NL1036689C2

NL1036689C2 - BRANCH CARRIER.

Info

Publication number: NL1036689C2
Application number: NL1036689A
Authority: NL
Inventors: Norbert Johan Leonard Rombouts; Peter Karel Maria Rombouts
Original assignee: Rombouts Beheer B V B
Priority date: 2009-03-10
Filing date: 2009-03-10
Publication date: 2010-09-13
Also published as: WO2010104376A1

Description

- 1 -- 1 -

Korte Aanduiding: TakdragerBrief Indication: Branch Carrier

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aanbieden van een tak met stelen en bladeren aan een inspectie- en/of bewerkingsinrichting daarvoor onder het verplaatsen van deze tak in, en het roteren van deze tak om de langsrichting ervan met een in hoofdzaak buisvormige geleider waarvan de binnenafmetingen zijn aangepast aan de buiten-5 contouren van een te bewerken tak, welke geleider is gekoppeld met middelen voor het bestuurd om de hartlijn roteren daarvan, een invoereinde en een uitvoereinde heeft, en samenwerkt met middelen voor het tot voorbij het uitvoereinde verplaatsen van een in het invoereinde ingevoerde tak.The invention relates to a device for presenting a branch with stems and leaves to an inspection and / or processing device therefor while moving this branch in, and rotating this branch about its longitudinal direction with a substantially tubular guide the inner dimensions of which are adapted to the outer contours of a branch to be worked, which conductor is coupled to means for rotating it about its axis, has an input end and an output end, and cooperates with means for moving beyond the output end of a branch entered at the input end.

Een dergelijke inrichting is onderwerp van de niet-voorgepubliceerde aanragen BE 10 2007/0473 en EP 08017454, beiden ten name van Aanvraagster en inmiddels uit de praktijk bekend, welke bekende inrichting weer een verbetering is van de inrichting zoals bekend uit EP 0 853 873 respectievelijk EP 1 377 153, beiden eveneens ten name van Aanvraagster.Such a device is the subject of non-prepublished applications BE 10 2007/0473 and EP 08017454, both in the name of the Applicant and now known from practice, which known device in turn is an improvement of the device as known from EP 0 853 873 respectively EP 1 377 153, both also in the name of the Applicant.

Dergelijke inrichtingen worden toegepast bij installaties waarin volledig gemechaniseerd takken worden versneden tot stekken. Een te behandelen tak wordt daarbij, met één 15 uiteinde hangend aan een in verticale richting verplaatsbare en om een verticale as roteerbare kleminrichting, tot voor een uit een digitale camera en geschikte logica bestaande beoorde-lingsinrichting gebracht en vervolgens rond de hartlijn ervan verdraaid totdat door de be-oordelingsinrichting een geschikt in een geheugen vast te leggen digitaal beeld is gevormd aan de hand waarvan in een volgende bewerking de tak door een op verschillende niveaus 20 instelbare knip- of snij-inrichting kan worden verwerkt tot stekken, elk bestaande uit een deel van de stam van de tak en een daarvan uitgaande steel met een blad aan het uiteinde daarvan.Such devices are used in installations in which fully mechanized branches are cut into cuttings. A branch to be treated is thereby brought, with one end hanging from a clamping device which is displaceable in vertical direction and rotatable about a vertical axis, in front of a review device consisting of a digital camera and suitable logic and then rotated around its axis until the assessment device is a suitable digital image to be stored in a memory, on the basis of which in a subsequent operation the branch can be processed by cutting or cutting device adjustable at different levels into cuttings, each consisting of a part of the trunk of the branch and a stem originating therefrom with a leaf at the end thereof.

