NL1037579C2 - Antihevelklep en werkwijze voor het aanpassen van een vloeistofpomp. - Google Patents

Antihevelklep en werkwijze voor het aanpassen van een vloeistofpomp. Download PDF

Info

Publication number
NL1037579C2
NL1037579C2 NL1037579A NL1037579A NL1037579C2 NL 1037579 C2 NL1037579 C2 NL 1037579C2 NL 1037579 A NL1037579 A NL 1037579A NL 1037579 A NL1037579 A NL 1037579A NL 1037579 C2 NL1037579 C2 NL 1037579C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
valve
siphon
flow channel
adjusting
valve according
Prior art date
Application number
NL1037579A
Other languages
English (en)
Inventor
Berend Jan Broekhuizen
Gerrit Ziel
Original Assignee
G Van Der Ziel Vastgoed B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by G Van Der Ziel Vastgoed B V filed Critical G Van Der Ziel Vastgoed B V
Priority to NL1037579A priority Critical patent/NL1037579C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1037579C2 publication Critical patent/NL1037579C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K17/00Safety valves; Equalising valves, e.g. pressure relief valves
    • F16K17/18Safety valves; Equalising valves, e.g. pressure relief valves opening on surplus pressure on either side

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Check Valves (AREA)

Description

v- «,
Korte aanduiding: Antihevelklep en werkwijze voor het aanpassen van een vloeistofpomp
BESCHRIJVING
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een antihevelklep.
Een bekende antihevelklep wordt bijvoorbeeld toegepast tussen een opslagreservoir en een vulpistool van een brandstofpomp van een benzinestation. In rust spant een veer een afsluiter tegen een klepzitting van een terugslagklep en is de terugslagklep gesloten. Wanneer de brandstofpomp met het 10 vulpistool door een gebruiker in werking wordt gesteld, legt de pompinstallatie aan de uitlaatzijde van het stroomkanaal een onderdruk aan, waardoor tussen inlaatzijde en uitlaatzijde van de antihevelklep een drukverschil wordt aangelegd. Als gevolg daarvan wordt de afsluiter van de terugslagklep tegen de werking van de veer van het stroomkanaal in de klepbuis van de klepzitting weg gedreven en stroomt een 15 brandstofstroom door de antihevelklep via de uitlaat en het vulpistool in een brandstoftank van een voertuig. Wanneer de brandstofpomp door de gebruiker wordt uitgeschakeld valt de onderdruk aan de uitlaatzijde van de antihevelklep weg en wordt de afsluiter door de veer tegen de klepzitting gedreven, zodat het stoomkanaal door de terugslagklep is afgesloten.
20 Een nadeel van de bekende antihevelklep is dat na het uitschakelen van de pompmiddelen en het afsluiten van het stroomkanaal een (te) hoge druk aan de uitlaatzijde van het klephuis kan ontstaan en/of heersen, waardoor brandstof uit het pistool in het milieu kan lekken. Dit risico wordt verhoogd wanneer vloeistof tussen de antihevelklep en het vulpistool, bijvoorbeeld door de zon, wordt verwarmd, 25 waardoor de druk van die vloeistof toeneemt.
De onderhavige uitvinding beoogt daarom een antihevelklep volgens de inleiding te verschaffen, die minder vatbaar is voor lekkage van fluïdum naar het milieu dan de bekende antihevelklep. Dit doel wordt door de onderhavige uitvinding bereikt door een antihevelklep omvattende een klephuis met een zich van 30 een inlaat naar een uitlaat uitstrekkend stroomkanaal en een zich onder een hoek ten opzichte van het stroomkanaal uitstrekkende klepbuis waarin een afsluiter van een terugslagklep van en naar een klepzitting in het stroomkanaal beweegbaar is en door voorspanmiddelen zodanig in de richting van de klepzitting is voorgespannen, dat de terugslagklep bij overschrijding van een bepaalde overdruk aan de inlaatzijde 1 03 7 5 79 .
