NL1038088C2 - Gecombineerd hout-gas haardsysteem. - Google Patents

Description

Gecombineerd hout-gas haardsysteem Gebied van de uitvinding 5 De uitvinding heeft betrekking op een haardsysteem omvattende een behuizing met zijwanden die een opneemruimte begrenzen en een dwars op de zijwanden gelegen bovenvlak met een bovenste plaatsingsopening, een gasbranderdeel met een gasbrander en een gastoevoerleiding, welk gasbranderdeel op en neer beweegbaar is tussen een teruggetrokken stand waarin het gasbranderdeel onder de 10 plaatsingsopening in de behuizing is gelegen en een werkzame stand waarbij het gasbranderdeel in of nabij de plaatsingsopening is gelegen.

Achtergrond van de uitvinding 15 Een dergelijke gecombineerde hout-gas haard is bekend uit EP 0 477 456. In deze octrooiaanvrage is een gashaard beschreven, waarvan de gasbrander in een onderste teruggetrokken stand in de behuizing kan worden geplaatst. Door de gebruiker kan een houtvuurplateau boven de gasbrander worden aangebracht, zodat op het houtvuurplateau houtblokken kunnen worden verbrand, en de onderliggende 20 gasbrander tegen vuur en as is afgeschermd door het houtvuurplateau.

De bekende haard heeft als nadeel dat de gasbrander kan worden vervuild door roet en vuildeeltjes die bij verbranding van het hout vrijkomen en die bij verplaatsing van het houtvuurplateau in de behuizing kunnen vallen.

Tevens is nadelig dat bij verplaatsing van het houtvuurplateau om dit te 25 reinigen, roet, stof en as gemakkelijk in de omgeving kunnen raken. Doordat verbrandingsresten bovenop het vlakke houtvuurplateau liggen kunnen deze resten van het houtvuurplateau afvallen of afwaaien en daardoor het gasbranderdeel en/of de omgeving van de hout-gas haard vervuilen en ook leiden tot vuile handen van de gebruiker.

30

Verder kunnen bij het stoken van hout de temperaturen boven de gasbrander hoog oplopen, hetgeen nadelig kan zijn voor de met de gasbrander verbonden flexibele gasleiding.

Bovendien is de verbranding van het gas niet optimaal doordat slechts 35 secundaire luchttoevoer naar het gasbranderdeel kan optreden.

1038088 2

Het is een doel van de uitvinding te voorzien in een haardsysteem met een gasbranderdeel en een houtvuurplateau van de bovengenoemde soort dat gemakkelijk kan worden omgeschakeld van de houtverbrandingsstand naar een gasverbrandingsstand waarbij het gasbranderdeel gemakkelijk verplaatsbaar is tussen 5 een werkzame stand en een teruggetrokken stand.

Het is tevens een doel van de uitvinding te voorzien in een haardsysteem waarbij vervuiling van de gasbrander en/of van de omgeving door roet en vuil wordt voorkomen.

10

Het is eveneens een doel van de uitvinding te voorzien in een haardsysteem waarbij het houtvuurplateau gemakkelijk in de werkzame stand kan worden geplaatst en kan worden losgenomen om te worden gereinigd zonder dat vervuiling van de gasbrander en/of de omgeving door roetdeeltjes, stof of as plaats vindt.

15

Tevens dient het haardsysteem volgens de uitvinding bij gebruik van het houtvuurplateau, te voorzien in een geringe warmteoverdracht naar de daaronder gelegen gasleiding.

20 Het is ook een doel van de uitvinding om een verstelbare, slijtvaste gasleiding te verschaffen welke niet gemakkelijk lek kan raken en van een materiaal is vervaardigd dat bestand is tegen breuk en hoge temperaturen, aangepast kan worden aan het verplaatsende gasbranderdeel en waarmee tevens primaire lucht aan de gasstroom kan worden toegevoerd.

25

Samenvatting van de uitvinding

Hiertoe is een haardsysteem volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de gastoevoerleiding een telescopische leiding of buis is die tenminste twee over of in 30 elkaar beweegbare of verschuifbare leidingdelen omvat.

