NL1035238C2 - Verpakking, bouwplaat en werkwijze voor het vervaardigen van de verpakking. - Google Patents

Verpakking, bouwplaat en werkwijze voor het vervaardigen van de verpakking. Download PDF

Info

Publication number
NL1035238C2
NL1035238C2 NL1035238A NL1035238A NL1035238C2 NL 1035238 C2 NL1035238 C2 NL 1035238C2 NL 1035238 A NL1035238 A NL 1035238A NL 1035238 A NL1035238 A NL 1035238A NL 1035238 C2 NL1035238 C2 NL 1035238C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
package
packaging
line
folding
flap
Prior art date
Application number
NL1035238A
Other languages
English (en)
Inventor
Sarien Francoise Coumans
Johan Struiksma
Original Assignee
Smurfit Kappa Zedek B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Smurfit Kappa Zedek B V filed Critical Smurfit Kappa Zedek B V
Priority to NL1035238A priority Critical patent/NL1035238C2/nl
Priority to PCT/NL2009/050167 priority patent/WO2009123453A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1035238C2 publication Critical patent/NL1035238C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D5/00Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper
    • B65D5/42Details of containers or of foldable or erectable container blanks
    • B65D5/44Integral, inserted or attached portions forming internal or external fittings
    • B65D5/50Internal supporting or protecting elements for contents
    • B65D5/5002Integral elements for containers having tubular body walls
    • B65D5/5004Integral elements for containers having tubular body walls formed as an extension of the end closures

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Cartons (AREA)

