NL1036540C2 - Landbouwwerktuig met bedieningscilinder met dubbelwerkende alsook enkelwerkende functionaliteit. - Google Patents

Description

»

Landbouwwerktuig met bedieningscilinder met dubbelwerkende alsook enkelwerkende functionaliteit.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een landbouwwerktuig 5 omvattende een steunframe met een gekoppelde beweegbare eenheid en een aanstuurinrichting voor het bewegen van de beweegbare eenheid ten opzichte van het steunframe. De beweegbare eenheid is beweegbaar van een eerste stand naar een tweede stand, bijvoorbeeld van een transportstand naar een werkstand. De aanstuurinrichting heeft een dubbelwerkende bedieningscilinder voor het door 10 een dood punt bewegen van de beweegbare eenheid. De bedieningscilinder omvat een zuigerstang en een zuiger. De zuiger is gepositioneerd in een cilinderhuis en deelt het cilinderhuis op in een eerste en een tweede kamer. Een eerste en een tweede opening is voorzien voor het toe- en afvoeren van een fluïdum van en naar respectievelijk de eerste en tweede kamer. Door het 15 toevoeren en afvoeren van fluïdum kan de zuiger verplaatst worden. De aanstuurinrichting heeft verder een afsluitmiddel voor het afsluiten van de toevoer fluïdum naar een kamer.

Een dergelijk landbouwwerktuig is bekend. De aanstuurinrichting heeft een hydraulische bedieningscilinder. De bedieningscilinder heeft twee 20 uiteinden waarmee de bedieningscilinder vast verbonden kan worden aan respectievelijk een scharnierbaar opgestelde eenheid, zoals een maaierkop en aan een vast steunframe, bijvoorbeeld een tractor of oplegger. De bekende bedieningscilinder is voorzien van een huis met daarin een zuiger met een zuigerstang. De zuiger deelt het huis op in een eerste en tweede kamer, waarbij 25 aan de eerste en de tweede kamer via openingen in het huis een fluïdum kan worden toe- of afgevoerd. Hierdoor is de bedieningscilinder dubbelwerkend. De bekende bedieningscilinder staat via een leiding in stromingsverbinding met een eerste afsluitmiddel. Wanneer de zuiger over een van tevoren bepaalde slag en bewegingsrichting binnen het cilinderhuis is verplaatst, wordt het eerste 30 afsluitmiddel geactiveerd waardoor een afsluiter, bijvoorbeeld een kraan, afsluit. Hierdoor blijft de hoeveelheid fluïdum in de kamer tussen de zuiger en de afsluiter aan die zijde van de zuiger tegenovergesteld aan de bewegingsrichting van de zuiger constant of althans nagenoeg constant. De verplaatsing van de zuiger is hierbij echter niet geblokkeerd. De zuiger kan nog verder over een afstand X in de 1036540 2 bewegingsrichting verplaatsen, waarbij X groter is dan nul. Een zekere mate van bewegingsvrijheid van de beweegbare eenheid is dus gewaarborgd. Functioneel kan de bedieningscilinder vanaf het moment van afsluiten beschouwd worden als een enkel werkende cilinder.

5 De aanstuurinrichting met de bedieningscilinder is met name geschikt voor toepassing bij een maaierkop als beweegbare eenheid, waarbij de maaierkop van een transportstand in een werkstand gebracht dient te worden. Met behulp van de dubbelwerkende bedieningscilinder kan de maaierkop vanuit de transportstand over een dood punt gebracht worden. Ook bij scheefstand van het 10 landbouwwerktuig brengt de dubbelwerkende bedieningscilinder de beweegbare eenheid over het dode punt. Na het dode punt kan de afsluiter bediend worden zodat de bedieningscilinder verder fungeert als een enkel werkende cilinder. De bedieningscilinder staat dan in de zogenaamde floating stand. De maaierkop kan onder invloed van het eigen gewicht verder bewegen naar de werkstand. In de 15 werkstand heeft de maaierkop een mate van bewegingsvrijheid voor het tijdens bedrijf ondervangen van oneffenheden in het land. De bewegingsvrijheid in de werkstand vermindert het risico dat het landbouwwerktuig geblokkeerd raakt.

