NL1036675C2

NL1036675C2 - FIXING ORGANIZED FOR FIXING A FLAT OBJECT ON A SUBSTRATE.

Info

Publication number: NL1036675C2
Application number: NL1036675A
Authority: NL
Inventors: Martinus Maas
Original assignee: Gebrema B V
Priority date: 2009-03-06
Filing date: 2009-03-06
Publication date: 2010-09-07

Description

Korte aanduiding: Fixeerorgaan ingericht voor het op een ondergrond fixeren van een plat voorwerp,Short indication: Fixing device adapted to fix a flat object on a surface,

BESCHRIJVINGDESCRIPTION

5 De onderhavige uitvinding heeft volgens een eerste aspect betrekking op een fixeerorgaan ingericht voor het op een ondergrond fixeren van een althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp, het fixeerorgaan omvattende een althans ten minste in hoofdzaak cilindrische schacht die aan één uiteinde is voorzien van een in de richting weg van de schacht convergerend deel en aan het 10 andere uiteinde is voorzien van een flensachtig deel.According to a first aspect, the present invention relates to a fixing element adapted to fix an at least at least substantially flat object on a surface, the fixing element comprising an at least at least substantially cylindrical shaft which is provided at one end with a the direction away from the shaft converging part and at the other end is provided with a flange-like part.

In EP 07075093.0 wordt een paddestoelvormig element beschreven met een kokervormige schacht en aan de bovenzijde een flens die bij toepassing aangrijpt op de bovenzijde van een op een te bedekken dak gelegen Velcro-element en het Velcro-element zo op zijn plaats houdt. De schacht van het paddestoelvormig 15 element strekt zich uit door een deel van een laag isolatiemateriaal. Door de schacht is een schroef gestoken, waarvan de kop aangrijpt op een verzonken deel van de flens. Het paddestoelvormig element is aan een puntvormige onderzijde open. Een uiteinde van een schroef die zich door de kokervormige schacht uitstrekt steekt door die open onderzijde naar buiten en is in een ondergrond van het isolatiemateriaal 20 geschroefd. Aldus is het Velcro element op het isolatiemateriaal gefixeerd.EP 07075093.0 describes a mushroom-shaped element with a tubular shaft and on the top a flange which, when used, engages the top of a Velcro element that is to be covered on a roof to be covered and thus holds the Velcro element in place. The shaft of the mushroom-shaped element extends through a part of a layer of insulating material. A screw is inserted through the shaft, the head of which engages a recessed portion of the flange. The mushroom-shaped element is open on a pointed bottom. An end of a screw extending through the tubular shaft projects out through that open underside and is screwed into a substrate of the insulating material. The Velcro element is thus fixed on the insulation material.

Hoewel een dergelijke constructie in principe uitstekend voldoet kan een dergelijke constructie alleen in een droge omgeving worden toegepast, of moeten roestvaste schroeven worden gebruikt om te voorkomen dat de schroeven gaan roesten. Uitstel van werkzaamheden wegens weersomstandigheden moet, met 25 name in de bouw, zoveel mogelijk worden voorkomen. Toepassing van roestvaste schroeven heeft een kostenverhogend effect.Although such a construction is excellent in principle, such a construction can only be used in a dry environment, or stainless screws must be used to prevent the screws from rusting. Postponement of work due to weather conditions, especially in construction, must be prevented as much as possible. The use of stainless screws has a cost-increasing effect.

De onderhavige uitvinding beoogt daarom een fixeerconstructie te verschaffen die kan worden toegepast bij vochtig weer, zonder de noodzaak roestvaste schroeven te gebruiken. Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding 30 bereikt door toepassing van een fixeerorgaan volgens de inleiding, waarbij de wand van de althans ten minste in hoofdzaak cilindrische schacht, althans ten minste aan het nabij het convergerend deel gelegen uiteinde is. Hierdoor is het mogelijk dat eventueel water dat zich tussen het in het dak aanbrengen van het fixeerorgaan en het insteken van een schroef in de schacht heeft verzameld door de 1036675 2 waterdoorlatende wand van de schacht uit het fixeerorgaan verdwijnt en door omgevend materiaal wordt opgenomen. Aldus bevindt de schroef zich niet meer in een vochtige omgeving en is het risico van roestvorming op de schroef verdwenen of althans ten minste gereduceerd en is het doel van de onderhavige uitvinding bereikt.SUMMARY OF THE INVENTION It is therefore an object of the present invention to provide a fixing structure that can be used in wet weather without the need to use stainless screws. This object is achieved according to the present invention by the use of a fixing member according to the introduction, wherein the wall is of the at least at least substantially cylindrical shaft, at least at the end located near the converging part. As a result, it is possible that any water that has collected between the fixing device in the roof and the insertion of a screw into the shaft through the water-permeable wall of the shaft disappears from the fixing device and is absorbed by surrounding material. Thus the screw is no longer in a moist environment and the risk of rusting on the screw has disappeared or at least is reduced and the object of the present invention has been achieved.