Description

Verpakking, bouwplaat; en werkwijze voor het; vervaardigen van de verpakking.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 verpakking voor producten, een bouwplaat voor de verpakking en een werkwijze voor het vervaardigen van de verpakking.
Producten, zoals koffiezetapparaten, worden meestal voor vervoer ingepakt in verpakkingen zoals kartonnen dozen. Een eenvoudige verpakking heeft een viertal zijwanden en een 10 boven- en een onderwand. Om te voorkomen dat een product beschadigd raakt, bevat de verpakking aan de binnenzijde meestal een aantal fixeringselementen die het product fixeren in de verpakking en beschermen tegen krachten van buitenaf. Tegenwoordig worden dergelijke fixerings-elementen gemaakt 15 van bijvoorbeeld piepschuim, karton en/of papierpulp. Deze fixeringselementen worden in de verpakking om het product geplaatst. De fixeringselementen hebben een specifieke vorm zodat deze delen van het product kunnen ontvangen. Een buitenzijde van de fixeringselementen is zodanig van vorm dat 20 deze de vorm heeft van een binnenzijde van de verpakking. Een nadeel van dergelijke verpakkingen is dat extra verpakkingsonderdelen nodig zijn om een product te verpakken. Het verpakken is hierdoor arbeidsintensiever en er wordt meer afval geproduceerd.
25 De onderhavige uitvinding heeft als doel een verpakking te verschaffen waarbij een product wordt gefixeerd zonder dat hierbij extra verpakkingonderdelen nodig zijn.
Dit doel wordt bereikt door een verpakking voor een product omvattende: 30 - een aantal wanden vervaardigd uit plaatmateriaal; - ten minste één fixeringselement, waarbij het fixeringselement: 1035238 2 - aan tenminste één van de wanden scharnierbaar bevestigbaar is, - vervaardigd is uit plaatmateriaal, en - het fixeringselement geschikt is om het product 5 te fixeren in de verpakking en om een ruimtelijke buffer te verschaffen tussen ten minste één van de wanden en het product.
Doordat het fixeringselement wordt gevormd door een stuk plaatmateriaal dat aan de wanden van de verpakking 10 vastzit, zijn geen aparte opvulmiddelen nodig om het product te fixeren. Dit levert een aanzienlijke tijdwinst op bij de verpakking van de producten. Het inpakken en fixeren gebeurt tegelijkertijd door het dichtvouwen van de verpakking. De ruimtelijke buffer wordt gevormd uit plaatmateriaal wat ook 15 zorgt voor een soort kreukelzone zodat het product minder snel beschadigd raakt indien de verpakking valt of anderszins krachten ondervindt. Extra materiaal zoals piepschuim is niet meer nodig.
In een uitvoeringsvorm omvat de verpakking een aantal 20 zijwanden waarbij het fixeringselement koppelbaar is met ten minste één van de zijwanden. De verpakking kan een bovenwand en een onderwand omvatten waarbij het fixeringselement een fixeringsplateau omvat dat op afstand van de bovenwand en/of de onderwand ligt in een gesloten toestand van de verpakking. 25 Doordat een afstand wordt gecreëerd tussen het product en de buitenwanden van de verpakking, zal minder snel schade ontstaand aan het product
In een uitvoeringsvorm vormt het fixeringselement in een gesloten toestand van de verpakking, al of niet 30 gedeeltelijk, een afsluiter (deksel) van de verpakking. Op deze wijze zijn geen verdere flappen nodig om de verpakking af te sluiten. In een verdere uitvoeringsvorm vormt het fixeringselement in een gesloten toestand van de verpakking, 3 al of niet gedeeltelijk, een bovenwand vormt van de verpakking. In een verdere uitvoeringsvorm vormt het fixeringselement in een gesloten toestand van de verpakking al of niet gedeeltelijk een onderwand vormt van de 5 verpakking.
In een verdere uitvoeringsvorm vormen twee fixeringselementen in een gesloten toestand van de verpakking samen een bovenwand of een onderwand van de verpakking vormen. Deze uitvoeringsvorm zorgt voor een verpakking die 10 makkelijk sluit waarbij het product door de elementen op zijn plaats wordt gehouden en wordt beschermd.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat het fixeringselement ten minste drie panelen die althans in een gesloten toestand van de verpakking, samen met een deel van 15 één van de wanden de ruimtelijke buffer vormen. Hierbij zijn bijvoorkeur twee van de ten minste drie panelen scharnierbaar bevestigbaar aan de wand via twee onderling parallelle bevestigingslijnen, waarbij een tussengelegen derde paneel via vouwlijnen is ingericht tussen de twee panelen, waarbij 20 deze vouwlijnen parallel lopen met de twee bevestigingslijnen. Op deze wijze zijn de fixeringselementen plat te vouwen waardoor het vervoer van de verpakking wordt vergemakkelijkt.
