NL1035545C2 - Inrichting en werkwijze voor het verschaffen van een in hoofdzaak gasdicht van de omgeving afgesloten ruimte. - Google Patents

Description

Inrichting en werkwijze voor het verschaffen van een in hoofdzaak gasdicht van de omgeving afgesloten ruimte

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 inrichting en een werkwijze voor het verschaffen van een in hoofdzaak gasdicht van de omgeving afgesloten ruimte, waarbij de ruimte een flexibel opbouwbaar inwendig volume omvat. Teneinde een gebruiker of onderzoeker in staat te stellen om met gevoelige materialen of apparatuur in een 10 gasdicht afgesloten en geconditioneerde ruimte te werken, zijn zogenaamde reine ruimtes, ook wel cleanrooms genoemd, ontwikkeld. Een kleine variant van een dergelijke cleanroom is een zogenaamde handschoenenkast, ook wel glovebox genoemd. Dergelijke handschoenenkasten worden in 15 verschillende vakgebieden toegepast, zoals bijvoorbeeld bij werkzaamheden aan lithiumbatterijen, brandstofcellen, zonnecellen, nano materialen, nucleaire materialen, halfgeleiden materialen, biologische materialen, in de lucht- en ruimtevaartindustrie en in de lasindustrie.

20 Een nadeel van de thans bekende handschoenenkasten is de zeer beperkte flexibiliteit die het systeem biedt. Er is derhalve behoefte aan een systeem voor het verschaffen van een in hoofdzaak gasdicht van de omgeving afgesloten inwendig volume dat flexibel op te bouwen is en bovendien 25 qua afmetingen aan de behoeften van de gebruiker kan worden aangepast.

Een doel van de onderhavige uitvinding is om een inrichting en werkwijze voor het verschaffen van een in hoofdzaak gasdicht van de omgeving afgesloten flexibel 30 opbouwbaar inwendig volume te verschaffen, waarbij de hierboven genoemde nadelen althans grotendeels zijn voorkomen, en welke in het bijzonder de gebruiker in staat stelt om het inwendig volume naar de huidige behoefte aan te passen.

1035545 2

Het genoemde doel is bereikt met de inrichting voor het verschaffen van een in hoofdzaak gasdicht van de omgeving afgesloten flexibel opbouwbaar inwendig volume volgens de onderhavige uitvinding, de inrichting omvattende: 5 - ten minste twee in hoofdzaak gasdicht in meerdere richtingen aan elkaar koppelbare parallellepipedumvormige gestellen, waarbij ieder gestel is opgebouwd uit een aantal draagdelen en verbindingsorganen; - waarbij de draagdelen en verbindingsorganen 10 vlakken van het gestel definiëren waarin panelen plaatsbaar zijn, en waarbij ten minste panelen zijn aangebracht in de de vlakken die de buitenwand van het gestel definiëren, teneinde het inwendige volume van de inrichting van de omgeving te scheiden; en 15 - waarbij afdichtingsmiddelen zijn voorzien om het inwendige volume in hoofdzaak gasdicht van de omgeving af te sluiten.

Doordat de inrichting volgens de onderhavige uitvinding in meerdere richtingen aan elkaar koppelbare 20 parallellepipedumvormige gestellen omvat, is de inrichting zodanig flexibel opbouwbaar dat een ruimte met een gewenst inwendig volume kan worden gecreëerd. Bovendien kan dit inwendig volume worden opgebouwd uit aanvankelijk kleine onderdelen hetgeen de toegankelijkheid van het systeem in 25 slecht toegankelijke ruimtes kan bevorderen. Daarnaast kan de inrichting worden opgebouwd om een bestaand object heen, zoals bijvoorbeeld om een machine die in reine condities binnen een gasdicht afgesloten geconditioneerd ruimte dient te functioneren. De parallellepipedumvorm van de 30 afzonderlijke gestellen garandeert dat deze als modules aan elkaar koppelbaar zijn.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn tussen een draagdeel en een verbindingsorgaan eerste afdichtingsmiddelen aanbrengbaar, 3 teneinde het lekken van gas door de verbinding tussen een draagdeel en een verbindingsorgaan te voorkomen. Deze afdichtingsmiddelen omvatten bijvoorbeeld een pakking, die van bijvoorbeeld teflon of rubber kan zijn vervaardigd.

