, dat het 35 produkt ook gemakkelijker door de inrichting 1 heen getansporteerd wordt, dan het bijmengsel, zodat de 10 aardappels meer de neiging vertonen bovenover het bijmengsel te gaan rollen.
Het -als voorbeeld hol in rubber uitgevoerde-trek/klemlichaam 23 is in diverse opeenvolgende stemden 5 44,45,46 en 47 zichtbaar gemaakt tussen de naast elkaar gelegen rollichamen 24. In de hoogste stand 44 wordt de aardappel 43 opgeduwd, terwijl in de volgende stand 45 het loof 48 verklemd naar beneden afgevoerd wordt. Andere schematisch aangegeven bijmengsels 49 worden door de 10 samendrukbaarheid van het rollichaam 24 en door de flexibiliteit van het trek/klemlichaam ook mee naar beneden voor afvoer meegenomen.
In de laagste stand 46 worden de bijmengsels losgelaten.
De naarbovengaande tussenstand 47 geeft aan dat het 15 rollichaam 24 doorgaans niet geraakt wordt.
De standen 44, 45, 46 en 47 worden in werkelijkheid in een vloeiende beweging uitgevoerd en vertegenwoordigen een ellipsachtige beweging.
20 25 30 35 1039487

Claims (15)

1. Werkwijze en inrichting voor het scheiden van bijmengsels, zoals loof en loofresten, kluiten, stenen, klei, stengels e.d. in het bijzonder voor aardappel- 5 verwerkingsmachines met het kenmerk, dat onderhavige uitvinding niet strikt beperkt is tot het verwijderen van bijmengsels bij of aan aardappelen, maar ook bij het verwijderen van bijmengsels bij of aan allerlei andere soorten produkten met ongewenste bijmengsels, gewasresten 10 e.d., zoals dat bijvoorbeeld het geval is bij uien, bloembollen, peen, knolgewassen e.d.
2. Werkwijze en inrichting voor het scheiden van bijmengsels volgens conclusie 1 met een aantal naast elkaar en in dezelfde richting lopende transportrollen 15 met het kenmerk, dat de uitvinding niet strikt beperkt is tot het verwijderen van bijmengsels bij of aan aardappelen, maar ook tot het verwijderen van bijmengsels bij of aan allerlei niet-gewassen, zoals dat het geval kan zijn bij het scheiden van verschillende soorten 20 afval.
3. Werkwijze en inrichting voor het scheiden van bijmengsels volgens de conclusies 1 en 2 met een aantal naast elkaar en in dezelfde richting lopende transportrollen met het kenmerk, dat de transportrollen haaks op 25 de doorvoerrichting gepositioneerd zijn.
4. Werkwijze en inrichting voor het scheiden van bijmengsels volgens conclusie 1 tot en met 3 met het kenmerk, dat tussen de transportrollen loodrecht op de doorvoerrichting bewegende stoot/treklichamen 30 gepositioneerd zijn. 35 1039487
5. Werkwijze en inrichting voor het scheiden van bijmengsels volgens de conclusies 1 tot en met 4 met het kenmerk, dat de stoot/treklichamen loodrecht op de doorvoerrichting een ellipsachtige vloeiende beweging 5 uitvoeren, waarbij de omlaaggaande beweging de verwijderende bijmengselbeweging is en waarbij tijdens de omhooggaande beweging het produkt meer dan het bijmengsel opgegooid wordt.
6. Werkwijze en inrichting voor het scheiden van 10 bijmengsels volgens de conclusies 1 tot en met 5 met het kenmerk, dat de stoot/treklichamen loodrecht op de doorvoerrichting een ellipsachtige vloeiende beweging uitvoeren, waarbij op grond van deze specifieke beweging andere selecties op het produkt plaats kunnen vinden, 15 zoals op doorsnede, vorm, gewicht, wrijvingskracht, vervormbaarheid, elasticiteit( overeenkomstig stuiter-effect) e.d.
7. Werkwijze en inrichting voor het scheiden van bijmengsels volgens de conclusies 1 tot en met 6 met het 20 kenmerk, dat de stoot/treklichamen loodrecht op de doorvoerrichting een ellipsachtige vloeiende beweging uitvoeren, waarbij de mogelijk aan het produkt gekleefde bijmengsels van elkaar losgemaakt worden.
