NL1035051C2 - Werkwijze, systeem en optische communicatie-samenstelling voor het verkrijgen van verkeersinformatie. - Google Patents

Werkwijze, systeem en optische communicatie-samenstelling voor het verkrijgen van verkeersinformatie. Download PDF

Info

Publication number
NL1035051C2
NL1035051C2 NL1035051A NL1035051A NL1035051C2 NL 1035051 C2 NL1035051 C2 NL 1035051C2 NL 1035051 A NL1035051 A NL 1035051A NL 1035051 A NL1035051 A NL 1035051A NL 1035051 C2 NL1035051 C2 NL 1035051C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
light
vehicle
light source
presence status
node
Prior art date
Application number
NL1035051A
Other languages
English (en)
Inventor
Markus Henricus Beuvink
Original Assignee
Markus Henricus Beuvink
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Markus Henricus Beuvink filed Critical Markus Henricus Beuvink
Priority to NL1035051A priority Critical patent/NL1035051C2/nl
Priority to US12/867,122 priority patent/US8587457B2/en
Priority to PCT/NL2009/000037 priority patent/WO2009104955A2/en
Priority to EP09712088A priority patent/EP2255348A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1035051C2 publication Critical patent/NL1035051C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08GTRAFFIC CONTROL SYSTEMS
    • G08G1/00Traffic control systems for road vehicles
    • G08G1/01Detecting movement of traffic to be counted or controlled
    • G08G1/04Detecting movement of traffic to be counted or controlled using optical or ultrasonic detectors