5 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn tussen twee aan elkaar koppelbare gestellen tweede afdichtingsmiddelen aanbrengbaar, welke tweede afdichtingsmiddelen zich in hoofdzaak volledig rondom de verbindingsrand tussen de koppelbare gestellen uitstrekt.

10 Deze tweede afdichtingsmiddelen verzorgen de gasdichte afdichting wanneer twee gestellen in een gewenste richting aan elkaar worden gekoppeld. Doordat de tweede afdichtingsmiddelen zich in hoofdzaak volledig rondom de verbindingsrand uitstrekken, wordt lekkage rondom voorkomen. 15 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de volledig rondom de verbindingsrand tussen de koppelbare gestellen aangebrachte afdichting een in aangrenzende draagdelen en verbindingsorganen van een gestel in hoofdzaak naadloos doorlopende uitsparing voor het ontvangen van een 20 eindloze afdichting. Doordat de inrichting een uitsparing omvat die volledig rondom doorloopt en in staat is een eindloze afdichting te ontvangen, wordt een gasdichte afdichting tussen twee aan elkaar koppelbare gestellen gegarandeerd.

25 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de eindloze afdichting een 0-ring.

Volgens een nog verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding komt de vorm van de uitsparing overeen met een halve symmetrische veelhoek. Wanneer twee gestellen aan 30 elkaar worden gekoppeld, zullen de aansluitend geplaatste uitsparingen tezamen een gehele symmetrische veelhoek vormen, en daarbij in de uitsparingen van beide gestellen evenveel ruimte bieden aan de afdichting. Zo levert een half 4 vierkant, afhankelijk van zijn oriëntatie, een rechthoekige uitsparing, of een driehoekige uitsparing op.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de uitsparing een driehoekvorm. Een dergelijke 5 driehoekvorm heeft het voordeel dat deze, naast eenvoudig aan te brengen, tevens door zijn schuine zijden een de 0-ring centrerende functie omvat, hetgeen gunstig is voor de afdichting.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm 10 is tussen een draagdeel en een verbindingsorgaan een uitlijnorgaan aanbrengbaar. Dit heeft het voordeel dat de vlakken (in het geval van een pakking als afdichting) en de uitsparing (in het geval van O-ring als afdichting) van de verschillende componenten (draagdelen en vebindingsorganen) 15 van het gestel rondom nagenoeg vlak aansluitend blijven, hetgeen voordelig is ter verkrijgen van een goede afdichting. Met name wanneer een draagdeel en verbindingsorgaan door middel van een bout met elkaar worden verbonden, zou zonder uitlijnorgaan het risico ontstaan dat 20 bij het aandraaien van de bout een zodanig moment op de verbinding wordt uitgeoefend dat deze enigszins ten opzichte van elkaar zouden kunnen verdraaien. Hierdoor zou de afdichting nadelig kunnen worden beïnvloed.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm 25 van de inrichting omvat ieder draagdeel een even aantal openingen welke om en om van schroefdraad zijn voorzien.

Deze configuratie heeft het voordeel dat, wanneer twee aangrenzende gestellen aan elkaar worden bevestigd, telkens een gewone doorboring tegenover een van schroefdraad 30 voorzien boorgat wordt gepositioneerd. De twee aangrenzende gestellen kunnen vervolgens met behulp van een bout aan elkaar worden gekoppeld.

In een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de panelen die plaatsbaar zijn in de vlakken van 5 het gestel een gewenste werkzame configuratie. Mogelijke configuraties omvattende bijvoorbeeld een opening voor het daarop aansluiten van een antikamer voor het in het geconditioneerde inwendig volume van de inrichting brengen 5 van objecten. Andere configuraties omvatten bijvoorbeeld openingen die zijn voorzien van handschoenen waarmee een gebruiker objecten in het geconditioneerde inwendige volume van de inrichting kan vastpakken en hanteren.

