NL1039454C2

NL1039454C2 - BUILDING PACKAGE FOR BUILDING A DEVICE FOR CARBONING WOOD.

Info

Publication number: NL1039454C2
Application number: NL1039454A
Authority: NL
Inventors: Antonius Adrianus Maria Schepens
Original assignee: Moors Holding B V
Priority date: 2012-03-09
Filing date: 2012-03-09
Publication date: 2013-09-16

Description

Titel: Bouwpakket voor het opbouwen van een inrichting voor het verkolen van houtTitle: Kit for building a wood-burning installation

De uitvinding heeft betrekking op een bouwpakket voor het opbouwen van een inrichting voor het verkolen van hout (in het hiernavolgende ook wel "houtskooloven" genoemd). De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke inrichting.The invention relates to a kit for building a wood-burning device (hereinafter also referred to as "charcoal furnace"). The invention also relates to a method for manufacturing such a device.

55

Uit de praktijk is een inrichting voor het verkolen van hout bekend, omvattende: twee productiegedeelten om een hoeveelheid hout onder invloed van een warme gasstroom om te zetten in houtskool, waarbij elk productiegedeelte een 10 retort omvat, waarbij een binnenruimte van de retort een houtruimte vormt voor het ontvangen van een hoeveelheid hout, en waarbij een buitenruimte van de retort in het productiegedeelte een gasruimte vormt voor het ontvangen van een gasstroom, en een verbrandingsgedeelte om een toegevoerd basisgas in een 15 verbrandingsproces om te zetten in een verbrandingsgas, waarbij het verbrandingsgedeelte een verbrandingskamer omvat om plaats te bieden aan het verbrandingsproces, waarbij elk productiegedeelte aan het verbrandingsgedeelte is gekoppeld om een toevoer van houtgassen die vrijkomen uit een hoeveelheid hout die wordt 20 verkoold, van de houtruimte aan de verbrandingskamer mogelijk te maken, en om een toevoer van een verbrandingsgas van de verbrandingskamer aan de gasruimte mogelijk te maken.A device for charring wood is known from practice, comprising: two production parts for converting a quantity of wood into charcoal under the influence of a hot gas stream, each production part comprising a retort, an inner space of the retort forming a wood space for receiving a quantity of wood, and wherein an outer space of the retort in the production portion forms a gas space for receiving a gas stream, and a combustion portion to convert a supplied base gas in a combustion process to a combustion gas, the combustion portion being a combustion chamber to accommodate the combustion process, with each production portion coupled to the combustion portion to allow a supply of wood gases released from an amount of wood being charred from the wood space to the combustion chamber, and to allow a supply of a combustion gas from the combustion chamber aa n make the gas space possible.

Met de bekende inrichting kan een gecombineerd proces worden uitgevoerd, 25 waarbij steeds in één van de productiegedeeltes een hoeveelheid hout wordt verkoold, terwijl in het andere productiegedeelte een hoeveelheid hout wordt gedroogd. De energie die benodigd is bij het drogen in het ene productiegedeelte wordt in het gecombineerde proces opgewekt door verbranding van houtgassen die vrijkomen bij het verkolingsproces dat plaatsvindt in het andere productiegedeelte.With the known device, a combined process can be carried out, wherein an amount of wood is always charred in one of the production parts, while an amount of wood is dried in the other production part. The energy required for drying in one production part is generated in the combined process by burning wood gases that are released during the carbonization process that takes place in the other production part.

Het drogen van een hoeveelheid hout vindt plaats door de houtruimte waarin de hoeveelheid hout zich bevindt, te verwarmen. Het verwarmen vindt plaats doordat 1039454 30 2 er langs de scheidingswand die de betreffende houtruimte begrenst, een warme gas-stroom wordt geleid. Het gas wordt als een verbrandingsgas geproduceerd in de verbrandingskamer van het verbrandingsgedeelte. Vanuit de verbrandingskamer wordt het gas door de gasruimte van het betreffende productiegedeelte geleid. De 5 hiertoe benodigde trek wordt gegenereerd door een eerste schoorsteen van het productiegedeelte, die is aangesloten op de gasruimte. Deze eerste schoorsteen verzorgt ook de afvoer van het verbrandingsgas naar de omgeving van de inrichting. Waterdamp die vrijkomt uit het hout dat wordt gedroogd, wordt naar de omgeving van de inrichting afgevoerd met behulp van een tweede schoorsteen van het 10 productiegedeelte, die is aangesloten op de houtruimte.Drying a quantity of wood takes place by heating the wood space in which the quantity of wood is located. Heating takes place because a warm gas stream is passed along the partition wall that borders the relevant wood space. The gas is produced as a combustion gas in the combustion chamber of the combustion section. The gas is led from the combustion chamber through the gas space of the relevant production part. The draft required for this purpose is generated by a first chimney of the production section, which is connected to the gas space. This first chimney also takes care of the discharge of the combustion gas to the environment of the installation. Water vapor released from the wood being dried is carried off to the environment of the device with the aid of a second chimney from the production section, which is connected to the wood space.

Wanneer een bepaalde hoeveelheid hout lang genoeg is verwarmd bij afwezigheid van zuurstof, treedt een verkolingsproces automatisch op. Bij een verkolingsproces komt energie vrij, waardoor toevoer van warmte niet nodig is om 15 het proces voort te laten duren. Bij het verkolingsproces komen er vanaf een bepaalde temperatuur ook houtgassen vrij, die bij de bekende inrichting via de houtgasleiding die is aangesloten op de houtruimte waarin het verkolingsproces optreedt, naar de verbrandingskamer wordt gevoerd. Aldaar worden de houtgassen verbrand, waarna de resulterende verbrandingsgassen zoals hierboven beschreven 20 naar een productiegedeelte kunnen worden gevoerd waarin een hoeveelheid hout wordt gedroogd, alvorens deze hoeveelheid hout zelf wordt onderworpen aan een verkolingsproces.When a certain amount of wood is heated long enough in the absence of oxygen, a carbonization process occurs automatically. In a carbonization process, energy is released, which means that heat is not required to continue the process. In the carbonization process, wood gases are also released from a certain temperature which, in the known device, is fed to the combustion chamber via the wood gas line connected to the wood space in which the carbonization process occurs. The wood gases are burnt there, after which the resulting combustion gases can be fed, as described above, to a production part in which an amount of wood is dried before this amount of wood itself is subjected to a carbonization process.

Traditioneel wordt in de derde wereld hout verkoold in lemen ovens of stalen 25 trommels, zogenaamde kilns. In vergelijking met die inrichtingen is de hierboven beschreven bekende inrichting zeer efficiënt. Waar bij de traditionele inrichtingen ongeveer acht kubieke meter hout nodig is om één kubieke meter houtskool te produceren, is er bij de bekende inrichting slechts vier kubieke meter hout nodig. Een ander voordeel van de bekende inrichting is dat de uitstoot in vergelijking met de 30 meer traditionele inrichtingen relatief laag is, wat eraan bijdraagt dat de inrichting milieuvriendelijk is.Traditionally, in the third world, wood is charred in clay kilns or steel drums, so-called kilns. In comparison with those devices, the known device described above is very efficient. Whereas traditional plants require about eight cubic meters of wood to produce one cubic meter of charcoal, only four cubic meters of wood are needed with the known device. Another advantage of the known device is that the emission is relatively low in comparison with the more traditional devices, which contributes to the device being environmentally friendly.

Een nadeel van de bekende inrichting is dat die relatief weinig mobiel is. De inrichting is daardoor minder geschikt is voor gebruik op locatie, bijvoorbeeld ter 35 plaatse van grootschalige houtkap. Gezien de hoge efficiëntie, de lage uitstoot en het milieuvriendelijke karakter van de bekende inrichting is een hoge mobiliteit echter zeer gewenst.A drawback of the known device is that it is relatively little mobile. The device is therefore less suitable for use on location, for example at the location of large-scale logging. However, in view of the high efficiency, the low emissions and the environmentally friendly nature of the known device, high mobility is highly desirable.

33

Een doel van de uitvinding is om een technische oplossing te verschaffen die tegemoet komt aan het hierboven beschreven probleem. In het bijzonder is het een doel een technische oplossing voor het verkolen van hout te verschaffen die een hoge capaciteit combineert met een goede transporteerbaarheid.An object of the invention is to provide a technical solution that meets the problem described above. In particular, it is an object to provide a technical solution for charring wood that combines high capacity with good transportability.

55

Bovenstaand doel is bereikt met een bouwpakket voor het opbouwen van een inrichting voor het verkolen van hout volgens conclusie 1.The above object has been achieved with a kit for building a wood-burning device according to claim 1.

Een bouwpakket volgens de uitvinding omvat twee productie-eenheden en 10 een verbrandingseenheid, welke met elkaar koppelbaar zijn om een houtskooloven te vormen zoals die hierboven is beschreven. In een aldus opgebouwde houtskooloven is een productie-gedeelte zoals beschreven voorzien in elk van de individuele productie-eenheden, en is een verbrandingsgedeelte zoals beschreven voorzien in de verbrandingseenheid.A kit according to the invention comprises two production units and a combustion unit, which can be coupled together to form a charcoal furnace as described above. In a charcoal furnace thus constructed, a production part as described is provided in each of the individual production units, and a combustion part as described is provided in the combustion unit.

1515

Een bouwpakket volgens de uitvinding kan op relatief eenvoudige wijze naar een bepaalde locatie worden gebracht door de de verbrandingseenheid en de productie-eenheden los van elkaar te transporteren. Op de plaats van bestemming kunnen de individuele eenheden los van elkaar op een ondergrond worden geplaatst, 20 en kunnen de eenheden vervolgens met elkaar worden gekoppeld om een houtskooloven te vormen. Na gebruik kunnen de verschillende eenheden eventueel weer worden ontkoppeld, waarna het bouwpakket in onderdelen naar een volgende bestemming kan worden gebracht. Dat neemt niet weg, dat het binnen het kader van de uitvinding ook mogelijk is dat de aangebrachte koppelingen tussen de eenheden 25 van permanente aard zijn.A kit according to the invention can be brought to a specific location in a relatively simple manner by transporting the combustion unit and the production units separately from each other. At the destination, the individual units can be placed separately on a surface, and the units can then be coupled to each other to form a charcoal oven. After use, the various units can optionally be disconnected, after which the construction kit can be taken in parts to a next destination. This does not alter the fact that it is also possible within the scope of the invention for the couplings arranged between the units to be of a permanent nature.

De verbrandingseenheid kan een aantal gasafvoeren omvatten om een verbrandingsgas uit te laten uit de verbrandingskamer, waarbij elke productie-eenheid een gastoevoer omvat om een verbrandingsgas toe te laten aan de 30 gasruimte, waarbij het bouwpakket een aantal verbindingsstukken omvat om genoemde gasafvoeren van de verbrandingseenheid aan te sluiten op genoemde gastoevoer van elk van de productie-eenheden.The combustion unit may comprise a number of gas outlets to exhaust a combustion gas from the combustion chamber, each production unit comprising a gas supply for admitting a combustion gas to the gas space, the kit comprising a number of connecting pieces for connecting said gas outlets from the combustion unit to close on said gas supply from each of the production units.