8. Werkwijze en inrichting voor het scheiden van 25 bijmengsels volgens de conclusies 1 tot en met 7 met het kenmerk dat de ellipsachtige beweging volledig in- en nastelbaar is ten opzichte van de vastgeplaatste stalen , kunststoffen en/of verrubberde rollichamen; glad dan wel gegroefd uitgevoerd. 30
9.Werkwijze en inrichting voor het scheiden van bijmengsels volgens de conclusies 1 tot en met 8 met het kenmerk dat de stoters uit een hol rubber profiel kunnen bestaan, dat flexibel en samendrukbaar is, terwijl voldoende grip op de bijmengsels uitgeoefend kan worden. 35 Hierdoor worden onsamendrukbare voorwerpen e.d. gemakkelijker gegrepen en afgevoerd.
10. Werkwijze en inrichting voor het scheiden van bijmengsels volgens de conclusies 1 tot en met 9 met het kenmerk, dat de bovenkanten van de stoters voorzien kunnen zijn van vlak eventueel licht geprofileerd 5 elastisch meegevend materiaal. De stoters hoeven dan geen transportfunctie te hébben, hetgeen bijvoorbeeld het geval is, als de gehele inrichting horizontaal staat. Hier heeft de stoter dan alleen een scheidende functie in gelaagdheid op grond van bepaalde eigenschappen, zoals 10 elastisch-verendheid, bolvormigheid e.d.
11. Werkwijze en inrichting voor het scheiden van bijmengsels volgens de conclusies 1 tot en met 10 met het kenmerk, dat de bovenkanten van de stoters voorzien kunnen zijn van schuin eventueel licht geprofileerd 15 elastisch meegevend materiaal. De schuinte is dan in de doorvoerrichting van het te transporteren produkt aangebracht.
12 .Werkwijze en inrichting voor het scheiden van bijmengsels volgens de conclusies 1 tot en met 11 met het 20 kenmerk, dat de relatief lange trek/klemkant van de stoters voorzien kunnen zijn van geribbeld of vlak geprofileerde elastisch meegevend materiaal.
13.Werkwijze en inrichting voor het scheiden van bijmengsels volgens de conclusies 1 tot en met 12 met het 25 kenmerk dat onderhavige uitvinding toepaspasbaar is bij diverse transportopstellingen, zoals: de machine als geheel, horizontaal en haaks op de rollichamen met de draairichting van de rollichamen mee. de machine als geheel, schuin achterover en haaks op 30 de rollichamen tegen de draairichting van de rollichamen in, de machine als geheel, schuin voorover en haaks op de rollichamen met de draairichting van de rollichamen mee. 35 de machine als geheel, zijwaarts schuin, voorover en evenwijdig aan de rollichamen met de draairichting van de rollichamen mee en wellicht voorzien van sporen. de machine als geheel, zijwaarts schuin, achterover 5 en evenwijdig aan de rollichamen met de draairichting van de rollichamen mee en wellicht voorzien van sporen.
14. Werkwijze en inrichting voor het scheiden van bijmengsels volgens de conclusies 1 tot en met 13 met het kenmerk dat bij diverse transportopstellingen de 10 transportrichtingen van het produkt en van het bijmengsel niet dezelfde hoeven te zijn, waardoor een scheiding ontstaat van produkt en bijmengsel.
15. Werkwijze en inrichting voor het scheiden van bijmengsels volgens de conclusies 1 tot en met 14 met het 15 kenmerk dat bovenop de stroom aardappels stilstaande, dan wel met de doorvoerrichting mee respectievelijk tegen de stroom in bewegende flappen of vingers geplaatst kunnen worden, zodat een meer gecontroleerdere transportsnelheid kan ontstaan. 20 25 30 35 1039487
NL1039487A 2012-03-23 2012-03-23 Inrichting voor het scheiden van bijmengsels. NL1039487C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1039487A NL1039487C2 (nl) 2012-03-23 2012-03-23 Inrichting voor het scheiden van bijmengsels.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1039487 2012-03-23
NL1039487A NL1039487C2 (nl) 2012-03-23 2012-03-23 Inrichting voor het scheiden van bijmengsels.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1039487C2 true NL1039487C2 (nl) 2013-09-25