In een verdere uitvoeringsvorm zijn de panelen zo 25 zijn ingericht dat na het naar binnen toe scharnieren van het fixeringselement een inham in het fixeringselement ontstaat voor het ontvangen van een deel het product, welke inham een minimale afstand heeft tot de zijwand. Zodoende wordt het product op afstand gehouden van de zijwanden, wat schade 30 voorkomt bij geweld van buitenaf.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat de verpakking: - een topfixeringselement ingericht aan een eerste rand van één van de wanden, en 4 - een bodemfixeringselement ingericht aan een tweede rand van de ene wand die ligt tegenover de eerste rand.
In nog een verdere uitvoeringsvorm omvat de verpakking: 5 - twee tegenover elkaar gelegen eerste zijwanden; - twee tegenover elkaar gelegen tweede zijwanden; - twee inklapbare topfixeringselementen die ieder aan een bovenrand verbonden zijn met een respectieve eerste zijwand; 10 - twee inklapbare bodemfixeringselementen die ieder aan een onderrand verbonden zijn met een respectieve eerste zijwand.
In een verdere uitvoeringsvorm is het fixeringselement uit een vlak stuk plaatmateriaal 15 gefabriceerd dat scharnierbaar bevestigbaar is met een respectieve wand via een flapvouwlijn, waarbij het fixeringselement omvat: - een eerste en een tweede vouwlijn die parallel lopen met de flapvouwlijn, waarbij de tweede vouwlijn ligt 20 tussen de flapvouwlijn en de eerste vouwlijn; - een derde vouwlijn ingericht tussen de eerste en de tweede vouwlijn, waarbij de derde vouwlijn wordt onderbroken door een bepaald gebied van het vlakke stuk verpakkingsmateriaal; 25 - een vierde vouwlijn en een vijfde vouwlijn op de grens van het gebied die beide parallel lopen met de flapvouwlijn; - een eerste en een tweede, eventueel onderbroken, snijlijn op de grens van het gebied, waarbij de 30 eerste en de tweede snijlijn ieder de vierde vouwlijn en de vijfde vouwlijn met elkaar verbindt; - een zesde vouwlijn gelegen in het gebied en welke loopt van de eerste snijlijn naar de tweede snijlijn.
5
Door deze specifieke vouw- en snijlijnen ontstaat een verpakking met weinig tot geen restafval, die gemakkelijk handmatig uit te klappen is, en waarbij weinig lijmstroken nodig zijn.
5 Bijvoorkeur sluit het fixeringselement waarbij een opening van de verpakking geheel, al dan niet met andere fixeringselement. Dit zorgt voor stevigheid van de verpakking.
De verpakking is bijvoorkeur vervaardigd uit een 10 enkele uitgesneden bouwplaat. Daardoor is de verpakking eenvoudig in elkaar te zetten, en zijn er weinig lijmactiviteiten.
In een uitvoeringsvorm omvat de verpakking aan aantal rechthoekige zijwanden omvat. Rechthoekige dan wel 15 blokvormige verpakkingen zijn makkelijk te stapelen met minimaal ruimteverlies.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat het plaatmateriaal karton omvat. Karton als verpakkingsmateriaal heeft de voorkeur omdat het relatief licht is en makkelijk 20 recyclebaar.
De uitvinding heeft ook betrekking op een bouwplaat voor het vormen van een verpakking zoals hierboven beschreven. De bouwplaat omvat in een uitvoeringsvorm: - vier plaatelementen voor het vormen van vier 25 zijwanden van de verpakking; - vier flappen verbonden aan weerszijden van twee van de vier, niet aan elkaar grenzende, plaatelementen via een respectieve flapvouwlijn, waarbij ieder van de vier flappen omvat: 30 - een eerste en een tweede vouwlijn die parallel lopen met de flapvouwlijn, waarbij de tweede vouwlijn ligt tussen de flapvouwlijn en de eerste vouwlijn; 6 - een derde vouwlijn ingericht tussen de eerste en de tweede vouwlijn, waarbij de derde vouwlijn wordt onderbroken door een bepaald gebied van het vlakke stuk verpakkingsmateriaal; 5 - een vierde vouwlijn en een vijfde vouwlijn op de grens van het gebied die beide parallel lopen met de flapvouwlijn; - een eerste en een tweede, eventueel onderbroken, snijlijn op de grens van het gebied, waarbij de 10 eerste en de tweede snijlijn ieder de vierde vouwlijn en de vijfde vouwlijn met elkaar verbindt; - een zesde vouwlijn gelegen in het gebied en welke loopt van de eerste snijlijn naar de tweede snijlijn.
Tot slot heeft de uitvinding betrekking op een 15 werkwijze voor vervaardigen van een verpakking zoals hierboven omschreven, omvattende het verschaffen van het plaatmateriaal, het verschaffen van een mes, en het middels het mes vormen van de bouwplaat. Deze werkwijze kan verder omvatten: 20 - het transporteren van de bouwplaat in een initiële planotoestand; - het vanuit de initiële planotoestand uitvoeren van een vouwbewerking voor het vormen van het fixeringselement middels een vouwbewerking die een flap van de bouwplaat vouwt 25 in de transportrichting; - het vanuit de initiële planotoestand uitvoeren van een vouwbewerking voor het vormen van het fixeringselement middels een vouwbewerking die een flap van de bouwplaat vouwt tegengesteld aan de transportrichting; waarbij deze stappen 30 worden uitgevoerd tijdens een continue transportbeweging.