Met het geleiden van de te behandelen tak door de buisvormige geleider wordt beoogd dat de tak bij het omhoog en omlaag bewegen en bij het roteren ervan steeds een re-25 produceerbare baan zal volgen omdat de complete tak onbeweeglijk in de buisvormige geleider opgesloten blijft. Aldus kunnen ook lange takken betrouwbaar worden bewerkt,By guiding the branch to be treated through the tubular conductor it is contemplated that the branch will always follow a reproducible path when it is raised and lowered and rotated while the entire branch remains immovably confined in the tubular conductor. Long branches can thus also be processed reliably,

De bekende inrichting maakt voor het verplaatsen en vastklemmen van de te bewerken tak gebruik van een samenstel van onder het uitvoereinde van de geleider aangebrachte, met de buitenoppervlakken tot nabij de geleiderhartlijn reikende en roterend aangedreven 30 aandrijfrollen met de geleider kruisende rotatieassen.For moving and clamping the branch to be machined, the known device makes use of an assembly of drive rollers arranged under the outlet end of the guide, with the outer surfaces reaching and near the guide axis and rotatingly rotating with the guide axes.

Hoewel met deze inrichting uitstekende resultaten worden verkregen, vertoont deze in de praktijk toch enige bezwaren , De omvang ervan is niet onaanzienlijk wat in sommige gevallen de bereikbaarheid ervan door de met de bewerkingsrobot verbonden knipper kan bemoeilijken doordat de inrichting in de baan van de robotarm komt danwel ertoe leidt dat 35 een te beoordelen tak vrij ver tot buiten de rollen moet uitsteken om er voldoende zicht op te 1036689 -2- krijgen. De fixatie van een te behandelen tak door de met elkaar samenwerkende rolopper-vlakken is soms onvoldoende met als gevolg dat de baan die een tak na het evalueren daarvan tijdens het daaropvolgend afknippen van een stek niet meer exact overeenkomt met de tijdens het evalueren afgelegde baan. Dit verschijnsel treedt in het bijzonder op bij dunne 5 takken. Het gevolg daarvan kan zijn dat een tak niet op de juiste plaats wordt afgesneden of doorgeknipt. Voorts kunnen in sommige gevallen blaadjes aan een te behandelen tak worden vervormd wat er bij rozentakken in kan resulteren dat blaadjes in de doorntjes haken en het zicht op de tak zelf wordt bemoeilijkt.Although excellent results are obtained with this device, it nevertheless has some drawbacks in practice. Its size is not inconsiderable, which in some cases may make it more accessible by the cutter connected to the processing robot because the device enters the path of the robot arm. or leads to the fact that a branch to be assessed must protrude quite far beyond the rollers in order to gain sufficient visibility. The fixation of a branch to be treated by the co-operating roller surfaces is sometimes insufficient, with the result that the path that a branch after evaluation thereof during the subsequent cutting of a cutting does not exactly exactly match the path covered during the evaluation. This phenomenon occurs in particular with thin branches. The result of this may be that a branch is not cut or cut in the right place. Furthermore, in some cases, leaves may be deformed on a branch to be treated, which in rose branches may result in leaves hooking in the thorns and making view of the branch itself more difficult.

De uitvinding beoogt deze bezwaren te ondervangen. Volgens de uitvinding worden 10 hiertoe de de tak verplaatsende middelen gevormd door een eerste stel van twee verend gesloten met de geleiderhartlijn coaxiale klembekken, elk met een vanaf de bekrand divergerende aanslagrand die kan samenwerken met eindranden van een tweede stel verend gesloten, eveneens met deze hartlijn coaxiale klembekken, welk tweede stel vanuit een eerste eindstand, waarin ze liggen tussen de eerste klembekken en het einde van de geleider, en in 15 welke eindstand een via deze geleider aangevoerde en te bewerken tak tussen de tweede bekken worden gebracht, onder het opendrukken van de eerste bekken kan worden verplaatst tot een onder deze eerste bekken gelegen tweede eindstand, waarbij de eerste bekken de tak overnemen door zich klemmend daaromheen te sluiten en de tweede bekken naar de eerste eindstand ervan kunnen worden terugbewogen.It is an object of the invention to obviate these drawbacks. To this end, according to the invention, the branch-displacing means are formed by a first set of two resiliently closed clamping jaws that are coaxial with the guide axis, each with an abutment edge diverging from the jaw edge and capable of co-acting with end edges of a second set of resiliently closed, also with this axis coaxial clamping jaws, which second set from a first end position, in which they lie between the first clamping jaws and the end of the conductor, and in which end position a branch supplied and to be processed via this conductor is brought between the second jaws, while pushing open the first jaws can be moved to a second end position located beneath these first jaws, the first jaws taking over the branch by closing clampingly around it and the second jaws can be moved back to its first end position.