2 ten opzichte van de uitlaatzijde van het stroomkanaal wordt geopend en bij het onderschrijden van de bepaalde overdruk wordt gesloten, en waarbij een verdere terugslagklep met een verdere afsluiter is voorzien, die bij overschrijding van een verdere bepaalde overdruk aan de uitlaatzijde ten opzichte van de inlaatzijde van 5 het stroomkanaal wordt geopend en bij het onderschrijden van de verdere bepaalde overdruk wordt gesloten. Wanneer nu na het uitschakelen van de pompinstallatie en het in de afsluitende toestand terugkeren van de afsluiter een overdruk aan te uitlaatzijde heerst die groter is dan de verdere bepaalde overdruk, zal de verdere terugslagklep opengaan tot het drukverschil tussen weerszijden van de verdere 10 terugslagklep, en daarmee tussen de uitlaatzijde en de inlaatzijde van het stroomkanaal, lager is dan de verdere bepaalde overdruk. Brandstof stroomt in dat geval door de verdere terugslagklep van de uitlaatzijde van het stroomkanaal terug richting de inlaatzijde van het stroomkanaal, ofwel richting het brandstofreservoir. Door vermindering van de overdruk aan de uitlaatzijde is het risico van lekkage 15 verminderd en is het doel van de onderhavige uitvinding bereikt. Ook wanneer de druk aan de uitlaatzijde van de antihevelklep, bijvoorbeeld doordat de vloeistof aldaar wordt verwarmd door zonneschijn, kan de verdere terugslagklep weer opengaan als daardoor de overdruk de verdere bepaalde waarde weer overschrijdt. Op deze wijze wordt de druk beperkt.
20 Hoewel de verdere afsluiter van de verdere terugslagklep een afzonderlijk element van de antihevelklep kan omvatten heeft het de voorkeur dat de verdere terugslagklep in de terugslagklep is geïntegreerd, en verder bij voorkeur in de afsluiter van de terugslagklep. Hierdoor is een relatief compacte inrichting mogelijk. Verder biedt dit de mogelijkheid een terugslagklep, of althans diens 25 afsluiter, van een bestaande inrichting te vervangen door een terugslagklep, of althans afsluiter, met geïntegreerde verdere terugslagklep, zonder dat de inrichting hiervoor verder hoeft te worden aangepast.
Een voordelige uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding kan worden bereikt, wanneer zich in de afsluiter een kanaal bevindt, dat zich bij 30 toepassing althans ten minste in hoofdzaak parallel aan de langsas van de klepbuis een terugstroomkanaal uitstrekt en waarin de verdere terugslagklep is gelegen. Hierdoor kan een fluïdum dat door de verdere terugslagklep stroomt, eenvoudig naar de inlaatzijde van de antihevelklep worden teruggevoerd.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding 3 is de hoek tussen enerzijds het stroomkanaal aan de kant van de inlaat en anderzijds de klepbuis gelegen tussen 90 en 180 graden. De hoek is verder bij voorkeur groter dan 120 graden en/of kleiner dan 150 graden. Door de stompe hoek ligt de klepbuis en daarmee de verplaatsingsrichting van de afsluiter, althans ten 5 minste enigszins in lijn met de stromingsrichting van de vloeistof, waardoor de afsluiter relatief nauwkeurig reageert op een overdruk aan de inlaatzijde van het stroomkanaal in vergelijking met een terugslagklep met een haakse of zelfs scherpe hoek.
Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige 10 uitvinding zijn in het stroomkanaal afbuigmiddelen voorzien voor het althans ten minste enigszins in een richting parallel aan de verplaatsingsrichting van de afsluiter afbuigen van een vloeistofstroom door het stroomkanaal. Dit heeft hetzelfde effect op de nauwkeurigheid van de reactie van de afsluiter. Door deze maatregel te combineren met de maatregel uit de vorige paragraaf kan een in hoofdzaak parallel 15 aan de verplaatsingsrichting van de afsluiter gerichte stromingsrichting worden verkregen.