Description

Werkwijze, systeem en optische communicatie-samenstelling voor het verkrijgen van verkeersinformatie
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 werkwijze voor het verkrijgen van verkeersinformatie door middel van optische signalen tussen een voertuig en een optische communicatie-node, waarbij de node onderdeel uitmaakt van een wegennet. Tevens heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een optische communicatie-10 samenstelling en een systeem voor het implementeren van een dergelijke werkwijze.
Een voorbeeld van een systeem voor het verkrijgen van verkeersinformatie is een systeem waarbij de aanwezigheid van een voertuig wordt gedetecteerd. Dergelijke detectie-systemen 15 zijn reeds bekend.
Een gebruikelijk detectie-systeem omvat een lichtbron en een lichtdetector voor het respectievelijk uitzenden en ontvangen van een lichtsignaal. Hierbij is de lichtbron veelal boven het voertuig geplaatst en bevindt de detector 20 zich op het wegdek. Detectie van een voertuig vindt plaats doordat het voertuig de optische verbinding tussen de lichtdetector en de lichtbron onderbreekt.
Doordat de lichtbron zich op enige afstand van de detector bevindt, zijn deze bronnen doorgaans voorzien van 25 een lenssysteem voor het focusseren van het licht. Zou dit niet het geval zijn is men genoodzaakt hoog-vermogen lichtbronnen te gebruiken teneinde voldoende signaalsterkte over te houden ter plaatse van de lichtdetector. Dergelijke bronnen hebben een beperkte levensduur, stellen strikte eisen 30 aan de warmtehuishouding en verbruiken veel energie.
Een nadeel van het focusseren van licht is dat dit zeer gevoelig is voor stof en of andere kleine deeltjes welke op het lenssysteem accumuleren. Het gevaar bestaat dus dat 1035051 2 een voertuig onterecht gedetecteerd wordt. Eveneens is het bij dergelijke systemen nodig om lichtbron en lichtdetector ten opzichte van elkaar uit te lijnen.
Een doel van de onderhavige uitvinding is het 5 verschaffen van een werkwijze waarbij de bovenstaande problemen zich niet, of althans in minder mate, voordoen.
Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt met de werkwijze zoals thans gedefinieerd in conclusie 1. Deze werkwijze omvat een eerste werkwijze voor het detecteren van 10 een voertuig met behulp van een bij de node behorende eerste lichtdetector en eerste lichtbron. Deze eerste detectie-werkwijze omvat de stappen van het uitzenden van een lichtsignaal door de eerste lichtbron en het detecteren van dit lichtsignaal door de eerste lichtdetector. De werkwijze 15 wordt gekenmerkt door het laten reflecteren van het door de eerste lichtbron uitgezonden lichtsignaal aan de onderzijde van het voertuig, het meten van dit gereflecteerde licht door de eerste lichtdetector en het afhankelijk van deze meting bepalen van een aanwezigheidstatus. De aanwezigheidstatus 20 geeft bijvoorbeeld aan of er wel of geen voertuig wordt waargenomen boven de sensor. Deze status hoeft niet betrekking te hebben op het specifieke voertuig dat zich boven de sensor bevindt of kan bevinden, maar heeft doorgaans betrekking op een voertuig in het algemeen.
25 Het beslissen of een voertuig aanwezig is kan geschieden door het vergelijken van de meting met een referentiemeting welke vooraf is ingesteld.
Bij voorkeur omvat de eerste detectie-werkwijze echter het vergelijken van de genoemde meting met een eerdere 30 meting en een eerdere aanwezigheidstatus. Hierdoor is het mogelijk een betrouwbaardere meting te verkrijgen. Indien een voertuig zich boven een node beweegt, zal de gemeten lichtintensiteit toenemen. Door nu twee metingen te 3 vergelijken, namelijk een meting voor en tijdens het bewegen van het voertuig boven de node, kan op basis van de geconstateerde toename worden besloten dat een voertuig aanwezig is. Vergelijkbaar aan deze situatie is de situatie 5 waarop op basis van een geconstateerde afname wordt besloten dat een voertuig niet aanwezig is. Door deze gegevens verder te combineren met de aanwezigheidstatus kan een verdere verbetering bereikt worden. Zo kan bijvoorbeeld indien er geen significante verandering in gemeten lichtintensiteit 10 optreedt besloten worden om de aanwezigheidstatus ongewijzigd te laten. Bij het gebruiken van een eerdere meting en of aanwezigheidstatus wordt de verdere mogelijkheid gecreëerd voor het wijzigen van de aanwezigheidstatus naar aanleiding van een geconstateerde verandering in gemeten 15 lichtintensiteit.
Doordat het licht aan de onderzijde van het voertuig wordt gereflecteerd is de optische afstand tussen lichtbron en lichtdetector, welke beide bij voorkeur in het wegdek zijn geplaatst, veel lager dan bij de reeds bekende systemen. Dit 20 heeft het voordeel dat met lagere vermogens gewerkt kan worden en/of dat gebruik kan worden gemaakt van diffusie reflectie. Dit laatste houdt in dat de onderzijde van het voertuig dermate ruig is dat het zich niet gedraagt als een spiegel maar dat het licht verstrooid wordt over een grote 25 ruimtehoek. Doordat de afstand tussen voertuig en lichtbron gering is resulteert dit toch in voldoende signaalsterkte voor de detector. Indien de lichtbron eveneens een relatief grote ruimtehoek beslaat, kan een systeem verkregen worden welke ongevoeliger is voor stof of andere kleine deeltjes op 30 de detector en/of lichtbron dan de reeds bekende systemen. Verder kan volstaan worden met een zeer rudimentaire uitlijning.
