NL1037027C2 - Sluis- en/of brughoofd als casco. - Google Patents

Sluis- en/of brughoofd als casco. Download PDF

Info

Publication number
NL1037027C2
NL1037027C2 NL1037027A NL1037027A NL1037027C2 NL 1037027 C2 NL1037027 C2 NL 1037027C2 NL 1037027 A NL1037027 A NL 1037027A NL 1037027 A NL1037027 A NL 1037027A NL 1037027 C2 NL1037027 C2 NL 1037027C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
head
hull
lock
bridge
valve
Prior art date
Application number
NL1037027A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Joost Schager
Original Assignee
Jan Joost Schager
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jan Joost Schager filed Critical Jan Joost Schager
Priority to NL1037027A priority Critical patent/NL1037027C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1037027C2 publication Critical patent/NL1037027C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02CSHIP-LIFTING DEVICES OR MECHANISMS
    • E02C1/00Locks or dry-docks; Shaft locks, i.e. locks of which one front side is formed by a solid wall with an opening in the lower part through which the ships pass
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01DCONSTRUCTION OF BRIDGES, ELEVATED ROADWAYS OR VIADUCTS; ASSEMBLY OF BRIDGES
    • E01D15/00Movable or portable bridges; Floating bridges
    • E01D15/04Swing bridges
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B7/00Barrages or weirs; Layout, construction, methods of, or devices for, making same
    • E02B7/20Movable barrages; Lock or dry-dock gates
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A10/00TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE at coastal zones; at river basins
    • Y02A10/30Flood prevention; Flood or storm water management, e.g. using flood barriers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Bridges Or Land Bridges (AREA)