Een probleem aan het bekende landbouwwerktuig met aanstuurinrichting voor aansturing van de bedieningscilinder is dat de 20 aanstuurinrichting een mechanische schakeling van onderdelen heeft die tamelijk complex is. Door de complexiteit is het risico op storing aanwezig. Bovendien behoeft de mechanische schakeling een inbouwruimte die in sommige gevallen beperkt aanwezig is. Bijvoorbeeld bij een dubbele toepassing van de bedieningscilinder bij bijvoorbeeld een dubbele maaier achter een tractor, een 25 zogenaamde vlinderopstelling, is de inbouwruimte voor de onderdelen van de mechanische schakeling klein. Dit kan bijvoorbeeld verder nadelig zijn voor de toegankelijkheid van de mechanische schakeling bij onderhoud.

Doel van de onderhavige uitvinding is om ten minste één van de bovengenoemde nadelen ten minste gedeeltelijk te ondervangen, dan wel om een 30 bruikbaar alternatief te verschaffen. In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel om de complexiteit van de inrichting voor het aansturen van de bedieningscilinder te verminderen om daarmee de storingsgevoeligheid en de benodigde inbouwruimte van de inrichting te verminderen.

3

Dit doel is bereikt met een landbouwwerktuig, zoals gedefinieerd in conclusie 1. Het landbouwwerktuig volgens de uitvinding omvat een steunframe met een gekoppelde beweegbare eenheid en een aanstuurinrichting voor het bewegen van de beweegbare eenheid ten opzichte van het steunframe. De 5 eenheid is beweegbaar van een eerste stand naar een tweede stand. De eerste stand is bijvoorbeeld een transportstand en de tweede stand is bijvoorbeeld een werkstand. Bij de beweging van de eerste stand naar de tweede stand gaat de beweegbare eenheid door een dood punt. De aanstuurinrichting heeft een dubbelwerkende bedieningscilinder voor het door het dode punt bewegen van de 10 beweegbare eenheid. De bedieningscilinder omvat een zuigerstang en een zuiger, waarbij de zuiger is gepositioneerd in een cilinderhuis en het cilinderhuis opdeelt in een eerste en een tweede kamer. Een eerste en een tweede opening is voorzien voor het toe- en afvoeren van een fluïdum van en naar respectievelijk de eerste en tweede kamer. De aanstuurinrichting omvat verder een afsluitmiddel 15 voor het afsluiten van de toevoer fluïdum naar een kamer.

Kenmerkend voor het landbouwwerktuig volgens de uitvinding is dat de bedieningscilinder verder een afsluitlichaam omvat. Het afsluitlichaam is gepositioneerd in de eerste of tweede opening. Het afsluitlichaam is beweegbaar van een afsluitstand naar een openingsstand. In de afsluitstand sluit het 20 afsluitlichaam de opening af en in de openingsstand laat het afsluitlichaam het toevoeren van fluïdum toe. In de afsluitstand ligt het afsluitlichaam vrij van de zuiger en in de openingsstand ligt het afsluitlichaam aan tegen de zuiger. Hierdoor bepaalt de positie van de zuiger de stand van het afsluitlichaam en kan afhankelijk van de positie van de zuiger de dubbelwerkende bedieningscilinder geschakeld 25 worden naar een enkel werkende bedieningscilinder. De enkel werkende bedieningscilinder in de tweede stand biedt het voordeel dat de beweegbare eenheid een mate van bewegingsvrijheid kan worden verschaft, zodat bijvoorbeeld oneffenheden in het land kunnen worden ondervangen.