4
Bij voorkeur wordt de eerste detectie-werkwijze aangevuld met een tweede detectie-werkwijze omvattende de stap van het bepalen van de aanwezigheidstatus afhankelijk van door de eerste lichtbron gemeten omgevingslicht. Bij deze 5 werkwijze wordt gebruik gemaakt de schaduwwerking van een voertuig.
De tweede detectie-werkwijze maakt niet gebruik van het licht afkomstig van de eerste lichtbron maar van externe bronnen zoals bijvoorbeeld de zon, lantaarnpalen etc.
10 Ook bij deze tweede detectie-werkwijze is het voordelig als deze het vergelijken van de omgevingslicht meting met een eerdere omgevingslicht meting en een eerdere aanwezigheidstatus omvat. Hierbij moet opgemerkt worden dat de aanwezigheidstatus bij voorkeur een eigenschap is die los 15 staat van de detectie-werkwijze. Het is derhalve mogelijk meerdere informatiebronnen, bijvoorbeeld de resultaten van de eerste en tweede detectie-werkwijzen, te gebruiken voor het bepalen van de aanwezigheidstatus.
Door het scheiden in de tijd van de eerste en tweede 20 detectie-werkwijze kan de meting per werkwijze worden aangepast. Dit is bijzonder voordelig indien tevens gebruik wordt gemaakt van een eerdere meting en een eerdere aanwezigheidstatus, zoals hierboven beschreven. Zo is het voordelig indien de eerste detectie-werkwijze wordt 25 uitgevoerd in de tijdsperiode waarin de eerste lichtbron een lichtsignaal uitzendt en indien de tweede detectie-werkwijze wordt uitgevoerd in de tijdsperiode waarin de eerste lichtbron uitstaat. Op een dergelijke wijze kunnen de twee werkwijzen naast elkaar worden uitgevoerd.
30 Naast detectie van voertuigen kan een dergelijke werkwijze worden uitgebreid met het optisch verzenden van informatie van het voertuig naar de node. Hiertoe is het voertuig aan de onderzijde voorzien van een tweede lichtbron.
5
De werkwijze omvat dan verder de stappen van het uitzenden van een van informatie voorzien lichtsignaal door de tweede lichtbron, het meten van dit lichtsignaal door de eerste lichtdetector en het uit deze meting extraheren van 5 informatie. Deze laatsgenoemde informatie correspondeert met de eerdergenoemde informatie, bij voorkeur in zijn geheel.
Het moet opgemerkt worden dat deze uitbreiding voor het optisch verzenden van informatie van het voertuig naar de node ook los van de eerste detectie-werkwijze gebruikt kan 10 worden.
Voorbeelden van informatie welke een voertuig naar de communicatie-node kan verzenden omvatten kenteken-informatie, informatie gerelateerd aan het betalingsverkeer, snelheid van het voertuig, etc.
15 Eveneens is het mogelijk de werkwijze uit te breiden met een werkwijze voor het optisch verzenden van informatie van de node naar het voertuig, waarbij het voertuig aan de onderzijde is voorzien van een tweede lichtdetector. De werkwijze omvat dan verder de stappen van het uitzenden van 20 een van informatie voorzien lichtsignaal door de eerste lichtbron en het meten van dit lichtsignaal door de tweede lichtdetector en het uit deze meting extraheren van informatie. Deze laatsgenoemde informatie correspondeert met de eerdergenoemde informatie, bij voorkeur in zijn geheel.
25 Voorbeelden van informatie welke een node naar het voertuig verzenden kan verzenden omvatten file informatie, route informatie, GPS informatie etc.
Ook hierbij moet het opgemerkt worden dat deze uitbreiding voor het optisch verzenden van informatie van de 30 node naar het voertuig ook los van de eerste detectie-werkwi j ze gebruikt kan worden.
Naast de eerste en tweede detectie-werkwijzen kan de bovengenoemde optische verzending van informatie, zowel van 6 node naar voertuig als omgekeerd, dienen als een derde detectie-werkwijze. Deze werkwijze omvat het bepalen van de aanwezigheidstatus afhankelijk van het ten minste gedeeltelijk extraheren van informatie. Het feit dat een 5 gedeelte van de informatie wordt ontvangen is immers een indicatie dat een voertuig boven de node aanwezig is.
Ondanks het feit dat de eerste, tweede en derde detectie-werkwijzen afzonderlijk van elkaar gebruikt kunnen worden, kunnen voordelen worden behaald door het combineren 10 van ten minste twee werkwijzen uit de genoemde eerste, tweede en derde detectie-werkwijzen voor het bepalen van de aanwezigheidstatus.
Zo kan bijvoorbeeld indien de lichtbron wordt bedekt door bijvoorbeeld een blaadje, als gevolg waarvan het 15 uitgezonden lichtsignaal de detector niet kan bereiken, alsnog een detectie geschieden door gebruik te maken van de tweede detectie-werkwijze .
Een voordelige wijze voor het combineren van detectie-werkwijzen kan worden bereikt door middel van het 20 normeren van de metingen behorende bij elke werkwijze uit de genoemde combinatie van werkwijzen en het toekennen van een getalsmatige betrouwbaarheid aan elk van deze metingen, waarbij de genoemde betrouwbaarheid afhankelijk is van ten minste één van de vorige meting, vorige aanwezigheidsstatus, 25 verwachte meetgegevens. Vervolgens kunnen de afzonderlijke metingen met de bijbehorende betrouwbaarheid worden gewogen en opgeteld. De beslissing aangaande de aanwezigheidstatus kan dan het vergelijken van de optelling met een vooraf ingestelde drempelwaarde omvatten.
