NL1037624A - Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement, een woningelement verkregen met een dergelijke werkwijze, werkwijze voor het vervaardigen van een woning en de daarmee verkregen woning, een koppeldoos en een samenstel van een koppeldoos met een koppelstuk. - Google Patents
Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement, een woningelement verkregen met een dergelijke werkwijze, werkwijze voor het vervaardigen van een woning en de daarmee verkregen woning, een koppeldoos en een samenstel van een koppeldoos met een koppelstuk. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1037624A NL1037624A NL1037624A NL1037624A NL1037624A NL 1037624 A NL1037624 A NL 1037624A NL 1037624 A NL1037624 A NL 1037624A NL 1037624 A NL1037624 A NL 1037624A NL 1037624 A NL1037624 A NL 1037624A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- formwork
- elements
- housing
- coupling
- junction box
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B1/00—Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
- E04B1/348—Structures composed of units comprising at least considerable parts of two sides of a room, e.g. box-like or cell-like units closed or in skeleton form
- E04B1/34815—Elements not integrated in a skeleton
- E04B1/34823—Elements not integrated in a skeleton the supporting structure consisting of concrete
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B28—WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
- B28B—SHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
- B28B23/00—Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects
- B28B23/0025—Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects with installation or service material, e.g. tubes for electricity or water
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B28—WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
- B28B—SHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
- B28B7/00—Moulds; Cores; Mandrels
- B28B7/08—Moulds provided with means for tilting or inverting
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B28—WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
- B28B—SHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
- B28B7/00—Moulds; Cores; Mandrels
- B28B7/22—Moulds for making units for prefabricated buildings, i.e. units each comprising an important section of at least two limiting planes of a room or space, e.g. cells; Moulds for making prefabricated stair units
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Ceramic Engineering (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Architecture (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Lining And Supports For Tunnels (AREA)
- Forms Removed On Construction Sites Or Auxiliary Members Thereof (AREA)
Description
Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement, een woningele-ment verkregen met een dergelijke werkwijze, werkwijze voor het vervaardigen van een woning en de daarmee verkregen woning, een koppel-doos en een samenstel van een koppeldoos met een koppelstuk
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement, zoals beschreven in de aanhef van conclusie 1. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een woningelement verkregen met een dergelijke werkwijze, zoals beschreven in conclusie 6. Tevens betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een woning zoals genoemd in conclusie 7 en de daarmee verkregen woning volgens conclusie 8. Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op een koppeldoos voor toepassing binnen de uitvinding, zoals genoemd in conclusie 9 en een samenstel van een koppeldoos met een koppelstuk, zoals genoemd in conclusie 10.
De uitvinding zal hierna in hoofdzaak worden beschreven aan de hand van een woningelement dat kan worden vervaardigd met een gebruikelijke tunnelbekisting. De uitvinding is echter niet beperkt tot dergelijke woningelementen of tot de toepassing daarin.
Het is in de techniek algemeen bekend om woningen, of althans onderdelen daarvan, zoals bijvoorbeeld een woningelement, in een geheel te vervaardigen. In dit verband wordt verwezen naar de Nederlandse octrooiaanvrage NL1029449 waarin de figuren een woningelement tonen dat bestaat uit een vloer, wanden en een plafond. Dergelijke woningelementen kunnen worden vervaardigd op een van de woninglocatie afgelegen plek.
De onderhavige beschrijving is in hoofdzaak gericht op een woningelement dat op een van de woninglocatie afgelegen plek wordt vervaardigd, bijvoorbeeld in een tegen weersinvloeden afgeschermde ruimte. Dat heeft als voordeel dat de fabricage onder gecontroleerde omstandigheden kan plaatsvinden waardoor een constante kwaliteit kan worden gewaarborgd. De weersomstandigheden hebben daarbij geen invloed op de werkzaamheden.
Het is in de techniek voorts bekend om leidingen in de con-structiedelen van een woning te positioneren, bijvoorbeeld voor het doorvoeren van elektriciteitsdraden, waterleidingen, etc. In het algemeen kunnen alle leidingen die door muren, vloeren en plafonds worden gevoerd, reeds bij de vervaardiging van het woningelement in de bekisting worden aangebracht. In de praktijk worden in het bijzonder sparingen en elektrawerk ingestort. Voorbeelden van leidingen die in het woningelement in de bekisting worden aangebracht zijn leidingen voor elektriciteitsdraden, maar het kunnen ook leidingen voor verwar-mingswater, of voor tapwater, et cetera zijn. Ook kunnen leidingen ten behoeve van telefoonaansluitingen worden voorzien.