Een terugslagklep waarbij de bewegingsrichting van de afsluiter vanuit de afsluitende toestand naar een geopende toestand van de afsluiter ontleedbaar is in een component haaks op dr stromingsrichting en een component in 20 de richting van de stromingsrichting reageert beter op drukverschillen tussen de inlaatzijde en de uitlaatzijde dan een vergelijkbare terugslagklep waarbij de bewegingsrichting van de afsluiter haaks is georiënteerd ten opzichte van de stromingsrichting. Een dergelijke terugslagklep
Een eenvoudige verdere afsluiter wordt verkregen, wanneer de 25 verdere afsluiter is gevormd door een kogel die door een spiraalveer tegen een zitting wordt voorgespannen.
Een antihevelklep met instelmiddelen die zijn voorzien voor het instellen van de bepaalde overdruk is geschikt voor verschillende installaties met verschillende werkzame drukken. Aldus kan een bepaalde antihevelklep voor 30 verschillende installatie worden toegepast.
Het heeft daarbij de voorkeur dat de instelmiddelen zijn ingericht voor het instellen van de bepaalde druk tussen 0,25 en 4,0 meter waterkolom. Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de instelmiddelen ingericht voor het instellen van de bepaalde druk vanaf 0,5 meter waterkolom. Ook verder bij voorkeur 4 zijn de instelmiddelen ingericht voor het instellen van de bepaalde druk tot maximaal 2,0 meter waterkolom. Genoemde bereiken beslaan een belangrijk gebied voor toepassing bij vloeistofleidingen, bijvoorbeeld bij een brandstofpomp bij een tankstation voor brandstof voor voertuigen, waarbij dergelijke drukverschillen 5 worden toegepast.
Het heeft daarbij de voorkeur dat de klepbuis een losneembare koppeling omvat voor het bereikbaar maken van instelmiddelen. Aldus kan de instelling van de terugslagklep eenvoudig worden versteld door het losnemen van de losneembare koppeling, het verstellen van de instelmiddelen en het vervolgens weer 10 afsluiten van de losneembare afsluiting. De antihevelklep zelf hoeft hiervoor niet te worden ontkoppeld.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvatten de instelmiddelen een instelbare aanslag voor de afsluiter. Door de aanslag in de richting van de klepzitting te verplaatsen, wordt de voorspanning van 15 de voorspanmiddelen verhoogd en wordt de bepaalde druk die moet worden overwonnen voor het openen van de terugslagklep eveneens verhoogd.
Een eenvoudige uitvoeringsvorm van een dergelijke inrichting wordt bereikt wanneer de instelmiddelen voor de instelbare aanslag een borgschroef omvatten, waarvan het schroefdraad aangrijpt op inwendig schroefdraad van de 20 klepbuis. Aldus kan de instelbare aanslag door het verdraaien van de borgschroef worden ingesteld.
Het heeft tevens de voorkeur dat verdere middelen zijn voorzien voor het instellen van de verdere bepaalde overdruk. Dit verschaft de mogelijkheid ook de verdere bepaalde druk aan te passen aan de vereisten van een inrichting 25 waarin de antihevelklep wordt toegepast, waardoor de antihevelklep voor verschillende typen inrichtingen geschikt is.
Een eenvoudige uitvoeringsvorm is bereikt met een antihevelklep waarbij de instelmiddelen een stelschroef omvatten voor het instellen van de voorspanmiddelen voor de verdere afsluiter.
30 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is de afsluiter champignonvormig, waarbij het bolvormige oppervlak van de hoed van de champignonvormige afsluiter samenwerkt met de klepzitting. Een dergelijke afsluiter kan met een klepzitting samenwerken als een afsluiter in de vorm van een kogel. De steel van champignonvormige afsluiter kan in een klepgeleider worden 5 geleid voor het, ook bij het heen en weer bewegen van de afsluiter, handhaven van de oriëntatie van het boorvormig oppervlak. De hoed van de champignonvormige afsluiter heeft bij een voordelige uitvoeringsvorm het uiterlijk van een halve kogel, zodat die met een klepzitting kan samenwerken als zijnde een kogel. De steel van 5 de champignonvormige afsluiter kan worden toegepast voor het opnemen van een terugstroomkanaal met een verdere terugslagklep, zoals eerder is besproken.