Door het toepassen van een telescopische gasleiding hoeft geen flexibele gasleiding te worden toegepast. Flexibele gasleidingen scheuren en raken allemaal op den duur lek door de bewegingen van het materiaal en de hoge temperatuur, wat tot gevaarlijke 35 situaties kan leiden wanneer deze leidingen niet regelmatig worden vervangen en komen daarom in het algemeen niet voor goedkeur door keuringsinstanties in 3 aanmerking. Hittebestendige gasleidingen moeten zijn voorzien van isolatie en hebben daarom een bepaalde stijfheid en daardoor een groot scheurrisico.

In een uitvoeringsvorm van een haardsysteem volgens de uitvinding is het eerste 5 leidingdeel vast aangebracht nabij de bodem van de behuizing en het tweede leidingdeel beweegbaar verbonden met het gasbranderdeel, en waarbij de beide leidingdelen zich in hoofdzaak in verticale richting uitstrekken.

Daardoor schuift het bovenste tweede leidingdeel in of om het eerste of onderste vaste leidingdeel, wanneer het gasbranderdeel in de teruggetrokken stand wordt 10 bewogen.

Het haardsysteem kan aan een eerste leidingdeel aan zijn bovenste uiteinde, nabij het tweede leidingdeel, zijn voorzien van een mondstuk, waarbij het mondstuk van een straalbuis is voorzien.

15 Dit mondstuk zorgt voor een goede positionering van het eerste leidingdeel binnen het tweede leidingdeel, bovendien zorgt de straalbuis voor een gerichte stroom gas, waardoor lekkage van gas uit de telescopisch leiding wordt tegengegaan.

In een voordelige uitvoeringsvorm van het haardsysteem begrenzen de buitenwand 20 van het eerste leidingdeel en de binnenwand van het tweede leidingdeel een vrije ruimte waarbij, in gebruik van de gasbrander, lucht kan worden aangezogen door de vrije ruimte. Het eerste leidingdeel en het tweede leidingdeel maken - bij voorkeur -geen onderling contact en begrenzen daarmee een continue vrije ruimte tussen de beide leidingdelen. Het eerste leidingdeel en het tweede leidingdeel kunnen ronde 25 buizen zijn, zodat de vrije ruimte tussen de beide leidingdelen in doorsnede in hoofdzaak een ringvormige spleet is.

Op deze wijze kan primaire lucht worden aangezogen en toegevoegd aan de gastroom, waardoor de verbranding van het gas optimaler is. Ook wordt hierdoor een zeer eenvoudig te vervaardigen telescopische gasleiding verkregen, welke veilig is en 30 bestand tegen grote hitte.

Verder is de straalbuis, in een uitvoeringsvorm, een buisdeel met een verkleinde doorsnede waardoor, in gebruik, de gastroom naar de gasbrander door de verkleinde doorsnede van de straalbuis de uitstroomopening versneld verlaat en daardoor lucht 35 aanzuigt via de vrije ruimte gevormd tussen de leidingdelen. In het bijzonder is de straalbuis een omtrekswand, die zich in het tweede leidingdeel uitstrekt, waarbij in gebruik het gas in het tweede leidingdeel spuit.

4

De versmalling in de gasleiding versnelt het gas en creëert een onderdruk, waardoor lucht van buiten de leiding wordt aangezogen. Daardoor wordt tevens de kans op gaslekkage sterk verminderd.

5 In een uitvoeringsvorm is een houtvuurplateau ingericht om in of nabij de plaatsingopening te worden gebracht wanneer het gasbranderdeel zich in de teruggetrokken stand bevindt. Het houtvuurplateau omvat een rooster en een losneembaar met het rooster verbonden asopvangdeel, welk houtvuurplateau door een gebruiker losneembaar in of nabij de plaatsingsopening kan worden geplaatst.