Er is echter geen geschikte oplossing bekend om leidingen van aansluitende woningelementen met elkaar te verbinden.
De uitvinding heeft tot doel een oplossing te verschaffen voor het koppelen van leidingen in aanliggende woningelementen.
De uitvinding heeft in het bijzonder tot doel een oplossing te verschaffen voor het koppelen van in aansluitende, dat wil zeggen tegen elkaar geplaatste, woningelementen voorziene leidingen.
Om ten minste een van deze doelen te bereiken, verschaft de uitvinding een werkwijze die de maatregelen volgens conclusie 1 bezit. Hiermee wordt het voordeel verkregen dat leidingen in aanliggende woningelementen zeer eenvoudig kunnen worden gekoppeld.
In dit verband wordt gewezen op in de techniek gebruikte con-tactdozen die in een bekisting worden aangebracht om stopcontacten en lichtschakelaars te monteren, zoals genoemd in CA2144938. De koppel-doos volgens de uitvinding wordt op soortgelijke wijze voorafgaand aan het in de bekisting brengen van uithardbaar materiaal zodanig tegen de bekisting aan geplaatst dat een woningelement wordt verkregen met een tegen een uiteinde aan geplaatste koppeldoos die een sparing in het oppervlak van het woningelement vormt waarin een leiding uitmondt. Een tegen dat woningelement aan te plaatsen woningelement omvat aan het tegen dat eerste woningelement te plaatsen uteinde een koppeldoos die een overeenkomstige sparing verschaft waarin een leiding uitmondt. De beide leidingen in de tegen elkaar geplaatste woningelementen kunnen dan eenvoudig worden gekoppeld wanneer de kop-peldozen aansluitend zijn gepositioneerd.
Andere voordelige uitvoeringsvormen van de werkwijze volgens de uitvinding staan genoemd in de afhankelijke conclusies 2-5. De voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden aan een deskundige na het lezen van de hierna volgende beschrijving en aan de hand van de bijgevoegde tekening.
In het bijzonder heeft het de voorkeur dat de werkwijze de stap omvat van het ten minste gedeeltelijk in de koppeldoos voeren van de leiding. Daardoor kan een zekere en stabiele koppeling van de leiding aan de koppeldoos worden verkregen.
Een andere voorkeursuitvoeringsvorm voorziet in een werkwijze voor het vervaardigen van twee aanliggend te plaatsen woningelemen-ten, omvattende de stappen van: - het verschaffen van bekistingen voor elk woningelement, met bekistingdelen en een afsluitplaat; - het in de bekistingen aanbrengen van leidingen; en - het in de bekistingen gieten van een uithardbaar materiaal, en waarbij de werkwijze tevens de stap omvat van het tegen een bekistingdeel en een respectievelijke afsluitplaat plaatsen van de koppeldozen en het aan de koppeldoos koppelen van een leiding, met dien verstande dat koppeldozen van aanliggende woningelementen respectievelijk onderling aansluitend zijn gepositioneerd. Door in hoofdzaak gelijktijdig twee woningelementen te vervaardigen die tegen elkaar aan zullen worden gepositioneerd voor het vormen van een woning, kunnen de koppeldozen tijdens de vervaardiging reeds aansluitend, dat wil zeggen tegen elkaar, worden geplaatst in de bekisting.
De leiding zoals hiervoor genoemd kan worden gekozen uit een leiding voor elektriciteitsdraden, voor verwarmingswater, voor tapwater, of voor telefoonaansluitingen. Deze zijn in de techniek bekend, bijvoorbeeld wordt in NL9400429 een leiding beschreven voor verwarmingswater ten behoeve van vloerverwarming. In CA2144938 worden in fig. 2 leidingen voor elektriciteitsdraden getoond.
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een woningelement, verkregen met een werkwijze volgens de uitvinding, omvattende een tegen een zijwand gepositioneerde koppeldoos.
Volgens een verder aspect heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een woning uit woningelementen zoals hiervoor genoemd, waarbij deze werkwijze de stap omvat van het tegen elkaar positioneren van twee woningelementen en het koppelen van in onderling aansluitend gepositioneerde koppeldozen voorziene leidingen.
Ook heeft de uitvinding betrekking op een woning welke met deze werkwijze kan worden verkregen, omvattende twee aansluitende koppeldozen in tegen elkaar gepositioneerde woningelementen.
Tevens heeft de uitvinding betrekking op een koppeldoos, voor toepassing in een werkwijze en in een woningelement of woning volgens de uitvinding, waarbij de koppeldoos een voorziening omvat voor het daar doorheen voeren van een leiding.
Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op een samenstel van twee koppeldozen en een koppeling voor het koppelen van zich in de koppeldozen bevindende leidingen. Een dergelijke koppeling kan een mof zijn, zoals in de techniek algemeen bekend is voor het onderling koppelen van leidingen.
Fig. 1 toont een schematisch stroomschema voor het vervaardigen van drie woningelementen.
Fig. 2 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een tunnelbekisting voor gebruik bij de uitvinding.
Fig. 3 toont een schematisch aanzicht van een tunnelbekisting voor gebruik bij de uitvinding.
Fig. 4 toont een doorsnede door een deel van twee in hoofdzaak aanliggende elementen.
Fig. 5 toont een zijaanzicht van de doorsnede volgens fig. 4.
Fig. 6 toont een aanzicht overeenkomstig aan fig. 5 in een volgende vervaardigingstap.
Fig. 7 toont een doorsnede door een deel van een volgens de werkwijze te vormen woningelement.
Fig. 1 toont een schematisch aanzicht van een stroomschema, stappen (1), (IA), (2), (3), (4), (5), (6) en (7), waarmee woninge lementen volgens de uitvinding kunnen worden vervaardigd. In een eerste stap (1) worden drie woningelementen A, B, C vervaardigd. A heeft twee uiteinden, waarvan één uiteinde is aangeduid met a. Woningelement B heeft twee uiteinden, een eerste uiteinde a', dat aanligt tegen uiteinde a van element A, en een tweede uiteinde b. Woningelement C heeft onder andere een eerste uiteinde b' , dat aanligt tegen het uiteinde b van woningelement B.
Deze drie woningelementen A, B en C kunnen bijvoorbeeld in hoofdzaak gelijktijdig en fysiek aansluitend worden vervaardigd. Daartoe kunnen drie tunnelbekistingen worden voorzien, elk voor het vervaardigen van één woningelement. Een dergelijke techniek is in de praktijk algemeen bekend. De elementen kunnen zeer geschikt worden gemaakt van een uithardbaar materiaal, bijvoorbeeld beton. Na voldoende uitharding van het beton kunnen de bekistingelementen worden losgezet van de woningelementen, waardoor de woningelementen A, B en C worden verkregen zoals getoond in fig. 1.
Hierbij heeft het de voorkeur dat de vertikale bekistingelemen-ten naar binnen toe worden verplaatst zodat de wanden van het tunnel-element vrij komen te staan. Het horizontale bekistingelement wordt bij voorkeur naar beneden toe verplaatst zodat ook het horizontale deel van het tunnelelement vrij komt te staan. Daardoor kan zoveel ruimte worden verschaft dat het tunnelelement van de bekisting weg kan worden verplaatst. Het tunnelelement kan vervolgens boven een hefinrichting worden gepositioneerd, die het tunnelelement bijvoorbeeld optilt en vervolgens kantelt. Daardoor kunnen de bekistingele-menten in hoofdzaak op hun plaats blijven staan en kunnen zij makkelijk gereed worden gemaakt voor het vervaardigen van een volgende serie tunnelelementen.
In stap (IA) worden de woningelementen A, B en C enigszins van elkaar verwijderd waardoor de opvolgende handelingen makkelijker kunnen worden uitgevoerd. Dat is echter niet te allen tijde noodzakelijk voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding.
In eerste instantie kan woningelement A worden gekanteld, waardoor de stappen (2) en (3) achtereenvolgens worden doorlopen. Vervolgens kan het woningelement A worden verplaatst, zoals aangeduid met (4) en worden verschoven, zoals aangeduid met (5) . Door deze kantelende en verplaatsende stappen krijgt het woningelement A de positie zoals getoond in (5). Vervolgens kunnen de elementen B en C dezelfde kanteling en verplaatsing ondergaan, waardoor de drie woningelementen A, B en C de posities verkrijgen zoals aangeduid met (5).
Door een dergelijke kanteling en verplaatsing van de woningelementen wordt het voordeel verkregen dat bij de laatste stap (5) de elementen A, B en C een onderlinge positionering verkrijgen, zoals die oorspronkelijk bestond in stap (1). Uiteraard bestaan er ook andere manieren om de respectievelijke volgorde van de elementen A, B en C te verkrijgen, zoals aangeduid in (5) van fig. 1, zoals bijvoorbeeld het over 180 graden roteren van het element bij de stappen (3) en (4) en het vervolgens verder verplaatsen van de respectievelijke elementen A, B en C in de richting zoals aangeduid bij (1) tot en met (3) in fig. 1, waardoor ook de gewenste en hiervoor aangeduide volgorde behouden blijft.