In een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn 10 de panelen die plaatsbaar zijn in de vlakken van het gestel vervangbaar en/of onderling uitwisselbaar. Hierdoor kan de gebruiker de inrichting naar zijn individuele behoeften aanpassen, hetgeen bijdraagt aan de flexibiliteit van de inrichting.

15 Hoewel een identieke parallellepipedumvorm van afzonderlijke gestellen de gestellen reeds onderling koppelbaar maakt, heeft het gestel in een voorkeursuitvoeringsvorm een balkvorm. Een dergelijk parallellepipedum met zes rechthoekige zijdes heeft het 20 voordeel dat bij een modulaire opbouw van de inrichting uit meerdere gestellen de buitenwanden in hoofdzaak staand en liggend zullen zijn georiënteerd.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het parallellepipedumvormig gestel kubusvormig, hetgeen 25 een nog grotere vrijheid en modulariteit verschaft en in aanvulling op een balkvormig gestel tevens de mogelijkheid verschaft om panelen binnen ieder willekeurig vlak van een gestel te roteren.

De onderhavige uitvinding heeft voorts betrekking 30 op een werkwijze voor het verschaffen van een in hoofdzaak gasdicht van de omgeving afgesloten flexibel opbouwbaar inwendig volume, de werkwijze omvattende de stappen van: - het in een gewenste richting aan elkaar koppelen van ten minste twee in hoofdzaak gasdicht in meerdere 6 richtingen aan elkaar koppelbare parallellepipedumvormige gestellen, waarbij ieder gestel is opgebouwd uit een aantal draagdelen en verbindingsorganen en waarbij de draagdelen en verbindingsorganen vlakken van het gestel definiëren waarin 5 panelen plaatsbaar zijn; - het aanbrengen van panelen in ten minste de vlakken die de buitenwand van het gestel definiëren, teneinde het inwendige volume van de inrichting van de omgeving te scheiden; 10 - het aanbrengen van afdichtingsmiddelen om het inwendige volume in hoofdzaak gasdicht van de omgeving af te sluiten.

In de navolgende beschrijving worden voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding aan 15 de hand van de tekening verder verklaard, waarin tonen:

Figuur 1: een perspectivisch aanzicht van een handschoenenkast ;

Figuur 2: een perspectivisch aanzicht van het gestel van de handschoenenkast uit figuur l; 20 Figuur 3A: een zijaanzicht van eerste configuratie van de in figuur 1 getoonde handschoenenkast;

Figuur 3B: een zijaanzicht van tweede configuratie van de in figuur 1 getoonde handschoenenkast;

Figuur 4: een perspectivisch aanzicht van een 25 ribbe van het in Figuur 2 getoonde gestel, gezien vanaf de buitenzijde van het gestel;

Figuur 5: een perspectivisch aanzicht van een ribbe van het in Figuur 2 getoonde gestel, gezien vanaf de binnenzijde van het gestel; 30 Figuur 6: een doorsnede aanzicht van de ribbe volgens het in Figuur 4 getoonde snijvlak door de openingen;

Figuur 7: een perspectivisch aanzicht van een hoekstuk; 7

Figuur 8: een alternatief perspectivisch aanzicht van het in Figuur 7 getoonde hoekstuk;

Figuur 9: een tweedimensionaal opengeklapt aanzicht van de vlakken van het in figuren 7 en 8 getoonde 5 kubusvormige hoekstuk;

Figuur 10: een perspectivisch detailaanzicht van een hoek van het gestel, gezien vanaf de binnenzijde van het gestel ,-

Figuur 11: een uit elkaar getrokken perspectivisch 10 aanzicht het in Figuur 10 getoonde detailaanzicht;

Figuur 12: een perspectivisch detailaanzicht van een hoek van het gestel, gezien vanaf de buitenzijde van het gestel zoals aangegeven in Figuur 2;

Figuur 13: een uit elkaar getrokken perspectivisch 15 aanzicht het in Figuur 12 getoonde detailaanzicht;

Figuur 14: een perspectivisch aanzicht waarin een viertal gestellen zijn gecombineerd ter verkrijging van een gasdicht af te sluiten ruimte met een gewenst inwendig volume; 20 Figuur 15: een perspectivisch aanzicht waarin twee aan elkaar te koppelen gestellen worden getoond;

Figuur 16: een perspectivisch detailaanzicht van de in Figuur 15 getoonde te koppelen gestellen;

Figuur 17: een perspectivisch detailaanzicht, 25 waarbij de in Figuur 16 getoonde gestellen zich in een aan elkaar gekoppelde toestand bevinden; en

Figuur 18: een perspectivisch detailaanzicht van een situatie waarin vier gestellen aan elkaar zijn gekoppeld.

