NL1036675C2 - Fixeerorgaan ingericht voor het op een ondergrond fixeren van een plat voorwerp. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Fixeerorgaan ingericht voor het op een ondergrond fixeren van een plat voorwerp,

BESCHRIJVING

5 De onderhavige uitvinding heeft volgens een eerste aspect betrekking op een fixeerorgaan ingericht voor het op een ondergrond fixeren van een althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp, het fixeerorgaan omvattende een althans ten minste in hoofdzaak cilindrische schacht die aan één uiteinde is voorzien van een in de richting weg van de schacht convergerend deel en aan het 10 andere uiteinde is voorzien van een flensachtig deel.

In EP 07075093.0 wordt een paddestoelvormig element beschreven met een kokervormige schacht en aan de bovenzijde een flens die bij toepassing aangrijpt op de bovenzijde van een op een te bedekken dak gelegen Velcro-element en het Velcro-element zo op zijn plaats houdt. De schacht van het paddestoelvormig 15 element strekt zich uit door een deel van een laag isolatiemateriaal. Door de schacht is een schroef gestoken, waarvan de kop aangrijpt op een verzonken deel van de flens. Het paddestoelvormig element is aan een puntvormige onderzijde open. Een uiteinde van een schroef die zich door de kokervormige schacht uitstrekt steekt door die open onderzijde naar buiten en is in een ondergrond van het isolatiemateriaal 20 geschroefd. Aldus is het Velcro element op het isolatiemateriaal gefixeerd.

Hoewel een dergelijke constructie in principe uitstekend voldoet kan een dergelijke constructie alleen in een droge omgeving worden toegepast, of moeten roestvaste schroeven worden gebruikt om te voorkomen dat de schroeven gaan roesten. Uitstel van werkzaamheden wegens weersomstandigheden moet, met 25 name in de bouw, zoveel mogelijk worden voorkomen. Toepassing van roestvaste schroeven heeft een kostenverhogend effect.

De onderhavige uitvinding beoogt daarom een fixeerconstructie te verschaffen die kan worden toegepast bij vochtig weer, zonder de noodzaak roestvaste schroeven te gebruiken. Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding 30 bereikt door toepassing van een fixeerorgaan volgens de inleiding, waarbij de wand van de althans ten minste in hoofdzaak cilindrische schacht, althans ten minste aan het nabij het convergerend deel gelegen uiteinde is. Hierdoor is het mogelijk dat eventueel water dat zich tussen het in het dak aanbrengen van het fixeerorgaan en het insteken van een schroef in de schacht heeft verzameld door de 1036675 2 waterdoorlatende wand van de schacht uit het fixeerorgaan verdwijnt en door omgevend materiaal wordt opgenomen. Aldus bevindt de schroef zich niet meer in een vochtige omgeving en is het risico van roestvorming op de schroef verdwenen of althans ten minste gereduceerd en is het doel van de onderhavige uitvinding bereikt.

5 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is de wand van de althans ten minste in hoofdzaak cilindrische schacht rondom doorlopend en is die voorzien van perforaties. Enerzijds zorgt de rondom doorlopende wand van de schacht voor sterkte en vormvastheid van het fixeerorgaan. Anderzijds zijn de perforaties geschikt voor het doorlaten van water uit 10 de schacht naar het fixeerorgaan omgevend materiaal.

Het heeft daarbij de voorkeur dat de wand is voorzien van perforaties die aan de buitenomtrek van de wandopeningen met een oppervlak van ten minste één vierkante millimeter. Dit oppervlak is niet het gezamenlijk oppervlak van de perforaties maar van afzonderlijke perforaties. De perforaties dienen 15 voldoende groot te zijn om water uit de schacht door de openingen te laten.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding zijn de perforaties ovaalvormig uitgevoerd. Hierdoor wordt een enigszins langgerekte opening aan de buitenwand van de schacht gevormd, waardoorheen het water zich makkelijk van de binnenkant van de schacht naar het fixeerorgaan 20 omgevend materiaal kan verplaatsen.

Wanneer de perforaties zich vanaf de buitenomtrek naar de binnenomtrek van de wand verjongen verbetert dat ook de doorvoer van water van binnen de schacht naar het fixeeromgevend materiaal. Anderzijds belemmert een dergelijke vorm van de perforaties dat water uit het fixeerorgaanomgevend materiaal 25 in de schacht naar binnen stroomt.