Bij het positioneren van de elementen A, B en C in (5) van fig. 1, kan het inwendige van de betreffende elementen ten minste gedeeltelijk worden afgewerkt, bijvoorbeeld door daarin tussenwanden 32 en dergelijke aan te brengen, zoals getoond in stappen (5) en (6) . De positionering van de tussenwanden kan zeer nauwkeurig plaatsvinden door in de vloeren van de elementen A, B en C uitsparingen 31 te voorzien waarin de tussenwanden 32 moeten worden geplaatst. Deze uitsparingen 31 kunnen reeds tijdens de vervaardiging van de tunnelele-menten in stap 1 zijn aangebracht. Daarbij zullen deze tussenwanden van de elementen A, B respectievelijk C, op elkaar aansluiten zoals dat ook op de bouwplaats voor het bouwen van de woning het geval zal zijn. De uitlijning van in de woning aan te brengen interieuronderde-len, zoals wanden, etc., kan daardoor automatisch nauwkeurig geschieden .
Stappen (6) en (7) uit fig. 1 tonen het op de woningelementen aanbrengen van plafonds 33. Deze kunnen bijvoorbeeld aan de zijwanden 34 van de woningelementen en aan de tussenwanden 32 worden bevestigd.
Zoals getoond in fig. 1, kan een woning worden vervaardigd welke een lengte heeft van drie achter elkaar te positioneren woningelementen A, B en C. Bijvoorbeeld kan de breedte van een woning, gelijk zijn aan de breedte van de elementen A, B, C.
De afmetingen van de elementen A, B en C kunnen identiek zijn, maar de afmetingen kunnen ook verschillend zijn.
Fig. 2 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een bekisting voor het vervaardigen van een woningelement, zoals aangeduid in fig. 1.
De tunnelbekisting 1 wordt in hoofdzaak gevormd door twee wanden 2, 3, een tunneldek 4, alsmede afsluitdelen 5, 6. Aan de buitenzijde is voorzien in buitenste wanddelen 7, 8. Hierdoor wordt een ruimte gevormd die door de hiervoor genoemde onderdelen 2-8 wordt begrensd. De hoogte van de buitenste wanddelen 7, 8, zal hoger zijn dan de hoogte van het tunneldek 4. De bovenzijde 9, 10, van de buitenste wanddelen 7, respectievelijk 8, dient zo veel hoger te zijn dan de bovenzijde 11 van het tunneldek 4 dat een vloergedeelte met gewenste dikte kan worden verkregen.
Het tunneldek 4 van de bekisting is voorzien van een negatieve toog (niet getoond), waardoor de vloer van het woningelement, wanneer het element is gekanteld, door het eigen gewicht horizontaal komt te liggen.
Het uiteinde van de tunnelbekisting, aangeduid met verwijzings-cijfer 13, dient uiteraard te worden afgesloten (niet getoond) voordat een uithardbaar materiaal in de bekisting kan worden gestort.
Zoals getoond in fig. 2 is wapening 12 aangebracht, welke op bekende wijze door middel van afstandhouders, op afstand van de be-kistingonderdelen 2-8 wordt gehouden. Daardoor wordt een goede vulling met uithardbaar materiaal verkregen.
Zoals te zien in fig. 2, wordt wapening in zowel het te vormen vloerdeel als in de wanddelen aangebracht.
Volgens de gebruikelijke praktijk van het vormen van woningde-len met behulp van een tunnelbekisting, kan de tunnelbekisting op een begane grondvloer of op een onderliggende verdieping worden geplaatst. Volgens de onderhavige uitvinding wordt het geheel in een bekisting aangebracht, waardoor ook afsluitdelen 5, 6, zijn voorzien.
Wanneer het woningelement is gekanteld, zoals in fig. 1 getoond bij stap (5), kan een plafondelement op elk element A, B, C, worden aangebracht. Een dergelijk plafondelement kan zodoende elk element A, B, C, ten minste grotendeels afdekken. Eventueel kan een opening in een plafondelement zijn voorzien voor het doorheen voeren van een trapopgang. Een op (het plafond van) een element A, B, C te plaatsen volgend woningelement (niet getoond) kan eveneens van een overeenkomstige opening in de vloer zijn voorzien ten behoeve van een trapdoor-voer.
Eventueel kan er in worden voorzien dat een volgend woningelement op een reeds geplaatst woningelement wordt geplaatst, zonder eerst een plafondelement op het eerder geplaatste woningelement aan te brengen.
