NL1038700C2 - Tafel. - Google Patents

Description

Tafel

De onderhavige uitvinding betreft een onderstel van een tafel welk middelen omvat die voorkomen dat de tafel kan wiebelen wanneer deze op een niet vlakke ondergrond 5 wordt geplaatst.

Het probleem van wiebelende tafels is alom bekend en zorgt voor veel ergernis. De meest bekende voorbeelden zijn de tafels welke op terrassen staan. Het is inherent aan terrassen dat de ondergrond vaak oneffen is. De vloer van terrassen omvat vaak klinkers 10 of terrastegels welke in zand zijn gelegd. Er kunnen diverse oorzaken zijn voor oneffenheden, waaronder bij voorbeeld het verzakken van delen van een terras door het plaatselijk inklinken van het zand waarop het terras is gelegd, onderlinge verschillen in de maatvoering van klinkers of terrastegels en slordig gelegde terrassen.

Wat de oorzaak ook moge zijn, de gevolgen in de vorm van het wiebelen van tafels 15 worden altijd als onplezierig ervaren. Uiteraard kan ervoor worden gekozen een tafel te gebruiken welke slechts drie poten heeft en dientengevolge altijd stabiel kan staan. Zeker wanneer een iets grotere tafel gewenst is, heeft het voorzien van de tafel van slechts drie poten nadelen voor de stabiliteit. Zo kan bij voorbeeld het op een hoek van een grotere tafel met slechts drie poten uitoefenen van een naar beneden gerichte kracht 20 eenvoudig leiden tot het kantelen van de tafel.

De onderhavige uitvinding verschaft een oplossing welke ervoor zorgt dat een tafel met vier poten op een niet vlakke ondergrond altijd stabiel staat.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een drietal figuren.

25 Fig. 1 is een zijaanzicht van een deel van het onderstel van een tafel volgens de vinding ter verduidelijking van het onderliggende principe van de uitvinding;

Fig. 2 is een perspectivisch aanzicht van een tafel volgens de vinding;

Fig. 3 is een doorsnede door het onderstel van de in fig. 2 getoonde tafel.

30 Fig. 1 toont een eenvoudig uitvoeringsvoorbeeld van een deel van een onderstel van een tafel volgens de uitvinding, waarbij het onderstel vier poten omvat, waarvan de twee eerste poten 1 en 2 via een star verbindingselement 5 met elkaar verbonden zijn en 1038700 2 derhalve onder normale omstandigheden niet ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Ook de twee tweede poten 3 en 4 van de tafel zijn via een star verbindingselement 6 met elkaar verbonden en kunnen derhalve onder normale omstandigheden niet ten opzichte van elkaar bewegen.

5 Aan het eerste samenstel omvattende de eerste poten 1 en 2 en het eerste verbindingselement 5 is in dit uitvoeringsvoorbeeld een eerste buis 7 bevestigd welke althans nagenoeg loodrecht staat op het door het samenstel van 1,2 en 5 gevormde vlak. Aan het tweede samenstel omvattende de tweede poten 3 en 4 en het tweede verbindingselement 6 is in dit uitvoeringsvoorbeeld een tweede buis 8 bevestigd welke 10 althans nagenoeg loodrecht staat op het door het samenstel van 3,4 en 6 gevormde vlak. De uitvinding voorziet er overigens in dat de eerste buis 7 en/of de tweede buis 8 ook onder een significant van 90 graden afwijkende hoek bevestigd kan zijn aan respectievelijk het eerste en het tweede samenstel.

De tweede buis 8 heeft een uitwendige diameter welke kleiner is dan de inwendige 15 diameter van de eerste buis 7. In de in fig. 1 schematisch weergegeven situatie is de tweede buis 8 in de eerste buis 7 geschoven. Het samenstel omvattende de eerste poten 1 en 2, het eerste verbindingselement 5 en de eerste buis 7 en het samenstel omvattende de tweede poten 3 en 4, het tweede verbindingselement 6 en de tweede buis 8 kunnen ten opzichte van elkaar roteren om een as welke althans nagenoeg samenvalt met de 20 hartlijnen van respectievelijk buis 7 en buis 8. Dankzij deze bewegingsvrijheden van de beide samenstellen zal het in fig. 1 schematisch weergegeven deel van een tafelonderstel bij het plaatsen ervan op althans nagenoeg elke ondergrond met alle 4 poten tegelijk contact kunnen maken met de ondergrond. Als daarbij vervolgens wordt voorkomen dat de beide samenstellen, wanneer de tafel eenmaal is geplaatst, bij 25 normaal gebruik van de tafel ten opzichte van elkaar kunnen verdraaien, dan zal de tafel stabiel staan en stabiel blijven staan.