10

Door het houtvuurplateau uit te voeren als een geïntegreerde unit van rooster en asopvangdeel, wordt bij het branden van hout op het rooster, de as, roet en houtdeeltjes in de asla opgevangen. Wanneer na het branden van hout, de haard weer in de gasverbrandingsstand wordt gebracht, neemt de gebruiker het houtvuurplateau 15 uit de plaatsingsopening los en brengt deze unit naar een plaats die het meest geschikt is voor het legen van de aslade en het reinigen van het rooster. Omdat de roet en as in het asopvangdeel zijn opgesloten, wordt vervuiling van de omgeving hierbij voorkomen. Tevens zorgt opvang van roet en as in het onder het rooster geplaatste asopvangdeel er voor dat deze vervuilende deeltjes niet naar de 20 gasbrander kunnen treden, zodat de bedrijfszekerheid hiervan gewaarborgd blijft. Na reiniging, wordt het houtvuurplateau teruggeplaatst in de parkeerstand binnen in de behuizing.

Doordat een tweede houtvuurplateau is voorzien in de opneemopening tussen het 25 eerste houtvuurplateau en het gasbranderbed en doordat onder het rooster een extra ruimte is gevormd door het asopvangdeel, wordt een isolerende werking verkregen die beter is naarmate de vulgraad van het asopvangdeel toeneemt. De onderliggende gasleiding wordt hierdoor beschermd tegen hoge temperaturen die bij houtverbranding worden bereikt.

30

In een uitvoeringsvorm van een haardsysteem volgens de uitvinding is het houtvuurplateau in de parkeerstand in de behuizing gepositioneerd langs een voorste zijwand van de behuizing. Bij voorkeur bevindt een opneemopening zich naast de plaatsingopening, welke opneemopening is ingericht om het houtvuuurplateau op te 35 nemen en/of op te bergen; bij voorkeur is de opneemopening voorzien van een afdekelement. Hierdoor is het houtvuurplateau gemakkelijk toegankelijk voor de 5 gebruiker en is deze bij gebruik van de gasbrander niet zichtbaar, hetgeen de esthetische aanblik van de haard ten goede komt.

Om het houtvuurplateau gemakkelijk te kunnen hanteren, en in de horizontale stand 5 uit de behuizing los te kunnen nemen zonder noodzaak direct contact met de handen te maken, zijn het rooster en het asopvangdeel voorzien van aangrijppunten, zodat met een grijpinstrument voorzien van overeenkomstige aangrijpelementen het rooster en het asopvangdeel kunnen worden opgetild.

10 In een voordelige uitvoeringsvorm wordt het gasbranderdeel via een schaarconstructie omhoog en omlaag bewogen, welke schaarconstructie een zich in hoofdzaak horizontaal langs een voorste zijwand van de behuizing uitstrekkende langsplaat omvat met daarin een sleuf en een in de sleuf verplaatsbare geleider, alsmede een hefboom met een bedieningsuitende dat langs een bovenste langsrand van een voor 15 zijvlak van de behuizing verplaatsbaar is en met een aandrijfuiteinde dat in een scharnierpunt is verbonden met de geleider. Het schaarmechanisme wordt met weinig kracht op en neer bewogen door de gebruiker, door verplaatsing van het aandrijfuiteinde langs de voorste zijwand van de behuizing. Door de bedrijfszekere verticaal gerichte verplaatsing blijven de gasblokken goed gepositioneerd zodat deze 20 in de behuizing kunnen worden teruggetrokken en weer worden teruggeplaatst, zonder dat de vlamverdeling nadelig wordt beïnvloed. Ook kan de telescopische gasleiding daardoor gemakkelijk in verticale richting in en uit elkaar worden geschoven.

25

Korte beschrijving van de tekening

Een uitvoeringsvorm van een haardsysteem volgens de uitvinding zal bij wijze van voorbeeld nader worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening. In de 30 tekening toont:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een haardsysteem volgens de uitvinding met een behuizing, een houtvuurplateau en een opbergcassette,

Fig. 2 een haardsysteem volgens fig. 1 in de gasverbrandingsstand, 35 Fig. 3 het haardsysteem met het gasbranderbed in een teruggetrokken stand,

Fig. 4 het haardsysteem in deels opengewerkt aanzicht met het schaarsysteem en een bedieningshefboom voor verplaatsing van het gasbranderbed, in een hefstand, 6