Het fixeerorgaan is bij voorkeur althans ten minste in hoofdzaak vervaardigd van kunststof. Kunststof is zelf ongevoelig voor water en een aantal kunststoffen beschikt over de eigenschappen die gewenst zijn νυυι een fixeerorgaan.

30 Polyamide 6 is een kunststof die uitstekend geschikt is om het fixeerorgaan althans ten minste in hoofdzaak van te vervaardigen.

Het heeft de voorkeur dat het fixeerorgaan aan de kant van het convergerend deel een puntvormig uiteinde heeft. Een, althans op de doorgang van een schroef na, puntvormig uiteinde kan relatief makkelijk door isolatiemateriaal van 3 een dak worden gedreven.

Voor een goede bevestiging van het fixeerorgaan aan het fixeerorgaan omgevend materiaal heeft het de voorkeur dat het fixeerorgaan aan het uiteinde bij het convergerend deel is voorzien van uitstekende delen die zich in de 5 langsrichting van het fixeerorgaan langs het convergerend deel uitstrekken. De uitstekende delen kunnen naar buiten toe tot een scherpe rand toelopen en fungeren als messen bij het in isolatiemateriaal steken van het fixeerorgaan. Deze maatregel kan overigens ook onafhankelijk van de kenmerkende maatregel uit conclusie 1 worden toegepast bij een fixeerorgaan ingericht voor het op een 10 ondergrond fixeren van een althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp, het fixeerorgaan omvattende een althans ten minste in hoofdzaak cilindrische schacht die aan één uiteinde is voorzien van een in de richting weg van de schacht convergerend deel en aan het andere uiteinde is voorzien van een flensachtig deel waarbij het fixeerorgaan aan het uiteinde bij het convergerend deel is voorzien van 15 uitstekende delen die zich in de langsrichting van het fixeerorgaan langs het convergerend deel uitstrekken.

Het heeft daarbij de voorkeur dat de uitstekende delen tot voorbij de buitenomtrek van de schacht naar buiten steken. Aldus zijn de uitstekende delen na het in een ondergrond brengen van het fixeerorgaan werkzaam als weerhaken die 20 weerstand bieden tegen het uit de ondergrond trekken van het fixeerorgaan. Wanneer het fixeerorgaan nadat het in de ondergrond is gestoken enigszins wordt verdraaid, zijn de uitstekende delen niet meer uitgelijnd met de snede die zij bij het in de ondergrond steken van het fixeerorgaan hebben gemaakt en is de weerstand tegen het uit de ondergrond trekken van het fixeerorgaan nog groter.

25 Een fixeerorgaan waarvan de buitenomtrek van de althans ten minste in hoofdzaak cilindervormige schacht een doorsnede heeft die is gelegen in het bereik van 10 tot 18 mm is geschikt voor het op een dak aanbrengen van een plat voorwerp. Enerzijds kan binnen de schacht voldoende ruimte zijn voorzien om een schroef op te nemen en anderzijds is de buitendoorsnede klein genoeg om het 30 fixeerorgaan in isolatiemateriaal van een dak te steken zonder een al te hoge weerstand. Het isolatiemateriaal bestaat vaak uit schuimmateriaal. De buitenomtrek van de schacht heeft om dezelfde reden verder bij voorkeur een doorsnede die is gelegen in het bereik van 11 tot 15 mm.

De buitenomtrek van het flensachtig deel heeft bij voorkeur een 4 doorsnede die is gelegen in het bereik van 35 tot 100 mm, verder bij voorkeur in het bereik van 45 tot 70 mm. Hierdoor kan het flensachtig deel voldoende aangrijpen op althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp om het gefixeerd te houden. In het geval althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp een schijf Velcro is bedekt het 5 flensachtig deel maar een beperkt deel van de schijf Velcro zodat de rest van de schijf Velcro vrij is om aan te grijpen op een daarmee samenwerkend tweede Velcro-element, bijvoorbeeld mouwoven materiaal aan de onderzijde van een strook bitumen.

