NL1038099C2

NL1038099C2 - Railsysteem.

Info

Publication number: NL1038099C2
Application number: NL1038099A
Authority: NL
Inventors: Marinus Barbara Arnoldus Maria Stas
Original assignee: Marinus Barbara Arnoldus Maria Stas
Priority date: 2010-07-13
Filing date: 2010-07-13
Publication date: 2012-01-17

Description

Railsysteem

De uitvinding heeft betrekking op een railsysteem voor het ophangen en/of op een stroomvoorziening aansluiten van 5 objecten, tenminste omvattende een rail, voorzien van in een lengterichting verlopende uitsparing waarin een stelsel van onderling geïsoleerde, in de lengterichting van de rail verlopende geleiders is opgenomen en een in de rail verschuifbaar contactorgaan dat kan samenwerken met de 10 geleiders en dat is voorzien van onderling geïsoleerde additionele geleiders die in een gebruikstoestand zijn aangesloten op de objecten.

Railsystemen van dit type die aan een wand of plafond 15 bevestigd kunnen worden zijn bekend. Het bezwaar van de bekende railsystemen is dat ze altijd zichtbaar zijn.

Ook als ze fraai zijn uitgevoerd dan kan dit voortdurend zichtbaar zijn storend werken, speciaal in de audio-visueel geoptimaliseerde ruimten waarin men ze doorgaans aantreft. 20 Het railsysteem volgens de uitvinding komt aan dit bezwaar tegemoet en is meer specifiek bedoeld om onder een lijst, zoals een hoeklijst of een behanglijst te worden aangebracht, zodat van de rails desgewenst alleen een zeer smalle, in de lengterichting verlopende uitsparing 25 zichtbaar blijft. Omdat na plaatsing de rails moeilijk onbereikbaar zijn, dienen de rails robuust te worden uitgevoerd en dienen ze zeer deugdelijk bevestigd te kunnen worden. Het inventieve railsysteem heeft daartoe als kenmerk, dat de tenminste een rail is voorzien van een in 30 de lengterichting verlopende bevestigingsflens.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm van het inventieve railsysteem heeft als kenmerk dat de bevestigingsflens is voorzien van bevestigingsgaten, zodat hij snel en eenvoudig 35 op zijn plaats kan worden geschroefd.

1 0 3 8 0 9 9 2

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm van het inventieve railsysteem heeft als kenmerk, dat elke rail is voorzien van een bevestigingsflens die een integraal deel van de rail vormt. Bij voorkeur verloopt de flens daarbij langs 5 althans nagenoeg de volledige lengte van de rail, zodat hij optimaal bijdraagt aan de stijfheid van de rail.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm van het inventieve railsysteem heeft als kenmerk, dat de rail nabij de flens 10 is voorzien van een in de lengterichting verlopende additionele uitsparing waarin mechanische koppelmiddelen kunnen worden geschoven die voorkomen dat naburige rails tijdens het aanbrengen van de afdeklaag of na verloop van tijd door het werken van een plafond en/of een wand 15 onderling gaan verschuiven. Bij voorkeur omvat het railsysteem gestrekte en haakse mechanische koppelmiddelen, zodat een doorlopend railsysteem in bijvoorbeeld twee onderling loodrechte wanden kan worden ondergebracht.

20 Een verdere gunstige uitvoeringsvorm van het inventieve railsysteem heeft als kenmerk, dat het railsysteem elektrische koppelmiddelen omvat die in de uitsparingen van twee naburige rails kunnen worden geschoven, zodat het railsysteem op één plaats gevoed kan worden via 25 bijvoorbeeld een transformator. Bij voorkeur omvat het railsysteem gestrekte en haakse elektrische koppelmiddelen, zodat ook een in bijvoorbeeld twee onderling loodrechte wanden ondergebracht railsysteem op één plaats kan worden gevoed.

30

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm van het inventieve railsysteem heeft als kenmerk, dat een rail uit metaal is vervaardigd, waarin een uit isolatiemateriaal vervaardigd althans in hoofdzaak U-vormig profiel is geschoven waarin 35 het stelsel van onderling geïsoleerde, in de lengterichting van de rail verlopende geleiders is ondergebracht.

3

De uitvinding heeft tevens betrekking op een rail, mechanische koppelmiddelen of elektrische koppelmiddelen, als deel van een railsysteem zoals dit in de voorgaande paragrafen is omschreven.