5 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is de wand van de althans ten minste in hoofdzaak cilindrische schacht rondom doorlopend en is die voorzien van perforaties. Enerzijds zorgt de rondom doorlopende wand van de schacht voor sterkte en vormvastheid van het fixeerorgaan. Anderzijds zijn de perforaties geschikt voor het doorlaten van water uit 10 de schacht naar het fixeerorgaan omgevend materiaal.In a preferred embodiment according to the present invention, the wall of the at least at least substantially cylindrical shaft is continuous all around and is provided with perforations. On the one hand, the all-round wall of the shaft ensures strength and dimensional stability of the fixing member. On the other hand, the perforations are suitable for passing water from material surrounding the shaft to the fixing member.

Het heeft daarbij de voorkeur dat de wand is voorzien van perforaties die aan de buitenomtrek van de wandopeningen met een oppervlak van ten minste één vierkante millimeter. Dit oppervlak is niet het gezamenlijk oppervlak van de perforaties maar van afzonderlijke perforaties. De perforaties dienen 15 voldoende groot te zijn om water uit de schacht door de openingen te laten.It is thereby preferred that the wall is provided with perforations which are on the outer circumference of the wall openings with a surface of at least one square millimeter. This surface is not the joint surface of the perforations but of individual perforations. The perforations must be large enough to allow water from the shaft to pass through the openings.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding zijn de perforaties ovaalvormig uitgevoerd. Hierdoor wordt een enigszins langgerekte opening aan de buitenwand van de schacht gevormd, waardoorheen het water zich makkelijk van de binnenkant van de schacht naar het fixeerorgaan 20 omgevend materiaal kan verplaatsen.In a preferred embodiment of the present invention, the perforations are of oval shape. A slightly elongated opening is hereby formed on the outer wall of the shaft, through which the water can easily move from the inside of the shaft to the fixing member 20.

Wanneer de perforaties zich vanaf de buitenomtrek naar de binnenomtrek van de wand verjongen verbetert dat ook de doorvoer van water van binnen de schacht naar het fixeeromgevend materiaal. Anderzijds belemmert een dergelijke vorm van de perforaties dat water uit het fixeerorgaanomgevend materiaal 25 in de schacht naar binnen stroomt.When the perforations rejuvenate from the outer circumference to the inner circumference of the wall, this also improves the passage of water from inside the shaft to the fixing-surrounding material. On the other hand, such a shape of the perforations prevents water from flowing into the shaft from the fixer-surrounding material.

Het fixeerorgaan is bij voorkeur althans ten minste in hoofdzaak vervaardigd van kunststof. Kunststof is zelf ongevoelig voor water en een aantal kunststoffen beschikt over de eigenschappen die gewenst zijn νυυι een fixeerorgaan.The fixing member is preferably at least substantially made of plastic. Plastic itself is insensitive to water and a number of plastics have the properties that are desired - a fixative.

30 Polyamide 6 is een kunststof die uitstekend geschikt is om het fixeerorgaan althans ten minste in hoofdzaak van te vervaardigen.Polyamide 6 is a plastic that is excellent for at least substantially making the fixing member.

Het heeft de voorkeur dat het fixeerorgaan aan de kant van het convergerend deel een puntvormig uiteinde heeft. Een, althans op de doorgang van een schroef na, puntvormig uiteinde kan relatief makkelijk door isolatiemateriaal van 3 een dak worden gedreven.It is preferred that the fixing member has a pointed end on the side of the converging part. A point-shaped end, at least after the passage of a screw, can be driven relatively easily by insulating material of a roof.