Om er voor te zorgen dat de tafel nadat deze is neergezet stabiel blijft staan, voorziet de uitvinding erin dat het verschil in de buitendiameter van de tweede buis 8 en de binnendiameter van de eerste buis 7 voldoende groot is om ertoe te leiden dat, wanneer 30 de tweede buis 8 en/of de eerste buis 7 worden belast de tweede buis 8 gaat schranken (scheef gaat zitten) in de eerste buis 7. Naast dit verschil in de diameters kan voorts de lengte waarmee de tweede buis 8 in de eerste buis 7 steekt, van invloed zijn op de 3 optredende mate van schranken en de daarbij behorende wrijvingskrachten. Hoe hoger deze wrijvingskracht hoe stabieler de tafel zal blijven staan.

Fig. 2 toont een perspectivisch aanzicht van een tafel volgens de uitvinding, waarbij de buizen 7 en 8 van deze tafel tevens zijn weergegeven. Fig. 3 toont een doorsnede door 5 de buizen 7 en 8 van de in fig. 2 getoonde tafel.

In fig. 3 is duidelijk te zien dat de tweede buis 8 scheef in de eerste buis 7 zit als gevolg van de belasting die door de op de eerste buis 7 aangebrachte drager en het daarop bevestigde tafelblad wordt uitgeoefend. Het contact tussen de tweede buis 8 en de eerste buis 7 is in de hier getoonde situatie beperkt .tot twee punt- of beperkte lijncontacten.

10 Door het beperkte oppervlak van de contactplaatsen is de contactspanning op deze plaatsen relatief hoog en kan er lokaal sprake zijn van vervorming van het materiaal van buis 7 en/of buis 8 waardoor er een grote wrijvingskracht ontstaat, welke voorkomt dat de buizen 7 en 8 ten opzichte van elkaar verdraaien zolang de belasting door het gewicht van het tafelblad op de buizen wordt uitgeoefend. Bij het gebruik van de tafel 15 waarbij bij voorbeeld één of meer mensen op de tafel leunen en/of glazen en borden op de tafel worden geplaatst, zal de wrijvingskracht op de contactplaatsen tussen de eerste buis 7 en de tweede buis 8 toenemen en zal de kans op het ten opzichte van elkaar bewegen van de poten afnemen, waardoor de gevonden stabiliteit van de tafelpoten en derhalve van de tafel behouden blijft.

20 Het onderstel van de tafel volgens de uitvinding of delen van dat onderstel, waaronder de eerste buis 7 en de tweede buis 8 kunnen worden vervaardigd uit vele soorten materialen, waaronder kunststof, aluminium, staal en roestvast staal, zoals bij voorbeeld rvs type 304 of 316. Bij het toepassen van austenitisch rvs voor de eerste buis 7 en de tweede buis 8 zal er als gevolg van de hoge wrijvingskracht die optreedt op de 25 contactpunten/ contactlijnen tussen de beide buizen eenvoudig adhesieve slijtage, ook wel vreten genoemd, kunnen optreden. Dankzij deze adhesieve slijtage zal de kans op het onbedoeld verdraaien van de tweede buis 8 in de eerste buis 7 afnemen.

Hoewel het niet duidelijk is getoond in de figuren voorziet de uitvinding erin dat de wand van de eerste buis 7 op een plaats waar de tweede buis 8 zich in de eerste buis 7 30 bevindt, is voorzien van een radiale sleuf die bij voorbeeld 10% van de omtrek van de eerste buis 7 omvat. Door deze sleuf is een borgmiddel, verder pen of schroef genoemd, aangebracht in of aan de wand van de tweede buis 8, welke voorkomt dat de tweede 4 buis 8 onbedoeld uit de eerste buis 7 kan schuiven terwijl de tweede buis 8 wel over een voldoende groot geachte hoek van bij voorbeeld 10 graden kan verdraaien. Indien gewenst, kan de sleuf ook langer zijn waardoor de verdraaiingshoek van de tweede buis 8 kan worden vergroot.