Fig. 3 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een tunnelbekisting, in hoofdzaak overeenkomstig aan fig. 2.
In fig. 3 is een voorbeeld van leidingwerk getoond. Op schematische wijze zijn twee woningelementen A, B, in hoofdzaak aansluitend getoond. Woningelement A is afgesloten aan het uiteinde 13 door middel van een afsluitplaat 27. Tussen de beide elementen A, B, is tevens een tussenafsluiting 28 voorzien.
De tunnelbekisting ten behoeve van woningelement A heeft een eerste overspanninguiteinde 13 en een tweede overspanninguiteinde 14. Overspanninguiteinde 14 is in fig. 1 aangeduid met a. Woningelement B
heeft een eerste overspanninguiteinde 15, dat in fig. 1 is aangeduid met a' .
De beide bekistingvoorzieningen voor de elementen A, B, zijn gescheiden door een afsluitplaat 28.
In de tunnelbekisting zoals getoond in fig. 3, zijn leidingen 16, 17, 18, 25, voorzien. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld elektrici teitsdraden en dergelijke worden gevoerd. De leiding 16 is met één uiteinde verbonden met een koppeldoos 19, die in hoofdzaak aansluit op een koppeldoos die is voorzien in de tunnelbekisting ten behoeve van element B. In die koppeldoos is een leiding 17 verbonden, alsmede een leiding 18. De betreffende leidingen kunnen ten minste gedeeltelijk in de koppeldoos worden gevoerd.
Leiding 18 is tevens verbonden met een koppeldoos 20 die aan de bovenzijde (zoals getoond in fig. 3) is voorzien van een aansluitlei-ding 21. Wanneer het uithardbare materiaal wordt gestort, kan de aan-sluitleiding 21 ten minste gedeeltelijk uit het uithardbare materiaal steken, waardoor toegang vanaf die zijde tot de koppeldoos 20 mogelijk is.
Hoewel hiervoor de leidingen 16, 17, 18, 25 en de verschillende aangesloten onderdelen zijn beschreven als leidingen ten behoeve van elektriciteitsdraden, kunnen deze leidingen op overeenkomstige wijze dienst doen als leidingen voor verwarmingswater, of voor tapwater, etc. Ook kunnen leidingen ten behoeve van telefoonaansluitingen worden voorzien.
In fig. 3 is het hoogteverschil tussen de bovenzijde van de buitenste wanddelen 7, 8, en de hoogte van het tunneldek 4 aangeduid met H. Dit is de maximale hoogte van de te vormen vloer.
Leiding 16 is met het van de koppeldoos 19 afgekeerde uiteinde verbonden met een wandcontactdoos 22. Voorts is een wandcontactdoos 23 voorzien die door middel van de leiding 25 is verbonden met een aansluiting 24. Na het kantelen van het element A zal de aansluiting 24 aan de bovenzijde van de wand van het element Ά zijn gelegen. Een op dit element te plaatsen plafondelement kan een aansluiting of koppeling voor het vervaardigen van de verbinding met de leiding 2 5 omvatten.
Ook is op schematische wijze een krimpinrichting 26 getoond die, na uitharding van het uithardbare materiaal, de tunnelbekisting kan doen krimpen, zoals in de techniek algemeen bekend is, om de tun-nelbekisting te kunnen verwijderen.
In elk geval zal in de praktijk een ontkoppeling van de wanden 2, 3, met de afsluitdelen 6, respectievelijk 5, zijn voorzien, om de tunnelbekisting eenvoudig losneembaar te kunnen maken. Ook zullen de buitenste wanddelen 7, 8, losneembaar zijn van de afsluitdelen 6, respectievelijk 5.
Fig. 4 toont een bovenaanzicht van een deel van de vloer van het element A en B, ter plaatse van de koppeldoos 19.
In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de beide elementen A en B op afstand van elkaar gelegen. Vanwege de koppeldoos 19 is in de vloerdelen van de elementen A, B, een uitsparing gevormd. Hierin steken de leidingen 16, 17, 18, uit.
In de figuren 5 en 6 is een zijaanzicht getoond van het de-tailaanzicht volgens fig. 4. In de fig. 5 is een positionering van de elementen A, B, tegen elkaar getoond in een eerste stap, zoals die bij het positioneren van de woningelementen op de bouwplaats, bijvoorbeeld op een fundering, wordt verkregen. Vervolgens kunnen de beide leidingen 16, 18, met elkaar worden verbonden door middel van een koppeling 29. Deze koppeling 29 heeft de vorm van een mof, maar kan in de praktijk elke gewenste koppeling zijn.
