NL1035058C1 - Fietsparkeerinrichting met antidiefstalvoorziening. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Fietspaikeerinrichting met antidiefstalvoorziening

De uitvinding betreft een inrichting voor het parkeren van een fiets welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een lichaam voorzien van ten minste één opname waarin althans een gedeelte van een fietswiel geplaatst kan worden.

Bekend zijn de fietsparkeerinrichtingen die een geparkeerde fiets met 5 behulp van beugels of vlakken een fietswiel ondersteunen teneinde de fiets in één of meerdere richtingen te immobiliseren. Bij veel van dergelijke fietsparkeerinrichtingen kan een fiets met behulp van een slot zoals een ketting- of beugelslot aan de fietsparkeerinrichting bevestigd worden om diefstal te voorkomen.

Bij de meeste fietsen zijn de bevestigingsmiddelen waarmee de fietswielen 10 aan de fiets bevestigd zijn relatief eenvoudig los te nemen. Zo kan bijvoorbeeld een wielmoer eenvoudig van de wielas afgedraaid worden. Bij racefietsen en mountainbikes wordt vaak een snelspansysteem toegepast wat zonder gereedschap los te nemen is door het bedienen van een hefboom.

Nadeel van de in de aanhef beschreven fietsparkeerinrichtingen is dat om 15 diefstal van ofwel het in fietsparkeerinrichting geplaatste fietswiel ofwel het overige deel van de fiets te voorkomen deze beide delen van de fiets met bijvoorbeeld een slot aan de fietsparkeerinrichting en daarmee aan de vaste wereld bevestigd moeten worden. Hierdoor worden de mogelijke posities voor het aanbrengen van een slot beperkt, zijn meerdere sloten noodzakelijk of moet een extra, vaak grote of complexe, 20 constructie aan de fietspaikeerinrichting worden toegevoegd.

Bijkomend nadeel van beschreven fietsparkeerinrichtingen is dat ongewenste vervorming van het door het fietspaikeerinrichting ingeklemde wiel door zijdelinks op de geparkeerde fiets uitgeoefende krachten mogelijk is.

De uitvinding beoogt een fietspaikeerinrichting van het in de aanhef 25 beschreven type te verbeteren.

Meer in het bijzonder beoogt de uitvinding een fiestparkeerinrichting te verschaffen waarbij die het losnemen van de verbindingsmiddelen die het in de inrichting geplaatste fietswiel met het overige deel van de fiets verbinden wordt bemoeilijkt of veihinderd.

1 03 5 058 2

Voorts beoogt de uitvinding een fietsparkeeriimchting te verschaffen die voorkomt dat het het fietswiel kan vervormen ten gevolge van zijwaarts op de overige delen van de fiets uitgeoefende krachten.

Aan de hand van de figuren 1 tot en met 4 zullen verschillende S uitvoeringsvormen van de vinding hierna worden beschreven.

Een preferente uitvoeringsvorm van de uitvinding, bestaat uit een vast lichaam 1 van bijvoorbeeld beton waarin teminste één uitsparing 2 is gevormd. Een in de inrichting te parkeren fiets kan met ten minste één wiel 8 althans gedeeltelijk in deze uitsparing 2 geplaatst worden. Eenmaal in de inrichting geplaatst wordt de 10 wielas 11 van het geplaatste wiel 8 aan weerszijden helemaal of nagenoeg helemaal door het vaste lichaam 1 opgesloten zodat axiale beweging van de wielas 11 nagenoeg of helemaal onmogelijk wordt. Hiermee wordt voorkomen dat op de geparkeerde fiets uitgeoefende krachten een axiale beweging van de wielas 11 veroorzaken ten opzichte van de door de fietspaikeerinrichting geïmmobiliseerde wielomtrek waardoor het wiel 15 8 kan vervormen.

Bijkomend voordeel kan zijn dat de, van de wielas 11 losneembare, bevestigingsmiddelen 12 zoals moeren, die het door de fietspaikeerinrichting opgenomen wiel 8 met de fiets verbinden, door gebrek aan ruimte aan weerszijden van de wielas 11 niet of slechts zeer moeilijk kunnen worden losgenomen. Hierdoor 20 wordt het mogelijk om de fiets slechts met het in de inrichting geplaatste wiel 8 aan het fietsparkeersysteem op slot te zetten met bijvoorbeeld een geïntegreerd slot, grendel om de wielas of een koit beugelslot 7 zonder dat het overige deel van de fiets ongewenst verwijderd kan worden. Het slot 7 dient in dit geval het geplaatste wiel 8 dusdanig te immobiliseren dat de wielas 11 van het in de inrichting geplaatste 25 fietswiel 8 niet uit de haar opsluitende elementen 3 verplaatst kan worden.