Hierbij kan tijdens het uitvoeren van de vouwbewerking tegen de transportrichting in ten minste een 7 deel van de flap worden tegengehouden middels een zwaard dat positioneerbaar is boven een tegenhouddeel van de flap.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de 5 onderhavige uitvinding worden verklaard aan de hand van een aantal uitvoeringsvormen onder verwijzing naar de aangehechte figuren, waarbij: - Figuur 1 in een 3D-weergave een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding toont; 10 - Figuur 2 een opgewerkt vooraanzicht toont van de doos uit Figuur 1; - Figuur 3 een opgewerkt vooraanzicht toont van de doos van Figuur 2; - Figuur 4 een bovenaanzicht toont van de doos 15 waarbij de bovenwand van de doos 1 geopend is; - Figuur 5 een voorbeeld toont van een bouwplaat voor het fabriceren van een verpakking van een product; - Figuur 6 een tweede voorbeeld toont van een bouwplaat voor het fabriceren van een verpakking van een 20 product.
Figuur 1 toont in een driedimensionale weergave een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij een verpakking 1 bestaat uit een kartonnen doos 1 met een viertal 25 zijwanden 2,3,4,5 waarvan in Figuur 1 er drie zichtbaar zijn. In plaats van karton, kunnen ook andere verpakkingsmaterialen worden gebruikt zoals kunststof. De doos 1 omvat een tweetal flappen 6, 7 die hier een bovenwand vormen. Opgemerkt wordt dat in deze tekst voor de begrijpelijkheid gebruik wordt 30 gemaakt van de gangbare termen zijwand, bovenwand en onderwand. Het zal voor de lezer duidelijk zijn dat deze termen afhankelijk zijn van de positionering van de doos 1 ten opzichte van het horizontale vlak. De doos 1 kan 8 bijvoorbeeld ook zo gepositioneerd worden dat de bovenwand 6,7 aan de onderkant zit, enzovoort.
Figuur 2 toont een opgewerkt vooraanzicht van de doos 1 uit Figuur 1. Nu zijn aan de binnenzijde van de doos 1 een 5 topfixeringselement 10 en een bodemfixeringselement 11 te zien. In topfixeringselement 10 bevindt zich een inham 12 waarin een deel van een product kan worden opgenomen. In het bodemfixeringselement 11 bevindt zich een inham 13. In het voorbeeld van Figuur 2 wordt de inham 13 bepaald door een 10 fixeringsplateau 18 dat op afstand van de onderwand ligt in een gesloten toestand van de verpakking. Het plateau 18 dient ter ondersteuning en fixatie van het product 30. In dit geval is de vorm van het plateau 18 een gevulde halve 8.
In Figuur 2 is met referentienummer 14 een tweetal 15 flapdelen getoond die onderdeel uitmaken van de flappen 6,7. De flapdelen 14 steken door een bovenkant (niet zichtbaar in Figuur 2) van het topfixeringselement 10. Het topfixeringselement 10 is met behulp van een plakstrip 15 aan een binnenzijde van de zijwand 4 bevestigd. Het 20 bodemfixeringselement 11 is met behulp van een plakstrip 16 aan een binnenzijde van de zijwand 4 bevestigd. Bijvoorkeur zijn de plakstrippen 15 en 16 onderdeel van een stuk verpakkingsmateriaal, zoals karton, waaruit de respectieve fixeringselementen 10, 11 zijn opgebouwd.
25 Figuur 3 toont een opgewerkt vooraanzicht van de doos 1 van Figuur 2, waarin bij wijze van voorbeeld een koffiezetapparaat 30 is geplaatst. Het koffiezetapparaat 30 heeft een 8-vormige onderzijde dat past in de inham 13 van de doos 1. Ook is in Figuur 3 goed te zien dat een bovenzijde 30 van het koffiezetapparaat 30 past in de inham 12 van het topfixeringselement 10. De hele doos 1, zoals getoond in Figuur 1, omvat twee topfixeringselementen 10 en twee bodemfixeringselementen 11. In het koffiezetapparaat 9 voorbeeld zijn de beide topfixeringselementen 10 spiegelsymmetrisch, maar het zal duidelijk zijn dat voor het verpakken van niet symmetrische producten, andere uitvoeringsvormen mogelijk en gewenst zijn. Door de 5 fixeringselementen 10, 11 wordt het product 30 gefixeerd in de doos 1. Extra fixatiemiddelen zoals piepschuimen pasvormen of een pasvorm van pulp zijn hierdoor overbodig geworden.
Figuur 4 toont een bovenaanzicht van de doos 1 waarbij de bovenwand van de doos 1 geopend is. In Figuur 4 10 zijn de flappen 6 en 7 opengeklapt waardoor de topfixeringselementen 10 zichtbaar zijn. De topfixeringselementen 10 zijn naar binnen uitklapbaar waardoor de doos 1 als het ware gesloten wordt en het product 30 op zijn plek wordt gefixeerd. De topfixeringselementen 10 15 alsook de bodemfixeringselementen 11 kunnen ook worden dichtgeklapt zodat ze plat worden en parallel aan de zijwanden 2,4 staan. In die situatie is de doos 1 open en kan het product 30 in de doos 1 worden geplaatst dan wel uit de doos 1 worden gehaald. In een uitvoeringsvorm zijn in een 20 bovenzijde van de topfixeringselementen 10 spleten 40 aangebracht waarin uiteindes van de flappen 6, 7 kunnen worden gestoken zodat de doos 1 geheel gesloten wordt. De flappen 6, 7 hebben in een uitvoeringsvorm twee aparte flapdelen die ieder in een spleet 4 0 v.an de 25 topfixeringselementen 10 komen. Hierdoor worden de topfixeringselementen 10 bij elkaar gehouden. Dit zorgt voor meer stevigheid van de doos 1. Op dezelfde wijze kan de onderzijde van de doos 1 wordt ingericht. Verder zijn nog in Figuur 4 openingen 41, 42 in respectievelijk de zijwand 3 en 30 5 te zien, die dienen als handvat voor het optillen van de doos 1.