Wanneer de koppeling is voorzien, kan de uitsparing die in het vloerdeel is gevormd vanwege de koppeldoos 19, worden gevuld met een uithardbaar materiaal. Dat is echter niet noodzakelijk. Eventueel kan een voorgevormde vulling in de opening 30 worden aangebracht, welke een hoogte heeft die na positionering ervan evenwijdig loopt aan het vloeroppervlak van de elementen A en B.
Uit de figuren 5 en 6, in combinatie met fig. 3, is duidelijk af te leiden dat de koppeldozen aan de naar de bekisting toe en naar elkaar toe gerichte zijde open zijn terwijl de overige zijden afgesloten zijn.
De uitvinding is niet beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren getoonde uitvoeringsvorm. Een deskundige is eenvoudig in staat om equivalente uitvoeringsvormen toe te passen.
Bijvoorbeeld kan als uithardbaar materiaal gebruik worden gemaakt van elke soort beton die momenteel in de bouw, met name van woningen en gebouwen, wordt toegepast. Echter, in het bijzonder wordt de voorkeur gegeven aan zelfverdichtend beton.
Bij voorkeur worden de woningelementen voorzien van een vloer 35, 38 met aan de onderzijde gelegen uitsparingen 39, bijvoorbeeld een ribbenvloer 35, 38 (zie fig. 7) . De begane grondvloer 35 kan in de uitsparingen isolatiemateriaal 36 omvatten. Een verdiepingvloer 38 kan in de uitsparingen kanaal- en leidingwerk 40 omvatten. Een afzonderlijke betonplaat kan als zichtbare plafondplaat 37 onder de verdiepingvloer worden aangebracht om een vlak en esthetisch aantrekkelijk uiterlijk te verschaffen.
De woningelementen worden in het algemeen elk afzonderlijk in een fabriek afgewerkt, dat wil zeggen voorzien van eventuele tussenwanden 32, plafond 38, 37, wandafwerking (zoals tegels, behang; niet getoond) et cetera. Op de bouwplaats zullen de aldus afgewerkte woningelementen worden geplaatst en onderling worden gekoppeld. Deze koppeling kan plaatsvinden door middel van in de vloer en het plafond aan te brengen en met elkaar te verbinden lasplaatjes. Hierdoor ontstaat één constructieve schijf.
Claims (10)
1. Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement (A, B, C) , omvattende de stappen van: - het verschaffen van een bekisting (1) voor een woningelement (A, B, C) , met bekistingdelen (2, 3, 4, 5, 6, 7, 8) en een afsluitplaat (27; 28); - het in de bekisting (1) aanbrengen van leidingen (16, 17, 18) ; en - het in de bekisting (1) gieten van een uithardbaar materiaal, met het kenmerk, dat de werkwijze tevens de stap omvat van het tegen een bekistingdeel (2, 3, 4, 5, 6, 7, 8) en een afsluitplaat (27; 28) plaatsen van een koppeldoos (19) en het aan de koppeldoos (19) koppelen van een leiding (16, 17, 18) .
2. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende de stap van het ten minste gedeeltelijk in de koppeldoos voeren van de leiding.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende de stap van het met een open zijde tegen een bekistingdeel (2, 3, 4, 5, 6, 7, 8) en een afsluitplaat (27; 28) plaatsen van de koppeldoos (19).
4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, voor het vervaardigen van twee aanliggend te plaatsen woningelementen (A, B, C), omvattende de stappen van: - het verschaffen van bekistingen (1) voor elk woningelement (A, B, C) , met bekistingdelen (2, 3, 4, 5, 6, 7, 8) en een afsluitplaat (27; 28); - het in de bekistingen (1) aanbrengen van leidingen (16, 17, 18); en - het in de bekistingen (1) gieten van een uithardbaar materiaal, en waarbij de werkwijze tevens de stap omvat van het tegen een bekistingdeel en een respectievelijke afsluitplaat (27; 28) plaatsen van de koppeldozen (19) en het aan de koppeldozen (19) koppelen van een leiding (16, 17, 18), met dien verstande dat koppeldozen (19) van aanliggend te plaatsen woningelementen (A, B, C) respectievelijk onderling aansluitend zijn gepositioneerd.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de leiding (16, 17, 18) is gekozen uit een leiding voor elektriciteitsdraden, voor verwarmingswater, voor tapwater, of voor telefoonaansluitingen .
6. Woningelement (A, B, C) , verkregen met een werkwijze volgens een der conclusies 1-5, omvattende een tegen een zijde van het woningelement (A, B, C) gepositioneerde koppeldoos (19).