Door de aanwezigheid van het in de opening geplaatste 30 afsluitlichaam kan afgezien worden van een aantal uitwendig geplaatste onderdelen, zoals een buiten het cilinderhuis in een toevoerleiding voor fluïdum voorzien afsluitmiddel. Doordat de onderdelen beschermd liggen, kan met voordeel de storingsgevoeligheid van de aanstuurinrichting verminderd worden. Doordat de zuiger binnen het cilinderhuis aan kan liggen tegen het afsluitlichaam 4 kan met voordeel afgezien worden van een buiten het cilinderhuis voorziene verplaatsingsensor voor het signaleren van de verplaatsing van de beweegbare eenheid. Dit kan naast een besparing in de kosten tevens een besparing in de inbouwruimte opleveren.

5 Een verder voordeel is dat door het inwendig gepositioneerde afsluitlichaam de inbouwruimte van de aanstuurinrichting beperkt kan blijven.

In een uitvoeringsvorm van het landbouwwerktuig volgens de uitvinding is het afsluitlichaam langwerpig, in het bijzonder penvormig. Bij voorkeur strekt het afsluitlichaam zich uit in axiale richting binnen het cilinderhuis.

10 In een voorkeursuitvoeringsvorm is het afsluitlichaam langwerpig en heeft het een verbreding met een kops vlak dat in de afsluitstand aanligt tegen een aanligvlak van de opening. Het kopse vlak van de verbreding is in hoofdzaak ringvormig dat correspondeert met het ringvormige aanligvlak van de opening. In de afsluitstand ligt het afsluitlichaam met het kopse vlak aan tegen het ringvormige 15 aanligvlak. Doordat het langwerpige afsluitlichaam zich uitstrekt door de opening en zich uitstrekt tot in de eerste of tweede kamer steunt het afsluitlichaam af tegen de zuiger. Hierdoor bepaalt de zuiger de positie van het afsluitlichaam. Door toevoer van fluïdum door de opening zal een drukkracht op het afsluitlichaam in de richting van de zuiger uitgeoefend worden. Met voordeel zijn hierdoor geen extra 20 veermiddelen nodig om het afsluitlichaam in een bepaalde richting voort te duwen.

In een uitvoeringsvorm is de buitencontour van het afsluitlichaam zodanig gedimensioneerd ten opzichte van de dimensies van de opening in het cilinderhuis dat voldoende doorlaat van fluïdum naar de kamer binnen de bedieningscilinder mogelijk is. In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan 25 het afsluitlichaam of de opening voorzien zijn van ten minste één sleuf in lengterichting als doorlaat van fluïdum, zodanig dat in een openingsstand van het afsluitlichaam voldoende doorgang van fluïdum via de opening naar de kamer toegelaten wordt. Het afsluitlichaam kan aan de buitenomtrek van een verbreding voorzien zijn van ten minste één sleuf in longitudinale richting voor het doorlaten 30 van fluïdum. De sleuf kan bijvoorbeeld uitgevoerd zijn als een plat vlak aan een cilindervormige buitenomtrek van het afsluitlichaam.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het afsluitlichaam over een slag van ten minste 40mm, in het bijzonder ten minste 70mm 5 beweegbaar van en naar de afsluitstand. Bijvoorkeur is het fluïdum een hydraulische vloeistof.