10
De hele doos 1 kan vervaardigd worden uit een enkele bouwplaat. Een uitvoeringsvorm van een bouwplaat voor de doos 1 zal hieronder in meer detail worden besproken.
Figuur 5 toont een voorbeeld van een bouwplaat 50 5 voor het fabriceren van een verpakking van een product zoals hierboven beschreven werd. De plaatelementen van de bouwplaat zijn genummerd met dezelfde referentienummers als de dooselementen van de Figuren 1-4. In dit voorbeeld omvat de bouwplaat 50 vier plaatelementen 2,3,4,5 die de zijwanden van 10 de doos 1 gaan vormen. Aan weerszijde van de plaatelementen 2 en 4 zijn flappen 51,52,53,54 aanwezig die ieder één van de fixeringselementen 10,11 gaan vormen. Verder omvat de bouwplaat 50 de flappen 6 en 7 die de bovenzijde van de doos 1 afsluiten. De flap 6 omvat twee vouwflappen 6a,6b en de 15 flap 7 omvat twee vouwflappen 7a,7b. Aan de onderkant van
Figuur 5 zijn flappen 56,57 te zien die de onderzijde van de doos 1 gedeeltelijk kunnen afsluiten. De flap 56 omvat een vouwflap 56', en de flap 57 omvat een vouwflap 57'.
Nu zal nader worden ingegaan op de constructie van 20 flap 53. Voor de flappen 51 geldt hetzelfde. De flappen 52 en 54 hebben een iets andere constructie en de details daarvan zullen alleen besproken worden waar de flappen 52, 54 afwijken van flap 53.
Zoals hierboven reeds besproken, kan ieder 25 fixeringselement 10,11 uit een vlak stuk verpakkingsmateriaal gefabriceerd worden. Een voorbeeld van een dergelijk stuk verpakkingsmateriaal is flap 53. De flap 53 is verbonden met plaatelement 2 via een flapvouwlijn 60, zie Figuur 5. De flap 53 is grofweg verdeeld in vier panelen 76, 77, 78 en 79. De 30 flap 53 omvat een eerste vouwlijn 61 en een tweede vouwlijn 62 die parallel lopen met de flapvouwlijn 60. De tweede vouwlijn 62 ligt tussen de flapvouwlijn 60 en de eerste vouwlijn 61. Verder is een derde vouwlijn 63 ingericht tussen 11 de eerste vouwlijn 61 en de tweede vouwlijn 62. De derde vouwlijn 63 wordt onderbroken door een bepaald gebied 70 van de flap 53. Op de grens van het gebied 70 zijn een vierde vouwlijn 64 en een vijfde vouwlijn 65 aanwezig die beide 5 parallel lopen met de flapvouwlijn 60. Op de grens van het gebied 70 zijn verder een eerste snijlijn 71 en een tweede snijlijn 72 aangebracht die ieder de vierde vouwlijn 64 en de vijfde vouwlijn 65 met elkaar verbinden.
De snijlijnen kunnen ook de vorm hebben van uitsneden 10 zoals in Figuur 5 is aangegeven met referentienummers 81,82. De uitsneden 81, 82 kunnen eventueel onderbroken worden door een overbruggingsstrip, zoals overbruggingsstrip 83. Deze overbruggingstrip 83 is ook te zien in Figuur 2.
De flap 53 omvat verder een zesde vouwlijn 66 gelegen 15 in het gebied 70 en welke loopt van de eerste snijlijn 71 naar de tweede snijlijn 72. De vouwlijn 66 wordt bij voorkeur tegengesteld voorgevouwen ten opzichte van de vouwlijn 63. Hierdoor ontstaat tijdens het dichtklappen van de verpakking, waarbij het fixeringselement 10 een ruimtelijke buffer gaat 20 vormen, een inham in het fixeringselement 10.
Verder zijn twee sleuven 73, 74 aanwezig waardoor de vouwflappen 6b en 7a komen. De vouwlijn 61 definieert een plakdeel van flap 53 waarop lijmstroken worden aangebracht.
De flap 53 wordt in een vouwmachine om tweede vouwlijn 62 25 gevouwen. Hierbij wordt een onderdeel 76 van de flap 53 vlak gehouden met een vasthoudmiddel waardoor wordt voorkomen flapvouwlijn 60 gaat vouwen. Nadat flap 53 is omgevouwen via vouwlijn 62, wordt het plakdeel (paneel 79) van de flap 53 op element 2 gedrukt. Dit gebeurt ook met de andere flappen 51, 30 52, 54. Hierdoor vormen de flappen 51,52,53,54 ieder een kartonnen fixeringselement dat in- en uitgeklapt kan worden, zie ook Figuren 3 en 4. De fixeringselementen zijn hierbij in beide toestanden aan de zijwanden verbonden via de 12 flapvouwlijn 60 en de vouwlijn 61 die daarom ook wel bevestigingslijnen 60,61 worden genoemd.
De bouwplaat 50 omvat ook een plakstrip 90 die van lijm wordt voorzien en tegen element 5 wordt gedrukt.
5 Zodoende ontstaat een gesloten constructie die snel en eenvoudig tot de doos 1 te maken is. De constructie met de platgedrukte flappen 51,52,53, 54 en tegen elkaar gedrukte elementen 2,3,4,5, is makkelijk te vervoeren en op te slaan.