5

De uitvinding zal nu nader uiteen worden gezet aan de hand van de volgende figuren, waarbij:

Fig. IA in doorsnede een mogelijke uitvoeringsvorm van 10 een railsysteem volgens de uitvinding weergeeft;

Fig. 1B schematisch een mogelijke uitvoeringsvorm van een steunorgaan weergeeft;

Fig. 1C schematisch een mogelijke uitvoeringsvorm van een contactorgaan weergeeft; 15 Fig. 2 in doorsnede een alternatieve uitvoeringsvorm van een railsysteem volgens de uitvinding weergeeft;

Fig. 3A schematisch een rechte mechanische koppeling weergeeft; 20 Fig. 3B schematisch deze mechanische koppeling in doorsnede weergeeft;

Fig. 3C schematisch een haakse mechanische koppeling weergeeft;

Fig. 3D schematisch een rechte elektrische koppeling 25 weergeeft;

Fig. 3E schematisch deze rechte elektrische koppeling in doorsnede weergeeft;

Fig. 3F schematisch een haakse elektrische koppeling weergeeft; 30 Fig. 3G schematisch deze haakse elektrische koppeling in bovenaanzicht weergeeft;

Fig. 1 A geeft in doorsnede een mogelijke uitvoeringsvorm van een railsysteem 1 volgens de uitvinding weer. Rail-35 systeem 1 bestaat uit eën althans in hoofdzaak U-vormig aluminium profiel 2, voorzien van een bevestigingsflens 3 4 die deel uitmaakt van profiel 2 en langs de gehele lengte van profiel 2 verloopt, waarmee profiel 2 op een plafond kan worden vastgezet. Vervolgens kan het plafond worden afgewerkt met bijvoorbeeld een sierlijst 4, zodat profiel 2 5 verzonken en vrijwel onzichtbaar in het plafond is opgenomen. Sierlijst 4 kan uit stucwerk bestaan maar kan ook een losse, bijvoorbeeld opgelijmde lijst zijn. Om het inwendige van profiel 2 tijdens de montage schoon te houden is de open zijde van profiel 2 voorzien van een kleefband 10 5. Het inwendige van profiel 2 bevat een eerste kamer 6 waarin een steunorgaan 7, bijvoorbeeld van het type getoond in Fig. 1B kan worden geschoven, waaraan bijvoorbeeld een kaart kan worden opgehangen. Verder bevat het onderste deel van profiel 2 een tweede kamer 8, waarin een in doorsnede 15 U-vormige isolator 9 kan worden geschoven, waarin bijvoorbeeld twee metalen geleiders 10a,10b onderling gescheiden zijn ondergebracht. In deze tweede kamer 8 kan een contactorgaan 11 worden gestoken, bijvoorbeeld van het type getoond in Fig. 1C, voorzien van twee sleepcontacten 20 12a,12b en van draden 13a,13b die de stroomvoorziening voor bijvoorbeeld een op de kaart gericht spotje kan verzorgen. Aan de buitenzijde is profiel 2 verder voorzien van een derde kamer 14 waarin mechanische koppelmiddelen 15 geschoven kunnen worden die naburige rails mechanisch met 25 elkaar verbinden. Een zeer robuuste verbinding is van belang, omdat eenmaal geïnstalleerde rails door de naderhand aangebrachte afwerking doorgaans moeilijk bereikbaar zijn.

30 Fig. 2 geeft in doorsnede een alternatieve uitvoeringsvorm van een railsysteem volgens de uitvinding weer, waarbij rail 1 vrijwel overeenkomt met de aan de hand van Fig. IA beschreven rail, maar waarbij rail 1 is voorzien van een naar boven gerichte bevestigingsflens 3, zodat rail 1 35 eenvoudig aan een wand kan worden bevestigd, waarna rail 1 deels aan het oog kan worden onttrokken met behulp van 5 bijvoorbeeld een sierlijst of een behanglijst.

Fig. 3A geeft schematisch een rechte mechanische koppeling 15 weer, vervaardigd uit aluminium of uit een kunststof, 5 die op een verder voor de hand liggende wijze in de derde kamers 14 van naburige rails 2 kan worden geschoven, waardoor deze mechanisch worden gekoppeld. Centraal is koppeling 15 voorzien van een ribbel 16, die er voor zorgt dat beide uiteinden van mechanische koppeling 15 even diep 10 in de naburige rails 2 dringen. Fig. 3B geeft deze mechanische koppeling 15 in doorsnede weer.