20 In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt elk stel bekken gevormd door de eindranden van twee veerkrachtige, platte, lamellen, welke eindranden zich elk voortzetten in een oplopend naar buiten divergerend overgangsdeel dat via een stompe hoek overgaat in een oplopend einddeel, waarbij overeenkomstige vlakken van het eerste stel loodrecht staan op overeenkomstige vlakken van het tweede stel en de overgangsdelen van het eerste stel aanslag-25 vlakken vormen voor de bekeindranden van het eerste stel tijdens de omlaaggerichte beweging daarvan.In a preferred embodiment, each set of jaws is formed by the end edges of two resilient, flat, slats, which end edges each extend into an ascending outward divergent transition part that merges into an ascending end part via an obtuse angle, corresponding faces of the first set are perpendicular to corresponding surfaces of the second set and the transition parts of the first set of stop surfaces form the jaw edges of the first set during the downward movement thereof.

In de inrichting volgens de uitvinding wordt een te bewerken tak in de geleiderlangs-richting verplaatst door de omlaag gerichte beweging van het tweede stel bekken die gedurende deze beweging het eerste stel bekken passeren en opendrukken, waarna de eerste 30 bekken zich, na het passeren van het tweede stel, weer sluiten en aldus de tak als het ware "overnemen". Na het terugbewegen van de bekken van het tweede stel naar de eerste eindstand daarvan blijft de tak gefixeerd tussen de bekken van het eerste stel, ook tijdens de evaluatie- en knipbehandeling van de tak. Zo is verzekerd dat een eenmaal aangegrepen tak niet meer van stand kan veranderen 35 Een gunstige uitvoeringsvorm is beschreven in conclusie 3.In the device according to the invention, a branch to be machined is displaced in the guide longitudinal direction by the downward movement of the second set of jaws which during this movement pass through the first set of jaws and press open, whereafter the first jaws, after passing through the second set, close again and thus "take over" the branch. After moving the jaws of the second set back to their first end position, the branch remains fixed between the jaws of the first set, also during the evaluation and cutting treatment of the branch. It is thus ensured that a branch once engaged can no longer change position. A favorable embodiment is described in claim 3.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont: fig. 1 een perspectivisch afbeelding van een deel van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding; -3- de fig. 2A, 2B t/m 6A, 6B schematisch de verschillende werkstanden van het eerste respectievelijk tweede stel klembekken; fig. 7 een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van de uitvinding; fig. 8 een overeenkomstig perspectivisch aanzicht van deze uitvoeringsvorm, gezien 5 in een richting dwars op het vlak van tekening van fig. 7.The invention is explained with reference to the drawing. In the drawing: Fig. 1 shows a perspective view of a part of a preferred embodiment of the invention; 2A, 2B to 6A, 6B schematically show the different operating positions of the first and second set of clamping jaws; Fig. 7 is a perspective view of an embodiment of the invention; Fig. 8 is a corresponding perspective view of this embodiment, viewed in a direction transverse to the plane of the drawing of Fig. 7.

Fig. 1 toont het onderste gedeelte van een later in zijn geheel te beschrijven inrichting volgens de uitvinding met de voornaamste componenten ervan: een eerste stel 10 van twee klembekken 10a, 10b, gevormd uit langwerpige uit veerkrachtig plaatmateriaal vervaardigde lamellen, en elk bestaande uit een eerste eindrand 12a, 12b, een ten opzichte van de hartlijn 10 14 divergerend overgangsdeel 14a, 14b en een met de hartlijn 14 van de inrichting evenwijdig einddeel 16a, 16b. Binnen de door de delen 14a, 14b respectievelijk 16a, 16b omsloten ruimte bevindt zich een tweede stel klembekken 15, eveneens bestaande uit veerkrachtige lamellen en ook hier elk bestaande uit een eerste eindrand 18a, 18b, een ten opzichte van de hartlijn 14 divergerend overgangsdeel 20a, 20b en een einddeel 22a, 22b. Doordat de delen van 15 deze klembekken zijn gevormd door uit geschikt veerkrachtig materiaal vervaardigde lamellen wordt het voordeel van een compacte constructie verkregen die geen externe veerdelen vergt.FIG. 1 shows the lower part of a device according to the invention to be described later in its entirety with its main components: a first set 10 of two clamping jaws 10a, 10b formed from elongated slats made of resilient plate material, and each consisting of a first end edge 12a, 12b, a transition part 14a, 14b diverging from the center line 14 and an end part 16a, 16b parallel to the center line 14 of the device. Within the space enclosed by the parts 14a, 14b and 16a, 16b, respectively, there is a second set of clamping jaws 15, also consisting of resilient slats and here also each consisting of a first end edge 18a, 18b, a transition part 20a diverging from the center line 14 , 20b and an end portion 22a, 22b. Because the parts of these clamping jaws are formed by slats made of suitable resilient material, the advantage of a compact construction is obtained that requires no external spring parts.