In Figuur 5 is met nummer 101 een gekromd deel van 10 een snijlijn getoond waardoor na het vouwen een gevormde vouwstrip 102 plaatselijk breder is. Op deze plek wordt een lijmstrook aangebracht die langer kan zijn dan indien de kromming 101 niet aanwezig zou zijn. Het resultaat is een betere hechting van de vouwstrip/plakstrip 102.
15 In Figuur 6 is een tweede voorbeeld getoond van een bouwplaat voor een verpakking volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. De bouwplaat komt grotendeels overeen met die getoond in Figuur 5. In de bouwplaat van Figuur 6 zijn de flappen 6a, 6b, 7a, 7b, 57' en 56' echter anders van vorm waarbij 20 de flappen minder breed zijn dan de plaatelementen waar ze aanzitten. Veder zijn inkepingen aanwezig, zoals weergegeven met referentienummer 69 in de uitvergroting van een zijkant van de flap 7a, zie Figuur 6. In Figuur 6 is ook te zien dat de bouwplaat een opening 89 heeft die in de gesloten toestand 25 van de verpakking (maar waarbij de flappen 6,7 nog niet zijn dichtgevouwen) een ingang tot het fixeringselement verschaf zodat hierin toebehoren van het product, zoals een koffiepadhouder, kan worden geplaatst. De flap 52' verschilt van de flap 52 van Figuur 5 waarbij in de flap 52' van Figuur 30 6 een vouwlijn 98 overgaat in een rand van de opening 99 zodat een overbruggingsstrip 100 iets langer is dan die in Figuur 5. Hierdoor zal de strip 100 schuiner staan dan die 13 van Figuur 5 zodat de inham 13 en dus het product 30 op die plek een (of meer) afstand heeft tot de zijwand.
Volgens een aspect heeft de uitvinding ook betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een verpakking uit 5 een bouwplaat zoals hierboven omschreven, waarbij de werkwij ze de onderstaande stappen omvat.
Eerst wordt de bouwplaat uitgesneden uit een stuk verpakkingsmateriaal met een mes of andere snijmiddelen. Vervolgens worden vouwlijnen op de bouwplaat aangebracht 10 zoals flapvouwlijn, de eerste, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde vouwlijn. Daarna wordt lijm op een plakstrip van de vier flappen aangebracht, waarbij de plakstrip is bepaald door de eerste vouwlijn. Vervolgens worden de flappen gevouwen om de tweede vouwlijn zodanig dat de lijmstrook op 15 een binnenzijde van de plaatelementen voor de zijwanden komt. Daarna worden de respectieve lijmstroken op de bijbehorende plaatelementen aangedrukt. In een uitvoeringsvorm wordt de bouwplaat in een transportrichting (stroomrichting) door een vouwmachine bewogen, waarbij de flapvouwlijnen loodrecht op 20 de transportrichting staan, en waarbij twee stroomopwaarts gelegen flappen worden omgevouwen via de eerste vouwlijn door middel van een in de transportrichting meebewegende vouwinrichting. Door het tijdens het voortbewegen van de bouwplaat omvouwen van de flappen, wordt een 25 productieverhoging gerealiseerd die aanzienlijk is.
Tijdens het uitvoeren van de vouwbewerking tegen de transportrichting in wordt ten minste een deel van de flap tegengehouden middels een zwaard dat positioneerbaar is boven een tegenhouddeel 103 van de flap 53. Hierdoor zal de flap 53 30 worden omgevouwen om de vouwlijn 62 en niet om de flapvouwlijn 60.
In de bovengenoemde voorbeelden sluiten de flappen 6 en 7 de doos aan de bovenzijde af. Het zal voor de vakman 14 duidelijk zijn dat deze flappen niet noodzakelijk zijn aan dat ook alleen de topfixeringselementen 10 de bovenwand van de verpakking zouden kunnen vormen. Ditzelfde geldt voor de onderwand. Ook is het mogelijk dat de bovenzijde van de 5 verpakking geheel wordt gesloten door een enkel fixeringselement. In het fixeringselement is dan bij voorkeur een inham aanwezig dat een bovenzijde van het product 30 ontvangt.
Verder wordt opgemerkt dat de uitvinding zich 10 geenszins beperkt tot dozen met 4 zijwanden of met dozen met rechthoekige wanden. Dozen met bijvoorbeeld driehoekige boven- en onderwanden zijn ook denkbaar, evenals andere doosvormen bekend bij de vakman. Opgemerkt wordt verder dat het plaatmateriaal voor de flappen 51,52,53,54 niet per se 15 hetzelfde materiaal moeten zijn als het plaatmateriaal van de elementen 2,3,4,5. Voor de flappen kan bijvoorbeeld dunner materiaal worden gebruikt, dan wel dikker of van een andere grondstof.
De bovengenoemde vouwlijn 61 van de flap 53 is in een 20 andere uitvoeringsvorm afwezig, waarbij de flap 53 met bijvoorbeeld plaktape aan de wand 2 wordt bevestigd. Paneel 79 is dus niet noodzakelijk.
In het voorgaande is de onderhavige uitvinding 25 beschreven aan de hand van enkele voorkeursuitvoeringsvormen. Verschillende aspecten van verschillende uitvoeringen worden beschreven geacht in combinatie met elkaar waarbij alle combinaties die op basis van dit document door een vakman kunnen worden gemaakt dienen te worden meegelezen. De 30 genoemde uitvoeringsvormen zijn niet beperkend voor de beschermingsomvang van deze uitvinding. De gevraagde rechten worden bepaald in de aangehechte conclusies.
1035238