Een productie-eenheid kan een gasafvoer omvatten om houtgassen uit te 35 laten uit de houtruimte, waarbij de verbrandingseenheid een aantal gastoevoeren omvat om houtgassen toe te laten aan de verbrandingskamer, waarbij het bouwpakket een aantal verbindingsstukken omvat om genoemde gasafvoer van elk van de productie-eenheden aan te sluiten op genoemde gastoevoeren van de verbrandingseenheid.A production unit may comprise a gas outlet for venting wood gases from the wood space, the combustion unit comprising a number of gas supplies for admitting wood gases to the combustion chamber, the kit comprising a number of connecting pieces for said gas outlet of each of the production units. units to be connected to said gas supplies from the combustion unit.

44

Elke productie-eenheid kan verder een gasuitlaat omvatten om een verbrandingsgas vanuit de gasruimte uit te laten naar een omgeving van de productie-eenheid, waarbij het bouwpakket een schoorsteen omvat voor aansluiting op genoemde gasuitlaat.Each production unit may further comprise a gas outlet for exhausting a combustion gas from the gas space to an environment of the production unit, the kit comprising a chimney for connection to said gas outlet.

55

Elke productie-eenheid kan verder een dampuitlaat omvatten om uit een hoeveelheid hout vrijgekomen waterdamp vanuit de houtruimte uit te laten naar een omgeving van de productie-eenheid, waarbij het bouwpakket een schoorsteen omvat voor aansluiting op genoemde dampuitlaat.Each production unit may further comprise a vapor outlet for discharging water vapor released from a quantity of wood from the wood space into an environment of the production unit, the kit comprising a chimney for connection to said vapor outlet.

1010

De verbrandingseenheid kan verder een nooduitlaat omvatten om in geval van een calamiteit een verbrandingsgas vanuit de verbrandingskamer uit te laten naar een omgeving van de verbrandingseenheid, waarbij het bouwpakket een schoorsteen omvat voor aansluiting op genoemde nooduitlaat.The combustion unit may further comprise an emergency outlet for discharging a combustion gas from the combustion chamber to an environment of the combustion unit in the event of a calamity, the kit comprising a chimney for connection to said emergency outlet.

1515

Bij voorkeur heeft een productie-eenheid van een bepaalde lengte een breedte en een hoogte die kleiner zijn dan de lengte, waarbij de breedte en de hoogte groter of gelijk aan 2,0 m zijn. Bij dergelijke afmetingen is een rendabele productie mogelijk.Preferably a production unit of a certain length has a width and a height that are smaller than the length, the width and height being greater than or equal to 2.0 m. With such dimensions, cost-effective production is possible.

2020

Bij voorkeur heeft een productie-eenheid of een verbrandingseenheid van een bepaalde lengte een breedte en een hoogte die kleiner zijn dan de lengte, waarbij de breedte of de hoogte kleiner of gelijk aan 3,75 m is. Bij een dergelijke afmeting is een eenheid doorgaans nog transporteerbaar over de weg zonder dat daarvoor een 25 speciale vergunning is vereist.Preferably, a production unit or a combustion unit of a certain length has a width and a height that are smaller than the length, the width or height being less than or equal to 3.75 m. With such a dimension, a unit is generally still transportable by road without requiring a special permit.

Bij voorkeur heeft een productie-eenheid of een verbrandingseenheid van een bepaalde lengte een breedte en een hoogte die kleiner zijn dan de lengte, waarbij de breedte en de hoogte kleiner of gelijk aan 2,35 m zijn. Een eenheid met dergelijke 30 afmetingen kan relatief eenvoudig worden vervoerd in een standaardcontainer.Preferably a production unit or a combustion unit of a certain length has a width and a height that are smaller than the length, the width and the height being less than or equal to 2.35 m. A unit with such dimensions can relatively easily be transported in a standard container.

In een uitvoeringsvorm omvat elke productie-eenheid een behuizing met een ondergedeelte en op een het ondergedeelte aansluitend bovengedeelte, waarbij het ondergedeelte en het bovengedeelte elk een buitenwand hebben alsmede een aan 35 de buitenwand grenzende binnenwand, waarbij de binnenwand van het ondergedeelte een zwaarder materiaal omvat dan de binnenwand van het bovengedeelte. Bij een ongeveer gelijke soortelijke warmte van het materiaal van de binnenwanden van het ondergedeelte en het bovengedeelte, kan het ondergedeelte dan een relatief hoog warmteaccumulerend vermogen hebben, terwijl het bovengedeelte juist een 5 relatief hoog isolerend vermogen heeft. Dit zorgt voor een efficiënt gebruik van warmte.In one embodiment, each production unit comprises a housing with a lower part and an upper part connecting to the lower part, the lower part and the upper part each having an outer wall and an inner wall adjoining the outer wall, the inner wall of the lower part comprising a heavier material then the inner wall of the upper part. With an approximately similar specific heat of the material of the inner walls of the lower part and the upper part, the lower part can then have a relatively high heat-accumulating capacity, while the upper part has a relatively high insulating capacity. This ensures efficient use of heat.

In een verdere uitvoeringsvorm heeft de retort van elke productie-eenheid een 5 inbrengopening voor het doorlaten van een hoeveelheid hout, waarbij er rondom de inbrengopening een contactlijst is voorzien, welke contactlijst een binnenlijst en een buitenlijst omvat, waarbij er een deur is voorzien voor het afsluiten van de inbrengopening, welke deur een binnendeur en een buitendeur omvat die elk een naar de contactlijst gerichte contactrand hebben, waarbij in de afsluitende positie van de deur 10 de contactrand van de binnendeur tegenover de binnenlijst ligt en de contactrand van de buitendeur tegenover de buitenlijst ligt, waarbij de binnenlijst in mindere mate ten opzichte van de gasruimte thermisch is geïsoleerd dan de buitenlijst. De binnenlijst heeft dan bij gebruik een hogere temperatuur dan de buitenlijst. Daardoor wordt in belangrijke mate tegengegaan dat houtgassen uit de houtruimte ter plaatse van de 15 contactrand van de buitendeur condenseren en daar een afzetting veroorzaken.In a further embodiment, the retort of each production unit has an insertion opening for passage of a quantity of wood, wherein a contact strip is provided around the insertion opening, which contact strip comprises an inside strip and an outside strip, wherein a door is provided for closing the insertion opening, which door comprises an inner door and an outer door, each of which has a contact edge facing the contact strip, wherein in the closing position of the door 10 the contact edge of the inner door faces the inner strip and the contact edge of the outer door opposite the outside strip the inner frame is thermally insulated to a lesser extent than the outer frame. The inside frame then has a higher temperature when used than the outside frame. As a result, it is substantially prevented that wood gases from the wood space condense at the area of the contact edge of the outer door and cause a deposit there.

Bij voorkeur omvat de deur eerste aandrukmiddelen om de buitendeur tegen de buitenlijst aan te drukken en tweede aandrukmiddelen om de binnendeur van de buitendeur af tegen de binnenlijst aan te drukken. Aldus kunnen zowel de buitendeur 20 als de binnendeur goed worden afgedicht.The door preferably comprises first pressing means for pressing the outer door against the outer frame and second pressing means for pressing the inner door of the outer door against the inner frame. Thus, both the outer door 20 and the inner door can be properly sealed.

Tussen de binnendeur en de buitendeur kan isolerend materiaal zijn voorzien. Aldus wordt voorkomen dat de binnendeur te veel afkoelt, wat condensatie en afzetting van houtgassen op de binnendeur zou kunnen veroorzaken.Insulating material may be provided between the inner door and the outer door. This prevents the inner door from cooling down too much, which could cause condensation and deposition of wood gases on the inner door.

2525

Verder kan er een pakking zijn voorzien om tussen de contactrand van de buitendeur en de buitenlijst een luchtdicht contact te realiseren. Aldus kan worden voorkomen dat er zuurstof binnendringt in de behuizing van een productie-eenheid, wat bij het verkolen van een hoeveelheid hout brand zou kunnen veroorzaken.Furthermore, a gasket can be provided to realize an airtight contact between the contact edge of the outer door and the outer rail. Thus, oxygen can be prevented from penetrating into the housing of a production unit, which could cause a fire when a quantity of wood is charred.

3030

In een verbindingsstuk dat een houtgasleiding omvat, kan een schoonmaak-luik zijn voorzien dat is ingericht om toegang te verschaffen tot de houtgasleiding. Aldus kunnen afzettingen die bij een verkolingsproces optreden in de houtgasleiding worden verwijderd. Dit kan bijvoorbeeld plaatsvinden terwijl er in de productie-35 eenheid die is aangesloten op de houtgasleiding een drogingsproces plaatsvindt.In a connecting piece comprising a wood gas line, a cleaning hatch may be provided which is adapted to provide access to the wood gas line. Thus, deposits that occur during a carbonization process in the wood gas pipe can be removed. This can for instance take place while a drying process takes place in the production unit which is connected to the wood gas pipe.

Bij voorkeur omvat genoemd verbindingsstuk een langsgedeelte met een eerste uiteinde voor aansluiting op een productie-eenheid en een tweede uiteinde voor aansluiting op de verbrandingseenheid, waarbij het langsgedeelte tussen het 6 eerste uiteinde en het tweede uiteinde een glad verloop heeft, dat wil zeggen, zich vrij van discontinuïteiten uitstrekt, bij voorkeur langs een rechte lijn. Aldus kunnen afzettingen die optreden in de houtgasleiding worden losgemaakt met behulp van een gereedschap dat via het schoonmaakluik in de houtgasleiding wordt gestoken, 5 waarna de afzettingen kunnen worden verwijderd door deze in de richting van de aansluiting op de verbrandingskamer te schuiven.Preferably said connecting piece comprises a longitudinal section with a first end for connection to a production unit and a second end for connection to the combustion unit, wherein the longitudinal section between the first end and the second end has a smooth course, i.e. free of discontinuities, preferably along a straight line. Thus, deposits occurring in the wood gas line can be released with the aid of a tool that is inserted into the wood gas line via the cleaning hatch, after which the deposits can be removed by sliding them in the direction of the connection to the combustion chamber.

Bij voorkeur omvat het genoemde verbindingsstuk bij genoemde eerste uiteinde een doorvoer om daardoorheen een gereedschap in het langsgedeelte te 10 ontvangen, welke doorvoer in het verlengde ligt van het langsgedeelte, waarbij het schoonmaakluik is ingericht om de doorvoer af te sluiten. Aldus is het insteken van een gereedschap om afzettingen los te maken relatief eenvoudig.Preferably, said connecting piece comprises a bushing at said first end for receiving therethrough a tool in the longitudinal section, which bushing is in line with the longitudinal section, the cleaning hatch being arranged to close off the bushing. Thus inserting a tool to loosen deposits is relatively simple.

In een verdere uitvoeringsvorm omvat de inrichting een warmtewisselaar met 15 een warmte-uitwissellichaam dat is opgesteld in de verbrandingskamer en een holte die zich uitstrekt in het warmte-uitwissellichaam, waarbij de warmtewisselaar een aansluiting heeft die met de holte communiceert, welke aansluiting uitmondt aan de buitenzijde van de behuizing van de verbrandingseenheid. Warmte die aanwezig is in de verbrandingskamer kan dan worden gebruikt ter verwarming van een bepaald 20 medium dat zich buiten de inrichting bevindt. Aldus kan er bijvoorbeeld lucht worden verwarmd die kan worden gebruikt voor drogingsdoeleinden.In a further embodiment the device comprises a heat exchanger with a heat exchange body arranged in the combustion chamber and a cavity extending in the heat exchange body, the heat exchanger having a connection communicating with the cavity, which connection terminates at the outside of the combustion unit housing. Heat that is present in the combustion chamber can then be used to heat a specific medium that is located outside the device. Thus, for example, air can be heated which can be used for drying purposes.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een inrichting voor het verkolen van hout, omvattende de stappen van het 25 verschaffen van een bouwpakket zoals hierboven beschreven, het los van elkaar op een ondergrond plaatsen van de productie-eenheden en de verbrandingseenheid, en het koppelen van de verbrandingseenheid aan elk van de productie-eenheden, waarbij de verbrandingskamer enerzijds op de houtruimte en anderzijds op de gasruimte van elk van de productie-eenheden wordt aangesloten. Volgens een 30 praktische optie worden verbindingsstukken tussen de verbrandingseenheid en elk van de productie-eenheden aangebracht.The invention furthermore relates to a method for manufacturing a device for charring wood, comprising the steps of providing a kit as described above, placing the production units and the combustion unit separately on a base and coupling the combustion unit to each of the production units, the combustion chamber being connected on the one hand to the wood space and on the other hand to the gas space of each of the production units. According to a practical option, connecting pieces are arranged between the combustion unit and each of the production units.