7. Werkwijze voor het vervaardigen van een woning uit woningelementen (A, B, C) volgens conclusie 6, waarbij deze de stap omvat van het tegen elkaar positioneren van twee woningelementen en het koppelen van in onderling aansluitend gepositioneerde koppeldozen (19) voorziene leidingen (16, 17, 18).
8. Woning verkregen met een werkwijze volgens conclusie 7, omvattende twee aansluitende koppeldozen (19) in tegen elkaar gepositioneerde woningelementen (A, B, C).
9. Koppeldoos (19), voor toepassing in een werkwijze volgens een der conclusies 1-5, omvattende een voorziening voor het daar doorheen voeren van een leiding (16, 17, 18).
10. Samenstel van ten minste een koppeldoos (19) volgens conclusie 9 en een koppeling (29) voor het koppelen van zich in de koppeldozen (19) bevindende leidingen (16, 17, 18) .
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1037624A NL1037624C2 (nl) | 2008-07-16 | 2010-01-15 | Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement, een woningelement verkregen met een dergelijke werkwijze, werkwijze voor het vervaardigen van een woning en de daarmee verkregen woning, een koppeldoos en een samenstel van een koppeldoos met een koppelstuk. |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2001814A NL2001814C2 (nl) | 2008-07-16 | 2008-07-16 | Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement en een met die werkwijze vervaardigd woningelement. |
NL2001814 | 2008-07-16 | ||
NL1037624A NL1037624C2 (nl) | 2008-07-16 | 2010-01-15 | Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement, een woningelement verkregen met een dergelijke werkwijze, werkwijze voor het vervaardigen van een woning en de daarmee verkregen woning, een koppeldoos en een samenstel van een koppeldoos met een koppelstuk. |
NL1037624 | 2010-01-15 |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1037624A true NL1037624A (nl) | 2010-03-09 |
NL1037624C2 NL1037624C2 (nl) | 2010-09-21 |
Family
ID=40386201
Family Applications (2)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2001814A NL2001814C2 (nl) | 2008-07-16 | 2008-07-16 | Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement en een met die werkwijze vervaardigd woningelement. |
NL1037624A NL1037624C2 (nl) | 2008-07-16 | 2010-01-15 | Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement, een woningelement verkregen met een dergelijke werkwijze, werkwijze voor het vervaardigen van een woning en de daarmee verkregen woning, een koppeldoos en een samenstel van een koppeldoos met een koppelstuk. |
Family Applications Before (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2001814A NL2001814C2 (nl) | 2008-07-16 | 2008-07-16 | Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement en een met die werkwijze vervaardigd woningelement. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (2) | NL2001814C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2011152728A1 (en) | 2010-06-03 | 2011-12-08 | Laetitia Holding B.V. | Method to fabricate a building by installing prefabricated elements |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL7810411A (nl) * | 1978-10-17 | 1980-04-21 | Ballast Nedam Groep Nv | Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen wand en steuninrichting voor het uitvoeren van die werkwij- ze. |
US4457116A (en) * | 1980-06-12 | 1984-07-03 | Kump Ernest J | Space module |
EP0751262A1 (de) * | 1995-06-30 | 1997-01-02 | Ralf Sebald | Wandelement für Hochbauten und Verfahren zu seiner Herstellung |
DE19963046A1 (de) * | 1999-12-24 | 2001-06-28 | Gaswaerme Inst E V | Bausatz zum Herstellen von mindestens einem Versorgungsleitungssystem in einem Bauwerk |
EP1662071A2 (de) * | 2004-11-26 | 2006-05-31 | Alfredo Montinaro | Verfahren und Einlegekasten zum Verlegen von Rohren oder Leitungen in einer Gebäudedecke |
DE102006053721A1 (de) * | 2006-11-15 | 2008-05-21 | Veit Dennert Kg Baustoffbetriebe | Industriell vorgefertigtes Gebäudeelement und Formvorrichtung zu dessen Herstellung |
EP1923185A1 (de) * | 2006-11-15 | 2008-05-21 | Ratec Maschinenentwicklungs- und Verwaltungs-GmbH | Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung eines einstückigen Fertigteils aus Beton |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3853452A (en) * | 1972-05-22 | 1974-12-10 | E Delmonte | Molding machine |
GB1456645A (en) * | 1972-12-15 | 1976-11-24 | Moreno Nieves F | Constructing buildings using prefabricated parts |
GB1517962A (en) * | 1975-06-06 | 1978-07-19 | Primus I | Method of moulding a concrete accommodation module |