Claims (22)

1. Verpakking voor een product omvattende: 5. een aantal wanden vervaardigd uit plaatmateriaal; - ten minste één fixeringselement, waarbij het fixeringselement: - aan tenminste één van de wanden scharnierbaar bevestigbaar is, 10. vervaardigd is uit plaatmateriaal, en - het fixeringselement geschikt is om het product te fixeren in de verpakking en om een ruimtelijke buffer te verschaffen tussen ten minste één van de wanden en het product.
2. Verpakking volgens conclusie 1, waarbij de verpakking een aantal zijwanden omvat en waarbij het fixeringselement koppelbaar is met ten minste één van de zijwanden. 20
3. Verpakking volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de verpakking een bovenwand en een onderwand omvat en waarbij het fixeringselement een fixeringsplateau omvat dat op afstand van de bovenwand en/of 25 de onderwand ligt in een gesloten toestand van de verpakking.
4. Verpakking volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het fixeringselement in een gesloten toestand van de verpakking al of niet gedeeltelijk een 30 afsluiter (deksel) vormt van de verpakking.
5. Verpakking volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het fixeringselement in een gesloten 1035238 toestand van de verpakking al of niet gedeeltelijk een bovenwand vormt van de verpakking.
6. Verpakking volgens één of meer van de voorgaande 5 conclusies, waarbij het fixeringselement in een gesloten toestand van de verpakking al of niet gedeeltelijk een onderwand vormt van de verpakking.
7. Verpakking volgens één of meer van de voorgaande 10 conclusies, waarbij twee fixeringselementen in een gesloten toestand van de verpakking samen een bovenwand of een onderwand van de verpakking vormen.
8. Verpakking volgens één of meer van de voorgaande 15 conclusies, waarbij het fixeringselement ten minste drie panelen omvat die althans in een gesloten toestand van de verpakking, samen met een deel van één van de wanden de ruimtelijke buffer vormen.
9. Verpakking volgens conclusie 8, waarbij twee van de ten minste drie panelen scharnierbaar bevestigbaar zijn aan de ene van de wanden via twee onderling parallelle bevestigingslijnen, waarbij een tussengelegen derde paneel via vouwlijnen is ingericht tussen de twee panelen, waarbij 25 deze vouwlijnen parallel lopen met de twee bevestigingslijnen.
10. Verpakking volgens één of meer van de conclusies 8-9, waarbij de panelen zo zijn ingericht dat na het naar 30 binnen toe scharnieren van het fixeringselement een inham in het fixeringselement ontstaat voor het ontvangen van een deel het product, welke inham een minimale afstand heeft tot de zijwand.
11. Verpakking volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de verpakking omvat: - een topfixeringselement ingericht aan een eerste 5 rand van één van de wanden, en - een bodemfixeringselement ingericht aan een tweede rand van de ene wand die ligt tegenover de eerste rand.
12. Verpakking volgens één of meer van de voorgaande 10 conclusies, waarbij de verpakking omvat: - twee tegenover elkaar gelegen eerste zijwanden; - twee tegenover elkaar gelegen tweede zijwanden; - twee inklapbare topfixeringselementen die ieder aan een bovenrand verbonden zijn met een respectieve eerste 15 zijwand; - twee inklapbare bodemfixeringselementen die ieder aan een onderrand verbonden zijn met een respectieve eerste zijwand.
13. Verpakking volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het fixeringselement uit een vlak stuk plaatmateriaal is gefabriceerd en dat scharnierbaar bevestigbaar is met een respectieve wand via een flapvouwlijn, waarbij het fixeringselement omvat: 25. een eerste en een tweede vouwlijn die parallel lopen met de flapvouwlijn, waarbij de tweede vouwlijn ligt tussen de flapvouwlijn en de eerste vouwlijn; - een derde vouwlijn ingericht tussen de eerste en de tweede vouwlijn, waarbij de derde vouwlijn wordt 30 onderbroken door een bepaald gebied van het vlakke stuk verpakkingsmateriaal; - een vierde vouwlijn en een vijfde vouwlijn op de grens van het gebied die beide parallel lopen met de flapvouwlijn; - een eerste en een tweede, eventueel onderbroken, snijlijn op de grens van het gebied, waarbij de 5 eerste en de tweede snijlijn ieder de vierde vouwlijn en de vijfde vouwlijn met elkaar verbindt; - een zesde vouwlijn gelegen in het gebied en welke loopt van de eerste snijlijn naar de tweede snijlijn.
14. Verpakking volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij indien de verpakking gesloten wordt, het fixeringselement, bij voorkeur met andere fixeringselementen, een opening van de verpakking geheel afsluit.
15. Verpakking volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de verpakking is vervaardigd uit een enkele uitgesneden bouwplaat.
16. Verpakking volgens één of meer van de voorgaande 20 conclusies, waarbij de verpakking aan aantal rechthoekige zijwanden omvat.
17. Verpakking volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het plaatmateriaal karton omvat. 25
18. Bouwplaat voor het vormen van een verpakking volgens één of meer van de voorgaande conclusies.
19. Bouwplaat volgens conclusie 18, omvattende: 30. vier plaatelementen voor het vormen van vier zijwanden van de verpakking; - vier flappen verbonden aan weerszijden van twee van de vier, niet aan elkaar grenzende, plaatelementen via een respectieve flapvouwlijn, waarbij ieder van de vier flappen omvat: - een eerste en een tweede vouwlijn die parallel lopen met de flapvouwlijn, waarbij de tweede vouwlijn ligt 5 tussen de flapvouwlijn en de eerste vouwlijn; - een derde vouwlijn ingericht tussen de eerste en de tweede vouwlijn, waarbij de derde vouwlijn wordt onderbroken door een bepaald gebied van het vlakke stuk verpakkingsmateriaal; 10. een vierde vouwlijn en een vijfde vouwlijn op de grens van het gebied die beide parallel lopen met de flapvouwlijn; - een eerste en een tweede, eventueel onderbroken, snijlijn op de grens van het gebied, waarbij de 15 eerste en de tweede snijlijn ieder de vierde vouwlijn en de vijfde vouwlijn met elkaar verbindt; - een zesde vouwlijn gelegen in het gebied en welke loopt van de eerste snijlijn naar de tweede snijlijn.
20. Werkwijze voor vervaardigen van een verpakking omvattende een bouwplaat volgens conclusie 18 of 19, omvattende: - het verschaffen van het plaatmateriaal; - het verschaffen van een mes; 25. het middels het mes vormen van de bouwplaat.
21. Werkwijze voor vervaardigen van een verpakking omvattende een bouwplaat volgens conclusie 18 of 19, de werkwijze verder omvattende: 30. het transporteren van de bouwplaat in een initiële planotoestand; - het vanuit de initiële planotoestand uitvoeren van een vouwbewerking voor het vormen van het fixeringselement middels een vouwbewerking die een flap van de bouwplaat vouwt in de transportrichting; - het vanuit de initiële planotoestand uitvoeren van een vouwbewerking voor het vormen van het fixeringselement 5 middels een vouwbewerking die een flap van de bouwplaat vouwt tegengesteld aan de transportrichting; waarbij deze stappen worden uitgevoerd tijdens een continue transportbeweging.
22. Werkwijze volgens conclusie 21, waarbij tijdens 10 het uitvoeren van de vouwbewerking tegen de transportrichting in ten minste een deel van de flap wordt tegengehouden middels een zwaard dat positioneerbaar is boven een tegenhouddeel van de flap. 15 1035238
NL1035238A 2008-04-01 2008-04-01 Verpakking, bouwplaat en werkwijze voor het vervaardigen van de verpakking. NL1035238C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1035238A NL1035238C2 (nl) 2008-04-01 2008-04-01 Verpakking, bouwplaat en werkwijze voor het vervaardigen van de verpakking.
PCT/NL2009/050167 WO2009123453A1 (en) 2008-04-01 2009-04-01 Packaging, blank and method for manufacturing of said packaging