Hieronder wordt de uitvinding in meer detail beschreven onder verwijzing naar de tekening. In de tekening toont: 35 - Figuur 1 een schematische weergave een perspectivisch vooraanzicht van een bouwpakket volgens de uitvinding;The invention is described in more detail below with reference to the drawing. In the drawing: Figure 1 shows a schematic representation and a front perspective view of a kit according to the invention;

Figuur 2 een perspectivisch vooraanzicht van een houtskooloven volgens de uitvinding; 7Figure 2 is a front perspective view of a charcoal oven according to the invention; 7

Figuur 3 een perspectivisch achteraanzicht van een houtskooloven volgens de uitvinding;Figure 3 is a rear perspective view of a charcoal oven according to the invention;

Figuur 4 een dwarsdoorsnede van een houtskooloven volgens de uitvinding; 5 - Figuur 5 een langsdoorsnede van een houtskooloven volgens de uitvinding;Figure 4 shows a cross-section of a charcoal oven according to the invention; Figure 5 shows a longitudinal section of a charcoal oven according to the invention;

Figuur 6 een eerste detail van de doorsnede van een houtskooloven zoals getoond in Figuur 5,Figure 6 shows a first detail of the cross-section of a charcoal oven as shown in Figure 5,

Figuur 7 een doorsnede van een deur van een houtskooloven zoals 10 getoond in Figuur 5, enFigure 7 is a sectional view of a door of a charcoal oven as shown in Figure 5, and

Figuur 8 een tweede detail van de doorsnede van een houtskooloven zoals getoond in Figuur 5.Figure 8 shows a second detail of the cross-section of a charcoal oven as shown in Figure 5.

Figuur 1 toont een perspectivisch vooraanzicht van een bouwpakket volgens 15 de uitvinding. Het bouwpakket omvat twee productie-eenheden 100a, 100b en een verbrandingseenheid 200 die elk een eigen, afzonderlijke behuizing 110a, 110b, 210 omvatten. Het bouwpakket omvat verder een aantal verbindingsstukken 300a, 300b, 400a, 400b en een aantal schoorstenen 130a, 130b, 170a, 170b, 230.Figure 1 shows a perspective front view of a kit according to the invention. The kit comprises two production units 100a, 100b and a combustion unit 200, each comprising its own, separate housing 110a, 110b, 210. The kit further comprises a number of connecting pieces 300a, 300b, 400a, 400b and a number of chimneys 130a, 130b, 170a, 170b, 230.

20 Het bouwpakket van Figuur 1 kan worden gemonteerd om een houtskooloven te vormen. Bij gebruik van de houtskooloven kan steeds in één productie-eenheid 100a, 100b een hoeveelheid hout worden verkoold, terwijl in een andere productie-eenheid 100a, 100b een later te verkolen hoeveelheid hout alvast onder invloed van een warme gasstroom wordt verwarmd. De verbrandingseenheid 200 dient in dat 25 proces om een verbrandingsgas te produceren waarmee de warme gasstroom wordt gevoed. Het verbrandingsgas kan worden gegenereerd uit houtgassen die vrijkomen uit de hoeveelheid hout die wordt verkoold.The kit of Figure 1 can be mounted to form a charcoal oven. When the charcoal furnace is used, an amount of wood can always be charred in one production unit 100a, 100b, while in another production unit 100a, 100b an amount of wood to be charred later is already heated under the influence of a warm gas stream. The combustion unit 200 serves in that process to produce a combustion gas with which the hot gas stream is fed. The combustion gas can be generated from wood gases that are released from the amount of wood that is being carbonized.

De verbindingsstukken 300a, 300b, 400a, 400b omvatten twee eerste 30 verbindingsstukken 300a, 300b die elk zijn bestemd om in een gemonteerde houtskooloven een verbrandingsgas van de verbrandingseenheid 200 naar één van de productieeenheden 100a, 100b te voeren. Elk eerste verbindingsstuk 300a, 300b omvat een verbrandingsgasleiding 310a, 310b die is gevormd als een rechte buis, waarbij aan elk uiteinde van de verbrandingsgasleiding 310a, 310b een flensrand 35 320a', 330a', 320b', 330b' is voorzien.The connecting pieces 300a, 300b, 400a, 400b comprise two first connecting pieces 300a, 300b, each of which is intended to feed a combustion gas from the combustion unit 200 to one of the production units 100a, 100b in a mounted charcoal oven. Each first connecting piece 300a, 300b comprises a combustion gas line 310a, 310b which is formed as a straight tube, with a flange edge 320a ', 330a', 320a ', 330b' provided at each end of the combustion gas line 310a, 310b.

Om het verbrandingsgas via de eerste verbindingsstukken 300a, 300b af te voeren uit de verbrandingseenheid 200, omvat de verbrandingseenheid 200 twee gasafvoeren 320a, 320b die elk zijn gevormd als een opening in een zijwand van de 8 behuizing 210. Rondom elk van de gasafvoeren 320a, 320b is aan de behuizing 210 een flensrand 320a", 320b" voorzien, aan elk waarvan bij het monteren van de houtskooloven een flensrand 320a', 320b' van een eerste verbindingsstuk 300a, 300b kan worden bevestigd om een verbrandingsgasleiding 310a, 310b aan te 5 sluiten op de gasafvoer 320a, 320b.To discharge the combustion gas from the combustion unit 200 via the first connecting pieces 300a, 300b, the combustion unit 200 comprises two gas outlets 320a, 320b which are each formed as an opening in a side wall of the housing 210. Around each of the gas outlets 320a, 320b, a flange edge 320a ", 320b" is provided on the housing 210, to each of which, when mounting the charcoal furnace, a flange edge 320a ', 320b' of a first connecting piece 300a, 300b can be attached to connect a combustion gas line 310a, 310b close to gas outlet 320a, 320b.

Om het verbrandingsgas via de eerste verbindingsstukken 300a, 300b toe te voeren aan een bepaalde productie-eenheid 100a, 100b, omvat elke productie-eenheid 100a, 100b een gastoevoer 330a, 330b die is gevormd als een opening in 10 een zijwand van de behuizing 110a, 110b. Rondom de gastoevoer 330a, 330b is aan de behuizing 110a, 110b een flensrand 330a", 330b" voorzien, waaraan bij het monteren van de houtskooloven een passende flensrand 330a', 330b' van een eerste verbindingsstuk 300a, 300b kan worden bevestigd om een verbrandingsgasleiding 310a, 310b aan te sluiten op de gastoevoer 330a, 330b.To supply the combustion gas via a first connecting pieces 300a, 300b to a particular production unit 100a, 100b, each production unit 100a, 100b comprises a gas supply 330a, 330b formed as an opening in a side wall of the housing 110a , 110b. Around the gas supply 330a, 330b a housing flange 330a ", 330b" is provided on the housing 110a, 110b, to which, when mounting the charcoal furnace, a suitable flange edge 330a ', 330b' of a first connecting piece 300a, 300b can be fixed around a combustion gas pipe 310a, 310b to be connected to the gas supply 330a, 330b.

1515

De verbindingsstukken 300a, 300b, 400a, 400b omvatten verder twee tweede verbindingsstukken 400a, 400b die elk zijn bestemd om in een gemonteerde houtskooloven houtgassen van een productie-eenheid 100a, 100b naarde verbrandingseenheid 200 te voeren. Elk tweede verbindingsstuk 400a, 400b omvat 20 een houtgasleiding 410a, 410b die is gevormd als een U-vormige buis, waarbij aan elk uiteinde van de houtgasleiding 410a, 410b een flensrand 420a', 430a’, 420b', 430b' is voorzien.The connecting pieces 300a, 300b, 400a, 400b further comprise two second connecting pieces 400a, 400b, each of which is intended to feed wood gases from a production unit 100a, 100b to the combustion unit 200 in a mounted charcoal furnace. Each second connecting piece 400a, 400b comprises a wood gas line 410a, 410b which is shaped as a U-shaped tube, a flange edge 420a ', 430a', 420a ', 430b' being provided at each end of the wood gas line 410a, 410b.

Om houtgassen via de tweede verbindingsstukken 400a, 400b af te voeren uit 25 een bepaalde productie-eenheid 100a, 100b, omvat elke productie-eenheid 100a, 100b een gasafvoer 430a, 430b die is gevormd als een opening in een achterwand van de behuizing 110a, 110b. Rondom de gasafvoer 430a, 430b is aan de behuizing 110a, 110b een flensrand 430a", 430b" voorzien, waaraan bij het monteren van de houtskooloven een passende flensrand 430a', 430b' van een tweede verbindingsstuk 30 400a, 400b kan worden bevestigd om een houtgasleiding 410a, 410b aan te sluiten op de gasafvoer 430a, 430b.To discharge wood gases through a second production unit 100a, 100b via the second connecting pieces 400a, 400b, each production unit 100a, 100b comprises a gas discharge 430a, 430b which is formed as an opening in a rear wall of the housing 110a, 110b. Around the gas outlet 430a, 430b, a flange edge 430a ", 430b" is provided on the housing 110a, 110b, to which a suitable flange edge 430a ', 430b' of a second connecting piece 400a, 400b can be attached when mounting the charcoal furnace. wood gas line 410a, 410b to be connected to gas outlet 430a, 430b.

Om houtgassen via de tweede verbindingsstukken 400a, 400b toe te voeren aan de verbrandingseenheid 200, omvat de verbrandingseenheid 200 twee gas-35 toevoeren 420a, 420b die elk zijn gevormd als een opening in een achterwand van de behuizing 210. Rondom elk van de gastoevoeren 420a, 420b is aan de behuizing 210 een flensrand 420a", 420b" voorzien, aan elk waarvan bij het monteren van de houtskooloven een passende flensrand 420a', 420b' van een tweede verbindingsstuk 9 400a, 400b kan worden bevestigd om een houtgasleiding 410a, 410b aan te sluiten op de gastoevoer 420a, 420b.To supply wood gases to the combustion unit 200 via the second connecting pieces 400a, 400b, the combustion unit 200 comprises two gas feeds 420a, 420b which are each formed as an opening in a rear wall of the housing 210. Around each of the gas feeds 420a , 420b, a flange edge 420a ", 420b" is provided on the housing 210, to each of which a suitable flange edge 420a ', 420b' of a second connecting piece 9 400a, 400b can be attached to a wood gas line 410a, 410b when mounting the charcoal furnace to be connected to the gas supply 420a, 420b.