Voor een goede bevestiging van het fixeerorgaan aan het fixeerorgaan omgevend materiaal heeft het de voorkeur dat het fixeerorgaan aan het uiteinde bij het convergerend deel is voorzien van uitstekende delen die zich in de 5 langsrichting van het fixeerorgaan langs het convergerend deel uitstrekken. De uitstekende delen kunnen naar buiten toe tot een scherpe rand toelopen en fungeren als messen bij het in isolatiemateriaal steken van het fixeerorgaan. Deze maatregel kan overigens ook onafhankelijk van de kenmerkende maatregel uit conclusie 1 worden toegepast bij een fixeerorgaan ingericht voor het op een 10 ondergrond fixeren van een althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp, het fixeerorgaan omvattende een althans ten minste in hoofdzaak cilindrische schacht die aan één uiteinde is voorzien van een in de richting weg van de schacht convergerend deel en aan het andere uiteinde is voorzien van een flensachtig deel waarbij het fixeerorgaan aan het uiteinde bij het convergerend deel is voorzien van 15 uitstekende delen die zich in de langsrichting van het fixeerorgaan langs het convergerend deel uitstrekken.For a good attachment of the fixing member to the material surrounding the fixing member, it is preferred that the fixing member at the end at the converging part is provided with projecting parts which extend along the converging part in the longitudinal direction of the fixing member. The projecting parts can tap into a sharp edge outwards and act as knives when the fixing member is inserted into insulating material. Incidentally, this measure can also be applied independently of the characterizing measure from claim 1 to a fixing member adapted to fix an at least at least substantially flat object on a surface, the fixing member comprising an at least at least substantially cylindrical shank attached to one one end is provided with a part converging in the direction away from the shaft and at the other end is provided with a flange-like part, wherein the fixing member is provided at the end at the converging part with projecting parts which extend along the longitudinal direction of the fixing member extend the converging part.

Het heeft daarbij de voorkeur dat de uitstekende delen tot voorbij de buitenomtrek van de schacht naar buiten steken. Aldus zijn de uitstekende delen na het in een ondergrond brengen van het fixeerorgaan werkzaam als weerhaken die 20 weerstand bieden tegen het uit de ondergrond trekken van het fixeerorgaan. Wanneer het fixeerorgaan nadat het in de ondergrond is gestoken enigszins wordt verdraaid, zijn de uitstekende delen niet meer uitgelijnd met de snede die zij bij het in de ondergrond steken van het fixeerorgaan hebben gemaakt en is de weerstand tegen het uit de ondergrond trekken van het fixeerorgaan nog groter.It is preferred here that the projecting parts protrude beyond the outer circumference of the shaft. The protruding parts thus act after barring the fixation member as barbs which offer resistance to pulling the fixation member out of the base. When the fixing member is slightly twisted after it has been inserted into the substrate, the projecting parts are no longer aligned with the cut they made when the fixing member is inserted into the substrate and the resistance to pulling the fixing member out of the substrate is even bigger.

25 Een fixeerorgaan waarvan de buitenomtrek van de althans ten minste in hoofdzaak cilindervormige schacht een doorsnede heeft die is gelegen in het bereik van 10 tot 18 mm is geschikt voor het op een dak aanbrengen van een plat voorwerp. Enerzijds kan binnen de schacht voldoende ruimte zijn voorzien om een schroef op te nemen en anderzijds is de buitendoorsnede klein genoeg om het 30 fixeerorgaan in isolatiemateriaal van een dak te steken zonder een al te hoge weerstand. Het isolatiemateriaal bestaat vaak uit schuimmateriaal. De buitenomtrek van de schacht heeft om dezelfde reden verder bij voorkeur een doorsnede die is gelegen in het bereik van 11 tot 15 mm.A fixing member whose outer circumference of the at least at least substantially cylindrical shaft has a cross-section in the range of 10 to 18 mm is suitable for mounting a flat object on a roof. On the one hand, sufficient space can be provided within the shaft to receive a screw and, on the other hand, the outer diameter is small enough to insert the fixation member into insulating material of a roof without excessive resistance. The insulation material often consists of foam material. For the same reason, the outer circumference of the shaft further preferably has a cross-section in the range of 11 to 15 mm.