30 Als voorbeeld wordt de situatie beschreven waarbij de zon laag hangt en scherp schijnt. De hoeveelheid licht van de zon die op de detector valt is sterk afhankelijk van schaduwwerking van bijvoorbeeld wolken, voertuigen en of 7 gebouwen. Verder is belangrijk dat deze schaduwen dynamisch zijn vanwege de beweging van de zon. Het kan dus gebeuren dat de schaduw over een detector trekt waardoor een valse detectie zou kunnen plaatsvinden. Door nu een lage 5 betrouwbaarheid toe te kennen aan dit soort situaties, bijvoorbeeld het geval met een zeer hoge omgevingslichtsterkte, kan de invloed van deze meting voor het bepalen van de aanwezigheidtoestand verminderd worden. Hierbij hoeft de betrouwbaarheid niet proportioneel te zijn 10 aan de lichtsterkte. Bijvoorbeeld in het geval van omgevingslicht detectie is de betrouwbaarheid laag bij zowel hoge als lage intensiteit, terwijl een hoge betrouwbaarheid kan worden toegekend aan gemiddelde intensiteit, bijvoorbeeld bij een volledig bewolkt weerbeeld.
15 De toekenning van betrouwbaarheid kan afhankelijk zijn van verscheidene externe factoren zoals de tijd, het jaargetijde, de geografische positie van de sensor, alsmede de omgeving van de detector, zoals gebouwen etc.
Overigens kan de normering eenzelfde niet-20 proportioneel verloop gebruiken. In het geval van de eerste detectie-werkwijze (reflectie) kan een hoge waarde bijvoorbeeld 1 worden toegekend aan een hoge gemeten lichtsterkte (voertuig aanwezig) en bijvoorbeeld 0.1 aan een lage gemeten lichtsterkte. Bij de tweede detectie-werkwijze 25 kan dit geïnverteerd zijn, dat wil zeggen 1 bij een lage gemeten lichtsterkte (voertuig aanwezig) en 0.1 bij een hoge lichtsterkte. De gebruikte normering kan zowel kwalitatief als kwantitatief per detectie-werkwijze verschillen.
Door het gebruik van meerdere nodes voor de detectie 30 kan de betrouwbaarheid van de werkwijze verder worden verhoogd. Naburige nodes kunnen direct met elkaar in verbinding staan, of indirect doordat elke node afzonderlijk met een centrale is verbonden. Informatie van deze nodes, 8 bijvoorbeeld de aanwezigheidstatus, kan dan gecombineerd worden zodat een meer algemeen beeld ontstaat van bijvoorbeeld veranderende omgevingslicht condities, bedekking van een enkele node, etc. Als bijvoorbeeld een node bedekt 5 wordt waardoor deze onjuiste informatie verschaft, zou dit geconstateerd kunnen worden door deze informatie te vergelijken met die afkomstig van naburige nodes en uit deze vergelijking vervolgens de juiste detectie-informatie te selecteren. Daarom omvat de detectie-werkwijze bij voorkeur 10 verder de stappen van het uitlezen en combineren van een aanwezigheidstatus afkomstig van een node met die van een hieraan naburige node en het bepalen van de aanwezigheidstatus behorende bij de eerstgenoemde node gebaseerd op de gecombineerde aanwezigheidstatus. Deze 15 werkwijze kan binnen één node worden uitgevoerd bijvoorbeeld doordat deze node informatie van naburige nodes opvraagt of ontvangt en deze intern verwerkt.
Het is verder voordelig als de eerste en/of tweede lichtbron gepulst bedreven worden. Hierdoor kan de lichtbron 20 op een hoger vermogen werken dan bij continue bedrijf zonder hierbij in te boeten aan levensduur van de lichtbron. Verder biedt het pulserende karakter van het lichtsignaal een onderscheidend kenmerk ten opzichte van het omgevingslicht.
Voor de optische communicatie tussen node en voertuig 25 wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een pulsmodulatie techniek om een optisch lichtsignaal van informatie te voorzien. Een bekend voorbeeld hiervan is pulsbreedte-modulatie waarbij de breedte van een puls wordt gevarieerd. Een andere mogelijkheid is om de tijdsafstand tussen 30 naastgelegen pulsen te variëren, bijvoorbeeld door het weglaten van bepaalde pulsen.
De onderhavige uitvinding verschaft tevens een optische communicatie-samenstelling omvattende een lichtbron 9 en een lichtdetector welke wordt gekenmerkt doordat dat de lichtbron en lichtdetector verbonden zijn met een microcontroller welke ingericht is voor het detecteren van een voertuig met behulp van de eerste detectie-werkwijze. Bij 5 voorkeur is de samenstelling tevens ingericht voor het optisch communiceren met een voertuig zoals hierboven beschreven.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de lichtbron en lichtdetector in één behuizing opgenomen en is deze behuizing 10 aangepast zodat deze in een wegdek kan worden geplaatst. Het is ook mogelijk dat de behuizing geschikt is voor plaatsing op het wegdek.
Een optische samenstelling kan voorzien zijn van een geheugen voor het opslaan van bijvoorbeeld gegevens ten 15 minste omvattende de aanwezigheidsstatus. Indien de optische samenstelling wordt gebruikt bij parkeerbeheer kan de informatie bijvoorbeeld het aantal geparkeerde auto's per dag omvatten. Het is hierbij handig als de optische samenstelling en het geheugen in het bijzonder extern uitleesbaar is, bij 20 voorkeur draadloos. Bij voorkeur kan de node worden uitgelezen met een hand-gehouden apparaat door middel van een optische communicatie verbinding welke gebruik maakt van de eerste detector. Het uitlezen van nodes biedt een verdere of andere mogelijkheid om informatie van verschillende nodes te 25 combineren.