De schoorstenen 130a, 130b, 170a, 170b, 230 zijn elk bestemd om in een 5 gemonteerde houtskooloven een verbrandingsgas of waterdamp uit een productie-eenheid 100a, 100b of de verbrandingseenheid 200 af te voeren naar de omgeving. Elke schoorsteen 130a, 130b, 170a, 170b, 230 omvat een buisvormig hoofddeel 130a', 130b', 170a', 170b', 230', waarbij aan een uiteinde van het hoofddeel 130a', 130b', 170a', 170b', 230' een flensrand 131a', 131b’, 171a', 171b', 231'is voorzien.The chimneys 130a, 130b, 170a, 170b, 230 are each intended for discharging a combustion gas or water vapor from a production unit 100a, 100b or the combustion unit 200 to the environment in a mounted charcoal oven. Each chimney 130a, 130b, 170a, 170b, 230 comprises a tubular main body 130a ', 130b', 170a ', 170b', 230 ', with one end of the main body 130a', 130b ', 170a', 170b ', 230 "a flange edge 131a", 131b ", 171a", 171b ", 231" is provided.

1010

Om een verbrandingsgas vanuit een bepaalde productie-eenheid 100a, 100b af te voeren naar de omgeving, omvat elke productie-eenheid 100a, 100b een gasuitlaat 131a, 131b die is gevormd als een opening in een bovengedeelte 115a, 115b van de behuizing 110a, 110b. Rondom de gasuitlaat 131a, 131 b is aan de 15 behuizing 110a, 110b een flensrand 131 a", 131 b" voorzien, waaraan bij het monteren van de houtskooloven een passende flensrand 131a', 131b' van een bepaalde schoorsteen 130a, 130b kan worden bevestigd om de schoorsteen 130a, 130b aan te sluiten op de gasuitlaat 131a, 131b.To discharge a combustion gas from a particular production unit 100a, 100b to the environment, each production unit 100a, 100b comprises a gas outlet 131a, 131b formed as an opening in an upper portion 115a, 115b of the housing 110a, 110b . Around the gas outlet 131a, 131b a flange edge 131a ", 131b" is provided on the housing 110a, 110b, to which a suitable flange edge 131a ', 131b' of a particular chimney 130a, 130b can be attached when mounting the charcoal furnace attached to connect the chimney 130a, 130b to the gas outlet 131a, 131b.

20 Om een waterdamp vanuit een bepaalde productie-eenheid 100a, 100b af te voeren naar de omgeving, omvat elke productie-eenheid 100a, 100b een dampuitlaat 171a, 171b die is gevormd als een opening in een bovengedeelte 115a, 115b van de behuizing 110a, 110b. Rondom de dampuitlaat 171a, 171b is aan de behuizing 110a, 110b een flensrand 171a", 171b" voorzien, waaraan bij het monteren van de 25 houtskooloven een passende flensrand 171 a', 171 b' van een bepaalde schoorsteen 170a, 170b kan worden bevestigd om de schoorsteen 170a, 170b aan te sluiten op de dampuitlaat 171a, 171b.To discharge a water vapor from a particular production unit 100a, 100b to the environment, each production unit 100a, 100b comprises a vapor outlet 171a, 171b formed as an opening in an upper portion 115a, 115b of the housing 110a, 110b. Around the vapor outlet 171a, 171b, a flange edge 171a ", 171b" is provided on the housing 110a, 110b, to which a suitable flange edge 171a ', 171b' of a particular chimney 170a, 170b can be attached when mounting the charcoal furnace to connect the chimney 170a, 170b to the vapor outlet 171a, 171b.

Om in geval van een calamiteit een verbrandingsgas vanuit de verbrandings-30 eenheid 200 af te voeren naar de omgeving, omvat de verbrandingseenheid 200 een nooduitlaat 231 die is gevormd als een opening in een bovengedeelte 215 van de behuizing 210. Rondom de nooduitlaat 231 is aan de behuizing 210 een flensrand 231a" voorzien, waaraan bij het monteren van de houtskooloven een passende flensrand 231 a' van een noodschoorsteen 230 kan worden bevestigd om de nood-35 schoorsteen 230 aan te sluiten op de nooduitlaat 231.To discharge a combustion gas from the combustion unit 200 to the environment in the event of a calamity, the combustion unit 200 comprises an emergency outlet 231 which is formed as an opening in an upper portion 215 of the housing 210. Around the emergency outlet 231 is on the housing 210 has a flange edge 231a ", to which, when mounting the charcoal furnace, a suitable flange edge 231a 'of an emergency chimney 230 can be attached to connect the emergency chimney 230 to the emergency outlet 231.

Figuur 2 toont een perspectivisch vooraanzicht van een houtskooloven die is gevormd door het monteren van het bouwpakket van Figuur 1, waarbij de 10 verschillende onderdelen 100a, 100b, 200, 130a, 130b, 230, 170a, 170b van het bouwpakket in meer detail zijn getoond.Figure 2 shows a front perspective view of a charcoal oven formed by mounting the kit of Figure 1, the different parts 100a, 100b, 200, 130a, 130b, 230, 170a, 170b of the kit being shown in more detail .

Zoals getoond in Figuur 2, hebben de productie-eenheden 100a, 100b en de 5 verbrandingseenheid 200 een onderling in hoofdzaak identieke, langwerpige vorm. In de gemonteerde houtskooloven liggen de verschillende eenheden 100a, 100b, 200 ten opzichte van elkaar parallel en op enige afstand van elkaar, waarbij de productie-eenheden 100a, 100b zich bevinden aan weerszijden van de verbrandingseenheid 200. De productie-eenheden 100a, 100b hebben ten opzichte van elkaar een 10 gespiegelde opbouw.As shown in Figure 2, the production units 100a, 100b and the combustion unit 200 have a mutually substantially identical, elongated shape. In the mounted charcoal furnace, the different units 100a, 100b, 200 are parallel to each other and some distance apart, the production units 100a, 100b being located on either side of the combustion unit 200. The production units 100a, 100b have a mirrored structure relative to each other.

In een tussenruimte tussen elk van de productie-eenheden 100a, 100b en de verbrandingseenheid 200 is één van de twee eerste verbindingsstukken 300a, 300b voorzien, welk verbindingsstuk 300a, 300b de betreffende eenheden 100a, 100b, 15 200 voor een eerste maal met elkaar verbindt. Bovenop elke productie-eenheid 100a, 100b is een eerste schoorsteen 130a, 130b geplaatst voor het afvoeren van verbrandingsgas, alsmede een tweede schoorsteen 170a, 170b voor het afvoeren van waterdamp. Bovenop de verbrandingseenheid is de noodschoorsteen 230 geplaatst. De noodschoorsteen 230, de eerste schoorstenen 130a, 130b en de 20 tweede schoorstenen 170a, 170b zijn losneembaar aan de betreffende behuizingen bevestigd door middel van een flensverbinding.In one space between each of the production units 100a, 100b and the combustion unit 200, one of the two first connecting pieces 300a, 300b is provided, which connecting piece 300a, 300b connects the respective units 100a, 100b, 200 for the first time. . On top of each production unit 100a, 100b, a first chimney 130a, 130b is placed for discharging combustion gas, as well as a second chimney 170a, 170b for discharging water vapor. The emergency chimney 230 is placed on top of the combustion unit. The emergency chimney 230, the first chimneys 130a, 130b and the second chimneys 170a, 170b are releasably attached to the respective housings by means of a flange connection.

Aan de voorzijde van de houtskooloven is aan het kopse uiteinde van elk van de de productie-eenheid 100a, 100b een deur 150a, 150b voorzien om een opening 25 af te sluiten waarlangs een hoeveelheid hout in de productie-eenheid 100a, 100b kan worden gebracht.At the front end of the charcoal furnace, at the head end of each of the production unit 100a, 100b, a door 150a, 150b is provided for closing an opening through which a quantity of wood can be introduced into the production unit 100a, 100b .

Figuur 3 toont een perspectivisch achteraanzicht van de houtskooloven van Figuur 2.Figure 3 shows a rear perspective view of the charcoal furnace of Figure 2.

3030

Zoals getoond in Figuur 3, is aan de achterzijde van de houtskooloven tussen het kopse uiteinde van elk van de productie-eenheden 100a, 100b en het kopse uiteinde van de verbrandingseenheid 200 één van de twee tweede verbindingsstukken 400a, 400b voorzien, welk verbindingsstuk 400a, 400b de betreffende 35 eenheden 100a, 100b, 200 voor een tweede maal met elkaar verbindt.As shown in Figure 3, at the rear of the charcoal furnace, one of the two second connectors 400a, 400b is provided between the head end of each of the production units 100a, 100b and the head end of the combustion unit 200, which connector 400a, 400b connects the respective 35 units 100a, 100b, 200 for a second time.

Figuur 4 toont een doorsnede van de houtskooloven van Figuur 2, dwars op de lengterichting van de productie-eenheden 100a, 100b en de verbrandingseenheid 11 200. De getoonde doorsnede ligt in genoemde richting halverwege de houtskooloven.Figure 4 shows a cross-section of the charcoal furnace of Figure 2, transversely of the longitudinal direction of the production units 100a, 100b and the combustion unit 11200. The cross-section shown lies in said direction halfway the charcoal furnace.

Zoals getoond in Figuur 4, omvat de behuizing 110a, 110b van een productie-5 eenheid 100a, 100b een ondergedeelte 114a, 114b, alsmede een bovengedeelte 115a, 115b. Het ondergedeelte 114a, 114b omvat een bodemdeel 112a, 112b, met twee opstaande zijwanden 111a, 113a, 111b, 113b, en heeft aldus een U-vormige doorsnede. De doorsnede van het bovengedeelte 115a, 115b is in hoofdzaak halfcirkelvormig. Het bovengedeelte 115a, 115b steunt met zijn randen op de randen van 10 het ondergedeelte 114a, 114b.As shown in Figure 4, the housing 110a, 110b of a production unit 100a, 100b comprises a lower portion 114a, 114b, as well as an upper portion 115a, 115b. The lower portion 114a, 114b comprises a bottom portion 112a, 112b, with two upright side walls 111a, 113a, 111b, 113b, and thus has a U-shaped cross-section. The cross-section of the upper portion 115a, 115b is substantially semicircular. The upper portion 115a, 115b rests with its edges on the edges of the lower portion 114a, 114b.

De behuizingen 110a, 110b, 210 zijn elk dubbelwandig uitgevoerd. Elke behuizing 110a, 110b, 210 heeft aan de buitenzijde een bekleding 118 uit staal, en aan de binnenzijde een vuurvaste wand 119', 119" uit metselwerk. Bij de productie-15 eenheden 100a, 100b omvat de binnenwand 119’ van het ondergedeelte 114a, 114b van de behuizing 110a, 110b een zwaarder materiaal dan de binnenwand 119" van het bovengedeelte 115a, 115b. De verhouding van het soortelijk gewicht kan in dat verband bijvoorbeeld 20 staat tot 1 zijn. De soortelijke warmte van de binnenwanden 119', 119" is bij het ondergedeelte 114a, 114b en het bovengedeelte 115a, 115b 20 ongeveer gelijk.The housings 110a, 110b, 210 are each double-walled. Each housing 110a, 110b, 210 has a steel covering 118 on the outside, and a refractory brick wall 119 ', 119 "on the inside. In the production units 100a, 100b, the inner wall 119' of the lower part 114a comprises 114b of the housing 110a, 110b a heavier material than the inner wall 119 "of the upper portion 115a, 115b. The ratio of the specific weight in that connection may, for example, be 20 to 1. The specific heat of the inner walls 119 ', 119 "is approximately the same at the lower portion 114a, 114b and the upper portion 115a, 115b.