Een fixeerorgaan met een lengte, gemeten in de langsrichting van 10 de althans ten minste in hoofdzaak cilindrische schacht, gelegen in het bereik van 20 tot 150 mm, verder bij voorkeur van 40 tot 100 mm, is geschikt voor het op de ondergrond van een dak fixeren van een althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp.

De onderhavige uitvinding heeft volgens een tweede aspect 15 betrekking op een werkwijze voor het op een ondergrond fixeren van een althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp, omvattende de stappen van: a) het op een ondergrond plaatsen van het althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp; en b) het door het althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp in de 20 ondergrond steken van een fixeerorgaan; met het kenmerk, dat bij stap b) een fixeerorgaan volgens één of meer van de voorgaande conclusies wordt toegepast. De voordelen van deze werkwijze corresponderen met de voordelen die met betrekking tot het fixeerorgaan eerder in dit document zijn besproken. Dit geldt zowel voor de waterdoorlatendheid 25 van de schacht als voor de uitstekende delen bij het convergerend deel.

De onderhavige uitvinding zal nu nader worden toegelicht onder verwijzing naar de bijgevoegde figuren waarin:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht toont van een piug ais fixeerorgaan volgens de onderhavige uitvinding; 30 Figuur 2 een zij-aanzicht toont van de plug uit figuur 1; en

Figuur 3 een dwarsdoorsnede-aanzicht toont van een deel van een dak waarin een plug volgens de onderhavige uitvinding is toegepast.

In figuur 1 en figuur 2 wordt een perspectivisch aanzicht respectievelijk een zij-aanzicht getoond van een plug 1 die als integraal deel is 5 vervaardigd van Polyamide 6 als bevestigingsorgaan volgens de onderhavige uitvinding. De plug 1 heeft een holle schacht 2. In de wand van de schacht 2 zijn perforaties 3 voorzien. De perforaties 3 zijn ovaalvormig en zijn aan de buitenkant van de schacht groter dan aan de binnenkant van de schacht 2. Door de perforaties 5 3 kan water dat zich in de holle schacht 2 bevindt naar buiten lopen om vervolgens te worden opgenomen door materiaal dat de schacht 2 omgeeft. Aan de onderzijde loopt de schacht spits toe in de vorm van een punt 4. De punt 4 is voorzien van uitstekende ribben 5 die zich over de lengte van de punt 4 uitstrekken. De uitstekende ribben 5 steken aan de bovenkant van het punt 4 tot voorbij de 10 buitenomtrek van schacht 2 naar buiten. Verder hebben zij een driehoekige dwarsdoorsnede vorm en lopen de uitstekende ribben 5 in de richting weg van punt 4 spits toe. Helemaal aan de onderkant lopen de uitstekende ribben 5 toe tot een scherpe punt.

Figuur 3 toont een plug 1 die een zogenaamde coin 8 van 15 bitumenhoudend materiaal op een laag isolatiemateriaal 9 fixeert. De plug 1 is door de coin 8 gestoken en vervolgens in het isolatiemateriaal 9 gedrukt. Door de punt 4 net de scherpe ribben 5 (zie ook figuren 1 en 2) snijdt de plug 1 daarbij als het ware door het isolatiemateriaal 9. Daarna is de plug 1 ongeveer 45 graden verdraaid, zodat de ribben 5 niet meer in het verlengde liggen van de sneden die zij in het 20 isolatiemateriaal hebben veroorzaakt. Aldus werken de ribben nu als weerhaken. Vervolgens is een schroef 10 door de holle schacht 2 gestoken, die door het open onderuiteinde van de plug 1 uit de plug in het isolatiemateriaal en een kunststof onderplaat 11 is vastgeschroefd tot de flens 6 van de plug 1 de coin 8 tegen het isolatiemateriaal 9 fixeert. Nadat een aantal coins op bovengenoemde wijze met 25 behulp van plussen 1 op een dak is gefixeerd wordt een lange baan bitumen dakbedekking 12 over de coins gelegd. Banen dakbedekking 12 worden aan elkaar maar ook aan de coins 8 bevestigd.

Water dat eventueel tussen het aanbrengen van de piug i en net met de dakbedekking 12 bedekken ervan in de holle schacht 2 van de plug 1 is 30 gekomen kan door de perforaties 3 uit de plug 1 in het isolatiemateriaal 9 lopen of als damp door het isolatiemateriaal 9 worden geabsorbeerd.