De buitenomtrek van het flensachtig deel heeft bij voorkeur een 4 doorsnede die is gelegen in het bereik van 35 tot 100 mm, verder bij voorkeur in het bereik van 45 tot 70 mm. Hierdoor kan het flensachtig deel voldoende aangrijpen op althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp om het gefixeerd te houden. In het geval althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp een schijf Velcro is bedekt het 5 flensachtig deel maar een beperkt deel van de schijf Velcro zodat de rest van de schijf Velcro vrij is om aan te grijpen op een daarmee samenwerkend tweede Velcro-element, bijvoorbeeld mouwoven materiaal aan de onderzijde van een strook bitumen.The outer circumference of the flange-like part preferably has a cross-section that is in the range of 35 to 100 mm, further preferably in the range of 45 to 70 mm. This allows the flange-like part to engage sufficiently on at least at least substantially flat object to keep it fixed. In the case that at least a substantially flat object is a disk Velcro, the flange-like part covers only a limited part of the disk Velcro so that the rest of the disk Velcro is free to engage a second Velcro element cooperating with it sleeve oven material on the underside of a bitumen strip.

Een fixeerorgaan met een lengte, gemeten in de langsrichting van 10 de althans ten minste in hoofdzaak cilindrische schacht, gelegen in het bereik van 20 tot 150 mm, verder bij voorkeur van 40 tot 100 mm, is geschikt voor het op de ondergrond van een dak fixeren van een althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp.A fixing member with a length, measured in the longitudinal direction of the at least at least substantially cylindrical shank, lying in the range of 20 to 150 mm, further preferably of 40 to 100 mm, is suitable for mounting on the substrate of a roof fixing an at least at least substantially flat object.

De onderhavige uitvinding heeft volgens een tweede aspect 15 betrekking op een werkwijze voor het op een ondergrond fixeren van een althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp, omvattende de stappen van: a) het op een ondergrond plaatsen van het althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp; en b) het door het althans ten minste in hoofdzaak plat voorwerp in de 20 ondergrond steken van een fixeerorgaan; met het kenmerk, dat bij stap b) een fixeerorgaan volgens één of meer van de voorgaande conclusies wordt toegepast. De voordelen van deze werkwijze corresponderen met de voordelen die met betrekking tot het fixeerorgaan eerder in dit document zijn besproken. Dit geldt zowel voor de waterdoorlatendheid 25 van de schacht als voor de uitstekende delen bij het convergerend deel.According to a second aspect, the present invention relates to a method for fixing an at least at least substantially flat object on a surface, comprising the steps of: a) placing the at least at least substantially flat object on a surface ; and b) inserting a fixing member into the substrate through the at least substantially flat object; characterized in that a fixing member according to one or more of the preceding claims is used in step b). The advantages of this method correspond to the advantages discussed earlier in this document with regard to the fixing member. This applies both to the water permeability of the shaft and to the protruding parts at the converging part.

De onderhavige uitvinding zal nu nader worden toegelicht onder verwijzing naar de bijgevoegde figuren waarin:The present invention will now be further elucidated with reference to the accompanying figures in which:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht toont van een piug ais fixeerorgaan volgens de onderhavige uitvinding; 30 Figuur 2 een zij-aanzicht toont van de plug uit figuur 1; enFigure 1 shows a perspective view of a pin fixation member according to the present invention; Figure 2 shows a side view of the plug of Figure 1; and

Figuur 3 een dwarsdoorsnede-aanzicht toont van een deel van een dak waarin een plug volgens de onderhavige uitvinding is toegepast.Figure 3 shows a cross-sectional view of a part of a roof in which a plug according to the present invention is applied.