Bij voorkeur zijn de eerste en tweede lichtbron alsmede de corresponderende detectoren ingericht om te functioneren met golflengtes in het infrarode tot ultraviolette gedeelte van het optische spectrum. Naast 30 lasertechnologie, bijvoorbeeld halfgeleiderlasers, kan gebruik gemaakt worden van niet coherent lichtbronnen zoals lichtdiodes. Deze laatste bronnen hebben veelal een minder gefocust stralingspatroon waardoor detectie onder meerdere 10 hoeken kan geschieden. Zoals eerder vermeld, vermindert dit de gevoeligheid van het systeem voor stof en kleine deeltjes.
De onderhavige uitvinding verschaft tevens een systeem voor het verkrijgen van verkeersinformatie door 5 middel van optische signalen tussen een voertuig en een optische communicatie-node. Een dergelijk systeem omvat een veelvoud aan onderling verbonden optische communicatie-samenstellingen zoals hierboven besproken. Door het gebruik van meerdere nodes kan de betrouwbaarheid van het systeem 10 verder worden verhoogd. Tevens kan gebruik worden gemaakt van een centrale welke bijvoorbeeld informatie van de nodes verzamelt om bijvoorbeeld een inschatting te maken van de kans op filevorming. Bij een andere toepassing verschaft de centrale aan de nodes informatie welke deze aan de passerende 15 voertuigen kunnen doorgeven. De verbinding van de nodes met elkaar of met de centrale is bij voorkeur door middel van redundant elektrische bedrading. Het moet opgemerkt worden dat de verbinding tussen de onderling verbonden nodes ook draadloos kan zijn.
20 In het hiernavolgende zal de onderhavige uitvinding worden besproken onder verwijzing naar de bij gevoegde figuren waarbij:
Figuur 1 een reeds bekend detectie systeem voor voertuigen weergeeft; 25 Figuren 2A en 2B algemene uitvoeringsvormen tonen van een optische communicatie-samenstelling volgens de onderhavige uitvinding;
Figuur 3 een voorkeursuitvoeringvorm toont van de optische communicatie-samenstelling uit figuur 2; 30 Figuren 4A en 4B twee intensiteit-tijd profielen weergeven van ontvangen licht waarbij verschillende wijzen voor het aansturen van de bijbehorende lichtbron zijn gebruikt; 11
Figuren 5A en 5B intensiteit-tijd profielen weergeven van situaties waarbij respectievelijk niet en wel een voertuig boven de sensor aanwezig is.
Figuren 6Δ en 6B intensiteit-tijd profielen weergeven 5 van situaties waarbij in beide gevallen geen voertuig aanwezig is maar waarbij een plotseling verandering in omgevingslicht optreedt.
In de bekende voertuig detector uit figuur 1, is een eerste lichtbron 1 vast verbonden aan een poort opstelling 2. 10 Lichtbron 1 zendt een gefocusseerde lichtstraal 3 uit richting eerste lichtdetector 4 welke zich op een wegdek 5 bevindt. Doordat een auto 6 zich in de optische lijn tussen lichtdetector 4 en lichtbron 1 bevindt wordt de optische verbinding tussen beide verbroken en wordt naar aanleiding 15 van dit verbreken een voertuig gedetecteerd.
Figuur 2A toont een algemene uitvoeringsvorm van de node volgens de onderhavige uitvinding omvattende een lichtbron 7 en een lichtdetector 8. Lichtbron 7 zendt niet-coherent licht 9 uit onder een relatief grote ruimtehoek, 20 bijvoorbeeld relatief groot ten opzichte van laser licht. Dit licht 9 wordt aan de onderzijde van een voertuig 6 diffuus gereflecteerd. Dit licht 10 wordt door de lichtdetector 8 gemeten. Deze eerste detectie werkwijze is mogelijk naast het meten van omgevingslicht door lichtdetector 8, de zogenaamde 25 tweede detectie-werkwijze.
Figuur 2B toont een verder ontwikkeling van de uitvoeringsvorm uit figuur 2A. Hierbij zijn tweede lichtbron 7' en tweede lichtdetector 8' opgenomen voor twee-weg communicatie tussen de node en het voertuig 6.
30 Figuur 3 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van de optische communicatie-samenstelling 11 volgens de onderhavige uitvinding. Hierbij zijn lichtbron 7 en lichtdetector 8 in één behuizing 12 opgenomen. Deze is in hoofdzaak 12 cilindervormig zodat deze eenvoudig in een holte in een wegdek geplaatst kan worden. Tevens omvat de behuizing 12 een flens 13 welke dient voor afdichting.
De lichtbron 7 en lichtdetector 8 zijn aangesloten op 5 een micro-controller 14 welke de aansturing van de lichtbron 7, voor zowel voertuig detectie als optische communicatie, en de uitlezing van lichtdetector 8 verzorgt. Micro-controller 14 is verbonden met een geheugen 15, voor opslag van bijvoorbeeld de aanwezigheidtoestand, en een vermogensbron 10 16. De vermogensbron 16 kan een batterij omvatten. Naast een afzonderlijke vermogensbron, kan de samenstelling ook worden aangesloten op een elektrisch netwerk. Tevens kan de samenstelling een zonnecel omvatten welke in combinatie met een hierop aangesloten accu de samenstelling van vermogen 15 voorziet.
Figuren 4A en 4B laten twee intensiteit-tijd profielen zien zoals gemeten door lichtdetector 8. In beide figuren zijn de verschillende functies in de tijd gescheiden door gebruik te maken van tijdsloten 17, 17' en 17'' voor de 20 respectievelijke eerste, tweede en derde detectie-werkwijze, waarbij het laatste tijdslot 17'' tevens communicatie met het voertuig 6 verzorgt of kan verzorgen. Verder is de tijd opgedeeld in een aantal aaneensluitende frames, waarbij de frames de eerdergenoemde tijdsloten omvatten.