Fig. 5 het uitnemen van het houtvuurplateau vanuit de parkeerpositie, in het opbergcompartiment,

Fig. 6 het haardsysteem volgens fig. 1 met het houtvuurplateau gepositioneerd boven de plaatsingsopening met de afdeklijst in een opengeklapte stand, 5 Fig. 7 het haardsysteem volgens fig. 6 met de afdeklijst neergeklapt over het houtvuurplateau,

Fig. 8 en fig. 9 een perspectivisch aanzicht van het houtvuurplateau volgens de uitvinding,

Fig. 10 het houtvuurplateau volgens fig. 8 en fig. 9 in een geopende stand, en 10 Fig. 11 een detail van een as barrière die wordt gevormd door een overlap van de binnenste omtreksrand van de kaderrand en de buitenste omtreksrand van het houtrooster,

Fig. 12A toont de uitvoeringsvorm met de telescopische gasleiding in de werkzame stand, 15 Fig. 12B toont de teruggetrokken stand van Fig. 12A met ineengeschoven gasleiding, Fig. 13A toont een perspectivisch detail van de telescopische gasleiding,

Fig. 13B toont een langsdoorsnede van Fig. 13A,

Fig. 13C toont een dwarsdoorsnede van Fig. 13B,

Fig. 14A toont het houtvuurplateau met losneembare roosters, 20 Fig. 14B toont een grijpinstrument voor het houtvuurplateau van Fig. 14A.

Fig. 1 toont een gecombineerd hout-gas haardsysteem 1 in een gasverbrandingsstand. Het haardsysteem 1 omvat een doosvormige behuizing 2 met een hoofdzakelijk rechthoekige bodem, met een dwars op de bodem verlopende achterste zijwand, een 25 voorste zijwand 4 en dwarszijwanden 5, 6. De behuizing 2 heeft een bovenvlak 7 met daarin een plaatsingsopening voor opname van een houtvuurplateau 8. In een parkeerstand bevindt het houtvuurplateau 8 zich in een platte doosvormige cassette 10 die in de behuizing 2 is aangebracht, langs de voorste zijwand 4.

In de getoonde gasverbrandingsstand, bevindt een gasbranderbed 12 zich in de 30 plaatsingsopening van het bovenvlak 7, op welk gasbranderbed 12 stenen gasblokken 14 zijn gelegen die als vlamverdeler fungeren. Het gasbranderbed 12 is in de behuizing 2 op en neer beweegbaar via een schaarsysteem 15, dat wordt bediend via een hefboom 16.

35 Zoals blijkt uit fig. 2, omvat een uitvoering van het gasbranderbed 12 een draagvlak 20 met een gasbrander 21 die is verbonden met een flexibele gasleiding 22. Een 7 scharnierbare afdeklijst 23 met een centrale opening 24 is boven het bovenvlak 7 gelegen en overdekt de randen van de plaatsingopening in het bovenvlak 7.

Fig. 3 toont de haard met het gasbranderbed 12 in een deels teruggetrokken stand.

5 Voor de duidelijkheid van de figuur, is de cassette 10 met daarin het houtvuurplateau 8 uit het opbergcompartiment 26 genomen, welk compartiment 26 toegankelijk is via opneemopening 27 in een lijst 28 die zich rondom de bovenste omtreksrand 33 van de behuizing 2 uitstrekt. Het gasbranderbed 12 is in de behuizing 2 beweegbaar tussen een bovenste werkzame stand, waarin het bed in de plaatsingsopening 25 van het 10 bovenvlak 7 is gelegen en een binnen de behuizing teruggetrokken stand, die in fig. 3 is getoond.