Description

-1-
Titel: Sluis- en/of brughoofd als casco.
5 De uitvinding heeft betrekking op sluis- en/of brughoofden.
Dergelijke hoofden zijn uit de praktijk reeds lang bekend. Zij werden oorspronkelijk gemaakt van hout, later bestonden ze uit metselwerk en daarna uit al dan niet gewapend beton.
Deze bekende hoofden hebben als nadeel dat ze in een droogge-10 pompte bouwput, veelal bestaande uit een diepe kuip bestaande uit lange en meestal zware damplanken moeten worden gebouwd.
Het - voor het in den droge bouwen van een hoofd - noodzakelijke droogzetten van een dergelijke kuip heeft - zonder speciale en kostbare voorzieningen (zoals bij voorbeeld een bodemafsluiting van 15 onderwaterbeton met eventueel daarin opgenomen trekpalen) - vaak tot gevolg dat de daarmede samenhangende verlaging van het grondwaterpeil nadelige invloeden he'eft op de omgeving met name op funderingen van gebouwen en bij voorbeeld in veengebieden blijvende bodemdalingen tot in de verre omtrek tot geyolg heeft.
20 Na het gereedkomen van het in een dergelijke kuip gebouwd hoofd, moet de kuip worden verwijderd, hetgeen veel werk en materiaalverües tot gevolg heeft.
In een in gebruik zijnde vaarweg vormt een dergelijke kuip bovendien vaak over een lange periode een lastig obstakel voor de 25 doorgaande scheepvaart en moeten dientengevolge vaak ingrijpende en kostbare voorzieningen worden getroffen.
De uitvinding beoogt de aanleg van sluis- en of brughoofden waarbij de hiervoor genoemde nadelen grotendeels worden vermeden. Daartoe wordt de aanleg van de hoofden gekenmerkt door de maatregelen 30 volgens conclusie 1.
Een hoofd als casco volgens deze uitvinding is U-vormig en bestaat uit een bodem en twee zijkanten en wordt gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 2.
De kopwanden van de bodem en de zijkanten van genoemd casco 35 worden - evenals de bovenkanten van de zijkanten - gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 3.
In een casco volgens deze uitvinding worden direct tijdens de bouw voorzieningen opgenomen zoals gekenmerkt door conclusie 4.
Een casco volgens deze uitvinding wordt - zo mogelijk - op een 40 scheepswerf gebouwd of op een drijvend bouwponton. Na het gereedkomen van een casco wordt dit te water gelaten door de maatregelen volgens conclusie 5.
t 037027 -2-
De bodem van de watergang nabij de definitieve plaats van bestemming van een hoofd wordt daarvoor geschikt gemaakt door de maatregelen volgens conclusie 6.
Vervolgens wordt het holle casco gevuld door de maatregelen 5 volgens conclusie 7.
Daarna wordt ook de rest van de nog holle ruimten binnen het casco op overeenkomstige wijze volledig gevuld.
Ter illustratie: een sluis- of brughoofd heeft bij toepasing in een hoofdvaarweg uitwendig bij voorbeeld een lengte van 25 m., een 10 breedte van 11 m. en afhankelijk van de plaats van toepassing een hoogte van 10 m.: de dikte van zowel de bodem als van de zijkanten bedraagt bij voorbeeld 2 m. Genoemde afmetingen dienen geenszins als beperkend te worden opgevat, doch dienen slechts als illustratie.
Ter verduidelijking zal een uitvoeringsvoorbeeld van een sluis-15 hoofd worden beschreven aan de hand van de tekeningen.
Daarin tonen: figuur 1 een perspectivisch aanzicht van de meest basale vorm van een brug- en/of sluishoofd volgens de uitvinding, figuur 2A een dwarsdoorsnede van een sluishoofd, waarbij de 20 waterkering naar beide zijden wordt gevormd door door een beweegbare klep, figuur 2B een dwarsdoorsnede van een sluishoofd, waarbij de beweegbare klep op de bodem van het sluishoofd ligt teneinde passage van schepen mogelijk te maken, 25 figuur 3 een dwarsdoorsnede van een deel van een sluishoofdbodem met de over de horizontale draaias beweegbare klep, figuur 4 een langsdoorsnede van een deel van sluishoofdbodem met de aansluiting van de klep aan een der zijkanten, figuur 5 een zijaanzicht van twee, met een tussenruimte in 30 eikaars verlengde geplaatste hoofden met daarover een draaibrug, figuur 6 een bovenaanzicht van de hoofden met een draaibrug volgens figuur 5 in de voor de scheepvaart gesloten situatie, figuur 7 een situatiekaart met daarin de mogelijke toepassing van de uitvinding in de praktijk bij de voorgenomen uitbouw tot 35 schutsluis van de keersluis in het Meppelerdiep te Zwartsluis.
