NL1037478C2 - Vloer voor een veestal, en vloerelement voor toepassing in en werkwijze voor het leggen van een dergelijke vloer. - Google Patents

Vloer voor een veestal, en vloerelement voor toepassing in en werkwijze voor het leggen van een dergelijke vloer. Download PDF

Info

Publication number
NL1037478C2
NL1037478C2 NL1037478A NL1037478A NL1037478C2 NL 1037478 C2 NL1037478 C2 NL 1037478C2 NL 1037478 A NL1037478 A NL 1037478A NL 1037478 A NL1037478 A NL 1037478A NL 1037478 C2 NL1037478 C2 NL 1037478C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
floor
slot
climate
conduit
elements
Prior art date
Application number
NL1037478A
Other languages
English (en)
Inventor
Martinus Johannes Maria Genugten
Original Assignee
Genugten Matinus Johannes Maria
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Genugten Matinus Johannes Maria filed Critical Genugten Matinus Johannes Maria
Priority to NL1037478A priority Critical patent/NL1037478C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1037478C2 publication Critical patent/NL1037478C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/015Floor coverings, e.g. bedding-down sheets ; Stable floors
    • A01K1/0151Grids; Gratings; Slatted floors
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/015Floor coverings, e.g. bedding-down sheets ; Stable floors
    • A01K1/0158Floor heating or cooling systems