Het heeft de voorkeur dat een spiraalveer om de steel van een champignonvormige afsluiter is voorzien, die aan één uiteinde afsteunt tegen het van het bolvormig oppervlak afgekeerde platte deel van de hoed en aan het ander 10 uiteinde afsteunt tegen een vaste aanslag binnen de klepbuis. De spiraalveer maakt aldus aan beide uiteinden goed contact met de betreffende aanslagvlakken en de binnenomtrek van de spiraalveer kan worden gebruikt voor het geleiden van het steelvormig deel van de champignonvormige afsluiter.
Indien de afsluiter is vervaardigd van kunststof, bij voorkeur een 15 thermoplast of een andere elastisch vervormbare kunststof, kan een goede afsluiting worden gerealiseerd door samenwerking met de klepzitting, die bij voorkeur uit metaal is vervaardigd.
Volgens een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het aanpassen van een fluïdumpomp omvattende 20 het verwijderen van een klephuis met terugslagklep en het terugplaatsen van een antihevelklep volgens het eerste aspect van de uitvinding. Een dergelijke werkwijze maakt het mogelijk een pompinstallatie met een terugslagklep zodanig aan te passen, dat een overdruk aan de stroomafwaartse zijde van een terugslagklep kan worden opgeheven. Dit kan bijvoorbeeld gewenst zijn bij een pompinstallatie voor 25 brandstof, zoals bij een benzinestation of voor het tegengaan van ongewenste waterslag, bijvoorbeeld bij huishoudelijke wasmachines of bij industriële installaties..
De onderhavige uitvinding zal hiernavolgend worden toegelicht aan de hand van een voorbeelduitvoeringsvorm en onder verwijzing naar de bijgevoegde figuren, waarin: 30 Figuur 1 een zijaanzicht toont van een antihevelklep volgens de onderhavige uitvinding;
Figuur 2 een langsdoorsnede-aanzicht toont van een antihevelklep volgens de onderhavige uitvinding met gesloten terugslagklep en gesloten verder terugslagklep ; 6
Figuur 3 een langsdoorsnede-aanzicht toont van de antihevelklep uit figuur 1 met geopende terugslagklep en gesloten verdere terugslagklep; en
Figuur 4 een langsdoorsnede-aanzicht toont van de antihevelklep uit figuur 1 met gesloten terugslagklep en geopende verdere terugslagklep .
5 Nu kijkend naar figuur 1 wordt een zijaanzicht getoond van een antihevelklep 1 volgens de onderhavige uitvinding met een koppelstuk 2 voor een toevoerleiding en een koppelstuk 3 voor een afvoerleiding voor dum en een koppelstuk 4 voor een klepbuis 5 die is afgesloten met een dop 6. Tussen koppelstuk 2 en koppelstuk 3 bevindt zich een stroomkanaal 7 en takt zich een 10 aftakking 8 af. Met pijl P is de stromingsrichting van inlaatzijde naar uitlaatzijde getoond.
Nu kijkend naar figuur 2 wordt een langsdoorsnede-aanzicht getoond van de antihevelklep 1 uit figuur 1, waarin dezelfde onderdelen met hetzelfde verwijzingscijfer zijn aangeduid. In stroomkanaal 7 bevindt zich een 15 klepzitting 9 waartegen door middel van spiraalveer 11 de kop van een thermoplastische afsluiter 10 wordt gedrukt. In afsluiter 10 bevindt zich een terugstroomkanaal 12 met een verjonging 13 als klepzitting voor een kogel 14 die door een spiraalveer 15, die samenwerkt met stelschroef 16, op zijn plaats wordt gehouden. Tussen klepbuis 5 en koppelstuk 4 respectievelijk dop 6 bevinden zich 20 afdichtringen 17, 18. Verder is in klepbuis 5 een geleidingsbus 19 en een borg schroef 20 voorzien.