30 In figuur 1 is een handschoenenkast 1 getoond die is opgebouwd uit één enkel gestel 2. Dit gestel heeft twaalf ribben 4 die fungeren als draagdeel, en een achttal hoekstukken 6, die fungeren als verbindingsorganen van de ribben 4. Een viertal ribben 4 tezamen met vier hoekstukken 8 6 vormen samen een vlak, waarin een paneel 38 plaatsbaar is. Dit paneel 38 kan verschillende configuraties hebben, zoals het in figuur 1 getoonde volledig gesloten bovenvlak, het voorvlak waarin een opening en flens 40 voor het daaraan 5 verbinden van handschoenen 42 is voorzien, het linker zijvlak waarin een opening en flens 48 voor het gasdicht doorvoeren van bijvoorbeeld een elektriciteitskabel is voorzien, en het rechtervlak waarin een opening en flens 44 voor het op gasdichte wijze daaraan verbinden van een 10 antikamer 46 is voorzien. Verder kunnen in de handschoenenkast 1 hulpmiddelen, zoals een schap 34, zijn aangebracht.

Figuur 2 toont het gestel 2 van de handschoenenkast 1 uit figuur 1, waarbij alle overige 15 parafernalia zijn weggelaten. Dit gestel 2 is opgebouwd uit een twaalftal ribben 4, welke met een achttal hoekstukken 6 aan elkaar zijn gekoppeld. Doordat in deze voorkeursuitvoeringsvorm alle ribben 4 dezelfde lengte hebben, heeft het gestel een kubusvorm, hetgeen een grote 20 flexibiliteit en modulariteit van de inrichting bij het aaneenkoppelen van meerdere gestellen 2 verschaft.

Bovendien heeft een kubus vierkante panelen 38, hetgeen het verdere voordeel heeft dat een paneel binnen een vlak kan worden geroteerd, zodat ieder paneel 38 in meerdere 25 oriëntaties in ieder buitenvlak van het gestel 2 plaatsbaar is. In figuren 3A en 3B is getoond dat een paneel 38, dat overeenkomt met het in figuur 1 aan de rechterzijde getoonde paneel 38 waarop de antikamer 46 is aangebracht, in verschillende oriëntaties aan het gestel 2 kan worden 30 bevestigd.

Figuur 4 toont een aanzicht van een ribbe 4 van het in figuur 2 getoonde gestel 2, gezien vanaf de buitenzijde van het gestel 2. De ribbe 4 heeft over zijn lengte groeven 22, waarin een (niet getoonde) O-ring 9 plaatsbaar is. Verder zijn er blinde gaten 36 voor het daaraan bevestigen van een paneel 38 aangebracht. Deze blinde gaten 36 zijn voorzien van een schroefdraad. Tevens zijn in de ribben een even aantal openingen 30, 32 5 aangebracht die om en om zijn uitgevoerd als opening 30 met schroefdraad en een gewone doorboring 32. De doorboringen 32 zijn dus niet van een schroefdraad voorzien. Doordat er een even aantal openingen 30, 32 is aangebracht, en de openingen om en om van een schroefdraad zijn voorzien, zal er een 10 opening 30 met schroefdraad zich nabij het ene uiteinde van de ribbe 4 bevinden en zal een opening 32 zonder schroefdraad zich nabij het andere uiteinde van de ribbe 4 bevinden. Dit heeft het voordeel dat wanneer twee gestellen 2 naast elkaar worden geplaatst, er telkens een met 15 schroefdraad voorziene opening 30 tegenover een opening 32 zonder schroefdraad zal zijn gepositioneerd, hetgeen het koppelen van beide gestellen 2 vereenvoudigt. Dit zal verderop inzichtelijk worden gemaakt aan de hand van de figuren 15 en 16.