De einddelen 16a, 16b zijn vastgezet aan het cilindrisch huis 24 en de einddelen 22a, 22b zijn vastgezet aan het om dit huis in de richting van de pijlen 26 op en neer verschuifbaar 20 schuifstuk 28. De bekken 10a, 10b met de klemranden 12a, 12b kunnen dus worden beschouwd als stationair, terwijl de bekken 15a, 15b ten opzichte daarvan op en neer beweegbaar zijn.The end parts 16a, 16b are fixed to the cylindrical housing 24 and the end parts 22a, 22b are fixed to the slider 28 which can be slid up and down around this housing in the direction of the arrows 26. The jaws 10a, 10b with the clamping edges 12a, 12b can thus be considered stationary, while the jaws 15a, 15b are movable up and down relative thereto.

Dit huis 24 is dus het equivalent van de uit de stand van de techniek bekende buisvormige aanvoergeleider.This housing 24 is therefore the equivalent of the tubular supply conductor known from the prior art.

25 De werking van deze klembekken voor het stapsgewijs aanvoeren van een tak wordt toegelicht aan de hand van de fig. 2A, 2B t/m 6A, 6B en is als volgt:The operation of these clamping jaws for stepwise feeding of a branch is explained with reference to Figs. 2A, 2B to 6A, 6B and is as follows:

Fig. 2a, 2b toont de uitgangsstand waarin via het cilindrisch huisdeel 24 een te bewerken tak 32 wordt aangevoerd; deze tak komt met het ondereinde 34 ervan te rusten tussen de eindranden 18a, 18b van het tweede stel bekken 15. Via een geschikt, nader te beschrij-30 ven aandrijfmechanisme wordt het schuifstuk 28 over het cilindrisch huis 24 omlaag bewogen en de eindranden 18a, 18b met daartussen het takeinde 34 drukken daarbij tegen de binnen-oppervlakken van de overgangsdelen 14a, 14b zodat deze, en ook de eindranden 12a, 12b uit elkaar worden gedrukt. Het, nog steeds gesloten en de tak 32 meenemende, tweede stel klembekken 15 kan het eerste stel 10 passeren (zie fig. 3a, 3b) en de in fig. 4a, 4b getekende 35 tweede eindstand wordt bereikt, In deze tweede eindstand steekt het gedeelte 32a van de tak 32 onder de klemranden 12a, 12b uit en is daarbij stevig gefixeerd.FIG. 2a, 2b show the starting position in which a branch 32 for processing is supplied via the cylindrical housing part 24; this branch comes to rest with its lower end 34 between the end edges 18a, 18b of the second set of jaws 15. Via a suitable drive mechanism to be described in more detail, the slider 28 is lowered over the cylindrical housing 24 and the end edges 18a, 18b with the take-end 34 between them thereby pressing against the inner surfaces of the transition parts 14a, 14b so that these, and also the end edges 12a, 12b are pressed apart. The second set of clamping jaws 15, still closed and taking the branch 32, can pass the first set 10 (see Figs. 3a, 3b) and the second end position shown in Figs. 4a, 4b is reached. part 32a of the branch 32 below the clamping edges 12a, 12b and is thereby firmly fixed.