Nu kijkend naar figuren 3 en 4 wordt wederom de antihevelklep 1 uit figuur 1 getoond, waarbij weer dezelfde verwijzingscijfers zijn gebruikt voor dezelfde onderdelen. In figuur 3 heerst aan de inlaatzijde van de antihevelklep 1 een 25 overdruk ten opzichte van de uitlaatzijde van de antihevelklep 1. Aldus stroomt vloeistof door stroomkanaal 7, zoals weergegeven door middel van de pijlen. In figuur 4 is het drukverschil tussen de inlaatzijde en de uitlaatzijde teruggebracht tot beneden de drempelwaarde en is er geen vloeistofstroom door stroomkanaal 7, maar heerst een overdruk aan de uitlaatzijde van antihevelklep 1 ten opzichte van 30 de inlaatzijde van antihevelklep 1. In deze toestand stroomt vloeistof volgens de pijlen door terugstroomkanaal 12 terug naar de inlaatzijde van antihevelklep 1.
Hiernavolgend wordt de werking van antihevelklep 1 meer in detail beschreven onder verwijzing naar figuren 2, 3 en 4.
In figuur 2 bevindt antihevelklep 1 zich in de zogenaamde ‘J •, 7 rusttoestand, waarin noch een vloeistofstroom van de inlaatzijde naar de uitlaatzijde van antihevelklep 1, noch vloeistofstroom van de uitlaatzijde naar de inlaatzijde van antihevelklep 1 mogelijk is. Koppelstuk 2 kan bijvoorbeeld zijn aangesloten op een brandstofreservoir van een benzinepomp en koppelstuk 3 kan zijn verbonden met 5 een vulpistool (niet getoond) van de benzinepomp. Afsluiter 10 ligt aan tegen klepzitting 9 en sluit zodoende stroomkanaal 7 af. Daartoe bevindt zich in klepbuis 5 een spiraalveer 11 die is gespannen tussen enerzijds een aanslagoppervlak 21 aan de achterzijde van de kop van de afsluiter 10 en een cilindervormige aanslagrand in het uiteinde van geleidingsbus 19. Kogel 14 wordt tegen de 10 verjonging 13 van terugstroomkanaal 12 gehouden door een spiraalveer 15 die met het tegenovergelegen uiteinde afsteunt tegen stelschroef 16.
Wanneer nu, bijvoorbeeld door bediening van het niet getoond vulpistool een onderdruk wordt aangelegd aan de uitlaatzijde van antihevelklep 1, zal op enig moment het drukverschil tussen de uitlaatzijde en de inlaatzijde van 15 stroomkanaal 7 groot genoeg zijn om afsluiter 10 tegen de werking van spiraalveer 11 in terug te drijven in klepbuis 5, waardoor een doorstroomopening ontstaat van de inlaatzijde naar de uitlaatzijde van stroomkanaal 7. Afsluiter 10 is, zoals is te zien in figuur 3, teruggedreven in geleidingsbus 19. Omdat aan de uitlaatzijde van stroomkanaal 7 een onderdruk heerst, is de druk van vloeistof die aanwezig is in 20 klepbuis 5 in ieder geval niet hoger dan de druk aan de inlaatzijde van stroomkanaal 7. Aldus blijft kogel 14 in terugstroomkanaal 12 tegen de verjonging 13 gedrukt. In figuur 3 is de stromingsrichting van de vloeistof door middel van pijlen weergegeven.