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Description

Korte aanduiding: Vloer voor een veestal, en vloerelement voor toepassing in en werkwijze voor het leggen van een dergelijke vloer.
BESCHRIJVING
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vloer omvattende een aantal op een ondergrond van een veestal geplaatste, onderling aansluitende althans in hoofdzaak plaatvormige vloerelementen die elk een bovenvlak hebben, welke bovenvlakken een vloeroppervlak voor het ondersteunen van vee vormen, waarbij vloerelementen zijn voorzien van zich vanaf het bovenvlak 10 neerwaarts door het betreffende vloerelement heen uitstrekkende doorgangen, in welke vloer een klimaatleiding aanwezig is die op een klimaatregeleenheid aansluitbaar is.
De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een vloerelement voor toepassing in een dergelijke vloer, en op een werkwijze voor het 15 leggen van dergelijke vloer.
Een bekende vloer voor een veestal is opgebouwd uit onderling in matrixvorm geplaatste plaatvormige vloerelementen die in de praktijk als roosters worden aangeduid. Deze roosters zijn vervaardigd van beton en elk voorzien van doorgangen voor het naar een zich onder de vloer bevindende ruimte afvoeren van 20 uitwerpselen van het vee. Vanwege steeds hogere eisen die aan de huisvesting van landbouwhuisdieren worden gesteld, is het van belang klimaatvoorzieningen in een dergelijke vloer aan te brengen. Daartoe zijn de bekende roosters van de genoemde bekende vloer elk voorzien van een tijdens de productie ingestorte leiding. Na het leggen van de vloerelementen worden de genoemde ingestorte leidingen aan elkaar 25 gekoppeld om zodoende een door een aantal elementen heen verlopende passage te vormen voor het daardoorheen doen stromen van verwarmde of gekoelde vloeistof voor het reguleren van de temperatuur van de vloer. Een nadeel van de bovengenoemde bekende vloer is dat tijdens het plaatsen van de vloer het zeer bewerkelijk is om telkens de leidingen aan elkaar te koppelen en af te dichten om 30 zodoende in bedrijf lekkages ter plaatse van de aansluitingen te beperken. Hierdoor zijn de installatiekosten van een dergelijke bekende vloer aanzienlijk. Tevens zijn de productiekosten van de genoemde bekende roosters hoog. Een doel van de onderhavige uitvinding is derhalve een vloer voor een veestal te verschaffen die is voorzien van een klimaatvoorziening die op eenvoudige wijze in de vloer is aan te 1 03 74 78 2 brengen, waarbij de kans op lekkage aanmerkelijk is verlaagd. Het genoemde doel is bereikt met de vloer volgens de onderhavige uitvinding, die wordt gekenmerkt doordat vloerelementen zijn voorzien van ten minste één sleuf, welke ten minste ene sleuf zich vanaf een eerste zijkant tot een tweede zijkant van een betreffend 5 vloerelement uitstrekt, waarbij sleuven van afzonderlijke vloerelementen op elkaar aansluiten voor het vormen van een klimaatleidingsleuf in de vloer, waarbij de klimaatleiding in de klimaatleidingsleuf is aangebracht en zich als één geheel over meerdere vloerelementen uitstrekt. Een voordeel van de vloer volgens de onderhavige uitvinding is dat in de aldus door de sleuven in afzonderlijke elementen 10 gevormde klimaatleidingsleuf op uiterst eenvoudige wijze een klimaatleiding kan worden gelegd voor het daardoorheen laten stromen van lucht dan wel vloeistof ten behoeve van het regelen van de temperatuur van de vloer. Aldus wordt een vloer voor een veestal verschaft waarin op uiterst eenvoudige en kostentechnisch gunstige wijze klimaatvoorzieningen zijn gerealiseerd waarbij eventuele lekkage 15 effectief is voorkomen doordat niet zoals bij de stand van de techniek een leiding in elk van de elementen een onderdeel vormt van de klimaatleiding maar doordat een klimaatleiding is aangebracht die zich als één geheel uitstrekt over meerdere vloerelementen. Hieronder wordt begrepen dat de klimaatleiding uit één of meer afzonderlijke leidingdelen bestaat, waarbij leidingdelen als één geheel door de 20 sleuven van meerdere vloerelementen verlopen.
In een gunstige voorkeursuitvoeringsvorm is de ten minste ene sleuf in het bovenvlak van een vloerelement aangebracht, waarbij bij voorkeur de zich door de sleuf uitstrekkende klimaatleiding zich volledig onder het bovenvlak bevindt. Aldus kan de leiding eenvoudig in de sleuf worden aangebracht. Verder 25 vormt de klimaatleiding geen obstakel op het vloeroppervlak. Tevens kan warmte dan wel koelte in hoge mate direct aan het betreffende vloerelement worden overgedragen.