25 In figuur 4A is de lichtintensiteit (I) gemeten door de lichtdetector 8 weergegeven als functie van de tijd. Tijdens tijdslot 17 wordt de eerste detectie-werkwijze toegepast (reflectie meting). De gemeten lichtintensiteit bestaat hierbij uit het omgevingslicht niveau (O) alsmede het 30 gereflecteerde licht (B) afkomstig van de lichtbron 7. In figuur 4A wordt de lichtbron 7 met een continue signaal aangestuurd. In figuur 4B wordt echter gebruik gemaakt van 13 pulsen. Het gebruik van pulsen biedt de mogelijkheid het gemeten signaal in het frequentiedomein te filteren.
Tijdslot 17' omvat de tweede detectie-werkwijze (omgevingslicht). Hierbij wordt dus enkel het omgevinglicht 5 niveau (O) gemeten.
In tijdslot 17'' vindt optische communicatie plaats met het voertuig. In figuur 4A wordt gebruik gemaakt van een frequentie-gemoduleerd signaal en in figuur 4B van een puls modulatie techniek voor het aanbrengen van informatie in het 10 lichtsignaal. Voor de eenvoud is het maximale lichtniveau hierbij gelijk aan dat in tijdslot 17. In het algemeen zal het ontvangen signaal kunnen bestaan uit een component afkomstig van de eerste lichtbron 7 wat gereflecteerd is aan de onderzijde van een voertuig 6 alsmede een tweede component 15 afkomstig van de tweede lichtbron 7', welke zich aan de onderzijde van het voertuig 6 bevindt. Hierdoor kunnen er variaties optreden in de ontvangen pulsen. De door de eerste lichtbron 7 en tweede lichtbron 7' verzonden pulsen kunnen door middel van bekende technieken, zoals bijvoorbeeld time-20 mulitplexing, frequency multiplexing of code-multiplexing, gescheiden worden. Het behoeft geen verdere uitleg dat de tweede lichtbron 7' ook gebruikt kan worden om een regelmatig lichtsignaal te verzenden. In dit geval wordt dit signaal niet expliciet van informatie voorzien maar biedt het enkele 25 ontvangen van dit signaal door de eerste lichtdetector 8 een detectie mogelijkheid. Om onderscheid te maken met omgevingslicht zou dit lichtsignaal gepulst uitgezonden kunnen worden.
Figuren 5A en 5B laten intensiteit-tijd profielen 30 zien, vergelijkbaar aan die uit figuur 4A, waarbij respectievelijk niet en wel een voertuig aanwezig is. Vanwege de afwezigheid van een voertuig in figuur 5A, bestaat het ontvangen licht voornamelijk uit omgevingslicht (O). Nadat 14 zich een voertuig boven de samenstelling 11 heeft bewogen zakt dit niveau tot een verwaarloosbaar niveau en stijgt het niveau van het gereflecteerde licht (B). Volgens zowel de eerste, tweede als derde detectie-werkwijze wordt een 5 voertuig gedetecteerd.
Dit is anders in figuren 6A en 6B waarbij er zich geen voertuig bevindt boven de samenstelling 11. In dit geval geeft figuur 6B het profiel weer als gevolg van daling in het omgevingslicht niveau (0). Volgens de eerste detectie-10 werkwijze wordt er geen voertuig gedetecteerd. De tweede detectie-werkwijze geeft echter het tegenovergestelde beeld. De derde detectie-werkwijze leidt eveneens niet tot detectie van een voertuig. De verandering in omgevingslicht (O) kan bijvoorbeeld het resultaat zijn van een wolk welke zich voor 15 de zon beweegt. Door nu aan elke meting een mate van betrouwbaarheid toe te kennen, kunnen de metingen in tijdsloten 17, 17' en 17'’ gewogen en gecombineerd worden. In het onderhavige geval is het niveau van het omgevingslicht (0) in figuur 6A relatief hoog. Hierdoor is het risico op 20 schaduwvorming groot. De omgevingslicht detectie-werkwijze is derhalve minder betrouwbaar en wordt derhalve een lage betrouwbaarheid toegekend. Hierdoor is de invloed van de tweede detectie-werkwijze in de som van de genormeerde en gewogen metingen gering.
25 Een andere situatie (niet weergegeven) treedt op indien er zich een blad boven de node bevindt. Door dit blad wordt het licht uitgezonden door de eerste lichtbron weerkaatst zelfs indien er geen voertuig aanwezig is.
Hierdoor kunnen ook signalen behorende bij de derde detectie-30 werkwijze ontvangen worden, namelijk de signalen afkomstig van de eerste lichtbron. Deze omstandigheid zou verwerkt kunnen worden in de betrouwbaarheid van de afzonderlijke detectie-werkwijzen. Tevens kan de normering en drempelwaarde 15 hierop aangepast worden. Indien er een voertuig boven de node aanwezig is, zal het weerkaatste licht bij de eerste detectie-werkwijze licht toenemen. Verder zal het ontvangen signaal bij de derde detectie-werkwijze ook componenten 5 bevatten afkomstig van de tweede lichtbron. Door het aanpassen van de normering kunnen deze verschillen gedetecteerd worden waardoor alsnog een betrouwbare meting verkregen wordt. Indien echter het gereflecteerde licht zonder aanwezigheid van een voertuig te hoog is, kan de 10 betrouwbaarheid van de meting worden verlaagd. In dit geval zou gebruik kunnen worden gemaakt van informatie afkomstig van één of meerdere naburige nodes.
De onderhavige uitvinding is besproken met behulp van een aantal uitvoeringsvormen en een gedetailleerde 15 beschrijving. Het moge de vakman duidelijk zijn dat verscheidene aanpassingen, veranderingen alsmede toevoegingen mogelijk zijn zonder daarbij af te wijken van de beschermingsomvang van de uitvinding welke zal worden gedefinieerd door de hiernavolgende conclusies. Een 20 belangrijk voorbeeld hierbij is dat binnen de bovenstaande beschrijving alsmede de conclusies gesproken wordt over een voertuig. Het moge duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding in zijn geheel dan wel gedeeltelijk toepasbaar is op andere verkeerssubjecten, zoals voetgangers en of 25 fietsers, of objecten in zijn algemeenheid.
1035051