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1035238A NL1035238C2 (nl) 2008-04-01 2008-04-01 Verpakking, bouwplaat en werkwijze voor het vervaardigen van de verpakking.
NL1035238 2008-04-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1035238C2 true NL1035238C2 (nl) 2009-10-02

Family

ID=39884733

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1035238A NL1035238C2 (nl) 2008-04-01 2008-04-01 Verpakking, bouwplaat en werkwijze voor het vervaardigen van de verpakking.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1035238C2 (nl)
WO (1) WO2009123453A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8783464B2 (en) * 2011-04-25 2014-07-22 General Electric Company Container fabricated from a blank and method of forming the same

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1199484A (fr) * 1958-02-27 1959-12-14 Emballage pour articles fragiles tels qu'ampoules pharmaceutiques
US2982189A (en) * 1957-09-06 1961-05-02 S & S Corrugated Paper Mach Power driven adjusting means for slotting, scoring, creasing and slitting machine
NL9002692A (nl) * 1990-12-06 1992-07-01 Okke Michiel Van Geene Werkwijze en inrichting voor het bewerken van plaatvormig materiaal.
JPH1029626A (ja) * 1996-07-16 1998-02-03 Nec Corp 包装用緩衝装置
NL1021209C2 (nl) * 2002-05-28 2003-02-27 Sca Packaging Wer Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van paraatdozen en het verschaffen van een stapel van delen voor paraatdozen, en paraatdozen hiervoor.
EP1574440A2 (en) * 2004-03-12 2005-09-14 Funai Electric Co., Ltd. Packing container for electronic instrument

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2982189A (en) * 1957-09-06 1961-05-02 S & S Corrugated Paper Mach Power driven adjusting means for slotting, scoring, creasing and slitting machine
FR1199484A (fr) * 1958-02-27 1959-12-14 Emballage pour articles fragiles tels qu'ampoules pharmaceutiques
NL9002692A (nl) * 1990-12-06 1992-07-01 Okke Michiel Van Geene Werkwijze en inrichting voor het bewerken van plaatvormig materiaal.
JPH1029626A (ja) * 1996-07-16 1998-02-03 Nec Corp 包装用緩衝装置
NL1021209C2 (nl) * 2002-05-28 2003-02-27 Sca Packaging Wer Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van paraatdozen en het verschaffen van een stapel van delen voor paraatdozen, en paraatdozen hiervoor.
EP1574440A2 (en) * 2004-03-12 2005-09-14 Funai Electric Co., Ltd. Packing container for electronic instrument

Also Published As

Publication number Publication date
WO2009123453A1 (en) 2009-10-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DK2736821T3 (en) Packaging unit for products such as eggs, and mold and associated method
RU2123792C1 (ru) Пачка для сигарет
JP5455326B2 (ja) ヒンジリッド型パッケージ
CA2508954C (en) Combination shipping/display container
JP2013544540A (ja) 製品ディスペンサシステム
KR200492642Y1 (ko) 포장상자와 물품 디스펜서
TW200920666A (en) Improved hinged-lid container with sliding device
KR930009950B1 (ko) 포장상자
EP2834166A1 (en) Packaging unit for products like eggs, and mould and method there for
JP2009519186A (ja) 枢動可能なディスペンサを有するカートン
JP6862459B2 (ja) ヒンジリッド容器およびブランク
NL1008679C1 (nl) Verpakking, in het bijzonder voor sigaretten.
NL1035238C2 (nl) Verpakking, bouwplaat en werkwijze voor het vervaardigen van de verpakking.
US20120160905A1 (en) Carton with opposing wave-shaped panel and squared panel and blanks for constructing same
US8387856B1 (en) Packaging box with hinged panel
US8083125B2 (en) Two-piece pastry box
NL2002235C2 (nl) Doos, bijvoorbeeld voor een bib verpakking, plano voor een dergelijke doos en samenstel van een doos en een binnenzak.
BE1019000A3 (nl) Plaat voor een verpakking en doos verkregen uitgaande van een dergelijke plaat.
UA73204C2 (en) Package
JP5632153B2 (ja) 包装用ケース
NL2008586C2 (en) Packaging unit for products like eggs, and mould and method there for.
AU2581699A (en) A carton
BE1029664B1 (nl) Doos met buffer
NL1033481C2 (nl) Tooninrichting en werkwijzen.
WO2011042169A1 (en) Snus foil pack in side opening hard pack

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20111101