Teneinde de klimaatleiding te beschermen, maar met name om een hoge warmteoverdracht tussen leiding en materiaal van het vloerelement te 30 realiseren, is het uitermate voordelig indien de zich door de ten minste ene sleuf heen uitstrekkende klimaatleiding is weggewerkt met een afdekmiddel dat de ten minste ene sleuf bij voorkeur tot het niveau van het bovenvlak vult. Het afdekmiddel betreft bij voorkeur een mortel, dat wil zeggen een cement-zand-water mengsel zoals beton. Ook kan het afdekmiddel bijvoorbeeld een polymeer zoals polyester 3 omvatten.
Om de klimaatleiding in hogere mate tegen invloeden van buitenaf te beschermen is het gunstig indien in de klimaatleidingsleuf een buiselement is voorzien, waardoorheen de klimaatleiding zich uitstrekt. In geval de klimaatleiding 5 met een bovengenoemd afdekmiddel is weggewerkt ontstaat het verdere voordeel dat indien gewenst de klimaatleiding zelf bijvoorbeeld kan worden vervangen door deze simpelweg uit het buiselement te trekken en door een nieuw (deel van de) klimaatleiding in het buiselement aan te brengen.
In een eenvoudige voorkeursuitvoeringsvorm strekt de in een 10 vloerelement aangebrachte sleuf zich parallel aan een in het betreffende vloerelement aanwezige doorgang uit.
De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een vloerelement voor toepassing in een bovengenoemde vloer volgens de onderhavige uitvinding, waarbij het vloerelement althans in hoofdzaak plaatvormig is, een 15 bovenvlak heeft voor het vormen van een vloeroppervlak voor het ondersteunen van vee, en is voorzien van zich vanaf het bovenvlak neerwaarts door het betreffende vloerelement heen uitstrekkende doorgangen, met het kenmerk, dat het vloerelement is voorzien van ten minste één sleuf die zich vanaf een eerste zijkant tot een tweede zijkant van een element uitstrekt. Voordelen van een dergelijk 20 vloerelement volgens de onderhavige uitvinding zijn analoog aan de bovengenoemde voordelen van de vloer volgens de onderhavige uitvinding.
In dit kader wordt vermeld dat het vloerelement bij voorkeur is voorzien van meerdere genoemde doorgangen. Bij voorkeur zijn de doorgangen slobgatvormig. Ook kunnen de doorgangen nabij het bovenvlak van een 25 vloerelement sleufvormig zijn en op één of meer plaatsen volledig neerwaarts door het vloerelement verlopen, bijvoorbeeld in de vorm van een in de bodem van het sleufvormig gedeelte voorzien doorlopend gat.
Bij voorkeur heeft het vloerelement een plaatvormig basisdeel waarin de ten minste ene sleuf is voorzien, en een zich vanaf een onderzijde van het 30 basisdeel neerwaarts uitstrekkend steundeel dat bij toepassing het vloerelement op een ondergrond afsteunt. Door toepassing van een dergelijk, bij voorkeur balkvormig, steundeel wordt de stijfheid en daarmee de draagkracht van het vloerelement belangrijk verhoogd.
De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze 4 voor het leggen van een vloer in een veestal, omvattende: a. het verschaffen van een aantal althans in hoofdzaak plaatvormige bovengenoemde vloerelementen volgens de onderhavige uitvinding, b. het op een ondergrond onderling aansluitend leggen van het 5 aantal vloerelementen, waarbij sleuven in afzonderlijke vloerelementen onderling aansluitend op elkaar worden gelegd zodat een klimaatleidingsleuf wordt gevormd, c. het in de klimaatleidingsleuf aanbrengen van een klimaatleiding die zich als één geheel over meerdere vloerelementen uitstrekt. Voordelen van een dergelijke werkwijze volgens de onderhavige uitvinding zijn analoog aan de 10 bovengenoemde voordelen van de vloer volgens de onderhavige uitvinding.
Bij voorkeur wordt hierbij de in de sleuven aangebrachte klimaatleiding afgedekt.
Navolgend zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van een aantal voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding 15 onder verwijzing naar de navolgende figuren.
Figuur 1a toont in bovenaanzicht een voorkeursuitvoeringsvorm van een vloer volgens de onderhavige uitvinding;
Figuren 1b en1c tonen respectievelijk in bovenaanzicht en in een vooraanzicht voorkeursuitvoeringsvormen van vloerelementen volgens de 20 onderhavige uitvinding, deel uitmakend van de vloer volgens figuur 1 a;