Family

ID=46051866

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1039487A NL1039487C2 (nl) 2012-03-23 2012-03-23 Inrichting voor het scheiden van bijmengsels.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1039487C2 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2179474A (en) * 1936-06-01 1939-11-07 Fmc Corp Fruit treating machine
US2263030A (en) * 1940-03-13 1941-11-18 Thomas G Cunning Fruit washer
US2976550A (en) * 1956-07-23 1961-03-28 Silver Eng Works Grab-roll screen
EP0410808A2 (en) * 1989-07-28 1991-01-30 Richard Pearson Limited A lifting conveyor, and an agricultural separator incorporating a lifting conveyor
US5775435A (en) * 1993-11-25 1998-07-07 Franz Grimme Landmaschinenfabrik Gmbh & Co. Kg Apparatus for separating potatoes from other materials

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2179474A (en) * 1936-06-01 1939-11-07 Fmc Corp Fruit treating machine
US2263030A (en) * 1940-03-13 1941-11-18 Thomas G Cunning Fruit washer
US2976550A (en) * 1956-07-23 1961-03-28 Silver Eng Works Grab-roll screen
EP0410808A2 (en) * 1989-07-28 1991-01-30 Richard Pearson Limited A lifting conveyor, and an agricultural separator incorporating a lifting conveyor
US5775435A (en) * 1993-11-25 1998-07-07 Franz Grimme Landmaschinenfabrik Gmbh & Co. Kg Apparatus for separating potatoes from other materials

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2884832B1 (de) Trennvorrichtung für eine kartoffelerntemaschine oder eine aufbereitungsmaschine
KR20120008517A (ko) 마찰이 높은 롤러들을 포함한 합병 컨베이어
US11684008B2 (en) Root crop harvester
US8776986B2 (en) Singulator
CA2890808A1 (en) Separating device for a potato harvester
US11596168B2 (en) Modular nut cleaning plant
US7607544B2 (en) Apparatus for use to check potatoes or similar items
NL1039487C2 (nl) Inrichting voor het scheiden van bijmengsels.
US20110073441A1 (en) Conveyor module
US5641055A (en) Conveyor belt
BE1022056B1 (nl) Aardappelrooimachine en gebruik daarvan
US20080135464A1 (en) Separating system for separating articles
KR101950036B1 (ko) 콤바인
NL1043240B1 (nl) Scheiding middels baan met veelhoeksrollen.
EP2540403A1 (en) Device and method for sorting products to length
US3800693A (en) Apparatus for cutting articles
CN109562415A (zh) 松散材料的清洁
NL9101715A (nl) Inrichting voor het toevoeren van kartonplaten aan verwerkingsmachines.
JP7177489B2 (ja) 収穫機
CN209973589U (zh) 一种箱果翻转分离系统
NL1033048C1 (nl) Inrichting voor het sorteren van langwerpige producten.
NL1022080C1 (nl) Afzuiginrichting.
SU1556638A2 (ru) Устройство дл очистки и сортировки картофел
AU2003205026C1 (en) Biscuit sorting device
AU3144402A (en) Sorting apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160401

NE A request for restoration to the prior state has been filed

Effective date: 20170120