De hierboven beschreven en in de figuren getoonde voorkeursuitvoeringsvormen van de plug en de werkwijze voor het fixeren ervan dienen slechts als voorbeeld en hebben geen beperkend effect op de 6 beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding die wordt gedefinieerd door de hiernavolgende conclusies. Zo kan de flens van de plug bijvoorbeeld ovaal in plaats van rond zijn uitgevoerd. Verder kan de plug zijn vervaardigd van een ander (kunststof) materiaal dat voldoende stijfheid verschaft. De coins kunnen zijn 5 vervaardigd van bitumen, waaraan een bitumen baan dakbedekking wordt vastgesmolten. Maar de coins kunnen aan de bovenzijde ook een (haak)laag Velcro omvatten, die samenwerkt met een (lus)laag Velcro of ander non woven vezelmateriaal die is voorzien aan de onderzijde van de aan te brengen banen dakbedekking. Verder kan de plug worden toegepast in combinatie met ander 10 soorten dakmembranen dan bitumen, zoals bijvoorbeeld EPDM, PVC of dergelijke.

1036675

Claims (15)

1. Fixeerorgaan ingericht voor het op een ondergrond fixeren van een althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp, het fixeerorgaan omvattende een 5 althans ten minste in hoofdzaak cilindrische schacht die aan één uiteinde is voorzien van een in de richting weg van de schacht convergerend deel en aan het andere uiteinde is voorzien van een flensachtig deel, het kenmerk, dat de wand van de althans ten minste in hoofdzaak cilindrische schacht, althans ten minste aan het nabij het convergerend deel gelegen uiteinde waterdoorlatend is.

2. Fixeerorgaan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wand van de althans ten minste in hoofdzaak cilindrische schacht rondom doorlopend is en is voorzien van perforaties.

3. Fixeerorgaan volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de wand is voorzien van perforaties die aan de buitenomtrek van de wand openingen met een 15 oppervlak van ten minste 1 mm2 vormen.

4. Fixeerorgaan volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de perforaties ovaalvormig zijn uitgevoerd.

5. Fixeerorgaan volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de perforaties zich vanaf de binnenomtrek naar de buitenomtrek van de wand 20 verjongen.

6. Fixeerorgaan volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het fixeerorgaan althans ten minste in hoofdzaak is vervaardigd van kunststof.

7. Fixeerorgaan volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het 25 fixeerorgaan althans ten minste in hoofdzaak is vervaardigd van Polyamide 6.

8. Fixeerorgaan volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het fixeerorgaan aan de kant van het convergerend deel een puntvormig uiteinde heeft.

9. Fixeerorgaan volgens één of meer van de voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk, dat het fixeerorgaan aan het uiteinde bij het convergerend deel is voorzien van uitstekende delen die zich in de langsrichting van het fixeerorgaan langs het convergerend deel uitstrekken.

10. Fixeerorgaan volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de uitstekende delen tot voorbij de buitenomtrek van de schacht naar buiten steken. 1036675 δ

11. Fixeerorgaan volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitenomtrek van de althans ten minste in hoofdzaak cilindervormige schacht een doorsnede heeft die is gelegen in het bereik van 10 tot 18 mm.

12. Fixeerorgaan volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitenomtrek van het flensachtig deel een doorsnede heeft die is gelegen in het bereik van 35 tot 100 mm.

13. Fixeerorgaan volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lengte van het fixeerorgaan, gemeten in de langsrichting 10 van de althans ten minste in hoofdzaak cilindrische schacht, gelegen is in het bereik van 20 tot 150 mm.

14. Werkwijze voor het op een ondergrond fixeren van een althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp, omvattende de stappen van: a) het op een ondergrond plaatsen van het althans ten minste in 15 hoofdzaak plat voorwerp; en b) het door het althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp in de ondergrond steken van een fixeerorgaan, met het kenmerk, dat bij stap b) een fixeerorgaan volgens één of meer van de voorgaande conclusies wordt toegepast.

15. Fixeerorgaan volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schacht en het flensachtig deel een integraal onderdeel vormen. 25 1036675