Figuur 2a toont in bovenaanzicht een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een vloerelement volgens de onderhavige uitvinding voor toepassing in een vloer volgens de onderhavige uitvinding;
Figuren 2b en 2c tonen respectievelijk doorsnede A-A en doorsnede 25 B-B van het vloerelement volgens figuur 2a.
De vloer zoals getoond in figuur 1a is opgebouwd uit een aantal onderling aangrenzende vloerelementen 10. In feite is vloer 1 opgebouwd uit twee parallelle rijen van dertien stuks in langsrichting 2 van de vloer 1 op elkaar aansluitende vloerelementen 10. Uiteraard is het aantal elementen in langs- en 30 dwarsrichting afhankelijk van de voor de vloer beschikbare ruimte. Vloerelement 10 heeft een breedte van 230 cm en een lengte, dat wil zeggen de afmeting van het element gezien in langsrichting 2 van de vloer 1, van 60 cm. Praktische breedtematen van een afzonderlijk vloerelement liggen overigens in het bereik van 50 cm tot 400 cm, bij voorkeur telkens oplopend met 10 cm. Praktische lengtematen 5 liggen in het bereik van 30 cm tot 120 cm, bij voorkeur eveneens telkens oplopend met 10 cm.
De verder niet weergegeven veestal heeft een ondergrond waarop de vloerelementen 10 zijn afgesteund. In een gangbare situatie omvat de 5 ondergrond putwanden waarop de vloerelementen rusten. Zodoende is onder de vloer 1 een ruimte gevormd voor het daarin opvangen en verder afvoeren van uitwerpselen van het vee.
In figuur 1b is een bovenaanzicht getoond van twee vloerelementen 10 die in de breedterichting 3 van vloer 1 onderling aansluitend zijn voorzien. Figuur 10 1c toont een zijaanzicht van de vloerelementen volgens figuur 1b. Elk van het aantal vloerelementen 10 omvat een aantal zich van een bovenvlak 12 tot een ondervlak 13 van het betreffende element 10 uitstrekkende doorgangen 11. Deze doorgangen 11 zijn aangebracht om uitwerpselen van het op de vloer aanwezige vee af te voeren naar een verder niet in de figuren 1a-1c weergegeven onder de vloer aanwezige 15 ruimte. De afmetingen, in het bijzonder de breedte van een dergelijke doorgang, kan afhankelijk van het soort vee worden gekozen. Een gangbaar bereik ligt tussen 10 en 25 mm. In de in de figuren getoonde vloerelementen zijn doorgangen 11 in bovenaanzicht van het vloerelement gezien langgestrekt en in verticale doorsnede conisch (zie figuur 2b) om zodoende de uitwerpselen goed door de vloer te laten 20 lopen. Voor de functie van het afvoeren van uitwerpselen is de specifieke vorm van de doorgangen overigens niet van hoge relevantie. Ook kunnen de doorgangen nabij het bovenvlak van een vloerelement sleufvormig zijn en op één of meer plaatsen volledig neerwaarts door het vloerelement verlopen, bijvoorbeeld in de vorm van een in de bodem van het sleufvormig gedeelte voorzien doorlopend gat. 25 Dergelijke laatstgenoemde doorgangen zijn met name geschikt voor het afvoeren van bijvoorbeeld urine van vee.
Verder omvat elk van de vloerelementen 10 ter plaatse van een bovenvlak 12 van het betreffende element 10 een aantal sleuven 14, welke sleuven 14 zich dwars vanaf een eerste zijkant 15 van een element tot een tegenover 30 gelegen zijkant 16 uitstrekken. In het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuren 1a-1c hebben de sleuven 14 een breedte van 26 mm en een diepte van 26 mm. Bij voorkeur is de breedte alsmede de diepte gelegen in het bereik van 10 tot 50 mm. Bij voorkeur zijn de doorgangen en de sleuven onderling parallel gelegen. In figuur 1a is getoond dat door het in langsrichting 2 van de vloer onderling aansluitend 6 plaatsen van vloerelementen 10 een zich over de gehele lengte van de vloer 1 uitstrekkende leidingsleuf 30 vormt. In deze leidingsleuf 30 kan op eenvoudige wijze een klimaatleiding 40 worden gelegd, waarbij in de uitvoeringsvorm volgens figuur 1a deze leiding zodanig is doorgelust dat deze zich als één geheel, dat wil zeggen 5 ononderbroken, door een aantal parallelle leidingsleuven 30 in de vloer heen uitstrekt. Leiding 40 heeft in het geval van figuur 1a aldus slechts een eerste uiteinde 41 en een tweede uiteinde 42. Tussen de genoemde uiteinden 41, 42 zijn althans in de uitvoeringsvorm volgens figuur 1a geen verdere koppelstukken aangebracht. Aldus is de kans op lekkage zeer klein. Door het op een 10 klimaatregeleenheid aansluiten van uiteinden 41 en 42 kan in bedrijf vloeistof door leiding 40 worden geforceerd om zodoende de temperatuur van vloerelementen 10 van vloer 1 te reguleren. Het door de klimaatleiding 40 laten stromen van een gas zoals lucht is binnen het kader van de onderhavige uitvinding eveneens mogelijk. Het is binnen het kader van de onderhavige uitvinding eveneens mogelijk dat leiding 15 40 meerdere onderling gekoppelde leidingdelen omvat, waarbij ieder van de leidingdelen zich over meerdere vloerelementen uitstrekt.