Het is met betrekking tot de behuizingen 110a, 110b van de productie-eenheden 100a, 100b, overigens voldoende als de binnenwand 119' van het ondergedeelte 114a, 114b een hoger warmteaccumulerend vermogen heeft dan de 25 binnenwand 119" van het bovengedeelte 115a, 115b, en dat de binnenwand 119" van het bovengedeelte 115a, 115b een hoger isolerend vermogen heeft dan de binnenwand 119' van het ondergedeelte. Dit geldt onafhankelijk van het soortelijk gewicht en de soortelijke warmte van de binnenwanden 119', 119".With regard to the housings 110a, 110b of the production units 100a, 100b, it is moreover sufficient if the inner wall 119 'of the lower part 114a, 114b has a higher heat-accumulating capacity than the inner wall 119 "of the upper part 115a, 115b, and that the inner wall 119 "of the upper portion 115a, 115b has a higher insulating power than the inner wall 119" of the lower portion. This applies independently of the specific gravity and the specific heat of the inner walls 119 ', 119 ".

30 De behuizing 210 van de verbrandingseenheid 200 is overeenkomstig aan de behuizingen 110a, 110b van de productie-eenheden 100a, 100b uitgevoerd met een ondergedeelte 214, omvattende een bodemdeel 212 met twee opstaande zijwanden 211,213, alsmede een bovengedeelte 215, welke elk dubbelwandig zijn uitgevoerd met aan de buitenzijde een bekleding 218 uit staal, en aan de binnenzijde een vuur-35 vaste wand 219', 219" uit metselwerk. In dit verband mogen de binnenwand 219' van het ondergedeelte 214 en de binnenwand 219" van het bovengedeelte 215 een onderling gelijk soortelijk gewicht en een onderling gelijke soortelijke warmte hebben, alsmede een onderling gelijk warmteaccumulerend vermogen en een onderling gelijk isolerend vermogen.The housing 210 of the combustion unit 200 is correspondingly similar to the housings 110a, 110b of the production units 100a, 100b with a lower part 214, comprising a bottom part 212 with two upright side walls 211, 113, as well as an upper part 215, each of which is double-walled with a steel lining 218 on the outside, and a masonry wall 219 ', 219 "on the inside, in this connection, the inner wall 219' of the lower part 214 and the inner wall 219" of the upper part 215 have mutually equal specific gravity and mutually equal specific heat, as well as mutually equal heat-accumulating capacity and mutually equal insulating capacity.

1212

Het is gunstig als de binnenwand 219', 219" van de verbrandingseenheid 200 een hogere isolerende waarde heeft dan de binnenwand 119', 119" van elk van de productie-eenheden 100a, 100b, aangezien er in de verbrandingseenheid 200 bij gebruik een hogere temperatuur kan optreden dan in een productie-eenheid 100a, 5 100b. Het warmteaccumulerend vermogen van de binnenwand 219', 219" van de productie-eenheid 200 kan lager zijn dan dat van de binnenwand 119’, 119" van de productie-eenheden 100a, 100b.Advantageously, the inner wall 219 ', 219 "of the combustion unit 200 has a higher insulating value than the inner wall 119', 119" of each of the production units 100a, 100b, since in the combustion unit 200 a higher temperature is used in use can then occur in a production unit 100a, 100b. The heat accumulating capacity of the inner wall 219 ', 219 "of the production unit 200 may be lower than that of the inner wall 119", 119 "of the production units 100a, 100b.

In de behuizing 210 van de verbrandingseenheid 200 is een aan de binnen-10 wand 219', 219" grenzende verbrandingskamer 220 gevormd. Via de als een opening in het bovengedeelte 215 van de behuizing 210 gevormde nooduitlaat 231 is de verbrandingskamer 220 aangesloten op de noodschoorsteen 230. De nood-schoorsteen 230 omvat een deksel 232 door middel waarvan de noodschoorsteen 230 is te openen en te sluiten.A combustion chamber 220 adjacent to the inner wall 219 ', 219 "is formed in the housing 210 of the combustion unit 200. Via the emergency outlet 231 formed as an opening in the upper part 215 of the housing 210, the combustion chamber 220 is connected to the emergency chimney 230. The emergency chimney 230 comprises a cover 232 through which the emergency chimney 230 can be opened and closed.

1515

In de behuizing 110a, 110b van elke productie-eenheid 100a, 100b is een aan de binnenwand 119', 119" grenzende kamer 120a, 120b gevormd, waarin een bekervormige retort 180a, 180b is opgesteld. De retort 180a, 180b omvat een binnenruimte 181a, 181b die is bestemd om een hoeveelheid hout te ontvangen, en een 20 wand 183a, 183b die de binnenruimte 181a, 181b afscheidt van een buiten de retort 180a, 180b en binnen genoemde kamer 120a, 120b gevormde gasruimte 182a, 182b.Formed in the housing 110a, 110b of each production unit 100a, 100b is a chamber 120a, 120b adjacent to the inner wall 119 ', 119 ", in which a cup-shaped retort 180a, 180b is arranged. The retort 180a, 180b comprises an interior space 181a , 181b intended to receive a quantity of wood, and a wall 183a, 183b separating the interior space 181a, 181b from a gas space 182a, 182b formed outside the retort 180a, 180b and within said chamber 120a, 120b.

Via de als een opening in het bovengedeelte 115a, 115b van de behuizing 25 110a, 110b gevormde dampuitlaat 171a, 171b is de binnenruimte 181a, 181b van de retort 180a, 180b, welke ook wel "houtruimte" wordt genoemd, aangesloten op de tweede schoorsteen 170a, 170b. De tweede schoorsteen 170a, 170b omvat een deksel 172a, 172b door middel waarvan de tweede schoorsteen 170a, 170b is te openen en te sluiten.Via the vapor outlet 171a, 171b formed as an opening in the upper part 115a, 115b of the housing 110a, 110b, the inner space 181a, 181b of the retort 180a, 180b, which is also referred to as "wood space", is connected to the second chimney 170a, 170b. The second chimney 170a, 170b comprises a cover 172a, 172b by means of which the second chimney 170a, 170b can be opened and closed.

3030

Figuur 4 toont ook ophangmiddelen 189a, 189b voor het aan de behuizing 110a, 110b van een productie-eenheid 100a, 100b ophangen van een retort 180a, 180b. De ophangmiddelen 189a, 189b omvatten in het getoonde voorbeeld een zich aan de onderzijde rondom de retort 180a, 180b uitstrekkende halfronde beugel, met 35 twee naar boven gerichte uiteinden die elk aan het bovengedeelte 115a, 115b van de behuizing 110a, 110b kunnen worden bevestigd. Bij een dergelijke wijze van ophangen heeft een retort 180a, 180b een bepaalde mate van vrijheid om in axiale richting te verplaatsen ten gevolge van thermische uitzetting.Figure 4 also shows suspension means 189a, 189b for suspending a retort 180a, 180b on the housing 110a, 110b of a production unit 100a, 100b. In the example shown, the suspension means 189a, 189b comprise a semicircular bracket extending on the underside around the retort 180a, 180b, with two upwardly directed ends which can each be attached to the upper part 115a, 115b of the housing 110a, 110b. With such a suspension method, a retort 180a, 180b has a certain degree of freedom to move in the axial direction due to thermal expansion.

1313

Figuur 5 toont een horizontale langsdoorsnede van de houtskooloven van Figuur 2, halverwege de hoogte van de verschillende eenheden 100a, 100b, 200. De doorsnede strekt zich onder andere uit door de verschillende behuizingen 110a, 110b, 210 en door de eerder genoemde tweede verbindingsstukken 400a, 400b.Figure 5 shows a horizontal longitudinal section of the charcoal furnace of Figure 2, halfway up the height of the different units 100a, 100b, 200. The section extends inter alia through the various housings 110a, 110b, 210 and through the aforementioned second connecting pieces 400a , 400b.

55

Zoals getoond in Figuur 5, omvat de wand 183a, 183b van een retort 180a, 180b een in de lengterichting van de productie-eenheid 100a, 100b georiënteerde cilindrische zijwand 183', waarvan in Figuur 4 een dwarsdoorsnede is getoond, en een dwars op genoemde lengterichting georiënteerde achterwand 183". Aan de zijde 10 van de deur 150a, 150b omvat de retort 180a, 180b een door de zijwand 183' gedefinieerde inbrengopening 184a, 184b. Centraal in de achterwand 183" heeft de retort 180a, 180b een afvoeropening 185a, 185b. Op de afvoeropening 185a, 185b is een afvoerleiding 186a, 186b aangesloten, welke zich uitstrekt tot aan de als een opening in de achterwand 116a, 116b van de behuizing 110a, 110b gevormde gas-15 afvoer 430a, 430b.As shown in Figure 5, the wall 183a, 183b of a retort 180a, 180b comprises a cylindrical side wall 183 'oriented in the longitudinal direction of the production unit 100a, 100b, a cross section of which is shown in Figure 4, longitudinally oriented rear wall 183 ". On the side 10 of the door 150a, 150b, the retort 180a, 180b comprises an insertion opening 184a, 184b defined by the side wall 183 '. Centrally in the rear wall 183", the retort 180a, 180b has an outlet opening 185a, 185b. Connected to the discharge opening 185a, 185b is a discharge conduit 186a, 186b which extends as far as the gas discharge 430a, 430b formed as an opening in the rear wall 116a, 116b of the housing 110a, 110b.

De verbrandingsgasleidingen 310a, 310b van de eerste verbindingsstukken 300a, 300b strekken zich elk uit tussen een op de verbrandingskamer 220 aangesloten eerste opening die is voorzien in een zijwand 211,213 van de 20 verbrandingseenheid 200, welke eerste opening een gasafvoer 320a, 320b vormt van de verbrandingseenheid 200 vormt, en een tweede opening die is voorzien in de tegenovergelegen zijwand 113a, 111b van een productie-eenheid 100a, 100b, welke tweede opening een gastoevoer 330a, 330b vormt van de verbrandingseenheid 200 vormt. Bij de betreffende openingen is het verbindingsstuk 300a, 300b losneembaar 25 aan de betreffende zijwanden bevestigd door middel van een flensverbinding.The combustion gas lines 310a, 310b of the first connecting pieces 300a, 300b each extend between a first opening connected to the combustion chamber 220 and provided in a side wall 211, 113 of the combustion unit 200, which first opening forms a gas outlet 320a, 320b of the combustion unit 200, and a second opening provided in the opposite side wall 113a, 111b of a production unit 100a, 100b, which second opening forms a gas supply 330a, 330b of the combustion unit 200. At the relevant openings, the connecting piece 300a, 300b is releasably attached to the relevant side walls by means of a flange connection.

De houtgasleidingen 410a, 410b van de tweede verbindingsstukken 400a, 400b strekken zich elk uit tussen een eerste opening die is voorzien in de achterwand 116a, 116b van een productie-eenheid 100a, 100b, welke eerste opening de 30 gasafvoer 430a, 430b van de productie-eenheid 100a, 100b vormt, en een tweede opening die is voorzien in de achterwand 216 van de verbrandingseenheid 200, welke tweede opening de gastoevoer 420a, 420b van de verbrandingseenheid 200 vormt. Via de eerste opening is een houtgasleiding 410a, 410b aangesloten op de afvoerleiding 186a, 186b. Bij de betreffende openingen is het verbindingsstuk 400a, 35 400b losneembaar aan de betreffende achterwanden bevestigd door middel van een flensverbinding.The wood gas lines 410a, 410b of the second connectors 400a, 400b each extend between a first opening provided in the rear wall 116a, 116b of a production unit 100a, 100b, which first opening the gas discharge 430a, 430b of the production unit 100a, 100b, and a second opening provided in the rear wall 216 of the combustion unit 200, which second opening forms the gas supply 420a, 420b of the combustion unit 200. A wood gas line 410a, 410b is connected to the discharge line 186a, 186b via the first opening. At the relevant openings, the connecting piece 400a, 400b is releasably attached to the relevant rear walls by means of a flange connection.