Wanneer nu het vulpistool van de benzinepomp wordt bediend voor het opheffen van een benzinestroom, bijvoorbeeld door de bedieningshendel los te 25 laten, wordt de onderdruk aan de uitlaatzijde van stroomkanaal 7 opgeheven, maar zal door de traagheid van de vloeistof die aan de inlaatzijde in stroomkanaal 7 stroomt, afsluiter 10 zich niet direct naar de rusttoestand uit figuur 2 begeven. Ook de reactiesnelheid van de door de spiraalveer 11 voorgespannen afsluiter heeft tot gevolg dat stroomkanaal 7 niet direct door afsluiter 10 wordt afgesloten. Hierdoor is 30 het mogelijk dat aan de uitlaatzijde van stroomkanaal 7 een overdruk wordt opgebouwd ten opzichte van de inlaatzijde van het stroomkanaal 7 voordat de afsluiter 10 stroomkanaal 7 afsluit. Bij een overdruk aan de uitlaatzijde van stroomkanaal 7 zal afsluiter 10 nog steviger op zijn plaats worden gehouden dan bij een toestand van drukevenwicht tussen de inlaatzijde en de uitlaatzijde van •t? *1 8 stroomkanaal 7. Bij een pompstation leidt dit ertoe dat tussen antihevelklep 1 en het vulpistool een overdruk heerst, ofwel dat de druk bij het vulpistool zodanig is dat dat lekkage van brandstof in het milieu tot gevolg kan hebben. Om dit tegen te gaan is in antihevelklep 1 volgens de onderhavige uitvinding een tweede terugslagklep 5 voorzien, waarvan de werking hierna onder verwijzing naar figuur 4 wordt beschreven.
Overdruk aan de uitlaatzijde van stroomkanaal 7 ten opzichte van de inlaatzijde leidt ertoe dat de vloeistof in klepbuis 5, die immers in communicerende verbinding staat met de uitlaatzijde van stroomkanaal 7, druk 10 uitoefent op kogel 14. Wanneer de druk die de vloeistof in het verjongd deel van terugstroomkanaal 12 op kogel 14 uitoefent groter is dan een ingestelde drempelwaarde, met andere woorden, de druk die door spiraalveer 15 op kogel 14 wordt uitgeoefend, wordt kogel 14 tegen de voorspanning van spiraalveer 15 in het terugstroomkanaal 12 in de richting van stroomkanaal 7 gedreven, waardoor 15 vloeistof tussen kogel 14 en verjonging 13 in het brede deel van het terugstroomkanaal en vervolgens naar de inlaatzijde van stroomkanaal 7 kan stromen. Hierdoor zal de druk aan de uitlaatzijde van stroomkanaal 7 en in de klepbuis 5 afnemen, waardoor kogel 14 door spiraalveer 15 wordt teruggedreven in de richting van verjonging 13. De spanning van spiraalveer 15 is zodanig ingesteld, 20 dat kogel 14 pas tegen verjonging 13 wordt gedreven, en aldus het terugstroomkanaal afsluit, wanneer de overdruk aan de uitlaatzijde van stroomkanaal 7 tot een acceptabel niveau is teruggebracht.
Aldus is een antihevelklep verschaft die, zoals beoogd door de onderhavige uitvinding, een kleiner risico heeft op lekkage als gevolg van overdruk 25 van vloeistof aan de uitlaatzijde van het stroomkanaal, ofwel bij het vulpistool van een benzinepomp.
De inrichting volgens onderhavige uitvinding is in de figuren en de hier bovenstaande beschrijving slechts beschreven aan de hand van een enkel uitvoeringsvoorbeeld van de antihevelklep. Het moge duidelijk zijn dat hierop vele, al 30 dan niet voor de vakman voor de hand liggende, varianten van uitvoeringsvormen en toepassingen mogelijk zijn binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding, die wordt bepaald door de hierna volgende conclusies. De antihevelklep volgens de uitvinding is ook toepasbaar bij mobiele brandstoftanks. Nog een voorbeeld van een alternatieve toepassing is het voorkomen van waterslag bij een 9 vloeistofleiding. Het is binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding ook mogelijk in het klephuis een tweede terugslagklep te voorzien die niet is geïntegreerd in de hoofdterugslagklep.