US4890999A (en) * | 1988-12-20 | 1990-01-02 | Del Monte Ernest J | Molding machine |
US5081805A (en) * | 1989-08-23 | 1992-01-21 | Jazzar M Omar A | Precast concrete building units and method of manufacture thereof |
BE1003521A3 (nl) * | 1989-10-13 | 1992-04-14 | Olivier Betonfab | Geprefabriceerd kelderelement. |
CA2144938C (en) * | 1995-03-17 | 2007-05-29 | William Teron | Method of manufacturing building modules and structures formed thereby |
-
2008
- 2008-07-16 NL NL2001814A patent/NL2001814C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2010
- 2010-01-15 NL NL1037624A patent/NL1037624C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL7810411A (nl) * | 1978-10-17 | 1980-04-21 | Ballast Nedam Groep Nv | Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen wand en steuninrichting voor het uitvoeren van die werkwij- ze. |
US4457116A (en) * | 1980-06-12 | 1984-07-03 | Kump Ernest J | Space module |
EP0751262A1 (de) * | 1995-06-30 | 1997-01-02 | Ralf Sebald | Wandelement für Hochbauten und Verfahren zu seiner Herstellung |
DE19963046A1 (de) * | 1999-12-24 | 2001-06-28 | Gaswaerme Inst E V | Bausatz zum Herstellen von mindestens einem Versorgungsleitungssystem in einem Bauwerk |
EP1662071A2 (de) * | 2004-11-26 | 2006-05-31 | Alfredo Montinaro | Verfahren und Einlegekasten zum Verlegen von Rohren oder Leitungen in einer Gebäudedecke |
DE102006053721A1 (de) * | 2006-11-15 | 2008-05-21 | Veit Dennert Kg Baustoffbetriebe | Industriell vorgefertigtes Gebäudeelement und Formvorrichtung zu dessen Herstellung |
EP1923185A1 (de) * | 2006-11-15 | 2008-05-21 | Ratec Maschinenentwicklungs- und Verwaltungs-GmbH | Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung eines einstückigen Fertigteils aus Beton |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2011152728A1 (en) | 2010-06-03 | 2011-12-08 | Laetitia Holding B.V. | Method to fabricate a building by installing prefabricated elements |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL2001814C2 (nl) | 2010-01-22 |
NL1037624C2 (nl) | 2010-09-21 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US8297002B2 (en) | Constructive system | |
US4320606A (en) | Reinforced concrete panels and building constructed therewith | |
US5997792A (en) | Apparatus and process for casting large concrete boxes | |
US4856244A (en) | Tilt-wall concrete panel and method of fabricating buildings therewith | |
US6536168B1 (en) | Apparatus and methods for moldable and customizable structures | |
US20160040443A1 (en) | Modular Building System | |
EP1992750A1 (en) | Prefabricated reinforced-concrete single-family dwelling and method for erecting said dwelling | |
US4065905A (en) | Prefabricated building sections or room units and methods for the manufacture of such sections or units | |
MX2013003931A (es) | Sistema de construccion modular. | |
CN105544798B (zh) | 一种装配式空心板剪力墙结构及其施工方法 | |
US20070130841A1 (en) | Construction module system and method | |
KR101798537B1 (ko) | 레고형 pc하우스 시공방법 및 그에 따른 장치 | |
US4676035A (en) | Reinforced concrete panels with improved welded joint | |
CN107386427A (zh) | 预制装配构件、装配式电气预埋构件及电气布设方法 | |
ES2333636B1 (es) | Modulo semirresistente prefabricado para construccion y procedimientode montaje en obra del mismo. | |
US20160305123A1 (en) | Integral arquitectural modular house assembly and fabrication system with interconnecting universal walls and universal connectors and universal roof pieces | |
NL1037624C2 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een woningelement, een woningelement verkregen met een dergelijke werkwijze, werkwijze voor het vervaardigen van een woning en de daarmee verkregen woning, een koppeldoos en een samenstel van een koppeldoos met een koppelstuk. | |
US3402515A (en) | Folding multi-storeyed buildings | |
CN110145033A (zh) | 装配式组合房屋结构 | |
US9556629B2 (en) | Precast concrete module which can be adapted internally to multiple uses | |
EA022938B1 (ru) | Система одноразовых форм, применяемая для создания модульной опалубки при возведении бетонных стен сложной формы | |
GB2428434A (en) | Modular floor units | |
US20070234660A1 (en) | Block construction system | |
WO2007145633A1 (en) | Affordable, modular concrete homes, condominiums, and apartments | |
CA3211455A1 (en) | Method and arrangement for constructing and interconnecting prefabricated building modules |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20140201 |
|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20150801 |