In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers.
Fig. 1 toont in perspectivisch aanzicht schematisch een U-vormig casco voor een sluis- en/of brughoofd 1, Deze bestaat uit een hori-40. zontaai bodemvlak 2 met twee aan beide zijkanten zich in hoofdzaak haaks, op het bodemvlak 2 uitstrekkend.e wagddelen 3. Zowel het -3- bodemvlak 2 als de wanddelen 3 bestaan uit twee stalen wanden die worden gekenmerkt door conclusie 2. De kopwanden 4 van het bodemvlak 2 en van de wanddelen 3 zijn evenals de bovenkanten 5 van de wanddelen 3 voorzien van stalen wanden die worden gekenmerkt door conclusie 3.
5 Fig. 2A en fig. 2B tonen - in dwarsdoorsneden van een sluis- hoofdbodem - een beweegbare klep 6, die wordt gekenmerkt door de maatregelen volgens de conclusies 8, 9, 10, 11, 12 en 13.
Deze klep 6, die bekend is uit de toepassing bij stuwen, is draaibaar om de horizontale as 7 tot een hoek van ongeveer 60 graden 10 met het horizontale vlak door de hydraulische cilinder(s) 8 uit te schuiven tot de stand, zoals die op fig. 2A is aangegeven.
De cilinder(s) 8 zijn, in afwijking van genoemde toepassing bij stuwen, met draaipunt(en) 9 aan de zijkanten nabij de bovenzijde van de klep 6 bevestigd en met de draaipunt(en) 10 aan de zijkant(en) 3 15 nabij de bodem 2 van het sluishoofd 1.
De bovenkant van de klep 6 bevindt zich in de hoogste stand ongeveer 0,50 m. beneden de bovenkant 5 van het sluishoofd.
Indien geen water behoeft te worden gekeerd, worden de hydraulische cilinder(s) 8 ingeschoven tot een stand die op fig 2B is 20 aangegeven en de klep 6 ongeveer horrizontaal op de bodem 2 van het sluishoofd 1 ligt en de scheepvaart het sluishoofd kan passeren.
Beperking van de kracht die nodig is voor het optillen van de klep vindt wordt gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 12.
Fig. 3 toont in detail de dwarsdoorsnede van klep 6 nabij het 25 draaipunt 7, zoals gekenmerkt door de maatregelen volgens de conclusie 7. De klep 6 - die bij voorbeeld - is opgebouwd uit een een eenzijdig met een staalplaat 11 bekleed roosterwerk, bestaande uit een aantal ronde en/of vierkante horizontale stalen buizen, die dienst doen als onderdorpelligger 12, tussenligger(s) en bovenligger, verbonden door 30 een aantal haaks daarop staande ronde en/of vierkante stalen buizen, die dienst doen als regels 13.
Het draaipunt 7 van de klep wordt gevormd door een op de bovenste stalen bodempaat 14 van de sluishoofdbodem 2 met consoles 15 bevestigde halfcirkelvorminge lagerschaal 16, waarin de onderdorpel-35 liggerbuis 12 wordt geplaatst en daarin zodoende kan draaien.
Deze lagerschaal 16 is aan de niet met staalplaat beklede zijde van de klep ter plaatse van de regels 13 voor de helft onderbroken
Fig. 4 toont de klep 6 als deze, overeenkomstig conclusie 9 horizontaal op de op de bodem 4 van het hoofd 1 ligt.
-4-
Ter beveiliging tegen beschadiging door aanvaringen, ligt elk der cilinders 8 in een aan beide zijkanten van de klep 6 en beide stalen platen 19 van de zijwanden 3 van het hoofd 1 te sparen ruimte 17.
Deze ruimten 17 ontstaan door de beide, zich het dichtst bij de 5 binnenste stalen wandplaat 19 van de zijwanden 3 van het hoofd 1 bevindende gedeelten van de staalplaat 11 over volle hoogte te laten doorlopen.
In de ruimten 17 bevinden zich de hydraulische cilinders 8 in ingeschoven positie, zodat deze zich dan buiten het bereik van de dan 10 passerende schepen bevinden en zo beschadigingen daaraan worden vermeden .
Teneinde lekkage langs de beide zijkanten van de klep 6 en de beide binnenzijkanten 3 van het sluishoofd 1 te beperken, zijn aan plaat 18 twee gewapend rubberen flappen 20 in kwartcirkelvormige vorm 15 bevestigd.