Nu wordt het tweede stel klembekken 15 teruggetrokken tot in de eerste eindstand (zie de fig. 5a, 5b) waarbij de binnenoppervlakken van de overgangsdelen 20a, 20b oplopen -4- tegen de einden van de eindranden 12a, 12b en van elkaar af worden gedrukt, tot uiteindelijk de in de fig. 5a, 5b getekende toestand is bereikt. In deze toestand hangt het takdeel 32a vrij toegankelijk onder de eindranden 12a, 12b van het eerste stel bekken 10 en kan op de bekende wijze worden geëvalueerd en bewerkt. Door een geschikte keuze van de kracht waar-5 mee deze eindranden tegen elkaar worden gedrukt (afhankelijk van eigenschappen en dikte van het plaatmateriaal waaruit zij zijn vervaardigd) kan eenvoudig worden verzekerd dat dit takeinddeel 32a tijdens en na de evaluatie ervan niet van plaats verandert.The second set of clamping jaws 15 is now retracted to the first end position (see Figs. 5a, 5b) with the inner surfaces of the transition parts 20a, 20b rising -4 against the ends of the end edges 12a, 12b and being pressed away from each other until finally the state shown in Figs. 5a, 5b is reached. In this state, the branch part 32a hangs freely accessible under the end edges 12a, 12b of the first set of jaws 10 and can be evaluated and processed in the known manner. By a suitable choice of the force with which these end edges are pressed against each other (depending on the properties and thickness of the plate material from which they are made) it can be easily ensured that this winding end part 32a does not change location during and after its evaluation.

Na het afknippen - en dus tot een of meerdere stekken verwerken - van dit einddeel 32a is de uitgangssituatie volgens fig. 6A en 6B verkregen waarna de cyclus kan worden her-10 haald: door een hernieuwd omlaag bewegen van het tweede stel klembekken 15 wordt opnieuw een takdeel ter evaluatie en bewerking aangeboden.After cutting off - and thus processing into one or more cuttings - this end part 32a, the starting situation according to Figs. 6A and 6B is obtained, after which the cycle can be repeated: by a second downward movement of the second set of clamping jaws 15 again a branch part offered for evaluation and processing.

Fig. 7 en 8 tonen in twee eindaanzichten een complete inrichting volgens de uitvinding volgens twee, onderling loodrechte, aanzichten.FIG. 7 and 8 show in two end views a complete device according to the invention according to two mutually perpendicular views.

Het eerste, stationaire, huisdeel 24 is in het voorgaande reeds genoemd evenals het 15 daarover in de richting van de pijlen 26 verplaatsbare schuifstuk 28 dat ongeveer ter hoogte van het midden is voorzien van een geleidegroef 30 waarin de meeneempennen 32 passen van een bedieningshefboom 35 die ongeveer halverwege zijn lengte, ter plaatse van 36, scharnierend wordt ondersteund in het gestel 38. Het vrije einde 40 is ter plaatse van 42 scharnierend gekoppeld met de in de richting van de pijlen 44 verplaatsbare zuigerstang van 20 een pneumatische cilinder 48 met stuuraansluitingen 48a,48b. Een geschikte besturing van deze cilinder resulteert in het op en neer bewegen in de richting van de pijlen 26 van het schuifstuk 28 en daarmee in het op en neer bewegen van het tweede stel bekken 15. Het huis 24 is via geschikte, niet getoonde, legers ondersteund in de behuizing 52 en is daarbij gekoppeld met het tandwiel 54 dat via de tandriem 56 in ingrijping staat met het tandwiel 58. 25 Dit tandwiel 58 bevindt zich op de uitgaande as van een bestuurd aan te drijven motor 60 via welke het huisdeel 24 met het samenstel van de klembekken 10, 15 roterend rond de hartlijn 14 kan worden aangedreven, een en ander zoals voor de evaluatie van een te beoordelen tak 32 noodzakelijk en uit de stand der techniek bekend is.The first stationary housing part 24 has already been mentioned in the foregoing, as has the slider 28 which is displaceable thereon in the direction of the arrows 26 and which is provided approximately at the level of the center with a guide groove 30 into which the entrainment pins 32 fit an operating lever 35 which approximately halfway its length, at the location of 36, is hingedly supported in the frame 38. The free end 40 is pivotally coupled at the location of 42 to the piston rod of 20 of a pneumatic cylinder 48 with control connections 48a which is displaceable in the direction of the arrows 44, 48b. A suitable control of this cylinder results in moving up and down in the direction of the arrows 26 of the slider 28 and thus in moving the second set of jaws 15. The housing 24 is via suitable bearings (not shown) supported in the housing 52 and is thereby coupled to the gear wheel 54 which engages the gear wheel 58 via the toothed belt 56. This gear wheel 58 is located on the output shaft of a controlled motor 60 via which the housing part 24 the assembly of the clamping jaws 10, 15 can be rotated about the axis 14, all this as is necessary for the evaluation of a branch 32 to be assessed and is known from the prior art.