5 De uitvinding voorziet erin dat de binnenzijde van de eerste buis 7 en de buitenzijde van de tweede buis 8 op de plaatsen van de bij plaatsing en belasting van de tafel te verwachten punt- of lijncontacten wordt voorzien van wrijvingsverhogende maatregelen. Deze wrijvingsverhogende maatregelen kunnen aangebrachte verruwingen, bij voorbeeld door het aanbrengen van groeven, in het oppervlak op die 10 plaatsen omvatten. Tevens kunnen de maatregelen bij voorbeeld opgebrachte ruwheidsverhogende coatings omvatten of op het oppervlak gelijmde lagen rubber.

In deze beschrijving en in de figuren zijn slechts uitvoeringsvoorbeelden van de tafel volgens de uitvinding aan de orde gekomen welke vier poten omvatten. De tafel volgens de vinding kan echter ook meer dan vier poten omvatten.

15

In het in fig. 1 getoonde (deel van een) tafelonderstel zijn de poten 1 en 2 star met elkaar verbonden door het verbindingselement 5, welk in hoofdzaak recht is. Zoals aangegeven staat de eerste buis 7 in dit geval, althans nagenoeg, haaks op het eerste verbindingselement 5. Er zijn echter ook uitvoeringsvormen van de tafel volgens de 20 vinding waarbij de poten niet door een recht verbindingselement met elkaar verbonden zijn, maar door bij voorbeeld een gebogen verbindingselement, zoals het geval is bij de in fig. 2 getoonde tafel. In dit geval geldt voor de buizen 7 en 8 dat zij, althans nagenoeg, haaks staan op de denkbeeldige verbindingslijn tussen de poten. Hierbij wordt het begrip ‘poten’ gedefinieerd als de contactpunten of contactvlakken tussen de 25 tafel en de ondergrond.

De in de beschrijving besproken en in de figuren getoonde,uitvoeringsvoorbeelden van een tafel volgens de vinding zijn slechts enkele van de vele binnen het kader van de vinding mogelijke uitvoeringsvormen en dienen derhalve als niet-limitatief te worden 30 beschouwd.

1038700

Claims (4)

1. Een tafel welke op vrijwel elke ondergrond stabiel kan staan, met het kenmerk, dat de tafel ten minste een tafelblad en vier poten (1,2,3,4) omvat waarbij de 5 twee eerste poten (1,2) star met elkaar verbonden zijn en de twee tweede poten (3,4) star met elkaar verbonden zijn en het eerste samenstel omvattende de twee met elkaar verbonden eerste poten (1, 2) en het tweede samenstel omvattende de twee met elkaar verbonden tweede poten (3,4) draaibaar om een as met elkaar verbonden zijn waarbij deze draaibaarheid wordt verkregen door een eerste buis 10 (7) welke star aan het eerste samenstel verbonden is en waarin een tweede buis (8) welke star aan het tweede samenstel is verbonden is gestoken waarbij de uitwendige diameter van de tweede buis (8) zo veel kleiner is dan de inwendige diameter van de eerste buis (7) dat de tweede buis (8) onder invloed van het eigen gewicht van de tafel reeds zodanig scheef in de eerste buis staat dat het 15 contact tussen de eerste buis (7) en de tweede buis (8) althans nagenoeg beperkt is tot twee contactpunten of contactlijnen welke slechts een gedeelte van de omtrek van de tweede buis (8) omvatten.

2. Tafel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wrijvingskracht tussen de tweede buis (8) in de eerste buis (7) toeneemt bij een toenemende verticale naar 20 beneden gerichte belasting van het tafelblad.

3. Tafel volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste buis (7) en de tweede buis (8) zijn vervaardigd van austenitisch roestvast staal waarbij het onbedoeld verdraaien van de tweede buis (8) in de eerste buis (7) wordt bemoeilijkt door het optreden van adhesieve slijtage.

4. Tafel volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wand van de eerste buis (7) op een plaats waar de tweede buis (8) zich in de eerste buis (7) bevindt een radiale sleuf omvat waarbij zich in de sleuf een pen of schroef bevindt welke is bevestigd in of aan de wand van de tweede buis (8) en welke verhindert dat de tweede buis (8) onbedoeld uit de eerste buis (7) kan 30 schuiven. 1038700