20 Figuur 5 toont de in figuur 4 getoonde ribben 4 vanaf de andere zijde en toont derhalve wederom de openingen met schroefdraad 30 en normale doorboringen 32 die geen schroefdraad omvatten. Daarnaast is in figuur 5 een uitsparing 28 in de ribbe 4 aangebracht, waarin een bout 24 25 voor het verbinden van een ribbe 4 aan een hoekstuk 6 kan worden aangebracht.

In figuur 6 is een doorsnede-aanzicht getoond van de ribbe 4 over het snijvlak door de openingen 30, 32 dat in figuur 4 is aangegeven. In dit doorsnede-aanzicht is een 30 doorlopende opening 30 met schroefdraad te zien die een normale doorboring 32 kruist. Daarnaast zijn twee groeven 22 voor het ontvangen van een O-ring te zien. In de linker bovenhoek van het in figuur 6 getoonde aanzicht zijn verder 10 twee met schroefdraad voorziene blinde gaten 36 getoond voor het daaraan bevestigen van een paneel 38.

Figuren 7 en 8 tonen twee perspectivische aanzichten van een hoekstuk 6, waarin een groef 12 in de 5 buitenwaarts gerichte vlakken 8 is aangebracht. In deze zelfde buitenwaarts gerichte vlakken 8 waarin de groef 12 zich bevindt, is tevens een blind gat 14 dat voorzien is van een schroefdraad aangebracht. Dit gat 14 dient voor het aan het hoekstuk 6 bevestigen van een paneel 38. In de 10 binnenwaarts gerichte vlakken 10 van het hoekstuk 6 zijn telkens twee openingen 16, 18 aangebracht. De openingen 16 zijn voorzien van schroefdraad en zijn ingericht voor de bevestiging van het hoekstuk 6 aan een ribbe 4. In de opening 16 is een bout 24 aangrijpbaar die via de uitsparing 15 28 die nabij de uiteinden van de ribben 4 zijn aangebracht aanbrengbaar is. In een voorkeursuitvoeringsvorm bevindt zich een tweede opening 18 in de binnenwaarts gerichte vlakken 10 van de hoekstukken 6. In deze opening 18 is een uitlijnpen 20 aanbrengbaar die een goede uitlijning tussen 20 de hoekstukken 6 en de daaraan te koppelen ribben 4 garandeert. De uitlijnpen (zie figuren 11 en 13) voorkomt dat de ribben 4 en hoekstukken 6 ten opzichte van elkaar zouden kunnen verdraaien wanneer de bout 24 wordt aangedraaid. De uitlijnpen 20 garandeert derhalve dat de 25 ribben 4 en hoekstukken 6 rondom nagenoeg vlak aansluitend blijven, waardoor de groeven 12 in de hoekstukken 6 in hoofdzaak naadloos zullen aansluiten op de groeven 22 in de ribben 4, hetgeen de afdichting met behulp van een O-ring ten goede komt.

30 In figuur 9 is een tweedimensionaal opengeklapt aanzicht van het in de figuren 7 en 8 getoonde hoekstuk 6 weergegeven, waarbij de buitenwaarts gerichte vlakken 8 en binnenwaarts gerichte vlakken 10 van het hoekstuk 6 van met 11 figuren 7 en 8 overeenkomende verwijzingscijfers zijn voorzien.

In figuur 10 is een perspectivisch detailaanzicht van een hoek van het gestel 2, gezien vanaf de binnenzijde 5 van het gestel 2, getoond. De ribben 4 zijn door middel van bouten 24 aan een (niet zichtbaar) hoekstuk 6 bevestigd. De met schroefdraad voorziene openingen 30 en de doorlopende openingen 32 zijn om en om aangebracht.