Het huisdeel 24 is over de gehele lengte ervan en tot aan het boveneinde 62 daarvan 30 hol zodat via dit boveneinde 62 een te verwerken tak, zoals de tak 64 kan worden aangevoerd. De inrichting kan dus zonder meer worden gebruikt in combinatie met een installatie zoals die welke onderwerp is van de niet-voorgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage NL 1035738 ten name van Aanvraagster en inmiddels uit de praktijk bekend, waarin te bewerken takken via een pneumatisch transportsysteem aan de uiteindelijke bewerkingsstations 35 worden aangeboden.The housing part 24 is hollow over its entire length and up to its upper end 62, so that a branch to be processed, such as the branch 64, can be supplied via this upper end 62. The device can therefore be used in combination with an installation such as that which is the subject of the non-prepublished Dutch patent application NL 1035738 in the name of the Applicant and now known from practice, in which branches to be processed via a pneumatic conveying system at the final processing stations 35 are offered.

Uiteraard zijn binnen het kader van de uitvinding vele wijzigingen en aanvullingen mogelijk Zo wordt gewezen op de in de figuren getoonde, tussen het tweede stel klembekken 15 gelegen centreertrechter 66 die echter niet strikt noodzakelijk is gebleken. Eventueel kan -5- ook rond de lamelvormige klembekken een korte afschermhuls zijn aangebracht - deze is in de figuren niet getekend.Of course, many modifications and additions are possible within the scope of the invention. For example, reference is made to the centering funnel 66 located between the second set of clamping jaws 15, but which has not proved to be strictly necessary. Optionally, a short shielding sleeve can also be arranged around the slat-shaped clamping jaws - this is not shown in the figures.

10366891036689

Claims

Device for presenting a branch with stems and leaves to an inspection and / or processing device therefor while moving this branch in, and rotating this branch about its longitudinal direction with a substantially tubular guide whose inner dimensions are adapted to the outer contours of a branch to be machined, which conductor is coupled to means for rotating it about its axis, has an input end and an output end, and cooperates with means for moving an input introduced into the input end branch, characterized in that the branch-displacing means are formed by a first set (10) of two resiliently closed jaws with the guide axis (24), each with an abutment edge (12a, 12b) diverging from the jaw with end edges of a second set (15) resiliently closed, also with this axis (24) coaxial clamping jaws, which second set (15) from a and first end position, in which they lie between the first clamping jaws (10) and the end of the guide (24), and in which end position a branch (32) supplied and to be processed via this guide is brought between the second jaws (15) , while pushing the first jaws (10) open, it is possible to move to a second end position located below said first jaws (10), the first jaws (10) taking over the branch (32) by clampingly closing around it and the second jaws (15) can be moved back to its first end position. Device according to claim 1, characterized in that each pair of jaws (10, 15) is formed by the end edges (12a, 12b; 18a, 18b) of two resilient, flat, slats, which end edges each extend into a ascending outwardly diverging transition part (14a, 14b; 20a, 20b) which merges via an obtuse angle into an ascending end part (16a, 16b; 22a, 22b), wherein corresponding faces of the first set are perpendicular to corresponding faces of the second set and the transition portions of the first set of abutment surfaces form for the jaw edges of the first set during the downward movement thereof. 30

Device according to claim 2, characterized in that the opposite end parts (16a, 16b) of the first set of jaws (10) are connected to the outer surface of a cylindrical housing (24) forming the supply conductor, which is enclosed by a controlled up and down movable slider (28) to which the end portions (20a, 20b) of the second set of jaws (15) are connected.