Indien moet worden geschut, zal het nivelleren van het waterpeil in de sluiskolk aan het binnen- cq. buitenwaterpeil plaatsvinden door - afhankelijk van de situatie - de kleppen aan de zijde waar op dat moment de hoogste waterstand heerst zover te laten zakken dat het wa-20 ter er in een dunne laag overheen loopt.
Zodra het sluiskolkpeil gelijk is aan het waterpeil aan de buiten- cq. binnenzijde van de schutsluis, kan na het volledig laten zakken van de klep de scheepvaart de sluiskolk verlaten cq. binnenvaren.
25 Fig. 5 toont een aanzicht vanuit de lengterichting van een vaar weg 21 op twee met een tussenruimte 23, in eikaars verlengde geplaatste hoofden 1 met daarover een draaibrug 22 in de voor het wegverkeer geopende stand.
De tussenruimte 23 is, samen met de gezamenlijke breedten van de 30 beide naar de as van de vaarweg gerichte sluis- en/of brughoofdwand-delen 3 tenminste gelijk aan de breedte van de over deze hoofden aan te leggen brug 22. De verticale draaias van de brug 22 ligt in de lengteas van beide hoofden 1 en tevens in het midden van de tussenruimte 23.
35 Fig. 6 toont in bovenaanzicht de vaarweg 21 ter plaatse van de draaibrug 22 en de beide hoofden 1
In de met onderbroken lijnen aangegeven, voor het scheepvaartverkeer geopende stand van de brug wordt altijd de doorvaartopening aan de rechter-(stuurboord)zijde gebruikt. Op deze wijze wordt gelijk-40 tijdig een veilige en vlotte doorvaart in beide vaarrichtingen bereikt .
-5”
Aansluitend aan de binnenzijden 26 van de van de as van de vaarweg 21 afgekeerde zijde van de wanddelen 3 van de hoofden 1 worden aan weerzijden van de vaarweg oevervoorzieningen 25 geplaatst die buiten de schutsluis of aan weerszijden van een brughoofd dienst gaan 5 doen als wachtplaats en/of geleidewand en binnen de schutsluis dienst gaan doen als sluiskolkwand.
Ter bescherming tegen aanvaringen van de draaibruggen in voor de scheepvaart geopende stand worden aansluitende aan de beide binnenkanten van alle hoofden over de volle lengte van de beide halve brugdelen 10 voorzieningen aangebracht in de vorm van verticale oevervoorzieningen 27, die aan de van de brug afgekeerde zijden halfcirkelvormig 28 zijn afgewerkt.
Een groot voordeel van de toepassing van twee hoofden naast elkaar is dat de asymmetrische situering van elk daarvan aan een van 15 de zijkanten van de vaarweg 21 de doorgaande scheepvaart tijdens de aanleg aanzienlijk minder beperkt dan de bouw van hoofd met slechts een doorvaartopening, die dan logischerwijs in de as van de vaarweg zou moeten paats vinden. Zodra een van de hoofden is geplaatst, kan de scheepvaart van deze doorvaart gebruik maken en kan het naastliggende 20 hoofd worden geplaatst.
Bovendien ontstaat door toepassing van de uitvinding een situatie, waarvan verwacht mag worden dat die zeer lange tijd zal voldoen.
Fig. 7 toont op een vage topografische achtergrond schematisch een mogelijke toepassing van de uitvinding in de praktijk bij de voor-25 genomen "Uitbouw tot schutsluis van de keersluis in het Meppelerdiep te Zwartsluis".
Voor de uitvoering van dit project is in november 2008 tussen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, de provincies Drenthe en Overijssel eri de gemeenten Meppel en Zwartewaterland een bestuursover-30 eenkomst gesloten. Over de vormgeving is nog weinig meer bekend dan dat de nieuwe schutsluis voorziet in een doorvaartwijdte van 20,50 m. en de drempels aanzienlijk dieper komen te liggen.
De huidige Meppelerdiepkeersluis 29 dateert uit de vijftiger jaren van de vorige eeuw en voldoet met zijn doorvaartwijdte van 13,50 35 m. en-te kleine drempeldiepten niet meer aan de huidige aan een hoofdvaarweg, voor schepen van de klasse Va, met een diepgang van 3,50 m. te stellen eisen.
Omdat deze keersluis 29 bovendien ieder jaar in verband met (dreigende) te hoge of te lage waterstanden op het Meppelerdiep over 40 een aantal perioden moet worden gesloten, tot in totaal circa twee -6- weken en de vaart met grotere schepen dan volledig is gestremd, is genoemde uitbouw tot schutsluis noodzakelijk.