In de verbrandingskamer 220 zijn opgesteld een gasbrander 230 en een warmteuitwissellichaam 214 van een warmtewisselaar 240. In het warmteuitwissel- 14 lichaam is een holte 242 voorzien, welke in verbinding staat met twee aansluitingen 243', 243" die uitmonden aan de buitenzijde van de behuizing 210 van de verbrandingseenheid 200.Arranged in the combustion chamber 220 are a gas burner 230 and a heat exchanger body 214 of a heat exchanger 240. A cavity 242 is provided in the heat exchanger body 14, which cavity is connected to two connections 243 ', 243 "which open onto the outside of the housing 210 of the combustion unit 200.

5 Figuur 6 toont detail A van de doorsnede van een productie-eenheid 100b van een houtskooloven zoals aangegeven in Figuur 5.Figure 6 shows detail A of the cross-section of a production unit 100b of a charcoal oven as indicated in Figure 5.

Figuur 6 toont een horizontale doorsnede door een deel van een deur 150, een deel van een retort 180, en een deel van een behuizing 110. De deur 150 is 10 getoond in een gesloten positie.Figure 6 shows a horizontal section through a part of a door 150, a part of a retort 180, and a part of a housing 110. The door 150 is shown in a closed position.

De retort 180 omvat een cilindrische zijwand 183' en een inbrengopening 184. De retort 180 heeft verder een omtreksrand 185 die de inbrengopening 184 omgeeft. Rondom de retort 180 is een gasruimte 182 voorzien, die aan de buitenzijde wordt begrensd door de behuizing 110.The retort 180 comprises a cylindrical side wall 183 'and an insertion opening 184. The retort 180 further has a peripheral edge 185 that surrounds the insertion opening 184. A gas space 182 is provided around the retort 180, which is bounded on the outside by the housing 110.

1515

De behuizing 110 omvat een zijwand 116 en een op de zijwand aangesloten voorwand 117. De voorwand 117 omvat een vuurvaste binnenwand 117' en een stalen bekleding 117" zoals eerder beschreven voor andere wanden van een productie-eenheid. In de voorwand 117 is een gat voorzien (in de tekening niet nader 20 aangegeven), waarin althans een deel van de retort 180 steekt. De retort 180 is centraal ten opzichte van het gat gepositioneerd, waarbij de buitendiameter van de retort 180 substantieel kleiner is dan de diameter van het gat. Aldus is er tussen het buitenoppervlak van de retort 180 en de naar de retort 180 gekeerde begrenzing van het gat een tussenruimte 182' aanwezig die in contact staat met de gasruimte 182.The housing 110 comprises a side wall 116 and a front wall 117 connected to the side wall. The front wall 117 comprises a refractory inner wall 117 'and a steel lining 117 "as previously described for other walls of a production unit. In the front wall 117 is a hole provided (not further specified in the drawing), into which at least a part of the retort 180 protrudes, the retort 180 being positioned centrally with respect to the hole, the outer diameter of the retort 180 being substantially smaller than the diameter of the hole. Thus, between the outer surface of the retort 180 and the boundary of the hole facing the retort 180, there is an intermediate space 182 'which is in contact with the gas space 182.

2525

Rondom de inbrengopening 184 is een contactlijst 158 voorzien, welke is gevormd als een metalen profiel waarvan een binnenrand is vastgelast aan de zijwand 183' van de retort 180. De contactlijst 158 omvat een binnenlijst 154 die direct aan genoemde tussenruimte 182’ grenst, en een buitenlijst 151 die tegen de 30 bekleding 117" van de behuizing 110 aan ligt. De binnenlijst 154 en de buitenlijst 151 zijn elk gevormd als een platte ring. In axiale richting ten opzichte van de retort 180 liggen de binnenlijst 154 en de buitenlijst 151 op verschillende niveaus, waarbij de binnenlijst 154 dichter bij de gasruimte 182 ligt dan de buitenlijst 151. Tussen de bekleding 117" van de behuizing 110 en de buitenlijst 151 is een pakking voorzien 35 (niet getoond) om gaslekken vanuit de tussenruimte 182' naar de omgeving te voorkomen. Aan de buitenzijde is aan de buitenlijst 151 een pakking 157 voorzien welke ertoe dient om een luchtdicht contact te verzorgen tussen de buitenlijst 151 en de contactrand van een deur. De pakking 157 is voorzien in een sponning (niet nader 15 aangegeven) die is gevormd tussen twee opstaande randen 151', 151" die elk zijn voorzien langs een omtrek van de buitenlijst 151.A contact strip 158 is provided around the insertion opening 184, which is formed as a metal profile, an inner edge of which is welded to the side wall 183 'of the retort 180. The contact strip 158 comprises an inner strip 154 which directly adjoins said gap 182', and a outer rail 151 that abuts the lining 117 "of the housing 110. The inner rail 154 and the outer rail 151 are each formed as a flat ring. In the axial direction with respect to the retort 180, the inner rail 154 and the outer rail 151 are at different levels, with the inner bar 154 closer to the gas chamber 182 than the outer bar 151. A gasket 35 (not shown) is provided between the liner 117 "of the housing 110 and the outer bar 151 to allow gas leaks from the gap 182 'to the environment. appearance. On the outside, a gasket 157 is provided on the outer frame 151 which serves to provide an airtight contact between the outer frame 151 and the contact edge of a door. The gasket 157 is provided with a rebate (not further specified) formed between two upright edges 151 ', 151 ", each of which is provided along a circumference of the outer frame 151.

Doordat de binnenlijst 154 dichter bij de gasruimte 182 ligt dan de buitenlijst 5 151, is de binnenlijst 154 in mindere mate thermisch geïsoleerd ten opzichte van de gasruimte 182 dan de buitenlijst 151. Het feit dat tussen de buitenlijst 151 van de gasruimte 182 is gescheiden door de wand 117 van de behuizing 110, terwijl de binnenlijst 154 direct aan de met de gasruimte 182 verbonden tussenruimte 182' grenst, draagt daaraan bij.Because the inner rail 154 is closer to the gas space 182 than the outer rail 151, the inner rail 154 is thermally insulated to a lesser extent from the gas space 182 than the outer rail 151. The fact that between the outer rail 151 is separated from the gas space 182 by the wall 117 of the housing 110, while the inner strip 154 directly adjoins the gap 182 'connected to the gas space 182, contributes to this.

1010

De deur 150 omvat een binnendeur 155 en een buitendeur 152 die elk zijn uitgevoerd als een bolle, in hoofdzaak schijfvormige stalen plaat. De binnendeur 155 heeft een kleinere radius dan de buitendeur 152, en omvat een contactrand 156 die naar de contactlijst 158 is gericht, welke contactrand 156 in de gesloten positie van 15 de deur 150 tegenover de binnenlijst 154 ligt. De buitendeur 152 heeft een naar de contactlijst 158 gerichte contactrand 153 die in de gesloten positie van de deur 150 tegenover de buitenlijst 151 en de daarop aangebrachte pakking 157 ligt.The door 150 comprises an inner door 155 and an outer door 152, each of which is designed as a convex, substantially disc-shaped steel plate. The inner door 155 has a smaller radius than the outer door 152, and comprises a contact edge 156 that faces the contact strip 158, which contact edge 156, in the closed position of the door 150, lies opposite the inner strip 154. The outer door 152 has a contact edge 153 facing the contact strip 158 which, in the closed position of the door 150, lies opposite the outside strip 151 and the gasket 157 disposed thereon.

Figuur 7 toont een doorsnede van de deur 150a, 150b van een houtskooloven 20 zoals getoond in Figuur 5. Figuur 7 toont een deel van een behuizing 110, een deur 150, een deel van een retort 180, en een vast met de retort 180 verbonden contactlijst 158.Figure 7 shows a cross-section of the door 150a, 150b of a charcoal oven 20 as shown in Figure 5. Figure 7 shows a part of a housing 110, a door 150, a part of a retort 180, and a fixedly connected to the retort 180 contact list 158.

De deur 150 omvat een binnendeur 155 en een buitendeur 152 zoals eerder 25 beschreven. Tussen de binnendeur 155 en de buitendeur 152 is een indrukbaar isolatiemateriaal 159 voorzien, dat bijvoorbeeld een deken van geperste watten kan omvatten. Tussen de binnendeur 155 en de buitendeur 152 is verder ten minste één indrukbare veer 163 voorzien die is ingericht om onder spanning de binnendeur 155 in axiale richting van de buitendeur 152 af te drukken. Om de spanning van een druk-30 veer 163 te regelen, is elke drukveer 163 voorzien van een spanschroef 164, welke door de buitendeur 152 heen steekt. De spanschroef 164 van een drukveer 163 kan vanaf de buitenzijde van de deur 150 worden verdraaid, om de drukveer 163 op een gewenste spanning te brengen.The door 150 comprises an inner door 155 and an outer door 152 as previously described. Provided between the inner door 155 and the outer door 152 is an compressible insulating material 159, which may, for example, comprise a blanket of pressed cotton wool. Furthermore, at least one compressible spring 163 is provided between the inner door 155 and the outer door 152, which spring is adapted to pressurize the inner door 155 axially from the outer door 152 under tension. To control the tension of a compression spring 163, each compression spring 163 is provided with a tension screw 164 which extends through the outer door 152. The tension screw 164 of a compression spring 163 can be turned from the outside of the door 150 to bring the compression spring 163 to a desired tension.

35 Aan de buitendeur 152 is op een centrale positie een geleidingsbuis 160 voor zien, die is gericht naar de binnendeur 155. Op een corresponderende positie is aan de binnendeur 155 een geleidingsbout 161 voorzien, die zich via de geleidingsbuis 160 uitstrekt naar en door de buitendeur 152 heen. Aan de van de binnendeur 155 af gerichte zijde van de buitendeur 152 heeft de geleidingsbout 161 een aanslagkop 16 162. Door middel van de geleidingsbuis 160 en de geleidingsbout 161 is de binnendeur 155 axiaal verplaatsbaar opgehangen aan de buitendeur 152. Tussen de buitendeur 152 en de behuizing 110 is verder een aandrukinrichting 165 voorzien, die bijvoorbeeld een knevel kan omvatten, welke aandrukinrichting 165 is ingericht 5 om de buitendeur 152 tegen de contactlijst aan te drukken. Door middel van de aandrukinrichting 165 is de buitendeur 152 in axiale richting verplaatsbaar ten opzichte van de contactlijst 158.A guide tube 160 is provided on the outer door 152 at a central position and is directed towards the inner door 155. At a corresponding position, a guide bolt 161 is provided on the inner door 155 which extends via the guide tube 160 to and through the outer door 152. On the side of the outer door 152 facing away from the inner door 155, the guide bolt 161 has a stop head 162. By means of the guide tube 160 and the guide bolt 161, the inner door 155 is axially displaceably suspended from the outer door 152. Between the outer door 152 and the outer door 152 housing 110 furthermore comprises a pressure device 165, which can for instance comprise a clamp, which pressure device 165 is adapted to press the outer door 152 against the contact strip. By means of the pressing device 165, the outer door 152 can be moved in the axial direction with respect to the contact strip 158.