Fig. 3C geeft schematisch een haakse mechanische koppeling 17 weer, vervaardigd uit aluminium of uit een kunststof.

15 Naburige rails worden in verstek op maat gezaagd, waarna koppeling 17 op een verder voor de hand liggende wijze in de derde kamers 14 van deze naburige rails 2 kan worden geschoven. De doorsnede van mechanische koppeling 17 komt overeen met de doorsnede van mechanische koppeling 15.

20

Fig. 3D geeft schematisch een rechte elektrische koppeling 18 weer, bestaande uit een kunststof blokje waarin twee geleidende strippen 19a,19b bij voorkeur enigszins verzonken zijn opgenomen, waarmee de geleiders 10a,10b van 25 twee naburige rails gekoppeld kunnen worden. Na de montage en het afwerken en nadat kleefband 5 is verwijderd, wordt koppeling 18 in tweede kamer 8 geschoven, waarbij de twee geleidende strippen 19a,19b de geleiders 10a,10b van de naburige rails 2 onderling verbinden. Het is ook mogelijk 30 om koppeling 18 te verwijderen, bijvoorbeeld om na langdurig gebruik de rails 2 inwendig te reinigen of om een railsysteem in meerdere groepen te splitsen, elk voorzien van bijvoorbeeld een separate voedingstransformator. Fig.

3E geeft schematisch deze rechte elektrische koppeling 18 35 in doorsnede weer.

6

Fig. 3F geeft schematisch een haakse elektrische koppeling 20 weer, bestaande uit een kunststof hoekelement waarin twee geleidende strippen 21a,21b bij voorkeur enigszins verzonken zijn opgenomen, waarmee de geleiders 10a,10b van 5 twee naburige, haaks op elkaar gemonteerde en in verstek gezaagde rails 2 elektrisch kunnen worden verbonden door koppeling 20 in de tweede kamers 8 te schuiven. Fig. 3G geeft schematisch deze haakse elektrische koppeling in bovenaanzicht weer.

1 0 3 8 0 9 9.

Claims

1. Railsysteem voor het ophangen en/of op een stroomvoorziening aansluiten van objecten, tenminste 5 omvattende een rail, voorzien van in een lengterichting verlopende uitsparing waarin een stelsel van onderling geïsoleerde, in de lengterichting van de rail verlopende geleiders is opgenomen en een in de rail verschuifbaar contactorgaan dat kan samenwerken met de geleiders en dat 10 is voorzien van onderling geïsoleerde additionele geleiders die in een gebruikstoestand zijn aangesloten op de objecten, met het kenmerk, dat de tenminste een rail is voorzien van een in de lengterichting verlopende bevestigingsflens. 15

2. Railsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bevestigingsflens is voorzien van bevestigingsgaten.

3. Railsysteem volgens conclusie 1 of 2, met het 20 kenmerk, dat elke rail is voorzien van precies een bevestigingsflens die een integraal deel van de rail vormt.

4. Railsysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bevestigingsflens langs althans nagenoeg de volledige 25 lengte van de rail verloopt.

5. Railsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rail nabij de flens is voorzien van een in de lengterichting verlopende additionele uitsparing 30 waarin mechanische koppelmiddelen kunnen worden geschoven.

6. Railsysteem volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het railsysteem gestrekte en haakse mechanische koppelmiddelen omvat. 35

7. Railsysteem volgens een der voorgaande conclusies, 1 0 3 8 0 9 9, met het kenmerk, dat het railsysteem elektrische koppelmiddelen omvat die in de uitsparingen van twee naburige rails kunnen worden geschoven.

8. Railsysteem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het railsysteem gestrekte en haakse elektrische koppelmiddelen omvat.

9. Railsysteem volgens een der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat een rail uit metaal is vervaardigd, waarin een uit isolatiemateriaal vervaardigd althans in hoofdzaak U-vormig profiel is geschoven waarin het stelsel van onderling geïsoleerde, in de lengterichting van de rail verlopende geleiders is ondergebracht. 15

10. Rail, mechanische koppelmiddelen of elektrische koppelmiddelen, als deel van een railsysteem volgens een der voorgaande conclusies. 1 0 3 8 0 9 9