Desgewenst kunnen, om te voorkomen dat leiding 40 beschadigd raakt door het op de vloer 1 aanwezig vee, buisstukken in de afzonderlijke leidingsleuven 30 aangebracht, waardoorheen de klimaatleiding 40 zich uitstrekt. 20 Verder zijn na het in sleuven 14 leggen van klimaatleiding 40, de sleuven 14 tot op het niveau van bovenvlak 12 van de vloerelementen afgesmeerd met een mortel zodat althans ter plaatse van sleuven 14 een vlak bovenoppervlak van vloer 1 is verkregen en daarmee de klimaatleiding en buisstukken beschermd zijn tegen invloeden van buitenaf zoals vervuiling, waarbij bovendien de warmteoverdracht 25 tussen klimaatleiding 40 en vloerelementen belangrijk verbetert.
In figuren 2a-2c is een vloerelement 20 getoond als een verdere uitvoeringsvorm van een vloerelement volgens de onderhavige uitvinding. In feite heeft vloerelement 20 grote overeenkomsten met vloerelement 10 zoals bovenomschreven en derhalve zijn voor overeenkomende onderdelen dezelfde 30 verwijzingscijfers gebruikt. Een eerste verschil van vloerelement 20 met vloerelement 10 is dat vloerelement 20 aanzienlijk minder groot is dan vloerelement 10 en verder in feite over diens volledige breedte is voorzien van (een zevental) sleuven 14. Vergelijk figuur 1a, waarin enkel ter plaatse van een centraal gedeelte van vloer 1 (gezien in breedterichting 3) een klimaatleiding 40 is aangebracht.
7
Vloerelement 20 heeft een breedte van 140 cm en een lengte van 60 cm. Verder is vloerelement 20 langs diens gehele omtrek voorzien van een zich vanaf ondervlak 13 neerwaarts uitstrekkend steundeel 22 dat met een onderzijde op een in de veestal aanwezige putwand worden geplaatst. Door toepassing van een dergelijk 5 steundeel 22 neemt de stijfheid en daarmee de draagkracht van het vloerelement 20 belangrijk toe. Als alternatief voor het ene langs de gehele omtrek voorziene steundeel 22 kunnen ook meerdere bijvoorbeeld balkvormige steundelen worden voorzien, al dan niet in de nabijheid van zijranden van het vloerelement. Aanwezigheid van een dergelijk steundeel dan wel steundelen is echter niet 10 noodzakelijk.
Ten behoeve van een hoge sterkte zijn de vloerelementen vervaardigd van gewapend beton. Toepassing van andere materialen waaronder polymeren of een combinatie van bijvoorbeeld beton met een kunststof toplaag ter plaatse van het bovenvlak is echter eveneens denkbaar.
15 Verder is aan een eerste zijkant 16 van vloerelement 20 een tweetal zich vanaf de betreffende zijkant uitstrekkende nokken 18 voorzien, die overigens eveneens aanwezig zijn bij vloerelementen 10 volgens figuren 1a-1c. Door aanwezigheid van nokken 18 ontstaat bij het aansluitend plaatsen van verschillende vloerdelen 10 danwel 20 een zich dwars op doorgangen 11 uitstrekkende verdere 20 doorgang 19, ofwel spleet, die eveneens dient voor het neerwaarts afvoeren van uitwerpselen van vee. In een alternatieven uitvoering kunnen nokken afwezig zijn, of kunnen nokken ter plaatse van meerdere zijkanten aanwezig zijn.
Hoewel in figuur 1a slechts één klimaatleiding 40 is getoond, die de door sleuven 14 gevormde zich onderling parallel uitstrekkende klimaatleiding-25 sleuven 30 in feite in serie met elkaar verbindt, is het binnen het kader van de onderhavige uitvinding ook mogelijk om een aantal afzonderlijke parallel verlopende klimaatleidingen te verschaffen die al dan niet met dezelfde klimaatregeleenheid zijn verbonden. De uitvinding is eveneens niet beperkt tot vloerelementen waarbij sleuven 14 zich dwars vanaf één zijkant tot de tegenover liggende zijkant 30 uitstrekken. Het is eveneens denkbaar dat bijvoorbeeld sleuven 14 in een andere richting in het vloerelement verlopen of in bochten verlopen van bijvoorbeeld één zijkant naar een zich haaks daarop bevindende zijkant. Het is verder niet noodzakelijk dat in alle vloerelementen deeluitmakend van een vloer sleuven 14 zijn voorzien. Het kan bijvoorbeeld gewenst zijn om slechts plaatselijk de temperatuur 8 van de vloer te reguleren middels de bovenomschreven klimaatleiding. 5 1 03 7 4 78