Bij het in de gesloten positie brengen van de deur 150, kan de aandruk-10 inrichting 165 worden bediend om de buitendeur 152 ten opzichte van de behuizing 110 te verplaatsen, om aldus de contactrand 153 van de buitendeur 152 zoals getoond in Figuur 6 naar de buitenlijst 153 toe te brengen en de contactrand 153 strak in de pakking 157 te drukken om ter plaatse een luchtdicht contact te genereren. Bij het verplaatsen van de buitendeur 152 wordt de contactrand 156 van 15 de binnendeur 155 zoals getoond in Figuur 6 in contact met de binnenlijst 154 gebracht. Door verdere verplaatsing van de buitendeur 152 komen de binnendeur 155 en de buitendeur 152 relatief dicht bij elkaar te liggen. Een drukveer 163 tussen de buitendeur 152 en de binnendeur 155 wordt daardoor althans voor een deel ingedrukt, en komt aldus onder spanning te staan. De drukveer 163 drukt vervolgens 20 onder genoemde spanning de binnendeur 155 van de buitendeur 152 af tegen de contactlijst 158 aan. Aldus wordt er gezorgd voor een goed contact tussen de contactrand 156 van de binnendeur 155 en de binnenlijst 154.Upon bringing the door 150 into the closed position, the press-on device 165 can be operated to move the outer door 152 relative to the housing 110, so as to bring the contact edge 153 from the outer door 152 as shown in Figure 6 to the outer edge 153 and press the contact edge 153 tightly into the gasket 157 to generate an airtight contact on site. When moving the outer door 152, the contact edge 156 of the inner door 155 as shown in Figure 6 is brought into contact with the inner rail 154. Further displacement of the outer door 152 makes the inner door 155 and the outer door 152 relatively close to each other. A compression spring 163 between the outer door 152 and the inner door 155 is thereby pressed at least partially, and thus comes under tension. The compression spring 163 then presses the inner door 155 of the outer door 152 against the contact strip 158 under said tension. A good contact is thus ensured between the contact edge 156 of the inner door 155 and the inner strip 154.

De aanslagkop 162 ligt in de gesloten positie van de deur 150, wanneer de 25 binnendeur 155 en de buitendeur 152 relatief dicht bij elkaar liggen, op een bepaalde afstand van de buitendeur 152 af. Wanneer de deur 150 in een geopende positie is en de binnendeur 155 en de buitendeur 152 relatief ver van elkaar af liggen, maakt de aanslagkop 162 contact met een aanslag (niet getoond) op de buitendeur 155, waardoor wordt voorkomen dat de binnendeur 155 loskomt van de buitendeur 152. 30The stop head 162 lies in the closed position of the door 150, when the inner door 155 and the outer door 152 are relatively close to each other, at a certain distance from the outer door 152. When the door 150 is in an open position and the inner door 155 and the outer door 152 are relatively far apart, the stop head 162 contacts a stop (not shown) on the outer door 155, thereby preventing the inner door 155 from coming off the outside door 152. 30

Figuur 8 toont detail B van de doorsnede van een productie-eenheid 100b van een houtskooloven zoals aangegeven in Figuur 5.Figure 8 shows detail B of the cross-section of a production unit 100b of a charcoal oven as indicated in Figure 5.

Figuur 8 toont een behuizing 110 en een tweede verbindingsstuk 400. De 35 behuizing 110 omvat een gasafvoer 430 zoals eerder beschreven, en het tweede verbindingsstuk 400 omvat een U-vormige houtgasleiding 410 zoals eerder beschreven. Rondom de houtgasleiding 410 is een isolatiemateriaal 410’ voorzien. De houtgasleiding 410 omvat een als een rechte buis uitgevoerd langsgedeelte 411, dat bij een uiteinde van het verbindingsstuk 400 via een dwarsgedeelte 412 is aan- 17 gesloten op de gasafvoer 430. Het dwarsgedeelte 412 is uitgevoerd als een buisstuk dat onder een hoek van 90 graden is verbonden met het langsgedeelte 411. Aan het tegenoverliggende uiteinde van het verbindingsstuk 400 is zoals getoond in Figuur 5 een corresponderend dwarsgedeelte (niet getoond) voorzien om het langsgedeelte 5 411 aan te sluiten op een gastoevoer van de verbrandingseenheid 200.Figure 8 shows a housing 110 and a second connector 400. The housing 110 includes a gas outlet 430 as previously described, and the second connector 400 includes a U-shaped wood gas conduit 410 as previously described. An insulating material 410 "is provided around the wood gas line 410. The wood gas line 410 comprises a longitudinal section 411 designed as a straight pipe, which at one end of the connecting piece 400 is connected via a transverse section 412 to the gas outlet 430. The transverse section 412 is designed as a pipe section that is at an angle of 90 degrees is connected to the longitudinal portion 411. At the opposite end of the connector 400, as shown in Figure 5, a corresponding transverse portion (not shown) is provided to connect the longitudinal portion 411 to a gas supply from the combustion unit 200.

Bij de verbinding tussen het langsgedeelte 411 en het dwarsgedeelte 412 omvat het tweede verbindingsstuk 400 een toegangsgedeelte 413 dat is uitgevoerd als een buisdeel dat in het verlengde van het langsgedeelte 411 ligt en daarmee in 10 verbinding staat. Bij een kops uiteinde van genoemd toegangsgedeelte 413 is een als een metalen plaat gevormd schoonmaakluik 414 voorzien dat aan het toegangsgedeelte 413 is bevestigd door middel van een losmaakbare flensverbinding 414'. Genoemd schoonmaakluik 414 sluit aldus een in het toegangsgedeelte 413 gevormde doorvoer 415 af die toegang verschaft tot het langsgedeelte 411. Aan de 15 buitenzijde is het schoonmaakluik 414 afgedekt door een deksel 416 die van isolatie is voorzien, welk deksel 416 ook is getoond in Figuur 3.At the connection between the longitudinal section 411 and the transverse section 412, the second connecting piece 400 comprises an access section 413 which is in the form of a pipe section which is in line with the longitudinal section 411 and is in communication with it. At a head end of said access portion 413, a cleaning hatch 414 shaped as a metal plate is provided which is attached to the access portion 413 by means of a releasable flange connection 414 '. Said cleaning hatch 414 thus closes a passage 415 formed in the access part 413 which provides access to the longitudinal part 411. On the outside, the cleaning hatch 414 is covered by a cover 416 which is provided with insulation, which cover 416 is also shown in Figure 3 .

Bij gebruik kan het deksel 416 van het verbindingsstuk 400 worden afgenomen, om aldus toegang te verschaffen tot het schoonmaakluik 414. De flens-20 verbinding 414' kan vervolgens worden losgemaakt, waarna het schoonmaakluik 414 kan worden afgenomen van het toegangsgedeelte 413. Vervolgens kan via de doorvoer 415 een gereedschap in het langsgedeelte 411 van de houtgasleiding 410 worden gestoken om neergeslagen houtgassen te verwijderen. Wanneer het langsgedeelte 411 tussen de gasafvoer 430b van een productie-eenheid en een gas-25 toevoer 420b een glad verloop heeft, wat betekent dat het langsgedeelte 411 vrij is van scherpe hoeken, kan het gereedschap worden gebruikt om afzettingen over de gehele lengte tussen de gasafvoer 430b en de gastoevoer 420b los te maken en naar de gastoevoer 420b toe te schuiven.In use, the cover 416 can be removed from the connecting piece 400, so as to provide access to the cleaning hatch 414. The flange connection 414 'can then be detached, whereafter the cleaning hatch 414 can be removed from the access part 413. Next, via The feed-through 415 and a tool are inserted into the longitudinal section 411 of the wood gas line 410 to remove precipitated wood gases. When the longitudinal section 411 between the gas outlet 430b of a production unit and a gas supply 420b has a smooth course, which means that the longitudinal section 411 is free from sharp angles, the tool can be used to deposit deposits along the entire length between the release gas outlet 430b and gas supply 420b and slide it to gas supply 420b.

30 Een houtskooloven volgens de uitvinding kan als volgt worden gebruikt in een continu proces om een lading hout om te zetten in houtskool.A charcoal furnace according to the invention can be used as follows in a continuous process to convert a load of wood into charcoal.

In eerste instantie is de houtkooloven koud. De deur 150a van een bepaalde productie-eenheid 100a wordt geopend, waarna er een stalen vat met een eerste 35 hoeveelheid hout in de retort 180a van de productie-eenheid 100a wordt geplaatst. Vervolgens wordt de deur 150a gesloten om de houtruimte 181a van de retort 180 en de daarin opgenomen hoeveelheid hout luchtdicht af te sluiten van de omgeving.The charcoal oven is initially cold. The door 150a of a particular production unit 100a is opened, after which a steel vessel with a first amount of wood is placed in the retort 180a of the production unit 100a. The door 150a is then closed to airtightly seal the wood space 181a of the retort 180 and the amount of wood contained therein from the environment.

1818

De schoorsteen 130a die is verbonden met de gasuitlaat 131a wordt geopend. Vervolgens wordt de gasbrander 230 in de verbrandingskamer 220 ontstoken, welke op dat moment wordt gevoed met bijvoorbeeld LPG. De gasbrander 230 produceert vervolgens verbrandingsgassen, die via het eerste verbindingsstuk 300a naar de 5 productie-eenheid 100a wordt gevoerd. De stroming van de verbrandingsgassen wordt op gang gehouden door de trek in genoemde schoorsteen 130a, die de verbrandingsgassen laat wegstromen naar de omgeving. Terwijl de verbrandingsgassen door de gasruimte 182 van de productie-eenheid 100a stromen, geven zij warmte af aan de retort 180a, waardoor de hoeveelheid hout in de retort 180a wordt 10 verwarmd. Wanneer het hout op ongeveer 100 graden Celsius komt, wordt met de hand de schoorsteen 170a geopend die is aangesloten op de dampuitlaat 171a van de productie-eenheid 110a. Via genoemde schoorsteen 170a wordt er vervolgens waterdamp uit de retort 180a gelaten en afgegeven aan de omgeving.The chimney 130a connected to the gas outlet 131a is opened. The gas burner 230 is then ignited in the combustion chamber 220, which is then fed with, for example, LPG. The gas burner 230 then produces combustion gases, which is fed via the first connecting piece 300a to the production unit 100a. The flow of the combustion gases is kept going by the draft in said chimney 130a, which causes the combustion gases to flow away to the environment. As the combustion gases flow through the gas space 182 of the production unit 100a, they release heat to the retort 180a, thereby heating the amount of wood in the retort 180a. When the wood reaches approximately 100 degrees Celsius, the chimney 170a is opened by hand, which is connected to the vapor outlet 171a of the production unit 110a. Water vapor is then released from the retort 180a via said chimney 170a and delivered to the environment.

15 Op een bepaald moment zal er uit de hoeveelheid hout azijnzuur vrijkomen.15 At a certain moment, acetic acid will be released from the amount of wood.