In figuur 1 en figuur 2 wordt een perspectivisch aanzicht respectievelijk een zij-aanzicht getoond van een plug 1 die als integraal deel is 5 vervaardigd van Polyamide 6 als bevestigingsorgaan volgens de onderhavige uitvinding. De plug 1 heeft een holle schacht 2. In de wand van de schacht 2 zijn perforaties 3 voorzien. De perforaties 3 zijn ovaalvormig en zijn aan de buitenkant van de schacht groter dan aan de binnenkant van de schacht 2. Door de perforaties 5 3 kan water dat zich in de holle schacht 2 bevindt naar buiten lopen om vervolgens te worden opgenomen door materiaal dat de schacht 2 omgeeft. Aan de onderzijde loopt de schacht spits toe in de vorm van een punt 4. De punt 4 is voorzien van uitstekende ribben 5 die zich over de lengte van de punt 4 uitstrekken. De uitstekende ribben 5 steken aan de bovenkant van het punt 4 tot voorbij de 10 buitenomtrek van schacht 2 naar buiten. Verder hebben zij een driehoekige dwarsdoorsnede vorm en lopen de uitstekende ribben 5 in de richting weg van punt 4 spits toe. Helemaal aan de onderkant lopen de uitstekende ribben 5 toe tot een scherpe punt.Figure 1 and Figure 2 show a perspective view and a side view, respectively, of a plug 1 which is made as an integral part of Polyamide 6 as a fixing member according to the present invention. The plug 1 has a hollow shaft 2. Perforations 3 are provided in the wall of the shaft 2. The perforations 3 are oval in shape and are larger on the outside of the shaft than on the inside of the shaft 2. Through the perforations 5, water contained in the hollow shaft 2 can run out and then be absorbed by material which shaft 2 surrounds. On the underside, the shaft is tapered in the shape of a point 4. The point 4 is provided with projecting ribs 5 which extend along the length of the point 4. The protruding ribs 5 protrude at the top of the point 4 beyond the outer circumference of shaft 2. Furthermore, they have a triangular cross-sectional shape and the projecting ribs 5 tapering in the direction away from point 4. At the very bottom, the projecting ribs 5 run to a sharp point.

Figuur 3 toont een plug 1 die een zogenaamde coin 8 van 15 bitumenhoudend materiaal op een laag isolatiemateriaal 9 fixeert. De plug 1 is door de coin 8 gestoken en vervolgens in het isolatiemateriaal 9 gedrukt. Door de punt 4 net de scherpe ribben 5 (zie ook figuren 1 en 2) snijdt de plug 1 daarbij als het ware door het isolatiemateriaal 9. Daarna is de plug 1 ongeveer 45 graden verdraaid, zodat de ribben 5 niet meer in het verlengde liggen van de sneden die zij in het 20 isolatiemateriaal hebben veroorzaakt. Aldus werken de ribben nu als weerhaken. Vervolgens is een schroef 10 door de holle schacht 2 gestoken, die door het open onderuiteinde van de plug 1 uit de plug in het isolatiemateriaal en een kunststof onderplaat 11 is vastgeschroefd tot de flens 6 van de plug 1 de coin 8 tegen het isolatiemateriaal 9 fixeert. Nadat een aantal coins op bovengenoemde wijze met 25 behulp van plussen 1 op een dak is gefixeerd wordt een lange baan bitumen dakbedekking 12 over de coins gelegd. Banen dakbedekking 12 worden aan elkaar maar ook aan de coins 8 bevestigd.Figure 3 shows a plug 1 which fixes a so-called coin 8 of bituminous material on a layer of insulating material 9. The plug 1 is inserted through the coin 8 and then pressed into the insulation material 9. The plug 1 cuts through the point 4 with the sharp ribs 5 (see also figures 1 and 2) as it were through the insulating material 9. Thereafter the plug 1 is rotated about 45 degrees, so that the ribs 5 are no longer in line of the cuts they have caused in the insulation material. Thus the ribs now act as barbs. Subsequently, a screw 10 is inserted through the hollow shaft 2, which is screwed through the open lower end of the plug 1 from the plug into the insulating material and a plastic bottom plate 11 until the flange 6 of the plug 1 fixes the coin 8 against the insulating material 9. . After a number of coins has been fixed on a roof in the above-mentioned manner with the aid of pluses 1, a long strip of bitumen roof covering 12 is laid over the coins. Jobs roofing 12 are attached to each other but also to the coins 8.

Water dat eventueel tussen het aanbrengen van de piug i en net met de dakbedekking 12 bedekken ervan in de holle schacht 2 van de plug 1 is 30 gekomen kan door de perforaties 3 uit de plug 1 in het isolatiemateriaal 9 lopen of als damp door het isolatiemateriaal 9 worden geabsorbeerd.Water which may have entered the hollow shaft 2 of the plug 1 between the provision of the piping and just covering it with the roof covering 12 can run through the perforations 3 from the plug 1 into the insulating material 9 or through the insulating material as vapor. 9 are absorbed.