Bij voorkeur is het cilinderhuis voorzien van ten hoogste twee openingen voor het toe- of afvoeren van fluïdum. In een bijzondere 5 uitvoeringsvorm kan het cilinderhuis voorzien zijn van een derde afvoeropening voor het afvoeren van fluïdum. De derde afvoeropening kan in stromingsverbinding staan met een afsluitmiddel dat opent bij een bepaalde openingsdruk. Bij voorkeur is deze openingsdruk instelbaar. In een verdere uitvoeringsvorm staat de derde afvoeropening in stromingsverbinding met een 10 accumulator, bijvoorbeeld een drukvat, die bij voorkeur voorzien is van een manometer. In een uitvoeringsvorm kunnen zowel een afsluitmiddel dat opent bij een bepaalde openingsdruk alsook een accumulator opgenomen zijn.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het landbouwwerktuig volgens de uitvinding uitgevoerd als een maaier. Een maaierkop vormt de gekoppelde 15 beweegbare eenheid. De maaierkop omvat een bewegingsframe, bijvoorbeeld een stangenmechanisme met op een eerste uiteinde een scharnierpunt en op een tweede uiteinde ten minste één bewerkingsorgaan. Met name bij de maaier is het voordelig wanneer de maaierkop na het afsluiten met behulp van het afsluitlichaam vrij kan bewegen om oneffenheden in het land op te vangen. De 20 voorziene aanstuurinrichting is bij een maaier voordelig om de maaierkop door een dood punt te bewegen. In het dode punt ligt het zwaartepunt van de maaierkop bij een scharnierende beweging boven het scharnierpunt. Het dode punt kan bijvoorbeeld een positie zijn, waarbij de maaierkop in een verticale stand is opgesteld. Tijdens een beweging van de maaierkop van de transportstand naar 25 de werkstand beweegt de maaierkop door deze verticale stand. De bedieningscilinder is in eerste instantie dubbelwerkend, waarbij de maaierkop naar de verticale stand geduwd kan worden. Vanaf de verticale stand kan de maaierkop vervolgens door het eigen gewicht verder dalen naar de werkstand.

Verdere uitvoeringsvoorbeelden zijn vastgelegd in de 30 onderconclusies.

De uitvinding zal nader worden uitgelegd aan de hand van bijgevoegde tekeningen die een praktische uitvoering van de uitvinding geven, maar niet mogen worden beschouwd in beperkende zin, waarin: 6

Fig. 1 in een aanzicht een lengtedoorsnede toont van een bedieningscilinder voor toepassing in een landbouwwerktuig volgens de uitvinding.

5 Figuur 1 toont in een aanzicht in lengtedoorsnede een bedieningscilinder (10) die geschikt is voor toepassing in een landbouwwerktuig volgens de uitvinding. Het landbouwwerktuig is bijvoorbeeld een maaier of een schudder. Het landbouwwerktuig heeft een beweegbare eenheid. De beweegbare eenheid heeft bijvoorbeeld een stangenmechanisme met op een uiteinde ten 10 minste één bewerkingsorgaan dat gepositioneerd moet kunnen worden. Een aanstuurinrichting is voorzien voor het laten bewegen van de beweegbare eenheid. Met behulp van de aanstuurinrichting kan de beweegbare eenheid over een dood punt bewogen worden, waarna de beweegbare eenheid verder kan zakken onder invloed van het eigen gewicht. De beweegbare eenheid kan weer 15 omhoog bewogen worden met behulp van de bedieningscilinder (10).

De bedieningscilinder (10) is voorzien van bevestigingsuiteinden (11) zodanig dat deze verbonden kan worden met het stangenmechanisme. De bedieningscilinder heeft een cilinderhuis (12). Binnen in het cilinderhuis kan een zuiger (13) heen en weer bewegen. De zuiger (13) is vast verbonden met een 20 zuigerstang (14). Aan weerszijden van de zuiger (13) zijn een eerste kamer (15) en een tweede kamer (16) voorzien die gevuld kunnen worden met een hydraulische vloeistof via een eerste (17A) en een tweede opening (17B) die in stromingsverbinding staan met respectievelijk de eerste (15) en de tweede kamer (16). De eerste kamer is voorzien aan de tegen over de zuigerstang (14) liggende 25 zijde van de zuiger (13). De zuigerstang (14) strekt zich uit vanaf de zuiger (13) door de tweede kamer (16). De openingen (17) dienen voor het toe- en afvoeren van een hydraulische vloeistof. De openingen maken deel uit van het cilinderhuis (12).