5 1037579

Claims (17)

1. Antihevelklep omvattende een klephuis met een zich van een inlaat naar een uitlaat uitstrekkend stroomkanaal en een zich onder een hoek ten opzichte 5 van het stroomkanaal uitstrekkende klepbuis waarin een afsluiter van een terugslagklep van en naar een klepzitting in het stroomkanaal beweegbaar is en door voorspanmiddelen zodanig in de richting van de klepzitting is voorgespannen, dat de terugslagklep bij overschrijding van een bepaalde overdruk aan de inlaatzijde ten opzichte van de uitlaatzijde van het stroomkanaal wordt geopend en bij het 10 onderschrijden van de bepaalde overdruk wordt gesloten, en waarbij een verdere terugslagklep met een verdere afsluiter is voorzien, die bij overschrijding van een verdere bepaalde overdruk aan de uitlaatzijde ten opzichte van de inlaatzijde van het stroomkanaal wordt geopend en bij het onderschrijden van de verdere bepaalde overdruk wordt gesloten.
2. Antihevelklep volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verdere terugslagklep in de terugslagklep is geïntegreerd.
3. Antihevelklep volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat zich in de afsluiter een kanaal bevindt, dat zich bij toepassing althans ten minste in hoofdzaak parallel aan de langsas van de klepbuis een terugstroomkanaal uitstrekt en waarin 20 de verdere terugslagklep is gelegen.
4. Antihevelklep volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het stroomkanaal afbuigmiddelen zijn voorzien voor het althans ten minste enigszins in een richting parallel aan de verplaatsingsrichting van de afsluiter afbuigen van een vloeistofstroom door het stroomkanaal
5. Antihevelklep volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoek tussen enerzijds het stroomkanaal aan de kant van de inlaat en anderzijds de klepbuis is gelegen tussen 90 en 180 graden
6. Antihevelklep volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verdere afsluiter is gevormd door een kogel die door een 30 spiraalveer tegen een zitting wordt voorgespannen.
7. Antihevelklep volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat instelmiddelen zijn voorzien voor het instellen van de bepaalde overdruk.
8. Antihevelklep volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de 1037579 instelmiddelen zijn ingericht voor het instellen van de bepaalde druk tussen 0,25 - 4,0 meter waterkolom.
9. Antihevelklep volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de klepbuis een losneembare koppeling omvat voor het bereikbaar maken van 5 instelmiddelen.
10. Antihevelklep volgens één of meer van de conclusies 7 tot en met 9, met het kenmerk, dat de instelmiddelen een instelbare aanslag voor de afsluiter omvatten.
11. Antihevelklep volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de 10 instelmiddelen voor de instelbare aanslag een borgschroef omvatten, waarvan het schroefdraad aangrijpt op inwendig schroefdraad van de klepbuis.
12. Antihevelklep volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat verdere instelmiddelen zijn voorzien voor het instellen van de verdere bepaalde overdruk.
13. Antihevelklep volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de instelmiddelen een stelschroef omvatten voor het instellen van de voorspanmiddelen voor de verdere afsluiter.
14. Antihevelklep volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afsluiter champignonvormig is, waarbij het bolvormig 20 oppervlak van de hoed van de champignonvormige afsluiter samenwerkt met de klepzitting.
15. Antihevelklep volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een spiraalveer om de steel van een champignonvormige afsluiter is voorzien, die aan één uiteinde afsteunt tegen het van het bolvormig 25 oppervlak afgekeerde platte deel van de hoed en aan het ander uiteinde afsteunt tegen een vaste aanslag binnen de klepbuis.