Claims (9)

1. Vloer, omvattende een aantal op een ondergrond van een veestal geplaatste, onderling aansluitende althans in hoofdzaak plaatvormige 5 vloerelementen die elk een bovenvlak hebben, welke bovenvlakken een vloeroppervlak voor het ondersteunen van vee vormen, waarbij vloerelementen zijn voorzien van zich vanaf het bovenvlak neerwaarts door het betreffende vloerelement heen uitstrekkende doorgangen, in welke vloer een klimaatleiding aanwezig is die op een klimaatregeleenheid aansluitbaar is, met het kenmerk, dat vloerelementen 10 zijn voorzien van ten minste één sleuf, welke ten minste ene sleuf zich vanaf een eerste zijkant tot een tweede zijkant van een betreffend vloerelement uitstrekt, waarbij sleuven van afzonderlijke vloerelementen op elkaar aansluiten voor het vormen van een klimaatleidingsleuf in de vloer, waarbij de klimaatleiding in de klimaatleidingsleuf is aangebracht en zich als één geheel over meerdere 15 vloerelementen uitstrekt.
2. Vloer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ten minste ene sleuf in het bovenvlak van een vloerelement is aangebracht, waarbij de zich door de sleuf uitstrekkende klimaatleiding zich volledig onder het bovenvlak bevindt.
3. Vloer volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de zich door 20 de ten minste ene sleuf heen uitstrekkende klimaatleiding is weggewerkt met een afdekmiddel dat de ten minste ene sleuf bij voorkeur tot het niveau van het bovenvlak vult.
4. Vloer volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de klimaatleidingsleuf een buiselement is voorzien, waardoorheen de 25 klimaatleiding zich uitstrekt.
5. Vloer volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de in een vloerelement aangebrachte sleuf zich parallel aan een in het betreffende vloerelement aanwezige doorgang uitstrekt.
6. Vloerelement voor toepassing in een vloer volgens één van de 30 voorgaande conclusies, waarbij het vloerelement althans in hoofdzaak plaatvormig is, een bovenvlak heeft voor het vormen van een vloeroppervlak voor het ondersteunen van vee, en is voorzien van zich vanaf het bovenvlak neerwaarts door het betreffende vloerelement heen uitstrekkende doorgangen, met het kenmerk, dat het vloerelement is voorzien van ten minste één sleuf die zich vanaf een eerste 1 03 7 4 78 zijkant tot een tweede zijkant van een element uitstrekt.
7. Vloerelement volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het vloerelement is voorzien van een plaatvormig basisdeel waarin de ten minste ene sleuf is voorzien, en zich vanaf een onderzijde van het basisdeel neerwaarts 5 uitstrekkend steundeel dat bij toepassing het vloerelement op een ondergrond afsteunt.
8. Werkwijze voor het leggen van een vloer in een veestal, omvattende: a. het verschaffen van een aantal althans in hoofdzaak 10 plaatvormige vloerelementen volgens één van de conclusies 6 of 7, b. het op een ondergrond onderling aansluitend leggen van het aantal vloerelementen, waarbij sleuven in afzonderlijke vloerelementen onderling aansluitend op elkaar worden gelegd zodat een klimaatleidingsleuf wordt gevormd, c. het in de klimaatleidingsleuf aanbrengen van een klimaatleiding 15 die zich als één geheel over meerdere vloerelementen uitstrekt.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij tijdens of na stap c. de in de sleuven aangebrachte klimaatleiding wordt afgedekt. 20 1 03 7 4 78
NL1037478A 2009-11-19 2009-11-19 Vloer voor een veestal, en vloerelement voor toepassing in en werkwijze voor het leggen van een dergelijke vloer. NL1037478C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037478A NL1037478C2 (nl) 2009-11-19 2009-11-19 Vloer voor een veestal, en vloerelement voor toepassing in en werkwijze voor het leggen van een dergelijke vloer.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037478 2009-11-19
NL1037478A NL1037478C2 (nl) 2009-11-19 2009-11-19 Vloer voor een veestal, en vloerelement voor toepassing in en werkwijze voor het leggen van een dergelijke vloer.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1037478C2 true NL1037478C2 (nl) 2011-05-23