In de eerste opening (17) naar de eerste kamer (15) is een 30 afsluitlichaam (18) voorzien. Het afsluitlichaam is zodanig gedimensioneerd dat het de opening na het afleggen van een bepaalde slag afsluit. Hierdoor heeft het afsluitlichaam een openingsstand en een afsluitstand. Bij het toevoeren van hydraulische vloeistof door de eerste opening (17A) zal het afsluitlichaam (18) in de richting van de zuiger (13) gedrukt worden. Het afsluitlichaam is langwerpig.

7

Het afsluitlichaam heeft een uitstekend orgaan (18B) en een daarop aansluitende verbreding (18A) met een kops in hoofdzaak ringvormig vlak. Het uitstekend orgaan (18B) strekt zich uit in de richting van de zuiger (13). In Fig. 1 ligt het uitstekend orgaan (18B) direct aan tegen de zuiger (13). Hierdoor ligt het kops 5 ringvormig vlak af van een aanligvlak van de opening (17), zodanig dat een doorlaat gewaarborgd blijft voor de doorvoer van hydraulische vloeistof naar de eerste kamer (15). Het afsluitlichaam (18) zal bij het blijven toevoeren van hydraulische vloeistof meebewegen met de zuiger (13) totdat het ringvormig kopse vlak van de verbreding (18A) van het afsluitlichaam aanligt tegen het aanligvlak 10 van de opening. Hierdoor wordt de doorlaat van hydraulische vloeistof naar de kamer gesloten en bevindt het afsluitlichaam (18) zich in de afsluitstand. De zuiger (13) kan nog verder bewegen in een richting van het afsluitlichaam (18) af. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als gevolg van een beweging van de beweegbare eenheid onder invloed van het eigen gewicht. Tijdens deze verdere beweging kan de 15 bedieningscilinder worden beschouwd als een enkel werkende cilinder.

In de getoonde uitvoeringsvorm is de zuiger (13) voorzien van een afsluitmiddel (19) dat kan openen bij een bepaalde openingsdruk. Het afsluitmiddel (19) is geïntegreerd in de zuiger (13). Het afsluitmiddel (19) kan instelbaar zijn, zodanig dat de openingsdruk ingesteld kan worden. Het 20 afsluitmiddel kan bijvoorbeeld dienst doen ter voorkoming van een ontoelaatbaar hoge druk in de eerste kamer (15). Een ontoelaatbare hoge druk in de eerste kamer (15) zou een zodanige kracht kunnen veroorzaken aan bijvoorbeeld een vergrendeling van de beweegbare eenheid dat er schade ontstaat. Het geïntegreerde afsluitmiddel (19) in de zuiger (13) zou dus kunnen fungeren als 25 veiligheidsklep.

Naast de getoonde uitvoeringsvormen zijn verschillende varianten mogelijk zonder daarbij buiten de beschermingsomvang te treden, zoals die is gedefinieerd in de bijgaande conclusies.

In een variant op de getoonde uitvoeringsvorm kan bijvoorbeeld 30 voorzien zijn in een derde opening naar een van de kamers. In een variant kunnen bijvoorbeeld veermiddelen zijn voorzien die samenwerken met het afsluitlichaam. De veermiddelen kunnen bijvoorbeeld tussen de verbreding van het afsluitlichaam en de zuiger zijn gepositioneerd.

8

Aldus is volgens de uitvinding een landbouwwerktuig verschaft dat functioneel beschouwd een dubbelwerkende bedieningscilinder omvat welke met een afsluitlichaam kan worden afgesloten met behulp van een aanstuurinrichting, zodanig dat de bedieningscilinder fungeert als een enkelwerkende 5 bedieningscilinder. Volgens de uitvinding kan een dermate eenvoudige constructie verkregen worden, dat aanzienlijke besparingen verkregen kunnen worden op installatie- en onderhoudskosten. Bovendien kan de eenvoudige constructie van het landbouwwerktuig volgens de uitvinding volstaan met een kleine inbouwruimte.