In een verdere uitvoeringsvorm kan de fietsparkeerinrichting zijn voorzien van een middel ter bevestiging van een slot 7 bijvoorbeeld een beugel 5.

In een verdere uitvoeringsvorm strekken de vlakken of lichamen 3 van de fietspaikeerinrichting, die de wielas 11 van een in de inrichting geplaatst wiel 8 aan 30 weerszijden opsluiten, zich in radiale richting zover uit dat er niet genoeg ruimte beschikbaar is om bedieningselementen, zoals een hefboom, van bevestigingsmiddelen 12 ter bevestiging van het wiel 8 met de fiets, zoals een snelspansysteem, te bedienen.

3

In een verdere uitvoeringsvorm kunnen de uistparingen 2 ten behoeve van de fietswielen 8 zijn voorzien één of meer paar taps toelopende klemvlakken 4 die een in de betreffende uistparing 2 geplaatst wiel 8 bij voorkeur aan de band inklemmen. Hierdoor wordt het wiel 8 nog beter geïmmobiliseerd indien het met 5 enige kracht tussen de vlakken 4 wordt geklemd.

In een verdere uitvoeringsvorm kunnen de paren taps toelopende klemvlakken 4 zo gepositioneerd zijn dat de denkbeeldige snijlijn tussen de twee vlakken 4 die samen een paar vormen bij ten minste twee paar klemvlakken 4 in althans nagenoeg hetzelfde verticale vlak ligt terwijl deze denkbeeldige snijlijnen niet 10 evenwijdig zijn. Hierdoor wordt een in de inrichting geplaats wiel 8 door elk paar vlakken 4 op een andere plek langs de wielomtrek ingeklemd en daarmee geïmmobiliseerd.

In een verdere uitvoeringsvorm kan de fietsparkeerinrichting zijn voorzien van verbindingsmiddelen 9 waarmee de inrichting aan bijvoorbeeld andere 15 inrichtingen of landschapselementen bevestigd kan worden.

In een verdere uitvoeringsvorm kunnen de buitenzijden van de fietsparkeerinrichting van productgrafiek 6 worden voorzien.

Verder 2ijn er natuurlijk vele uitvoeringsvormen van de fietsparkeerinrichting denkbaar. Zoals uitvoeringen waarbij in plaats van beton 20 bijvoorbeeld beugelconstructies van staal gebruikt worden.

1035058

Claims (8)

1. Fietsparkeerinrichting, met ten minste één opname waarin althans een deel van een fietswiel geplaatst kan worden, met het kenmerk, dat de as van een in de inrichting geplaatst fietswiel in axiale bewegingsrichting door de fietsparkeerinrichting geheel of nagenoeg geheel wordt opgesloten.

2. Fietspaikeerinrichting volgens bovenstaande conclusie met het kenmerk, dat althans één der vlakken of lichamen die de wielas van een in de inrichting geplaatst fietswiel in axiale richting opsluiten zich in radiale richting zover uitstrekken dat er onvoldoende ruimte is om de as gemonteerde bevestigingsmiddelen waarmee de verbinding tussen het in de inrichting geplaatste fietswiel en fiets geborgd 10 wordt los te nemen.

3. Fietsparkeerinrichting volgens één der bovenstaande conclusies met het kenmerk, dat de fietspaikeerinrichting is voor zien van een middel ter bevestinging van een slot.

4. Fietspaikeerinrichting volgens één der bovenstaande conclusies met het 15 kenmerk, dat de fietsparkeerinrichting is voor zien van een van een slot

5. Fietsparkeerinrichting volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat ten minste een van de opnamen voor plaatsing van een fietswiel is voorzien van één of meer paar taps toelopende klem vlakken

6. Fietsparkeerinrichting volgens één der voorgaande conclusies met het 20 kenmerk, dat ten minste twee paren taps toelopende klemvlakken zo gepositioneerd zijn dat de denkbeeldige snijlijnen tussen elke twee vlakken die samen een paar vormen, in althans nagenoeg hetzelfde verticale vlak liggen terwijl de denkbeeldige snijlijnen niet evenwijdig aan elkaar zijn.

7. Fietsparkeerinrichting volgens één der voorgaande conclusies met het 25 kenmerk, dat de fietsparkeerinrichting is voorzien van bevestigingsmiddelen ter bevestiging aan andere inrichtingen of landschapselementen.

8. Fietspaikeerinrichting volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de buitenzijden kunnen worden voorzien van productgrafiek. 1035058 30