De keersluis 29 met daarover een ophaalbrug ligt op de kruising van de provinciale weg N331 (Hasselt Vollenhove) 30 en het Meppeler-5 diep 31 nabij de uitmonding in het Zwarte Water 32 en direct ten westen van van de brug 33 over het uitwateringskanaal 34 van het gemaal "Zedemuden" 35.
De ophaalbrug over de keersluis 29 vormt de enige "vaste" wegverbinding ten westen van de ophaalbrug op het industrieterrein van 10 Meppel (op een afstand van ca. 9 km., hemelsbreed gemeten) en ten oosten van de ophaalbrug bij "Ramspol" in de weg N50 Kampen-Emmeloord (op een afstand van ca. 16 km., hemelsbreed gemeten) tussen Zwolle via Hasselt naar Vollenhove en vanuit Zwartsluis via de provinciale weg N 334 43 over "Beukers" naar het (water)recreatiegebied "De Wieden" 15 nabij Belt Schutsloot, Wanneperveen en Giethoorn.
Omdat de keersluis 29 een onmisbare sleutelfunctie vervult in de kering van te hoge en/of te lage waterstanden op het Meppelerdiep 31, kan die functie gedurende genoemde ombouwperiode niet worden gemist.
Ruimtegebrek zowel voor een beweegbare brug tijdens de ombouw 20 van deze keersluis 29 zal zowel voor het weg- en scheepvaartverkeer als voor een voortdurende mogelijkheid tot veilige kering van zowel te hoge als te lage waterstanden op het Meppelerdiep dreigt voor forse, nauwelijks oplosbare problemen te zorgen.
Deze problemen doen zich nauwelijks voor bij de toepassing van 25 de uitvinding bij de eerder vermelde ombouw tot schutsluis.
Daarbij is er van uitgegaan dat steeds met een onderlinge tussenruimte van ca. 10 m. twee in eikaars verlengde liggende sluis-hoofden, zoals hierboven omschreven, worden aangelegd, waardoor voor zowel de opvaart 36 als de afvaart 37 elk gelijktijdig een doorvaart-30 opening van ca. 21 m. breedte beschikbaar is, zoals schematisch in de figuren 5 en 6 is getoond.
Dit zal het geval zijn ter plaatse van de huidige keersluis 29 op de kruising van het Meppelerdiep 29 en de provinciale weg N331 30 waardoor daar het buitenhoofd wordt gevormd.
35 Op een afstand van ca. 200 m. noordelijk van de huidige keer sluis 29 zullen eveneens twee in eikaars verlengde liggende sluishoof-den, elk ook met een doorvaartopening van ca. 21 m. en een onderlinge tussenruimte van ca. 10 m. worden aangelegd, die het binnenhoofd 38 vormen.
40 Dit binnenhoofd 38 kan de te hoge en/of te lage waterstanden op het Meppelerdiep 31 keren en dus gedurende de ombouw van de huidige -7- keersluis tot buitenhoofd de functie van keersluis volledig uitoefenen, zodat men bij de bouw van het buitenhoofd de handen volledig vrij heeft.
Deze ruimte van ca. 200 m. vormt de schutkolk 39 ter breedte van 5 52 ra., die over de volle lengte en breedte even diep is ("bakprofiel") als de diepste bovenkant van de daarop aansluitende sluishoofdbodems.
Over elk van deze in eikaars verlengde liggende sluishoofden zal een draaibrug worden aangelegd roet een lengte van ca. 56 m. Het enige draaipunt van elk van deze bruggen ligt in het midden van de boven-10 genoemde tussenruimten 23 en in de lengteas van beide sluishoofden.
Er is voor dit type brug gekozen omdat daarvoor geen zware contragewichten noodzakelijk zijn zoals die bij ophaalbruggen en bascule-bruggen noodzakelijk zijn; evenmin is dan de aanleg van een ruime kelder, zoals bij laatstgenoemd brugtype, vereist.
15 Bovendien komen dan in een beweging beide doorvaartopeningen voor zowel de opvaart' 36 als de afvaart 37 tegelijkertijd beschikbaar.
De draaibrug ter plaatse van de huidige keersluis 29 verkrijgt een breedte van ca. 10 m. voor hoofdrijbaan en (brom)fietspad en voetpad; de draaibrug over het binnenhoofd 38 op een afstand van ca. 200 20 m. van de huidige keersluis verkrijgt een breedte van ca. 4 m.
De laatstgenoemde brug zal - gedurende de verwijdering van de huidige keersluis met ophaalbrug 29 en de aanleg van de genoemde vervangende twee sluishoofden met de draaibrug - dienst doen als tijdelijke verbinding van de kom van Zwartsluis 40 met de provinciale weg 25 N331 30, voorzover gelegen ten zuidoosten van het Meppelerdiep 31.
Deze verbinding is dan tijdelijk zeer belangrijk voor het (brom)fietsverkeer, zoals van de schoolgaande jeugd, maar tevens voor hulpdiensten zoals ambulance, brandweer en politie.