Family

ID=42735752

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1037478A NL1037478C2 (nl) 2009-11-19 2009-11-19 Vloer voor een veestal, en vloerelement voor toepassing in en werkwijze voor het leggen van een dergelijke vloer.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1037478C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3677229A (en) * 1970-07-30 1972-07-18 Fairfield Eng Mfg Livestock confinement house with improved environmental control
US4018271A (en) * 1975-02-24 1977-04-19 Jones Robert S Flooring system
WO1998017953A1 (en) * 1996-10-24 1998-04-30 Bjarne Kongsgaard Heating element for a floor
EP1064842A1 (fr) * 1999-07-01 2001-01-03 Galvelpor Sa Case de maternité
DE202004009396U1 (de) * 2004-05-03 2004-09-09 Kisfeld, Alfons, Dipl.-Ing. Spaltenboden für einen Tierstall und Bodenplatte dafür
DE102007037477A1 (de) * 2006-09-11 2008-10-09 Graakjaer Gmbh Beton-Estrich-Fertigteilelement für Abferkelbereiche mit integrierten Polyethylenschläuchen für Heizung und Kühlung, Heizung für die Ferkel, Kühlung für die Sau

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3677229A (en) * 1970-07-30 1972-07-18 Fairfield Eng Mfg Livestock confinement house with improved environmental control
US4018271A (en) * 1975-02-24 1977-04-19 Jones Robert S Flooring system
WO1998017953A1 (en) * 1996-10-24 1998-04-30 Bjarne Kongsgaard Heating element for a floor
EP1064842A1 (fr) * 1999-07-01 2001-01-03 Galvelpor Sa Case de maternité
DE202004009396U1 (de) * 2004-05-03 2004-09-09 Kisfeld, Alfons, Dipl.-Ing. Spaltenboden für einen Tierstall und Bodenplatte dafür
DE102007037477A1 (de) * 2006-09-11 2008-10-09 Graakjaer Gmbh Beton-Estrich-Fertigteilelement für Abferkelbereiche mit integrierten Polyethylenschläuchen für Heizung und Kühlung, Heizung für die Ferkel, Kühlung für die Sau

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7914228B2 (en) Multi-purpose construction module
US6694672B1 (en) Ground lining, covering and method for laying a green area
US5456209A (en) Preformed heated flooring system for stables and other animal shelters
NL1037478C2 (nl) Vloer voor een veestal, en vloerelement voor toepassing in en werkwijze voor het leggen van een dergelijke vloer.
WO2013120140A1 (en) Fodder growing system and method
US6898909B2 (en) Flooring
US8882387B2 (en) Air-blowing-type road surface snow-melting system
EP2845472B1 (en) Stable module and stable built up from such stable modules
EP2564687A2 (en) Rack for a compost bed
JP4084897B2 (ja) 連棟ハウスの融雪装置
NL1042060B1 (nl) Systeem voor vegetatie op daken
EP2247803B1 (en) Improvements in or relating to an energy supplying device
CN209538532U (zh) 屋顶调温的空心砖
NL1018903C2 (nl) Stalvloer.
AU2018408300B2 (en) Device for collection and removal of slurry
Goetsch et al. Earth tempering of ventilation air
FI122271B (fi) Menetelmä lumen luisumisen estämiseksi, sekä lumieste
WO2015086031A1 (en) Long trough
BE1011663A4 (nl) Plaatvormig element, daarmee gevormd bevloeiingssysteem en werkwijze voor het aanleggen van een dergelijk bevloeiingssysteem.
SE1150392A1 (sv) Värmeväxlarmodul
JP2009077706A (ja) 緑化用ユニット
NL1034309C2 (nl) Mat geschikt voor toepassing bij sportvelden alsmede samenstel voorzien van een dergelijke mat.
EP4266875A1 (en) Modular floor for livestock farms
KR200204317Y1 (ko) 지열을 이용한 노면 결빙방지용 히팅 파이프
NL2012529B1 (nl) Stal systeem.

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150601