Claims (22)

1. Werkwijze voor het verkrijgen van verkeersinformatie door middel van optische signalen tussen 5 een voertuig en een optische communicatie-node, welke node onderdeel uitmaakt van een wegennet, omvattende een eerste werkwijze voor het detecteren van een voertuig met behulp van een bij de node behorende eerste lichtdetector en eerste lichtbron, waarbij de eerste detectie-werkwijze de stappen 10 omvat van: het uitzenden van een lichtsignaal door de eerste lichtbron; het detecteren van dit lichtsignaal door de eerste lichtdetector; 15 gekenmerkt door, het laten reflecteren van het door de eerste lichtbron uitgezonden lichtsignaal aan de onderzijde van het voertuig, het meten van dit gereflecteerde licht door de eerste lichtdetector en het afhankelijk van deze meting bepalen van een aanwezigheidstatus. 20
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste detectie-werkwijze het vergelijken van de genoemde meting met een eerdere meting en een eerdere aanwezigheidstatus omvat. 25
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het reflecteren betrekking heeft op in hoofzaak diffusie reflectie.
4. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-3, gekenmerkt door, een tweede detectie-werkwijze omvattende de stap van het bepalen van de aanwezigheidstatus afhankelijk van door de eerste lichtdetector gemeten omgevingslicht. 1035051
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de tweede detectie-werkwijze het vergelijken van de genoemde meting met een eerdere meting en een eerdere 5 aanwezigheidstatus omvat.
6. Werkwijze volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de eerste en tweede detectie-werkwijze gescheiden in de tijd plaatsvinden. 10
7. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-6, gekenmerkt door, een werkwijze voor het optisch verzenden van informatie van het voertuig naar de node, waarbij het voertuig aan de onderzijde is voorzien van een tweede 15 lichtbron, omvattende de stappen van: het uitzenden van een van informatie voorzien lichtsignaal door de tweede lichtbron; het meten van dit lichtsignaal door de eerste lichtdetector; 20 het uit deze meting extraheren van informatie.
8. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-7, gekenmerkt door, een werkwijze voor het optisch verzenden van informatie van de node naar het voertuig, waarbij het 25 voertuig aan de onderzijde is voorzien van een tweede lichtdetector, omvattende de stappen van: het uitzenden van een van informatie voorzien lichtsignaal door de eerste lichtbron; het meten van dit lichtsignaal door de tweede 30 lichtdetector; het uit deze meting extraheren van informatie.
9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, gekenmerkt door een derde detectie-werkwijze omvattende het bepalen van de aanwezigheidstatus afhankelijk van het ten minste gedeeltelijk extraheren van informatie. 5
10. Werkwijze volgens een van de conclusies 3-9, gekenmerkt door het combineren van ten minste twee werkwijzen uit de genoemde eerste, tweede en derde detectie-werkwijzen voor het bepalen van de aanwezigheidstatus. 10
11. Werkwijze volgens conclusie 10, gekenmerkt doordat de werkwijze de stappen omvat van: het normeren van de metingen behorende bij elke werkwijze uit de genoemde combinatie van werkwijzen; 15 het toekennen van een getalsmatige betrouwbaarheid aan elk van deze metingen, waarbij de genoemde betrouwbaarheid afhankelijk is van ten minste één van de vorige meting, vorige aanwezigheidsstatus, verwachte meetgegevens. 20 het wegen van de afzonderlijke metingen met de bijbehorende betrouwbaarheid; het optellen van de gewogen metingen; het vergelijken van de optelling met een vooraf ingestelde drempelwaarde. 25
12. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-11, gekenmerkt doordat naburige nodes met elkaar in verbinding staan en een detectie-werkwijze verder de stappen omvat van het uitlezen en combineren van een aanwezigheidstatus 30 afkomstig van een node met die van een hieraan naburige node en het bepalen van de aanwezigheidstatus behorende bij de eerstgenoemde node gebaseerd op de gecombineerde aanwezigheidstatus.
13. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-12, met het kenmerk, dat de ten minste één van de eerste en tweede 5 lichtbron gepulst bedreven wordt.
14. Werkwijze volgens een van de conclusies 7-13, met het kenmerk, dat het van informatie voorzien van een lichtsignaal geschiedt door het lichtsignaal te puls- 10 moduleren.
15. Optische communicatie-samenstelling omvattende een lichtbron en een lichtdetector, met het kenmerk, dat de lichtbron en lichtdetector verbonden zijn met een micro- 15 controller welke ingericht is voor het detecteren van een voertuig zoals thans gedefinieerd in conclusie 1
16. Optische communicatie-samenstelling volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de samenstelling tevens 20 ingericht is voor het optisch communiceren met een voertuig zoals thans gedefinieerd in conclusies 7 en 8.
17. Optische communicatie-samenstelling volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de lichtbron en 25 lichtdetector in één behuizing zijn opgenomen en deze behuizing is aangepast zodat deze plaatsbaar is in een wegdek.
18. Optische communicatie-samenstelling volgens een 30 van de conclusies 15-17, met het kenmerk, dat de samenstelling een geheugen omvat voor het opslaan van gegevens ten minste omvattende de aanwezigheidsstatus.
19. Optische communicatie-samenstelling volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het geheugen draadloos uitleesbaar is.
20. Optische communicatie-samenstelling volgens een van de conclusies 15-19, met het kenmerk, dat de eerste lichtdetector en eerste lichtbron ingericht zijn voor golflengtes in het infrarode tot ultraviolette gedeelte van het optische spectrum. 10
21. Optische communicatie-samenstelling volgens een van de conclusies 15-20, met het kenmerk, dat de eerste lichtbron een in hoofdzaak niet coherente lichtbron is.
22. Systeem voor het verkrijgen van verkeersinformatie door middel van optische signalen tussen een voertuig en een optische communicatie-node, met het kenmerk, dat het systeem een veelvoud aan onderling verbonden optische communicatie-samenstellingen omvat zoals thans 20 gedefinieerd in een van de conclusies 15-21. 1035051
NL1035051A 2008-02-20 2008-02-20 Werkwijze, systeem en optische communicatie-samenstelling voor het verkrijgen van verkeersinformatie. NL1035051C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1035051A NL1035051C2 (nl) 2008-02-20 2008-02-20 Werkwijze, systeem en optische communicatie-samenstelling voor het verkrijgen van verkeersinformatie.
US12/867,122 US8587457B2 (en) 2008-02-20 2009-02-19 Method, system, and optical communication assembly for obtaining traffic information
PCT/NL2009/000037 WO2009104955A2 (en) 2008-02-20 2009-02-19 Method, system, and optical communication assembly for obtaining traffic information
EP09712088A EP2255348A2 (en) 2008-02-20 2009-02-19 Method, system, and optical communication assembly for obtaining traffic information