Het hefmechanisme voor het gasbranderbed 12 wordt gevormd door een schaarsysteem 15 met twee scharende armen 30, 31, die in een onderste 15 geleidersleuf 32 en in een bovenste geleidersleuf 32' die in een langsplaat 34 is gevormd, in horizontale richting glijdend verplaatsbaar zijn gelagerd. De hefbeweging van het schaarsysteem 15 wordt handmatig aangedreven via de hefboom 16, door aangrijpen op een bedieningsuitende 35 dat langs een bovenste langsrand 36 van de behuizing 2 heen en weer beweegbaar is. Een aandrijfuiteinde 37 van de hefboom 16 20 is scharnierend verbonden met een glijblok 38 dat in een geleidersleuf 39 in de bovenste langsplaat 34 in horizontale richting verplaatsbaar is. Bij beweging van de hefboom 16 naar links in fig. 3, wordt het gasbranderbed 12 opgetild naar de werkzame stand in of nabij de plaatsingsopening 25. Om de hefbeweging van het gasbranderbed te ondersteunen is voorzien in een torsieveer 45.

25

In de in figuur 3 getoonde stand, is de kaderrand 40 van de afdeklijst 23, die in scharnierpunten 41, 42 scharnierend met een achterlangsrand 43 van de behuizing 2 is verbonden, omhoog gescharnierd. Een steunarm 44 ondersteunt de kaderrand 40 in de open stand en voorkomt dat de kaderrand, die uit metaal is vervaardigd en die 30 relatief zwaar is, naar beneden scharniert. De kaderrand 40 heeft een zodanige breedte dat deze in de horizontale stand de lijst 38 geheel afdekt en voorbij de begrenzing van de plaatsingsopening 25 uitsteekt. De binnenrand 47 van de kaderrand 40 steekt in de horizontale stand van de kaderrand 40 uit voorbij de omtreksrand 33 van de lijst 28, in de richting van het centrale deel van de 35 plaatsingsopening 25. De buitenrand 48 van de kaderrand 40 ligt in de horizontale stand ter hoogte van de buitenste bovenomtreksrand 56 van de behuizing 2.

δ

Fig. 4 toont de hefwerking van het schaarmechanisme 15 van het gasbranderbed 12 bij bediening van de hefboom 16, bij het omhoogbrengen van het gasbranderbed 12 naar de werkzame stand. Verdere verplaatsing van de hefboom 16 door de gebruiker naar links, vergrendelt de positie van het branderbed 12 in de werkzame stand, 5 waarna de afdeklijst 23 kan worden neergeklapt en de haard als gashaard kan worden gebruikt.

Fig. 5 toont hoe bij opengeklapte afdeklijst 23, het houtvuurplateau 8 uit het opbergcompartiment 26 kan worden getild via een draagbeugel 50. De draagbeugel 10 50 is ten opzichte van het houtvuurplateau 8 verplaatsbaar in de richting van de pijl A, zodat de beugel kan aanliggen tegen de langsrand 51 wanneer het plateau 8 in de parkeerstand is opgeborgen in het inwendige opbergcompartiment 26 van de behuizing 2.

15 Figuur 6 toont de plaatsing van het houtvuurplateau 8 in de werkzame stand in de plaatsingsopening 25. Hierbij is het plateau afgesteund op een drager 53, die zichtbaar is in fig. 4. De kaderrand 40 van de afdeklijst 23 kan vervolgens in de horizontale stand worden gescharnierd, waarbij afstandhouders 54, 55 zijn afgesteund op de lijst 28. Hierbij bevindt de kaderrand 40 zich boven het houtvuurplateau en 20 strekt de binnenrand 47 zich boven het rooster 59 van het houtvuurplateau 8 uit, zoals getoond in fig. 7. Hierdoor wordt voorkomen dat houtdeeltjes, roet en as langs het rooster 59 naar het inwendige van de behuizing 2 treden.

Fig. 8 toont het houtvuurplateau 8, dat de vorm heeft van een platte doos, met het 25 rooster 59 dat losneembaar is bevestigd aan een asla 60. Twee handgrepen 61, 62 zijn aan de asla 60 aangebracht om het houtvuurplateau gemakkelijk naar een locatie voor leging van de asla en voor reiniging van het rooster 59 te kunnen brengen. Fig. 9 toont hoe het rooster 59 via de draagbeugel 50 losneembaar is bevestigd aan de asla 60, en door achterwaartse kanteling van de asla kan worden losgenomen. Fig. 10 30 toont het rooster in de losgenomen stand, waarin de asla 60 kan worden geleegd.