16. Antihevelklep volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afsluiter is vervaardigd van kunststof.
17. Werkwijze voor het aanpassen van een fluïdumpomp omvattende 30 het verwijderen van een klephuis met terugslagklep en het terugplaatsen van een antihevelklep volgens één of meer van de voorgaande conclusies. 1037579
NL1037579A 2009-12-22 2009-12-22 Antihevelklep en werkwijze voor het aanpassen van een vloeistofpomp. NL1037579C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037579A NL1037579C2 (nl) 2009-12-22 2009-12-22 Antihevelklep en werkwijze voor het aanpassen van een vloeistofpomp.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037579 2009-12-22
NL1037579A NL1037579C2 (nl) 2009-12-22 2009-12-22 Antihevelklep en werkwijze voor het aanpassen van een vloeistofpomp.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1037579C2 true NL1037579C2 (nl) 2011-06-23

Family

ID=42200902

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1037579A NL1037579C2 (nl) 2009-12-22 2009-12-22 Antihevelklep en werkwijze voor het aanpassen van een vloeistofpomp.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1037579C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1583834A (en) * 1922-06-06 1926-05-11 Herbert S Humphrey Check valve
US3127907A (en) * 1962-09-18 1964-04-07 Novak Stanley Two-way poppet valve
US3643684A (en) * 1970-03-16 1972-02-22 William L Moore Pressure control devices for pneumatic circuits
US6216729B1 (en) * 2000-05-08 2001-04-17 Parsons & Whittemore, Inc. Bidirectional check valve for hydraulic system
DE10020014A1 (de) * 2000-04-22 2001-10-25 M G Herl Armaturenfabrik Gmbh Absperrventil
WO2005106301A1 (fr) * 2004-04-23 2005-11-10 Eaton Clapet de contrôle de la pression gazeuse interne d'un réservoir

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1583834A (en) * 1922-06-06 1926-05-11 Herbert S Humphrey Check valve
US3127907A (en) * 1962-09-18 1964-04-07 Novak Stanley Two-way poppet valve
US3643684A (en) * 1970-03-16 1972-02-22 William L Moore Pressure control devices for pneumatic circuits
DE10020014A1 (de) * 2000-04-22 2001-10-25 M G Herl Armaturenfabrik Gmbh Absperrventil
US6216729B1 (en) * 2000-05-08 2001-04-17 Parsons & Whittemore, Inc. Bidirectional check valve for hydraulic system
WO2005106301A1 (fr) * 2004-04-23 2005-11-10 Eaton Clapet de contrôle de la pression gazeuse interne d'un réservoir

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101050873B1 (ko) 연료 시스템용 이중 체크 밸브
US7086388B2 (en) Combination valve for fuel system
JP2009520581A5 (nl)
WO2006126014A3 (en) A check valve and a split-body fluid device having such a check valve
US20110037009A1 (en) Non-return valve
FR2964888A1 (fr) Dispositif comportant un clapet anti-retour
KR102053575B1 (ko) 가스저장탱크용 멀티밸브장치
US6431149B1 (en) Fuel supply system of an internal combustion engine
WO2013003028A1 (en) Vertical float valve assembly
US7878181B2 (en) Fuel delivery module regulator valve
NL1037579C2 (nl) Antihevelklep en werkwijze voor het aanpassen van een vloeistofpomp.
US20030116122A1 (en) Fuel injection pump for internal combustion engines, especially diesel engines
US10378673B2 (en) Active drain liquid trap for fuel system
WO2008110749A3 (en) Dispensing nozzle preventing misfuelling
US20040069352A1 (en) Check valve
JP5432584B2 (ja) 液封防止機構内蔵逆止弁
US20150321836A1 (en) Receiver for reductant tank
US20110108751A1 (en) Pressure build economizer valve
CN108339681B (zh) 止回阀和用于喷涂流体的高容量低压力喷涂系统
US20220126329A1 (en) Pressure shutoff valve for a pressure washer and pressure washer with a pressure shutoff valve
US20110186153A1 (en) Metering system for a liquid medium, particularly a urea-water solution
JP6191825B2 (ja) 定圧自動開閉弁
JP2010024937A (ja) 内燃機関の燃料供給装置
KR100707759B1 (ko) 가압 펌프를 지닌 고압 유체 용기 구조
US398841A (en) Relief-valve for steam fire-engines

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130701