In figuur 11 is het perspectivisch aanzicht van 10 figuur 10 uit elkaar getrokken getoond, waardoor het hoekstuk 6 zichtbaar is. Tevens zijn afdichtingen in de vorm van pakkingen 26 tussen het hoekstuk 6 en de ribben 4 te zien. De vorm van deze pakking 26 is identiek aan een binnenwaarts gericht vlak 10 van het hoekstuk 6. De pakking 15 26 heeft derhalve dezelfde vorm als het onderste in figuur 9 getoonde vlak van het opengeklapte hoekstuk 6. De bout 24 is aangrijpbaar in de opening 16 die zich in het hoekstuk 6 bevindt en past door de grote opening in de pakking 26. De kleine opening is ingericht voor het daar doorheen laten van 20 de uitlijnpen 20, teneinde rotatie tussen het hoekstuk 6 en de ribbe 4 te voorkomen wanneer de bout 24 wordt aangedraaid.

Figuur 12 toont het in figuren 10 en 11 getoonde deel van een hoek van het gestel 2 (vanaf de buitenzijde 25 gezien), waarbij waarneembaar is dat de groeven 22 in de ribben 4 in hoofdzaak naadloos aansluitend zijn met de groef 12 in het hoekstuk 6. Voorts is wederom waarneembaar dat de openingen 30, 32 om en om zijn geplaatst.

In figuur 13 is een uit elkaar getrokken aanzicht 30 van het in figuur 12 getoonde deel van het gestel 2 weergegeven, waarbij de pakkingen 26 en uitlijnpennen 20 te zien zijn.

Het in figuur 14 getoonde perspectivische aanzicht toont een viertal gestellen 2 welke aan elkaar zijn 12 gekoppeld en zo een gasdicht af te sluiten ruimte van een inrichting 1 vormen. Het samenstel is opgebouwd uit een aantal gestellen 2 die ieder zijn opgebouwd uit ribben 4 en hoekstukken 6. De buitenwanden kunnen telkens worden 5 voorzien van (niet getoonde) panelen 38 teneinde de inrichting 1 gasdicht van de omgeving af te sluiten. De afzonderlijke gestellen 2 zijn aan elkaar gekoppeld op een wijze die in het navolgende verder zal worden toegelicht.

Figuur 16 toont een detailaanzicht van de in 10 figuur 15 getoonde gestellen 2 die aan elkaar dienen te worden gekoppeld. Zoals getoond, en hierboven reeds opgemerkt bij de beschrijving van figuur 4, zal bij het tegen elkaar plaatsen van twee aan elkaar te koppelen gestellen 2 telkens een van schroefdraad voorziene opening 15 30 tegenover een doorboring 32 zijn gepositioneerd. In het figuur 16 aan de linker zijde getoonde gestel 2 is een 0-ring 50 in de groef 22 aangebracht. Wanneer de gestellen 2 aan elkaar worden gekoppeld, zal deze O-ring 50 zich in eningszins gecomprimeerde toestand in de ruimte die wordt 20 gevormd door de groeven 22 van de aan elkaar gekoppelde gestellen 2 bevinden. Opgemerkt wordt dat, wanneer een paneel 38 aan ribben 4 aan een hoekstuk 6 van het gestel 2 wordt gekoppeld, een O-ring met een kleinere doorsnede kan worden toegepast. Als alternatief kan in het paneel 38 een 25 groef overeenkomstig de groef 22 zijn aangebracht, waarbij de dikte van het paneel 38 dan wel zodanig dient te zijn dat hierin een groef kan worden aangebracht.

In figuur 17 is een perspectivisch detailaanzicht getoond van de toestand waarin de in figuur 16 getoonde 30 gestellen 2 aan elkaar gekoppeld zijn. Door middel van bouten 52 worden de ribben 4 met elkaar verbonden. De bouten 52 zijn voorzien van een schroefdraad en grijpen aan in een met schroefdraad voorziene opening 30. De bouten 52 worden telkens in een doorlopende opening 32 gestoken teneinde in 13 een tegenover deze opening 32 gelegen met schroefdraad voorziene opening 30 aan te grijpen. Daar de openingen 30 en 32 afwisselend zijn geplaatst, zijn de bouten 52 ook om en om geplaatst, zoals te zien is in figuur 17.

5 In figuur 18 is een perspectivisch detailaanzicht getoond van een deel waarin vier gestellen 2 bij elkaar komen. In het doorsnedevlak is duidelijk te zien hoe bouten 52 de ribben 4 aan elkaar koppelen. Tevens zijn in de doorsnedevlak een viertal O-ringen 50 getoond die tezamen 10 met de pakkingen 26 het inwendig volume gasdicht van de omgeving afdichten.

De hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn, hoewel ze voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding tonen, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te 15 illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken. Hoewel als voorbeeld een handschoenenkast is getoond, kan de inrichting tevens worden gebruikt voor het opbouwen van andere in hoofdzaak gasdicht van de omgeving afgesloten ruimtes, zoals bijvoorbeeld een 20 zuurkast. De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de nu volgende conclusies.

1035545

Claims (15)

1. Inrichting voor het verschaffen van een in hoofdzaak gasdicht van de omgeving afgesloten flexibel 5 opbouwbaar inwendig volume, de inrichting omvattende: - ten minste twee in hoofdzaak gasdicht in meerdere richtingen aan elkaar koppelbare parallellepipedumvormige gestellen, waarbij ieder gestel is opgebouwd uit een aantal draagdelen en verbindingsorganen; 10. waarbij de draagdelen en verbindingsorganen vlakken van het gestel definiëren waarin panelen plaatsbaar zijn, en waarbij ten minste panelen zijn aangebracht in de de vlakken die de buitenwand van het gestel definiëren, teneinde het inwendige volume van de inrichting van de 15 omgeving te scheiden; en - waarbij afdichtingsmiddelen zijn voorzien om het inwendige volume in hoofdzaak gasdicht van de omgeving af te sluiten.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij tussen een draagdeel en een verbindingsorgaan eerste afdichtingsmiddelen aanbrengbaar zijn.

3. Inrichting volgens een van de voorgaande 25 conclusies, waarbij tussen twee aan elkaar koppelbare gestellen tweede afdichtingsmiddelen aanbrengbaar zijn, welke zich in hoofdzaak volledig rondom de verbindingsrand tussen de koppelbare gestellen uitstrekt.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de volledig rondom de verbindingsrand tussen de koppelbare gestellen aangebrachte afdichting een in aangrenzende draagdelen en verbindingsorganen van een gestel in hoofdzaak 1035545 naadloos doorlopende uitsparing omvat voor het ontvangen van een eindloze afdichting.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de 5 eindloze afdichting een o-ring omvat.

6. Inrichting volgens een van de conclusie 4 of 5, waarbij de uitsparing een vorm heeft die overeen komt met een halve symmetrische veelhoek. 10

7. Inrichting volgens een van de conclusies 4-6, waarbij de uitsparing een driehoekvorm omvat.

8. Inrichting volgens een van de voorgaande 15 conclusies, waarbij tussen een draagdeel en een verbindingsorgaan een uitlijnorgaan aanbrengbaar is.

9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij ieder draagdeel een even aantal 20 openingen omvat welke om en om van een schroefdraad zijn voorzien.

10. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de panelen die plaatsbaar zijn in de 25 vlakken van het gestel een gewenste werkzame configuratie omvatten.

11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de panelen die plaatsbaar zijn in de 30 vlakken van het gestel vervangbaar en/of onderling uitwisselbaar zijn.

12. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het parallellepipedumvormig gestel balkvormig is.

13. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het parallellepipedumvormig gestel kubusvormig is.

14. Werkwijze voor het verschaffen van een in 10 hoofdzaak gasdicht van de omgeving afgesloten flexibel opbouwbaar inwendig volume, de werkwijze omvattende de stappen van: - het in een gewenste richting aan elkaar koppelen van ten minste twee in hoofdzaak gasdicht in meerdere 15 richtingen aan elkaar koppelbare parallellepipedumvormige gestellen, waarbij ieder gestel is opgebouwd uit een aantal draagdelen en verbindingsorganen en waarbij de draagdelen en verbindingsorganen vlakken van het gestel definiëren waarin panelen plaatsbaar zijn; 20. het aanbrengen van panelen in ten minste de vlakken die de buitenwand van het gestel definiëren, teneinde het inwendige volume van de inrichting van de omgeving te scheiden; - het aanbrengen van afdichtingsmiddelen om het 25 inwendige volume in hoofdzaak gasdicht van de omgeving af te sluiten.

15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij een inrichting volgens een van de conclusies 1-13 wordt 30 toegepast. 1035545