Fig. 11 toont een detail van de buitenste omtreksrand 65 van het rooster 59 en de binnenste omtreksrand 47 van de kaderrand 40. Door de neerwaarts reikende ribbe 63 aan de omtreksrand 47 en de opwaarts reikende ribbe 64 aan de omtreksrand 65 35 van het rooster 59, wordt een efficiënte asbarrière gevormd die voorkomt dat as tussen de onderzijde van de kaderrand 40 en het rooster 59 naar het inwendige van 9 de behuizing 2 migreert. De lengte D van de overlap bedraagt ten minste 1 cm, waarbij de hoogte van de ribben 63, 64 bij voorbeeld ca. 0.5 cm bedraagt.

Fig. 12A toont een uitvoeringsvoorbeeld zonder kaderrand met behuizing 2 met 5 de daarin opgenomen - in de werkzame stand - schaarconstructie 15, gasbranderdeel 12 met gasbrander 21 en de telescopische gastoevoerleiding 70 welke zich in hoofdzaak verticaal uitstrekt. In dit uitvoeringsvoorbeeld is het eerste leidingdeel 71 vast verbonden met de bodem van de behuizing 2 en het tweede leidingdeel 72 is vast verbonden met het beweegbare gasbranderdeel 12.

10 Fig. 12B toont de schaarconstructie 15 en het gasbranderdeel 12 in de teruggetrokken stand, waarbij het eerste leidingdeel 71 van de telescopische gastoevoerleiding 70 in het tweede leidingdeel 72 is geschoven. Ook wordt in de figuur getoond dat houtvuurplateau 8 in de plaatsingsopening 25 is aangebracht voor het maken van een houtvuur in de haard. Onder het houtvuurplateau 8 is het 15 asopvangdeel 60 aangebracht voor het opvangen van de as en andere onverbrande resten van de houtverbranding. Het houtvuurplateau 8 kan zijn voorzien van een rooster 59 zoals getoond in Fig. 9 of van een rooster zoals getoond in Fig. 14A. Het houtvuurplateau 8 steunt op steunranden 66 aangebracht aan de behuizing 2.

In Fig. 12B wordt ook een tweede houtvuurplateau 80 getoond, welke is 20 aangebracht tussen het eerste houtvuurplateau 8, het asopvangdeel 60 en het gasbranderdeel 12. Door dit tweede houtvuurplateau 80 wordt een extra isolerende ruimte verkregen tussen de aslade 60 van het houtvuurplateau 8 en het tweede houtvuurplateau 8.

25 Fig.l3A toont een perspectivisch detail van de telescopische gastoevoerleiding 70 met eerste leidingdeel 71 en tweede leidingdeel 72 in de werkzame stand. Eerste leidingdeel 71 is aan zijn bovenuiteinde voorzien van een mondstuk 73; het onderste uiteinde van tweede leidingdeel 72 strekt zich uit tot over het mondstuk 73.

Fig.l3B toont een langsdoorsnede van Fig.l3A met gasstroom 79 en luchtstroom 30 77. Het eerste en tweede leidingdeel maken onderling geen contact zodat zij onderling een vrije ruimte 76 begrenzen waardoor, in gebruik van de gasbrander, primaire lucht 77 kan worden aangezogen en met de gastroom 79 kan worden gemengd, waardoor het gas optimaal verbrand in de gasbrander. Het mondstuk 73 is voorzien van een straalbuis 78 waarmee de beide leidingdelen in eikaars verlengde gepositioneerd 35 blijven, zelfs wanneer de beide leidingdelen ver uit elkaar zijn geschoven dat het onderuiteinde van het tweede leidingdeel 72 zich boven het bovenuiteinde van het eerste leidingdeel 71 bevindt. De straalbuis 78 is in dit uitvoeringsvoorbeeld een 10 omtrekswand, maar andere constructies of vormgevingen kunnen worden toegepast. Bij voorkeur is de straalbuis 78 een buisdeel met een verkleinde doorsnede waardoor, in gebruik, de gastroom 79 naar de gasbrander de uitstroomopening versneld zal verlaten als gevolg van de verkleinde doorsnede, waardoor daar ter plaatse een 5 onderdruk wordt gecreëerd, waarmee lucht 77 vanuit de omgeving wordt aangezogen via de vrije ruimte 76. Door bovenstaande maatregel wordt een veilige 'open' verbinding gevormd tussen de beide leidingdelen van de telescopische gastoevoerleiding 70. Het gas 79 spuit in een straal naar boven en zal daardoor minder gemakkelijk door de vrije ruimte 76 naar de omgeving stromen; bovendien 10 creëert de gastraal een kleine onderduk, ter plaatse van de uitstroomopening van de straalbuis, waardoor er lucht 77 wordt aangezogen door de vrije ruimte 76, zodat het gas 79 als gevolg van deze voorkeursstroming niet naar de omgeving kan stromen.