Deze brug zal daarom met verhardingen over het toekomstig sluis-30 terrein aan weerszijden van het Meppelerdiep worden verbonden met het genoemde zuidoostelijk deel van de weg N331 30 en via het wegennet van de woonwijk "De Nieuwe Sluis" 41 ten noordwesten van het Meppelerdiep 41 met de kom van Zwartsluis 40, zoals op figuur 7 met een onderbroken lijn schematisch is aangegeven.
35 Voor de instandhouding van de verbinding van het autoverkeer voorziet het plan volgens de uitvinding in de aanleg van een permanente (lage) draaibrug 42 over het Meppelerdiep op een afstand van ca.
1,5 km. noord(oost)elijk van de huidige keersluis 29, die het zuidoostelijk deel van de provinciale weg N331 30 via het industrieterrein 40 van Zwartluis 44 via de op de kaart (bijlage 7) met dikke spikkels -8- aangegeven route verbindt met de provinciale weg N334 (gedeelte Zwartsluis-Beukers) 43.
Ook deze draaibrug wordt - analoog aan de situatie bij de te bouwen schutsluis - aangelegd op twee op een onderlinge afstand van 5 ca. 10 m. in eikaars verlengde liggende brughoofden, elk met een doorvaartwijdte van ca. 21 m.; deze brug verkrijgt eveneens een lengte van ca. 56 m. en een breedte van ca. 10 m.
Ten behoeve van deze brug zullen aanpassingen van de weg N334 43 zal (wellicht via een rotonde) een toerit nodig zijn.
10 Mogelijk verdient het aanbeveling afzonderlijke wegstroken uit beide richtingen aan te leggen ten behoeve van het tijdens de brugope-ningen wachtende verkeer teneninde het doorgaande verkeer over deze weg gedurende de passagetijd van de scheepvaart niet te veel te frustreren. Hetzelfde geldt wellicht ook voor de weg N331 30.
15 Ook aan de oostzijde van deze brug zal op het industrieterein van Zwartsluis 44 vanaf de weg genaamd "De Kalkovens" 45 een toerit moeten worden aangelegd.
Zoals uit het voorgaande blijkt, is bij de totale uitvoering van het ontwerp gebruik gemaakt zoveel mogelijk gestandaardiseerde sluis-20 en brughoofden (6 stuks) en draaibruggen (3 stuks elk lang ca. 56 m., waarvan 2 stuks ca. 10 m. breed zijn en een ca. 4 m.
Ook de kleppen (4 stuks) in de sluishoofden en de bewegingsin-richtingen daarvan zijn vrijwel identiek.
Bij de toekomstige schutsluis 39 liggen de doorvaartopeningen in 25 eikaars verlengde en de passage van de scheepvaart kan daardoor - zonder ingewikkelde manoeuvres - in beide richtingen tegelijkertijd plaats vinden; ditzelfde is ook het geval bij de brug 42 over het Mep-pelerdiep (industrieterrein).
Dit zal uiteraard tot veiliger situaties leiden en aanzienlijk 30 kortere brugopeningen en daardoor dus eveneens minder oponthoud voor zowel het scheepvaart- als het wegverkeer.
Samenvattend zal gedurende de volledige uitvoeringsduur van het ontwerp: - zowel de hoogwater- als de laagwaterkering voortdurend 35 gewaarborgd blijven en het scheepvaart- en (omgelegd) wegverkeer bij voortduring ongehinderd kunnen plaats vinden.
- het (brom)fietsverkeer zonder grote omweg.vrijwel onbeperkt-kunnen plaats vinden, - een snelle route voor hulpdiensten zonder (grote) omweg 40- blij veit bestaan^.
-9-
Hieruit volgt tevens de meest logische uivoeringsvolgorde namelijk: - de aanleg van de sluishoofden op ca. 200 m. ten noordwesten van de keersluis (inclusief de sluiskleppen) met daarover 5 een draaibrug van ca. 56 x 4 m.
- de aanleg van de brughoofden voor de nieuwe brug over het Meppelerdiep op ca. 1,5 km noordwestelijk van de huidige keersluis met daarover een draaibrug van ca. 56 x 10 m., inclusief de toeritvoorzieningen naar deze brug en de aanpas- 10 singen van de provinciale weg N334 - het verwijderen van de huidige keersluis met ophaalbrug en het daarvoor achtereenvolgens in de plaats brengen van de beide sluishoofden (inclusief sluiskleppen) met daarover de draaibrug van ca. 56 x 10 m.
15 Alle objecten zullen dagelijks 24 uur centraal worden bediend (eventueel op telefonische afroep) en daaraan gekoppeld zal bij voortduring een doelmatige duidelijke signalering van de omrijdroutes op alle toegangswegen aanwezig zijn.
1037027