De hierboven beschreven en in de figuren getoonde voorkeursuitvoeringsvormen van de plug en de werkwijze voor het fixeren ervan dienen slechts als voorbeeld en hebben geen beperkend effect op de 6 beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding die wordt gedefinieerd door de hiernavolgende conclusies. Zo kan de flens van de plug bijvoorbeeld ovaal in plaats van rond zijn uitgevoerd. Verder kan de plug zijn vervaardigd van een ander (kunststof) materiaal dat voldoende stijfheid verschaft. De coins kunnen zijn 5 vervaardigd van bitumen, waaraan een bitumen baan dakbedekking wordt vastgesmolten. Maar de coins kunnen aan de bovenzijde ook een (haak)laag Velcro omvatten, die samenwerkt met een (lus)laag Velcro of ander non woven vezelmateriaal die is voorzien aan de onderzijde van de aan te brengen banen dakbedekking. Verder kan de plug worden toegepast in combinatie met ander 10 soorten dakmembranen dan bitumen, zoals bijvoorbeeld EPDM, PVC of dergelijke.The preferred embodiments of the plug described above and shown in the figures and the method for fixing thereof serve only as an example and have no limiting effect on the scope of protection of the present invention which is defined by the following claims. For example, the flange of the plug can be oval instead of round. Furthermore, the plug can be made of another (plastic) material that provides sufficient rigidity. The coins can be made of bitumen to which a bitumen web of roofing material is fused. But the coins can also comprise a (hook) layer of Velcro at the top, which cooperates with a (loop) layer of Velcro or other non-woven fiber material provided on the underside of the roofing sheets to be applied. Furthermore, the plug can be used in combination with other types of roofing membranes than bitumen, such as for example EPDM, PVC or the like.

10366751036675

Claims

1. Fixing member adapted to fix an at least at least substantially flat object on a surface, the fixing member comprising an at least at least substantially cylindrical shaft which is provided at one end with a part converging in the direction away from the shaft and at the other end is provided with a flange-like part, characterized in that the wall of the at least substantially cylindrical shaft, at least at the end located near the converging part, is water-permeable.

Fixing member as claimed in claim 1, characterized in that the wall of the at least at least substantially cylindrical shaft is continuous all round and is provided with perforations.

3. Fixing member as claimed in claim 2, characterized in that the wall is provided with perforations which form openings on the outer circumference of the wall with a surface of at least 1 mm 2.

Fixing member according to claim 2 or 3, characterized in that the perforations are of oval shape.

Fixing member as claimed in claim 2, 3 or 4, characterized in that the perforations rejuvenate from the inner circumference to the outer circumference of the wall 20.

Fixing member according to one or more of the preceding claims, characterized in that the fixing member is at least substantially made of plastic.

7. Fixing member according to claim 6, characterized in that the fixing member is at least substantially made of Polyamide 6.

Fixing member according to one or more of the preceding claims, characterized in that the fixing member has a pointed end on the side of the converging part.

9. Fixing member according to one or more of the preceding claims, characterized in that the fixing member is provided at the end at the converging part with projecting parts which extend along the converging part in the longitudinal direction of the fixing member.

Fixing member as claimed in claim 9, characterized in that the protruding parts protrude beyond the outer circumference of the shaft. 1036675 δ

Fixing member according to one or more of the preceding claims, characterized in that the outer circumference of the at least substantially cylindrical shank has a cross-section that is in the range of 10 to 18 mm.

Fixing member according to one of the preceding claims, characterized in that the outer circumference of the flange-like part has a cross-section that is in the range of 35 to 100 mm.

A fixing member according to one or more of the preceding claims, characterized in that the length of the fixing member, measured in the longitudinal direction of the at least at least substantially cylindrical shank, is in the range of 20 to 150 mm.

14. Method for fixing an at least at least substantially flat object on a surface, comprising the steps of: a) placing the at least at least substantially flat object on a surface; and b) inserting a fixing member into the ground by the at least substantially flat object, characterized in that a fixing member according to one or more of the preceding claims is used in step b).

Fixing member according to one or more of the preceding claims, characterized in that the shaft and the flange-like part form an integral part. 25 1036675