In Fig.l3C wordt een dwarsdoorsnede getoond van de telescopische gastoevoerleiding 70 met tweede leidingdeel 72 gepositioneerd om eerste leidingdeel 15 71. De binnenwand 75 van het tweede leidingdeel 72 maakt geen contact met de buitenwand 74 van het eerste leidingdeel 71 zodat er een vrije ruimte 76 tussen beide leidingdelen wordt gevormd, die in het onderhavige geval van ronde cilindrische buizen de vorm van een ringvormige spleet heeft. Andere vormen voor de doorsnedenprofielen van de leidingdelen kunnen worden toegepast en het op een of 20 meer punten raken van de buitenwand 74 met de binnenwand 75 zal de werking van de straalbuis slechts gering of geheel niet verstoren.

De haard volgens de uitvinding kan nog zijn voorzien van veiligheidsmiddelen of -regelelementen zoals een gasonderbreker of gasafsluitklep, die sluit wanneer het 25 gasbranderdeel zich in de parkeerstand bevindt. Hiermee kan zowel de gastoevoerleiding naar het gasbranderdeel worden afgesloten als de gasleiding naar de waakvlam.

De gastoevoerleiding naar de waakvlam kan desgewenst wel als een flexibele leiding worden uitgevoerd, wanneer de diameter van de leiding klein genoeg gekozen wordt 30 zodat bij eventuele lekkage er slechts een ongevaarlijk kleine gasstroom kan ontsnappen naar de omgeving.

In Fig.l4A wordt een houtvuurplateau 8 in detail getoond met drie losneembare roosters 59. Onder de roosters is het asopvangdeel 60 aangebracht. De roosters 59 en 35 het houtvuurplateau 8 zijn voorzien van aangrijppunten 90, 91 zodat met een grijpinstrument 95 zoals getoond in fig. 14B, voorzien van overeenkomstige aangrijpelementen 96, de roosters 59 en het houtvuurplateau 8 kunnen worden 11 opgetild, zonder direct contact tussen de handen van een gebruiker met het houtvuurplateau 8.

1038088

Claims (14)

1. Haardsysteem (1) omvattende een behuizing (2) met zijwanden (4, 5, 6) die een 5 opneemruimte begrenzen en een dwars op de zijwanden gelegen bovenvlak (7) met een bovenste plaatsingsopening (25), een gasbranderdeel (12) met een gasbrander (21) en een gastoevoerleiding (70), welk gasbranderdeel op en neer beweegbaar is tussen een teruggetrokken stand waarin het gasbranderdeel onder de plaatsingsopening (25) in de behuizing (2) is gelegen en een werkzame 10 stand waarbij het gasbranderdeel in of nabij de plaatsingsopening (25) is gelegen, met het kenmerk, dat de gastoevoerleiding (70) een telescopische leiding of buis is die tenminste twee over of in elkaar beweegbare of verschuifbare leidingdelen (71, 72) omvat.

2. Haardsysteem volgens conclusie 1, waarbij het eerste leidingdeel (71) vast is aangebracht nabij de bodem van de behuizing (2) en het tweede leidingdeel (72) beweegbaar is verbonden met het gasbranderdeel (12), en waarbij de beide leidingdelen zich in hoofdzaak in verticale richting uitstrekken.

3. Haardsysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste leidingdeel (71) aan zijn bovenste uiteinde, nabij het tweede leidingdeel (72), is voorzien van een mondstuk (73), waarbij het mondstuk (73) van een straalbuis (78) is voorzien.

4. Haardsysteem volgens een der voorgaande conclusies 1-3, waarbij de 25 buitenwand (74) van het eerste leidingdeel (71) en de binnenwand (75) van het tweede leidingdeel (72) een vrije ruimte (76) begrenzen waarbij, in gebruik van de gasbrander, lucht (77) kan worden aangezogen door de vrije ruimte (76).

5. Haardsysteem volgens conclusie 4, waarbij het eerste leidingdeel (71) en het 30 tweede leidingdeel (72) geen onderling contact maken en daarmee een vrije ruimte (76) begrenzen tussen de beide leidingdelen (71, 72).

6. Haardsysteem volgens conclusie 5, waarbij het eerste leidingdeel (71) en het tweede leidingdeel (72) ronde buizen zijn, zodat de vrije ruimte (76) tussen de 35 beide leidingdelen in doorsnede in hoofdzaak een ringvormige spleet is 1038088

7. Haardsysteem volgens conclusie 4-6, waarbij de straalbuis (78) een buisdeel is met een verkleinde doorsnede waardoor, in gebruik, de gastroom (79) naar de gasbrander (21) door de verkleinde doorsnede van de straalbuis (78) de uitstroomopening versneld verlaat en daardoor lucht aanzuigt via de vrije ruimte 5 (76) gevormd tussen de leidingdelen (71, 72).

8. Haardsysteem volgens conclusie 4-7, waarbij de straalbuis (78) een omtrekswand is, die zich in het tweede leidingdeel (72) uitstrekt, welke in gebruik het gas (79) in het tweede leidingdeel (72) spuit. 10

9. Haardsysteem volgens een der voorgaande conclusies 1-8, waarbij een houtvuurplateau (8) is ingericht om in of nabij de plaatsingopening (25) te worden gebracht wanneer het gasbranderdeel (12) zich in de teruggetrokken stand bevindt. 15

10. Haardsysteem volgens conclusie 9, waarbij zich naast de plaatsingopening (25) een opneemopening (27) voor het houtvuurplateau (8) bevindt welke opneemopening (27) is ingericht om het houtvuuurplateau (8) op te nemen en/of op te bergen; bij voorkeur is de opneemopening voorzien van een 20 afdekelement.

11. Haardsysteem volgens conclusie 8-9, waarbij het houtvuurplateau (8) een rooster (59) omvat en een losneembaar met het rooster verbonden asopvangdeel (60), welk houtvuurplateau (8) door een gebruiker losneembaar in 25 of nabij de plaatsingsopening (25) kan worden geplaatst.

12. Haardsysteem volgens conclusie 11, waarbij het rooster (59) en het asopvangdeel (60) zijn voorzien van aangrijppunten (90), zodat met een grijpinstrument (95) voorzien van overeenkomstige aangrijpelementen (96) het 30 rooster en het asopvangdeel (60) kunnen worden opgetild.

13. Haardsysteem volgens een der voorgaande conclusie 9-11, waarbij een tweede houtvuurplateau (80) is voorzien in de opneemopening (25) tussen het eerste houtvuurplateau (8) en het gasbranderdeel (12). 35

14. Haardsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het gasbranderdeel (12) via een schaarconstructie (15) omhoog en omlaag beweegbaar is, welke schaarconstructie (15) een zich in hoofdzaak horizontaal 5 langs een voorste zijwand (4) van de behuizing (2) uitstrekkende langsplaat (34) omvat met daarin een sleuf (39) en een in de sleuf verplaatsbare geleider (38), alsmede een hefboom (16) met een bedieningsuitende (35) dat langs een bovenste langsrand (36) van een voor zijwand (4) van de behuizing (2) verplaatsbaar is en met een aandrijfuiteinde (37) dat in een scharnierpunt is 10 verbonden met de geleider (38). 1038088