Claims (17)

1. Holle drijvende bekisting - kortheidshave casco genoemd - 5 voor opstelling in een een vaarweg, die elders wordt gebouwd, drijvend naar de daarvoor bestemde locatie wordt vervoerd en aldaar wordt afgezonken door volledige vulling met cementbetonspecie teneinde daar de basis te vormen voor een sluis- en/of brughoofd.
2. Casco waarvan de bodem en de beide zijkanten zijn opgebouwd 10 uit twee stalen wanden, die hun stijfheid ontlenen aan tussen deze wanden op regematige afstanden opgenomen stalen verbindingen, die dienst doen als spanten.
3. Casco waarvan de kopwanden van de bodem en de zijkanten alsmede de bovenkanten van de zijkanten zijn voorzien van stalen wanden 15 met (spant)verbindingen, zodat een volledig gesloten geheel ontstaat.
4. Casco waaraan direct tijdens de bouw voorzieningen worden opgenomen zoals achter- en onderloopsheidschermen, bevestigings- en/of draaipunten alsmede kabels en leidingen ten behoeve van onder meer de afsluitingmiddelen en/of bewegingsinrichtingen daarvan alsmede opleg- 20 gings- en/of draaipunten ten behoeve van een brug en afsluitbare toe-gangs- c.q. vulopeningen in de bovenkanten, zijkanten en bodem.
5. Casco volgens de conclusies 2-4 dat wordt gebouwd op een scheepswerf of een drijvend ponton, dat via de hellingwagens van de scheepswerf of door het tijdelijk laten zinken van het ponton wordt te 25 water gelaten.
6. Bodem van de watergang ter plaatse van de bestemde locatie van het hoofd dat ter hoogte van de toekomstige onderkant van het casco vlak en op de juiste diepte wordt gebracht en, zo nodig, wordt voorzien van een funderingsconstructie.
7. Na fixatie van een casco op de daarvoor bestemde locatie, worden de holle bodem en daarna ook de holle zijwanden van het casco zorgvuldig en gelijkmatig zover gevuld met cementbetonspecie, dat het casco gecontroleerd op de - overeenkomstig de maatregelen volgens conclusie 6 - geprepareerde waterbodem zinkt.
8. Een sluishoofd met een beweegbare klep, waarvan de lengte ongeveer gelijk is aan de afstand tussen de zijkanten van de hoofden en waarvan de horizontale draaias zich nabij de bodem van het hoofd bevindt.
9. Een beweegbare klep, die als de scheepvaart het hoofd pas- 40 seert, horizontaal op de bodem van het hoofd ligt.
10. Een beweegbare klep die naar beide zijden waterkerend is. 1037027 -11-
11. Een klep die wordt bewogen met behulp van twee zich nabij de zijkanten bevindende hydraulische cilinders.
12. Hydraulische cilinders overeenkomstig conclusie 11/'waarvan de onderste draaipunten zijn bevestigd aan de zijkant van het hoofd 5 nabij de bodem en de bovenste draaipunten zijn bevestigd aan de zijkant van de klep nabij de bovenzijde.
13. Een klep die gedeelteijk hol is uitgevoerd met het oogmerk de nodige kracht voor het oplichten daarvan door de opwaartse kracht van het door de klep verplaatste water te beperken.
14. Een klep, die als de scheepvaart het hoofd passeert, onge veer horizontaal op de bodem van het sluishoofd ligt, waarbij de hydraulische cilinders volgens conclusie 11 zich in twee, daarvoor nabij de zijwanden van het hoofd gespaarde ruimten, bevinden.
15. Gelijke hoofden, die met een tussenruimte in eikaars ver- 15 lengde, ongeveer haaks, op de lengteas van de vaarweg worden geplaatst.
16. Draaibrug waarvan de verticale draaiingsas zich bevindt in de dwarsas van van de in conclusie 15 vermelde hoofden bevindt en in het midden van de daarin genoemde tussenruimte daartussen. 20
17, Draaibrug volgens de conclusie 16 die de doorvaartopeningen van de hoofden in een beweging voor de scheepvaart in beide richtingen opent cq. afsluit, 1037027
NL1037027A 2009-06-09 2009-06-09 Sluis- en/of brughoofd als casco. NL1037027C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037027A NL1037027C2 (nl) 2009-06-09 2009-06-09 Sluis- en/of brughoofd als casco.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037027A NL1037027C2 (nl) 2009-06-09 2009-06-09 Sluis- en/of brughoofd als casco.
NL1037027 2009-06-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1037027C2 true NL1037027C2 (nl) 2010-12-13