1036540

Claims (15)

1. Landbouwwerktuig omvattende een steunframe met een gekoppelde beweegbare eenheid en een aanstuurinrichting voor het bewegen van de 5 beweegbare eenheid ten opzichte van het steunframe van een eerste stand naar een tweede stand, waarbij de aanstuurinrichting een dubbelwerkende bedieningscilinder voor het door een dood punt bewegen van de beweegbare eenheid omvat, waarbij de bedieningscilinder (10) een zuigerstang (14) en een zuiger (13) omvat, waarbij de zuiger is gepositioneerd in een cilinderhuis (10) en 10 het cilinderhuis (10) opdeelt in een eerste (15) en een tweede kamer (16), waarbij een eerste (17A) en een tweede opening (17B) is voorzien voor het toe- en afvoeren van een fluïdum van en naar respectievelijk de eerste en tweede kamer (15,16), waarbij de aanstuurinrichting verder een afsluitmiddel (19) omvat voor het afsluiten van de toevoer fluïdum naar een kamer, 15 met het kenmerk, dat het afsluitmiddel een afsluitlichaam (18) omvat dat gepositioneerd is in een opening (17A) naar een kamer (15) en beweegbaar is door een beweging van de zuiger (13) van een afsluitstand naar een openingsstand voor het afsluiten respectievelijk het openen van de opening (17A), waarbij het afsluitlichaam (18) in de afsluitstand vrij ligt van de zuiger (13) en 20 waarbij het afsluitlichaam (18) in de openingsstand aanligt tegen de zuiger (13).

2. Landbouwwerktuig volgens conclusie 1, waarbij het afsluitlichaam (18) zich in de afsluitstand uitstrekt tot in de eerste of tweede kamer (15,16).

3. Landbouwwerktuig volgens conclusie 1 of 2, waarbij het afsluitlichaam (18) zich uitstrekt in axiale richting van het cilinderhuis (12).

4. Landbouwwerktuig volgens één van de conclusies 1-3, waarbij het afsluitlichaam (18) langwerpig in het bijzonder penvormig is.

5. Landbouwwerktuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het afsluitlichaam (18) een verbreding (18A) heeft met een kops vlak dat in de afsluitstand aanligt tegen een aanligvlak van de opening.

6. Landbouwwerktuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het kopse vlak van de verbreding(18A) in hoofdzaak ringvormig is.

7. Landbouwwerktuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het penvormig afsluitlichaam (18) aan de buitenomtrek van de verbreding 1036540 t- (18A) voorzien is van ten minste één sleuf in longitudinale richting voor het doorlaten van fluïdum.

8. Landbouwwerktuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het afsluitlichaam (18) over een slag van ten minste 40mm, in het 5 bijzonder ten minste 70mm beweegbaar is van en naar de afsluitstand.

9. Landbouwwerktuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het fluïdum een hydraulische vloeistof is.

10. Landbouwwerktuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het cilinderhuis (12) voorzien is van ten hoogste twee openingen voor het 1. toe- of afvoeren van fluïdum.

11. Landbouwwerktuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de zuiger (13) is voorzien van een afsluitmiddel (19) dat opent bij een bepaalde openingsdruk.

12. Landbouwwerktuig volgens één van de voorgaande conclusies, 15 waarbij het cilinderhuis (12) is voorzien van een derde afvoeropening voor het afvoeren van fluïdum vanuit de eerste of tweede kamer (15,16).

13. Landbouwwerktuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de derde afvoeropening in stromingsverbinding staat met een afsluitmiddel (19) dat opent bij een bepaalde openingsdruk.

14. Landbouwwerktuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de derde afvoeropening in stromingsverbinding staat met een accumulator.

15. Landbouwwerktuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het landbouwwerktuig een maaier of schudder is. 25 1 0 3 65 *0 ~