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1035051A NL1035051C2 (nl) 2008-02-20 2008-02-20 Werkwijze, systeem en optische communicatie-samenstelling voor het verkrijgen van verkeersinformatie.
NL1035051 2008-02-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1035051C2 true NL1035051C2 (nl) 2009-08-24

Family

ID=39859391

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1035051A NL1035051C2 (nl) 2008-02-20 2008-02-20 Werkwijze, systeem en optische communicatie-samenstelling voor het verkrijgen van verkeersinformatie.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US8587457B2 (nl)
EP (1) EP2255348A2 (nl)
NL (1) NL1035051C2 (nl)
WO (1) WO2009104955A2 (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2008154737A1 (en) 2007-06-18 2008-12-24 Leddartech Inc. Lighting system with traffic management capabilities
US8242476B2 (en) 2005-12-19 2012-08-14 Leddartech Inc. LED object detection system and method combining complete reflection traces from individual narrow field-of-view channels
US8600656B2 (en) 2007-06-18 2013-12-03 Leddartech Inc. Lighting system with driver assistance capabilities
WO2009079789A1 (en) 2007-12-21 2009-07-02 Leddartech Inc. Detection and ranging methods and systems
EP2232462B1 (en) 2007-12-21 2015-12-16 Leddartech Inc. Parking management system and method using lighting system
CN102959599B (zh) 2009-12-22 2015-07-15 莱达科技股份有限公司 用于交通检测的主动3d监控系统
US8723687B2 (en) 2011-03-31 2014-05-13 Alex Thomas Advanced vehicle traffic management and control
US8908159B2 (en) 2011-05-11 2014-12-09 Leddartech Inc. Multiple-field-of-view scannerless optical rangefinder in high ambient background light
US9378640B2 (en) 2011-06-17 2016-06-28 Leddartech Inc. System and method for traffic side detection and characterization
WO2013128427A1 (en) 2012-03-02 2013-09-06 Leddartech Inc. System and method for multipurpose traffic detection and characterization
WO2016038536A1 (en) 2014-09-09 2016-03-17 Leddartech Inc. Discretization of detection zone
US9786168B2 (en) * 2014-12-19 2017-10-10 Imam Abdulrahman Bin Faisal University System, method, and apparatus for providing road separation and traffic safety

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5629704A (en) * 1994-09-12 1997-05-13 Nissan Motor Co., Ltd. Target position detecting apparatus and method utilizing radar
WO2000033060A2 (en) * 1998-12-01 2000-06-08 American Science And Engineering, Inc. X-ray back scatter imaging system for undercarriage inspection
WO2007071032A1 (en) * 2005-12-19 2007-06-28 Institut National D'optique Object-detecting lighting system and method

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6750787B2 (en) * 2000-03-17 2004-06-15 Herbert A. Hutchinson Optronic system for the measurement of vehicle traffic
US7049980B1 (en) * 2003-08-22 2006-05-23 David Chemelewski Automobile entry detector for a garage
US7701361B2 (en) * 2007-07-23 2010-04-20 Chun Shan Institute Of Science And Technology, Araments Bureau, M.N.D. Parking information sensing device and providing method thereof

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5629704A (en) * 1994-09-12 1997-05-13 Nissan Motor Co., Ltd. Target position detecting apparatus and method utilizing radar
WO2000033060A2 (en) * 1998-12-01 2000-06-08 American Science And Engineering, Inc. X-ray back scatter imaging system for undercarriage inspection
WO2007071032A1 (en) * 2005-12-19 2007-06-28 Institut National D'optique Object-detecting lighting system and method

Also Published As

Publication number Publication date
EP2255348A2 (en) 2010-12-01
WO2009104955A3 (en) 2009-11-12
US8587457B2 (en) 2013-11-19
US20110032121A1 (en) 2011-02-10
WO2009104955A2 (en) 2009-08-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1035051C2 (nl) Werkwijze, systeem en optische communicatie-samenstelling voor het verkrijgen van verkeersinformatie.
BE1023788B1 (nl) Systeem en methode voor het bepalen van de afstand tot een object
CN110268283B (zh) 激光雷达系统和方法
KR102123196B1 (ko) 개선된 레이저 레인지파인더 센서
CN114942453A (zh) Lidar传感器系统、用于该系统的光学部件、传感器和方法
US11143749B2 (en) Object detection system and method
US20120242972A1 (en) Vehicular Ranging System and Method of Operation
US10921485B2 (en) Illuminator obstruction detection to identify an obstruction on an optical window
CN112969937A (zh) Lidar系统和方法
KR100462418B1 (ko) 시계검출및비에젖은영역검출용센서
US20130235203A1 (en) Indicia identifying system
CN102481935A (zh) 用于在机动车中进行摩擦系数分类的基于激光的方法
CA2510975A1 (en) System and method for traffic monitoring, speed determination, and traffic light violation detection and recording
JP7273505B2 (ja) 路面状態検知システム及び路面状態検知方法
JP2017015448A (ja) 光飛行型測距装置
JP6739074B2 (ja) 距離測定装置
JP7376149B2 (ja) 調整装置およびライダー測定装置
ES2657165T3 (es) Aparato y procedimiento para controlar un sistema de iluminación
KR20180115041A (ko) 차량 감지 장치 및 방법
CN114270176A (zh) 水分感知装置
KR101893501B1 (ko) 통합기상검지기
EP3073181A1 (fr) Module d'éclairage laser à dispositif de sécurité
GB2329780A (en) Distance measuring device
CN116047539A (zh) 一种具有脏污检测功能的深度相机模组及机器人
KR20230091406A (ko) 라이다 센서를 이용한 도로 표면 상태 검출 시스템 및 그 방법

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200301