Family

ID=41490505

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1037027A NL1037027C2 (nl) 2009-06-09 2009-06-09 Sluis- en/of brughoofd als casco.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1037027C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3199706A1 (en) * 2016-01-28 2017-08-02 Wintec Holding ApS Pre-fabricated water control sluice gate system

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE457925A (nl) *
FR523211A (fr) * 1920-08-30 1921-08-13 David Edward Williams Perfectionnements aux cales sèches, écluses et autres ouvrages analogues
DE2941043A1 (de) * 1979-10-10 1981-04-30 Philipp Holzmann Ag, 6000 Frankfurt Sperrwerk
AT385798B (de) * 1983-08-04 1988-05-10 Waagner Biro Ag Drehantrieb fuer eine drehbruecke

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE457925A (nl) *
FR523211A (fr) * 1920-08-30 1921-08-13 David Edward Williams Perfectionnements aux cales sèches, écluses et autres ouvrages analogues
DE2941043A1 (de) * 1979-10-10 1981-04-30 Philipp Holzmann Ag, 6000 Frankfurt Sperrwerk
AT385798B (de) * 1983-08-04 1988-05-10 Waagner Biro Ag Drehantrieb fuer eine drehbruecke

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3199706A1 (en) * 2016-01-28 2017-08-02 Wintec Holding ApS Pre-fabricated water control sluice gate system

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Troitsky Planning and design of bridges
NL1037027C2 (nl) Sluis- en/of brughoofd als casco.
JP6166370B2 (ja) 防波壁機能を有する組立式高さ可変型遮断構造物
Gursoy Immersed steel tube tunnels: An American experience
RU2770187C1 (ru) Способ возведения сооружения в подрусловом пространстве рек и каналов в городской застройке
Gerrard et al. Barking Creek Tidal Barrier.
Boyle THE ROKUGO RIVER BRIDGE AND FOUNDATIONS ON THE TOKIO-YOKOHAMA RAILWAY, JAPAN.(INCLUDING APPENDIX AND PLATE AT BACK OF VOLUME).
SWANSBOURNE et al. DISCUSSION ON PAPER NO. 6223: THE DESIGN AND CONSTRUCTION OF THE HINDIYA BRIDGE.
Gordon THE GATE OF LONDON.
RICKIE THE DAWBON BRIDGE, RANGOON (INCLUDING APPENDIX AND PLATE AT BACK OF VOLUME).
Ackhurst Developing a tool for high-level visual condition assessment of seawalls, boat ramps and tidal pools
Furkert THE EFFECT OF EARTHQUAKES ON ENGINEERING STRUCTURES.(INCLUDES PLATES AT BACK OF VOLUME).
JP2022039178A (ja) 既存堤防の補強構造
van Aart et al. The second Benelux tunnel
WILLIAMS WHITEHAVEN HARBOUR AND DOCK WORKS.
White PAMBAN VIADUCT, SOUTH INDIA RAILWAY.
Gravesen et al. A milestone in tunnelling: Rotterdam's Maas tunnel celebrates its fiftieth anniversary
CHIILDS et al. THE ROYAL PORTBURY DOCK, BRISTOL.
GROVE et al. THE CANTON-KOWLOON RAILWAY: CHINESE SECTION.(INCLUDING APPENDIX AND PLATE AT BACK OF VOLUME).
SCOTT BWETGYI BRIDGE, BURMA.(INCLUDES PLATES).
BINNS et al. CORRESPONDENCE. THE CONSTRUCTION OF THE NEW DOCK AT METHIL AND ALTERATIONS AND IMPROVEMENTS OF THE PORT TALBOT DOCKS AND RAILWAYS DURING THE LAST DECADE.
Barnard Report on the North Sea Canal of Holland; and on the Improvement of Navigation from Rotterdam to the Sea; to the Chief of Engineers, United States Army
Van Hoogenhuyze et al. Artificial Waterways
Johnson et al. Hood Canal Floating Bridge East Half Replacement Graving Dock
SCOTT THE NEW HARBOUR-WORKS AND DOCKYARD AT GIBRALTAR (INCLUDING APPENDIX AND PLATES AT BACK OF BOOK).

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160701