Een persoon die de houtskooloven bedient, kan dit waarnemen doordat er via de schoorsteen 170a die is aangesloten op de dampuitlaat 171a rook met een bruine kleur wordt vrijgegeven. Op dat moment wordt genoemde schoorsteen 170a weer met de hand gesloten. Overigens zijn alle schoorstenen 130a, 130b, 230, 170a, 170b 20 van de houtskooloven met de hand bedienbaar.A person operating the charcoal oven can sense this by releasing smoke of a brown color through the chimney 170a connected to the vapor outlet 171a. At that time, said chimney 170a is closed again by hand. Incidentally, all chimneys 130a, 130b, 230, 170a, 170b of the charcoal oven can be operated manually.

Vervolgens wordt het hout verder verwarmd tot een temperatuur van ongeveer 270 graden Celsius. Vanaf dat moment komen er uit het hout houtgassen vrij. Via de tweede verbindingsstukken worden de houtgassen naarde verbrandings-25 eenheid 200 gevoerd, waar de houtgassen worden verbrand. Door de toevoer van te verbranden houtgassen kan de LPG-toevoer naar de brander 230 worden verminderd.The wood is then further heated to a temperature of approximately 270 degrees Celsius. From that moment on, wood gases are released from the wood. The wood gases are fed to the combustion unit 200 via the second connecting pieces, where the wood gases are burned. The supply of wood gases to be burned can reduce the LPG supply to the burner 230.

Wanneer de hoeveelheid hout aan een verkolingsproces is begonnen, komt er 30 uit het hout energie vrij, waardoor de retort 180a vanzelf warm blijft, en het verwarmen van de retort 180a met behulp van verbrandingsgassen kan worden verminderd. Op dat moment kan er in de andere productie-eenheid 100b een hoeveelheid hout worden geplaatst, welke vervolgens analoog aan de eerste hoeveelheid hout kan worden verwarmd om deze eerst te drogen en vervolgens om te zetten in 35 houtskool. Door regeling van de schoorstenen 130a, 130b die zijn aangesloten op de gasuitlaten 131a, 131b van de productie-eenheden 100a, 100b, kunnen de processen die zich in de productie-eenheden 100a, 100b plaatsvinden, op elkaar worden afgestemd.When the amount of wood has begun a carbonization process, energy is released from the wood, so that the retort 180a naturally remains warm, and heating of the retort 180a can be reduced with the aid of combustion gases. At that time a quantity of wood can be placed in the other production unit 100b, which quantity can then be heated analogously to the first quantity of wood in order to first dry it and then convert it into charcoal. By controlling the chimneys 130a, 130b connected to the gas outlets 131a, 131b of the production units 100a, 100b, the processes that take place in the production units 100a, 100b can be coordinated with each other.

1919

Wanneer een bepaalde hoeveelheid hout in voldoende mate is verkoold, kan de deur 150a, 150b van een productie-eenheid 100a, 100b worden geopend, waarna het vat met het hout uit de retort 180a, 180b kan worden verwijderd, en er in de reeds opgewarmde productie-eenheid 100a, 100b een nieuw vat met een verse te 5 verkolen hoeveelheid hout kan worden geplaatst. Aldus kan de houtskooloven worden toegepast in een continu proces.When a certain amount of wood has been sufficiently carbonized, the door 150a, 150b of a production unit 100a, 100b can be opened, after which the vessel with the wood can be removed from the retort 180a, 180b, and placed in the already heated production unit 100a, 100b a new barrel with a freshly charred amount of wood can be placed. The charcoal oven can thus be used in a continuous process.

Het wordt opgemerkt dat een bouwpakket volgens de uitvinding ook meer dan twee productie-eenheden 100a, 100b kan omvatten. Een proces met twee productie-10 eenheden 100a, 100b verdient echter de voorkeur, omdat een met de houtskooloven uitgevoerd proces dan beter beheersbaar is.It is noted that a kit according to the invention can also comprise more than two production units 100a, 100b. However, a process with two production units of 100a, 100b is preferred because a process carried out with the charcoal oven is then more manageable.

Verder zal het voor een deskundige duidelijk zijn dat een deur zoals hierboven beschreven in verband met een bouwpakket voor een houtskooloven ook toepasbaar is bij een houtskooloven van een ander type, die niet persé hoeft te zijn vervaardigd 15 op basis van een bouwpakket met complete eenheden en verbindingsstukken.It will further be clear to a person skilled in the art that a door as described above in connection with a kit for a charcoal furnace can also be applied to a charcoal furnace of another type, which does not necessarily have to be manufactured on the basis of a kit with complete units and connectors.

Het enkele feit dat bepaalde aspecten van de uitvinding in verschillende volgconclusies zijn benoemd, dient niet te worden opgevat als een indicatie dat combinaties van deze aspecten buiten het bereik van de uitvinding zijn gelegen.The mere fact that certain aspects of the invention are mentioned in different subclaims should not be construed as an indication that combinations of these aspects are outside the scope of the invention.

10394541039454

Claims

A kit for building a wood-burning device, comprising: two production units (100a, 100b) for converting a quantity of wood into charcoal under the influence of a hot gas stream, each production unit (100a) , 100b) comprises a retort (180a, 180b), wherein an inner space of the retort (180a, 180b) forms a wood space (181a, 181b) for receiving a quantity of wood, and wherein an outer space of the retort (180a, 180b) ) in the production unit (100a, 100b) forms a gas space (182a, 182b) for receiving a gas stream, and 10. a combustion unit (200) for converting a supplied base gas in a combustion process to a combustion gas, the combustion unit (200) comprises a combustion chamber (220) to accommodate the combustion process, wherein each production unit (100a, 100b) can be coupled to the combustion unit (200) to contain a supply of wood gases released from an amount of t which is charred from the wood space (181a, 181b) to the combustion chamber (220), and to allow a supply of a combustion gas from the combustion chamber (220) to the gas space (182a, 182b); wherein each production unit (110a, 110b) has an insertion opening (184,184a, 184b) for passing a quantity of wood, a door (150, 150a, 150b) being provided for closing the insertion opening (184,184a) 184b), which door (150, 150a, 150b) comprises an inner door (155) and an outer door (152), wherein an insulating material (159) is provided between the inner door (155) and the outer door (152); The production units (100a, 100b) and the combustion unit (200) each having a length, a height and a width, the height and the width of a particular unit (100a, 100b, 200) being smaller than the length thereof, wherein the height and width of a production unit (100a, 100b) are at least 2.0 m, wherein the height and width of a production unit (100a, 100b) and of the combustion unit (200) at most 3.75 m, preferably at most 2.35 m. 1039454

The kit of claim 1, wherein the combustion unit (200) comprises a plurality of gas outlets (320a, 320b) to exhaust a combustion gas from the combustion chamber (220), wherein each production unit (100a, 100b) has a gas supply (330a, 330b) for admitting a combustion gas to the gas space 5 (182a, 182b), and wherein the kit comprises a number of connecting pieces (300a, 300b) for connecting said gas outlets (320a, 320b) of the combustion unit (200) to said gas supply (330a, 330b) from each of the production units (100a, 100b).

A kit according to claim 1 or 2, wherein each production unit (100a, 100b) comprises a gas outlet (430a, 430b) for discharging wood gases from the wood space (181a, 181b), wherein the combustion unit (200) comprises a plurality of gas supplies (420a, 420b) for admitting wood gases to the combustion chamber (220), and wherein the kit comprises a number of connecting pieces (400a, 400b) around said gas discharge (430a, 430b) from each of the production units ( 100a, 100b) to be connected to said gas supplies (420a, 420b) of the combustion unit (200).

4. A kit according to any one of the preceding claims, wherein each production unit (100a, 100b) comprises a gas outlet (131a, 131b) for exhausting a combustion gas from the gas space (182a, 182b) to an environment of the production facility. unit (100a, 100b), and wherein the kit comprises a chimney (130a, 130b) for connection to said gas outlet (131a, 131b).

A kit according to any one of the preceding claims, wherein each production unit (100a, 100b) comprises a vapor outlet (171a, 171b) for discharging water vapor released from a quantity of wood from the wood space (182a, 182b) to an environment of the production unit (100a, 100b), wherein the kit comprises a chimney (170a, 170b) for connection to said vapor outlet (171a, 171b).

A kit according to any one of the preceding claims, wherein the combustion unit (200) comprises an emergency outlet (231) for discharging a combustion gas from the combustion chamber (220) to an environment of the combustion unit (200) in the event of a calamity, the kit comprises a chimney (230) for connection to said emergency outlet (231).

Assembly kit according to any of the preceding claims, wherein each production unit (100a, 100b) comprises a housing (110a, 110b) with a lower part (114a, 114b) and an upper part connecting to the lower part (114a, 114b) 115a, 115b), wherein the lower portion (114a, 114b) and the upper portion (115a, 115b) each have an outer wall (118), as well as an inner wall (119 ', 119 ") adjacent to the outer wall (118), the inner wall (119 ') of the lower portion (114a, 114b) comprises a heavier material than the inner wall (119 ”) of the upper portion (115a, 115b).

8. A kit according to any one of the preceding claims, wherein a contact strip (158) is provided around the insertion opening (184, 184a, 184b), which contact strip (158) comprises an inner strip (154) and an outer strip (151), wherein the inner door (155) and the outer door (152) each have a contact edge (153,156) facing the contact strip (158), the contact edge (156) of the inner door being in the closing position of the door (150, 150a, 150b) 155) faces the inner rail (154) and the contact edge (153) of the outer door (152) is opposite the outer rail (151), the inner rail (154) to a lesser extent relative to the gas chamber (182, 182a, 182b ) is thermally insulated than the outer frame (151).

The kit of claim 8, wherein the door (150, 150a, 150b) comprises: first pressing means (165) for pressing the outer door (152) against the outer frame 25 (151), and second pressing means (163, 164) for pressing the inner door (155) of the outer door (152) against the inner rail (156).

10. A kit according to any one of claims 8-9, wherein a gasket (157) is provided to realize an airtight contact between the contact edge (153) of the outer door (152) and the outer rail (151).

A kit according to any one of the preceding claims, comprising a heat exchanger (240) with a heat exchange body (241) arranged in the combustion chamber (220) and a cavity (242) located in the heat exchange body, wherein the heat exchanger (240) has a connection (243 ', 243 ") that communicates with the cavity (242), which connection (243', 243") opens out on the outside of the housing (210) of the combustion unit (200) 5

A kit according to any one of the preceding claims, wherein a second connection piece (400a, 400b) is provided with a cleaning hatch (414) which is adapted to provide access to the wood gas line (410a, 410b).

The kit of claim 12, wherein said connector (400, 400a, 400b) comprises a longitudinal portion (411) with a first end for connection to a production unit (100a, 100b) and a second end for connection to the combustion unit (200 ), wherein the longitudinal portion (411) between the first end and the second end extends free of discontinuities, preferably along a straight line.

14. Kit as claimed in claim 13, wherein said connecting piece (400, 400a, 400b) has a bushing (415) at said first end for receiving therethrough a tool in the longitudinal section (411), which bushing (415) is in line with it of the longitudinal section (411), wherein the cleaning hatch (414) is arranged to close the passage (415).

15. Method for manufacturing a device for charring wood, comprising the steps of providing a kit according to any one of claims 1 to 14, placing the production units separately on a substrate ( 100a, 100b) and the combustion unit (200), and coupling the combustion unit (200) to each of the production units (100a, 100b), the combustion chamber (200) on the one hand on the wood space (181a, 181b) and, on the other hand, is connected to the gas space (182a, 182b) of each of the 30 production units (100a, 100b).

The method of claim 15, wherein connection pieces (300a, 300b, 400a, 400b) are arranged between the combustion unit (200) and each of the production units (100a, 100b). 1039454